• No results found

De invloed van de aanwezigheid van een politicus in entertainment talkshows op het vertrouwen van kijkers in politici

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van de aanwezigheid van een politicus in entertainment talkshows op het vertrouwen van kijkers in politici"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Communicatiewetenschap

Afstudeerproject Politieke Communicatie en Journalistiek

Onderzoeksrapport: De invloed van de aanwezigheid van een politicus in entertainment talkshows op het vertrouwen van kijkers in politici

Sophie van Willigen (10752692) Begeleider: Jasper van de Pol

Aantal woorden: 5829 12 januari 2017

(2)

2 Inhoud

Samenvatting ………3

Inleiding ………4

Conceptueel model ………...5

Politici in entertainment talkshows en vertrouwen………...5

Politieke interesse, opleidingsniveau en leeftijd ………7

Politieke interesse ………..7 Opleidingsniveau ………...8 Leeftijd ………...9 Methode ………9 Onderzoeksmethode en design ………..9 Participanten ………..10 Stimulusmateriaal ………..10 Metingen ………12 Resultaten ……… 13 Randomisatiecheck ………13 Regressieanalyses ………..14 Conclusie en discussie ………..16 Referenties……….21 Bijlagen………..26

(3)

3 Samenvatting

In de periode voorafgaand aan verkiezingen proberen politici potentiële stemmers mede te bereiken via entertainment-georiënteerde programma’s. In deze entertainment programma’s ligt de focus op het privéleven en persoonlijke informatie over de politicus. Om te onderzoeken hoe de aanwezigheid van een politicus in talkshows het vertrouwen van kijkers beïnvloedt, is een online between-subjects experiment uitgevoerd onder 296 stemgerechtigde Nederlanders. De participanten werden random toegewezen aan de experimentele conditie (entertainment talkshow) of controle conditie (current affair talkshow), met in beide talkshows Jesse Klaver als gast. Uit de resultaten bleek dat individuen meer vertrouwen hadden in politici na het zien van de entertainment talkshow dan na de current affair talkshow. Dit effect werd gemodereerd door politieke interesse zodat het effect van een entertainment talkshow op vertrouwen sterker was voor individuen met weinig politieke interesse. Er werden geen bewijzen gevonden voor interactie-effecten van opleiding en leeftijd.

(4)

4 Inleiding

De laatste decennia verschijnen er steeds meer alternatieven voor traditionele, hard news programma’s (Baum, 2005). Deze ontwikkeling is op het politieke terrein niet onopgemerkt gebleven, met als gevolg dat politici potentiële stemmers nu ook via entertainment-georiënteerde programma’s proberen te bereiken (Baum, 2005; Holbert, 2005). Het optreden in zulke programma’s is van strategisch belang voor de campagne van de politicus (Clayman, 2004; Van Zoonen & Holtz-Bacha, 2000) omdat het bijvoorbeeld meer bekendheid onder kiezers kan opleveren en er een publiek kan worden bereikt dat normaal gesproken niet naar politiek hard news kijkt. Dit verklaart mede waarom Nederlandse politici in de periode voorafgaand aan de verkiezingen vaker de media opzoeken en verschijnen in entertainment talkshows zoals Linda’s Zomerweek, Paul! en Koffietijd.

Een entertainment talkshow heeft een format waarin de presentator als voornaamste doel heeft het publiek te entertainen (Lauerbach, 2007). Studies concluderen dat politici positiever worden gepresenteerd in entertainment talkshows dan in bijvoorbeeld current affair talkshows (Baum, 2005; Baym, 2013; Williams & Delli Carpini, 2011). In entertainment talkshows ligt de focus vaak op het privéleven en persoonlijke informatie over de politicus (Baum, 2005; Baym, 2013). Een construct dat hierop aansluit is privatisering, waarmee het toenemende belang van de politicus als ‘gewoon’ mens wordt bedoeld (Van Aelst, Sheafer, & Stanyer, 2012). Met deze geprivatiseerde content onderscheidt een entertainment talkshow zich van een current affair talkshow, waarin het gesprek met de politicus meer lijkt op een ondervraging met een vijandige atmosfeer (Boukes en Boomgaarden, 2016).

Boukes en Boomgaarden (2016) voerden recent een experimenteel onderzoek uit waaruit bleek dat de aanwezigheid van een politicus in een talkshow een positief effect heeft op het vertrouwen van de kijkers. Echter, er is nog niet eerder ingegaan op het effect van specifiek geprivatiseerde content van entertainment talkshows. Deze geprivatiseerde elementen in entertainment talkshow hebben mogelijk gevolgen voor het vertrouwen van kijkers in een politicus. Daarbij, de huidige kennis over de invloed van politici in entertainment-programma’s op kijkers berust vooral op surveyonderzoek (e.g. Boukes & Boomgaarden, 2015; Guggenheim, Kwak & Campbell, 2011; Taniguchi, 2011; Tsfati, Tukachinsky & Peri, 2009), waardoor het doen van causale uitspraken niet mogelijk is. Bovendien zijn media-effecten niet voor ieder individu hetzelfde (McLeod, Kosicki, & McLeod, 2009). In het licht van het Elaboration Likelihood Model kan bijvoorbeeld beargumenteerd worden dat politieke interesse en opleidingsniveau mede kunnen bepalen in

(5)

5

hoeverre kijkers de informatie in een talkshow accepteren of verwerpen (Petty & Caciappo, 1986). Daar komt bij dat de attitude van jongeren meer beïnvloedbaar is dan die van ouderen (Sears, 1983), met als gevolg dat het vertrouwen van jonge mensen in politici meer kan worden beïnvloed dan het vertrouwen van ouderen. Al met al is het van belang om politieke interesse, opleidingsniveau en leeftijd als onderscheidende factoren te onderzoeken.

In dit onderzoek wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord: In hoeverre beïnvloedt de aanwezigheid van een politicus in een entertainment talkshow het vertrouwen van Nederlandse kijkers in politici en hoe verschilt deze beïnvloeding voor politieke kennis, opleidingsniveau en leeftijd van kijkers?

De resultaten van dit onderzoek zullen inzicht verstrekken in hoe kijkers beïnvloed kunnen worden door politici via entertainment talkshows.

Conceptueel model

In deze studie wordt er een onderscheid gemaakt tussen verschillende talkshows. Een entertainment talkshow verschilt in format dan ook veel van een current affair talkshow. De interviewer in een current affair talkshow is vooral gericht op het presenteren van de ideeën en perspectieven van de politicus over politieke kwesties, waarbij de interviewer tegelijkertijd de politicus verantwoordelijk houdt voor zijn of haar acties, de motivatie van de politicus in twijfel trekt en kritische vragen stelt over zijn of haar politieke plannen (Baym, 2013; Voltmer & Brants, 2011). Het gesprek in een current affair talkshow lijkt dan ook meer op een ondervraging met een vijandige atmosfeer (Boukes & Boomgaarden, 2016). Daarentegen, een entertainment talkshows is gericht op het entertainen van het publiek (Lauerbach, 2007) en het privéleven en persoonlijke informatie over de politicus (Baum, 2005; Baym, 2013; Lauerbach, 2010). Privatisering in een entertainment talkshow werd in deze studie dan ook als het belangrijkste verschil met een current affair talkshow gezien.

Politici in entertainment talkshows en vertrouwen

Het format van een entertainment talkshow is, zoals hierboven al werd benoemd, voornamelijk gericht op het entertainen van een publiek (Lauerbach, 2007). De presentator van het programma gaat op een vriendelijke en sympathieke manier met de politicus om (Baum, 2005; Schultz, 1995) en geeft de politicus ruime spreektijd zonder te interrumperen

(6)

6

(Farnsworth & Lichter, 2003). Op deze manier krijgt de politicus de kans om zichzelf op een positieve manier te presenteren naar de kijkers van het programma (Holtz-Bacha, 2004; Lauerbach, 2010). Daarnaast ligt de focus van gesprekken in entertainment talkshows vaak op persoonlijke affaires met betrekking tot de politicus (Baum, 2005; Baym, 2013). Privatisering sluit hier nauw bij aan: Het privéleven en persoonlijke informatie over de politicus worden steeds relevanter wanneer politici beoordeeld worden op hun professionele competenties en optredens (Kruikemeier, Van Noort, Vliegenthart, & De Vreese, 2013; Van Aelst et al., 2012; Van Zoonen, 2006). Kijkers van entertainment talkshows voelen zich meer aangetrokken tot de politicus indien aspecten uit het persoonlijke leven worden besproken (Elmelund-Praestekaer & Hopmann, 2012). Bovendien worden politici positiever gepresenteerd in entertainment talkshows dan in traditionele hard news programma’s (Baum, 2005; Baym, 2013; Williams & Delli Carpini, 2011).

In de afgelopen decennia zijn er al diverse studies verschenen naar de effecten van de aanwezigheid van een politicus in entertainment talkshows op kijkers (e.g. Baum, 2005; Baumgartner & Morris, 2006; Boukes & Boomgaarden, 2016; Young, 2004; Kwak, Wang & Guggenheim, 2004; Taniguchi, 2011). Zo concludeerden onderzoekers dat de aanwezigheid van een politicus in talkshows een positief effect heeft op stemintentie (Kwak et al., 2004; Pfau & Eveland, 1996; Taniguchi, 2011) en leidt tot positieve percepties over de politicus (Baum, 2005; Holbert, 2005; Kwak et al., 2004; Moy, Xenos & Hess, 2005).

De dispositie theorie van Zillmann (1980, 1983) wordt toegepast in studies naar de reacties van een publiek op dramatische- en komedie-georiënteerde entertainment-content. Zillmann (1991) stelt dat onder andere empathie een centrale rol speelt wanneer een publiek affectieve reacties vormt over karakters in entertainment-content. De geprivatiseerde elementen in een entertainment talkshow hebben mogelijk een positief effect op de empathie van kijkers voor de politicus. Volgens de dispositie theorie (Zillmann, 1980, 1983) beïnvloedt deze empathie de affectieve reacties van kijkers, waardoor het vertrouwen van kijkers in de politicus mogelijk positief wordt beïnvloed.

Op basis van bovengenoemde resultaten en de dispositie theorie werd de volgende hypothese geformuleerd:

Hypothese 1: Blootstelling aan een politicus in een entertainment talkshow leidt tot meer vertrouwen van kijkers in politici dan blootstelling aan een politicus in een current affair talkshow.

(7)

7 Politieke interesse, opleidingsniveau en leeftijd

Onderzoekers zijn het met elkaar eens dat media-effecten niet gelijk zijn voor iedereen (McLeod, Kosicki, & McLeod, 2009). Zo concludeerden Valkenburg en Peter (2013) dat individuen beschikken over individuele kenmerken die de vatbaarheid voor een stimulus bepalen (Valkenburg & Peter, 2013).

Entertainment talkshows trekken een publiek dat zich kenmerkt als laagopgeleid, jong en met weinig politieke interesse (Baum, 2005; Moy et al., 2005). Uitgaande van de bewering dat media-effecten niet voor ieder individu hetzelfde zijn (Valkenburg & Peter, 2013), werd verwacht dat politieke interesse, opleidingsniveau en leeftijd moderatoren zijn voor de invloed van een politicus in een talkshow op vertrouwen. Hieronder wordt verder ingegaan op elk van deze mogelijke moderatoren.

Politieke interesse

Volgens het Elaboration Likelihood Model (ELM model) voorspelt onder andere de motivatie van individuen om informatie te consumeren in hoeverre de gepresenteerde informatie zal worden geaccepteerd of dat weerstand hiertegen zal worden geboden (Petty & Cacioppo, 1986). Naarmate iemand meer politieke interesse heeft, is diegene waarschijnlijk ook meer gemotiveerd om politieke informatie tot zich te nemen. Deze politiek geïnteresseerde individuen zullen via de centrale route de informatie nauwkeurig beoordelen, wat waarschijnlijk ervoor zorgt dat het individu politiek irrelevante en oppervlakkige informatie constateert en daarom weerstand zal bieden tegen de informatie (Bolsen, Druckman, & Cook, 2014). Wanneer een individu met veel politieke interesse kijkt naar een politicus in een entertainment talkshow, kan dit mogelijk leiden tot minder vertrouwen in die politicus indien het individu de informatie uit het programma kritisch beoordeelt via de centrale route (Bolsen, Druckman, & Cook, 2014). Echter, individuen met weinig politieke interesse zullen informatie via de perifere route beoordelen wat resulteert in meer vertrouwen omdat zij geprikkeld worden door positieve cues uit de entertainment talkshow (Petty & Cacioppo, 1986).

Het Receive-Accept-Sample model (RAS model) van Zaller (1992) voorspelt dat individuen die beschikken over een hoog politiek bewustzijn beter in staat zijn om persuasieve boodschappen af te wijzen indien deze boodschappen niet congruent zijn met hun bestaande opinies. Hieruit volgt dat individuen met politieke interesse waarschijnlijk al vaststaande ideeën en opinies hebben over politici. Indien een politicus in een entertainment

(8)

8

talkshow verschijnt, zijn kijkers met veel politieke interesse hierdoor in staat om bepaalde boodschappen uit de talkshow af te wijzen indien deze niet congruent zijn met hun bestaande opinie. Op deze manier zal het vertrouwen van politiek geïnteresseerden dus minder snel worden beïnvloed. Individuen die minder politieke interesse hebben, en dus minder vaststaande opinies, zullen wel sneller boodschappen in de entertainment talkshow aannemen. Omdat boodschappen in de entertainment talkshow overwegend positief zijn, wordt het vertrouwen van de niet-kritische kijker mogelijk positief beïnvloedt.

Op basis van het ELM en RAS model, werd de tweede hypothese geformuleerd: Hypothese 2: Het positieve effect van de aanwezigheid van een politicus in een entertainment talkshow op vertrouwen is sterker voor individuen met weinig politieke interesse dan voor individuen met veel politieke interesse.

Opleidingsniveau

Het Elaboration Likelihood Model is tevens van toepassing op opleidingsniveau. Naast het doen van voorspellingen op basis van motivation is ook de ability om informatie te consumeren een belangrijke factor. Op basis van de conclusies van Petty en Cacioppo (1986) kan worden aangenomen dat individuen met een hoog opleidingsniveau beter in staat zijn informatie te verwerken via de centrale route dan individuen met een laag opleidingsniveau. Hoger opgeleiden zullen hierdoor politiek irrelevante en oppervlakkige informatie in een entertainment talkshow constateren. Echter, geprikkeld door de positieve cues in een entertainment programma zullen laagopgeleiden minder snel irrelevante en oppervlakkige informatie constateren. Hierdoor blijft weerstand tegen de informatie uit en zullen lager opgeleiden de informatie eerder accepteren (Bolsen, Druckman, & Cook, 2014). Dit kan leiden tot meer vertrouwen in politici na het zien van een entertainment talkshow.

Ook een onderzoek van Young (2004, 2006) wees uit dat het effect van late-night comedy talkshows werd gemodereerd door opleidingsniveau, zodat de attitude over de politicus positief werd beïnvloed voor individuen met een lager opleidingsniveau, maar niet voor individuen met een hoger opleidingsniveau.

(9)

9

Hypothese 3: Het positieve effect van de aanwezigheid van een politicus in een entertainment talkshow op vertrouwen is sterker voor individuen met een laag opleidingsniveau dan voor individuen met een hoog opleidingsniveau.

Leeftijd

Een entertainment talkshow is gericht op amusement en trekt een jong publiek (Moy et al., 2005). Jongeren hebben doorgaans minder politieke interesse (Patterson, 2000; Putnam, 2000). Toch kan beargumenteerd worden dat talkshows met een politieke gast ook aantrekkelijk zijn voor jongeren door het entertainende format (Lauerbach, 2007). Zo wees een surveyonderzoek van Young (2004) uit dat 40% van de respondenten die late-night talkshows kijkt, jonger dan 30 jaar is. Bovendien zijn attitudes van jongeren meer beïnvloedbaar dan die van ouderen (Sears, 1983). Aangezien een politicus in een entertainment talkshow meer de mogelijkheid heeft zichzelf positief te presenteren aan het publiek (Holtz-Bacha, 2004; Lauerbach, 2010), is het mogelijk dat de attitude van het jonge publiek over de politicus positief wordt beïnvloed, wat mogelijk leidt tot meer vertrouwen in politici. Op basis van de bovengenoemde bevindingen werd verwacht dat het effect van een politicus in een entertainment talkshow op vertrouwen van kijkers sterker is voor jongeren dan voor ouderen.

Hypothese 4: Het positieve effect van de aanwezigheid van een politicus in een entertainment talkshow op vertrouwen is sterker voor jongeren dan voor ouderen.

Methode Onderzoeksmethode en design

Voor deze effectenstudie werd een online experiment uitgevoerd in november 2016 via Qualtrics, een softwareprogramma waarmee online data verzameld kunnen worden. Deze onderzoeksmethode werd gekozen omdat een experiment het meest geschikt is om causale uitspraken te kunnen doen.

In deze studie is ‘’vertrouwen in politici’’ de afhankelijke variabele en de soort talkshow, entertainment talkshow of current affair talkshow, de onafhankelijke variabele. Bovendien zijn er drie moderatoren meegenomen in het onderzoek, namelijk: Politieke

(10)

10

interesse, opleidingsniveau en leeftijd. De meetwijze van deze variabelen wordt nader uitgelegd onder het kopje metingen.

Voor dit onderzoek werd er twee keer een losstaand experiment met elk een 1 bij 2 between-subjects design uitgevoerd. Participanten (n = 296) werden middels een optie in Qualtrics aselect toegewezen aan de experimentele ‘’entertainment talkshow’’ conditie (n = 158) of de ‘’current affair show’’ conditie (n = 138). Na het zien van de stimulus werd hun vertrouwen in politici gemeten. Vervolgens werden de participanten opnieuw aselect toegewezen aan één van de twee condities over politieke speeches. Dit tweede experiment in Qualtrics omtrent politieke speeches werd onderzocht door collega’s en is niet van toepassing voor dit onderzoeksrapport. In bijlage 5 staat een link naar het online experiment vermeld. Participanten

De populatie van deze studie bestond uit alle stemgerechtigde Nederlanders. Via de sociale media kanalen van vier studenten Communicatiewetenschap werd een link naar een online experiment beschikbaar gesteld voor online vrienden. Daarnaast benaderden de studenten mensen uit hun sociale- en familie omgeving. Deze werving van participanten duidt op een gelegenheids-steekproef aangezien alleen beschikbare personen deelnamen aan het experiment. Dit kan mogelijk gevolgen hebben voor de resultaten van dit onderzoek omdat de Nederlanders die on- en offline geen connecties hadden met de studenten buiten beschouwing werden gelaten in dit onderzoek. Daar komt nog bij dat online geworven vrienden van de studenten waarschijnlijk overwegend jong zijn, waardoor de gemiddelde leeftijd van de steekproef lager is dan die van de populatie.

De participanten (n = 296) die deelnamen aan dit experiment waren tussen de 18 en 85 jaar oud (M = 38,47 , SD = 17,01) en 50% was vrouw (zie bijlage 4). De steekproef wijkt af van de populatie wat betreft het opleidingsniveau en de leeftijd, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de externe validiteit van dit onderzoek.

Stimulusmateriaal

Voor dit experiment werd een fragment uit een entertainment talkshow en uit een current affair talkshow gebruikt als stimulusmateriaal. Voor de experimentele conditie werd een fragment uit Linda’s Zomerweek geselecteerd. Linda’s Zomerweek is een talkshow waarin Linda de Mol bekende Nederlanders ontvangt om te praten over hun (vroegere) leven. In het fragment is te zien hoe Jesse Klaver, lijsttrekker van GroenLinks, praat over zijn jeugd. De

(11)

11

aflevering werd uitgezonden door RTL4 op 24 augustus 2016. De inhoud van dit fragment past bij de definitie van een entertainment talkshow: De presentatrice was vriendelijk en geïnteresseerd. Jesse Klaver werd geen enkele keer onderbroken of kritisch ondervraagd. In het fragment kwamen elementen naar voren die Van Aelst et al. (2012) benoemen als karakteristieken van politieke privatisering. Zo werd er ingegaan op het privéleven van Jesse Klaver en vertelde hij over hoe hij opgegroeide zonder vader en over zijn eigen kwaliteiten als vader. Het fragment duurde 1 minuut en 46 seconden. Tabel 1 geeft voorbeelden van vragen van Linda de Mol en antwoorden van Jesse Klaver in de talkshow.

Tabel 1

Vragen (V) van de presentator en antwoorden (A) van Jesse Klaver in Linda’s Zomerweek. V: ‘’… jij had een piepjonge moeder. Was dat wel een bewuste keuze? Wilde ze graag een kind?’’

A: ‘’Nee, mijn moeder zegt altijd: het was niet gepland, maar wel heel welkom.’’ V: ‘’Jouw vader heeft besloten een ander pad te bewandelen. En heeft vrij snel na jouw geboorte het gezin verlaten.’’

A: ‘’Ja klopt. Ik ken hem niet. Ik weet niet eens wanneer hij precies is vertrokken, maar hij is vetrokken en nooit meer terug gekomen.’’

Voor de current affair show conditie werd een fragment geselecteerd uit PAUW, uitgezonden op 4 oktober 2016 door NPO 1. In deze aflevering is Jesse Klaver te gast die vertelt over vluchtelingen-problematiek en stelt dat Nederland meer vluchtelingen moet opnemen in het land. De presentator van de talkshow, Jeroen Pauw, stelt tussendoor kritische vragen en onderbreekt Jesse regelmatig. Dit is kenmerkend voor een current affair talkshow (Baym, 2013; Voltmer & Brants, 2011). Het fragment duurde 1 minuut en 45 seconden. Tabel 2 geeft voorbeelden van vragen van Jeroen Pauw en antwoorden van Jesse Klaver.

Tabel 2

Vragen (V) van de presentator en antwoorden (A) van Jesse Klaver in PAUW. V:’’Is daar een meerderheid voor?’’

(12)

12 V:’’Dat pols je van te voren?’’

A:’’Ik heb nog niet uitsluitsel van alle partijen …..’ [Pauw onderbreekt Klaver] V: ‘’Van wie [red. welke partijen] niet?’’

De twee condities verschilden van elkaar in onderwerpkeuze. Zo werd er in de entertainment talkshow alleen gesproken over persoonlijke aangelegenheden, terwijl in de current affair talkshow politieke plannen werden besproken. Daarnaast hing er in de entertainment talkshow een ontspannen sfeer en zat Jesse Klaver op een bank met informele kleding aan, terwijl hij bij de current affair talkshow een pak droeg en er een vijandige sfeer heerste doordat de presentator kritische vragen stelde en Klaver regelmatig onderbrak.

Al hoewel in deze studie slechts één politicus voorkomt in het stimulusmateriaal, wordt het effect op vertrouwen in politici in het algemeen onderzocht. Volgens de exemplification theory van Zillmann en Brosius (2000) zijn mensen namelijk geneigd om hun algemene percepties over een onderwerp aan te passen op basis van het ‘’exemplar’’ waaraan zij worden blootgesteld.

Metingen

Allereerst is een manipulatiecheck uitgevoerd om te controleren of participanten de stimulus interpreteerden zoals was bedoeld. Van de participanten die de entertainment talkshow bekeken, zag 88,6% dat er vooral privéaangelegenheden werden besproken in het fragment. Van de participanten die de current affair talkshow bekeken, zag 97,4% dat er geen privéaangelegenheden werden besproken. Het grootste deel van de participanten wist dus inderdaad te beschrijven waar de talkshow (niet) over ging, wat duidt op een valide meting.

Om de afhankelijke variabele ‘’vertrouwen in politici’’ te meten, gaven participanten op basis van een zeven-punt Likert-schaal aan in hoeverre zij het eens of oneens waren met vijf stellingen die onder andere gingen over of politici competent zijn en goede dingen doen met belastinggeld. Deze stellingen zijn overgenomen uit de schaal die in het onderzoek van Boukes en Boomgaarden (2016) werden gebruikt om eveneens ‘’vertrouwen in politici’’ te meten. Alle gebruikte stellingen zijn opgenomen in bijlage 1. Uit een factoranalyse met Varimaxrotatie bleek dat er één factor was die de latente variabele ‘’vertrouwen in politici’’

(13)

13

meet. Er was namelijk één component met een Eigenvalue hoger dan 1, namelijk 3,19. Het was ook te zien aan de screeplot: er was één factor links boven de knik. Zoals verwacht waren er twee negatieve factorladingen die gehercodeerd moesten worden. Alle factorladingen waren hoger dan |0,45| en werden meegenomen in de verdere berekeningen. De totale verklaarde variantie van de factor was 63,7%, wat betekent dat de variantie in vertrouwen in politici voor 63,7% de variantie in de vijf items verklaart. Uit een betrouwbaarheidsanalyse bleek dat de stellingen een betrouwbare schaal vormen: Cronbach’s Alpha was 0,86 (M = 4,22, SD = 1,18). De stellingen werden hierna samengevoegd tot één schaal die het vertrouwen in politici meet. In verdere analyses werd ‘’vertrouwen in politici’’ beschouwd als numerieke variabele.

De moderator ‘’politieke interesse’’ werd eveneens gemeten op basis van een zeven-punt Likert-schaal en aan de hand van drie stellingen, zoals: Politiek interessseert mij (zie bijlage 2). Er werd opnieuw een factoranalyse met Varimaxrotatie uitgevoerd. Er bleek één factor te zijn die de latente variabele ‘’politieke interesse’’ meet. Er was namelijk één component met een Eigenvalue hoger dan 1, namelijk 2,34. Het was ook te zien aan de screeplot: er was één factor links boven de knik. Alle factorladingen waren hoger dan |0,45| en werden meegenomen in de verdere berekeningen. De totale verklaarde variantie van de factor was 78,0%, wat betekent dat de variantie in politieke interesse voor 78,0% de variantie in de drie items verklaart. Ook hier bleken de stellingen een betrouwbare schaal te vormen: Cronbach’s Alpha was 0,86 (M = 4,82, SD = 1,51). De stellingen werden samengevoegd tot één schaal die politieke interesse meet. Politieke interesse werd beschouwd als numerieke variabele.

De soort show waaraan participanten werden blootgesteld werd in dit onderzoek beschouwd als een dummy variabele (0 = current affair talkshow, 1 = entertainment talkshow). Opleidingsniveau werd gemeten door te vragen naar de hoogst genoten opleiding (zie bijlage 3). Hier scoorden de participanten gemiddeld 5,12 op een schaal van 7 (SD = 1,18), wat betekende dat de participanten relatief hoog zijn opgeleid. In een open vraag gaven participanten aan wat hun leeftijd was. Leeftijd en opleidingsniveau werden in verdere analyses beschouwd als numerieke variabelen.

Resultaten

Voor hypothese 1 werd een enkelvoudige regressieanalyse uitgevoerd waarbij de soort talkshow de onafhankelijke variabele was en het vertrouwen in politici de afhankelijke

(14)

14

variabele. Met deze analyse werd beoogd een hoofdeffect van de soort talkshow te vinden. Om hypothese 2 tot en met 4 te testen werd er per hypothese een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd. Met deze analyse werd beoogd de voorspelde interactie-effecten van politieke interesse, opleidingsniveau en leeftijd te vinden.

Randomisatiecheck

Om te controleren of de twee condities over gelijke groepen beschikten, werd een randomisatiecheck uitgevoerd door middel van een onafhankelijke t-test. De t-test liet zien dat er geen significant verschil was wat betreft opleidingsniveau, geslacht en leeftijd tussen de twee groepen. Er mag daarom worden uitgegaan van gelijke gemiddelden tussen de groepen (zie tabel 3).

Tabel 3

Randomisatiecheck door middel van een onafhankelijke t-test.

t df p Std.Error Difference Opleidingsniveau -0,01 290 0,991 0,14 Geslacht -0,12 294 0,908 0,14 Leeftijd -0,20 294 0,845 2,00 Regressieanalyses

Het enkelvoudige regressiemodel (model 1 in tabel 4) met vertrouwen in politici als afhankelijke variabele en de soort talkshow als onafhankelijke variabele, is significant: F (1, 294) = 35,50, p < 0,001. Er bestaat een redelijk, positief verband tussen de soort talkshow en het vertrouwen van kijkers in een politicus. Na het kijken van een entertainment talkshow was het vertrouwen in een politicus gemiddeld 0,77 punt hoger dan wanneer kijkers de current affair talkshow bekeken, gebaseerd op een zeven-punt Likert-schaal, 95% CI [0,52, 1,03]. Met de soort talkshow kan 11% van het verschil in vertrouwen voorspeld worden. Hypothese 1 kan worden aangenomen.

Met een meervoudige regressieanalyse (model 2 in tabel 4) werd een klein, maar significant interactie-effect gevonden voor de soort talkshow en politieke interesse op vertrouwen in politici, F (3, 292) = 15,42, p = 0,008. Voor iedere punt die participanten in de

(15)

15

entertainment conditie stegen wat betreft hun politieke interesse, daalde hun vertrouwen in politici met 0,04 punt. Hypothese 2 kan worden aangenomen. Er werd bovendien een interessante bevinding geconstateerd: Naarmate de politieke interesse strijgt, stijgt ook het vertrouwen in politici in de current affair conditie (zie figuur 1 en bijlage 6 voor de berekening). Het tegenovergestelde, ogenschijnlijk kleinere effect, werd gevonden in de entertainment talkshow conditie: Hier daalde het vertrouwen in politici naarmate de politieke interesse stijgt (zoals verondersteld in hypothese 2). Voor mensen met veel politieke interesse maakt het minder uit of ze een current affair talkshow of entertainment talkshow bekijken wat betreft de beïnvloeding van het vertrouwen in politici.

Figuur 1

Grafische weergave van interactie-effect van soort talkshow en politieke interesse op vertrouwen in politici.

Voor model 3 (in tabel 4) werd met een meervoudige regressieanalyse geen significant interactie-effect gevonden voor de soort talkshow en opleidingsniveau op vertrouwen in politici, F (3, 288) = 15,42, p = 0,603. Ditzelfde gold voor model 4, waar geen significant interactie-effect werd gevonden voor soort talkshow en leeftijd op vertrouwen in politici, F (3, 292) = 12,33, p = 0,688. Er is dus geen bewijs gevonden voor een interactie-effect van opleiding en leeftijd. Hypothese 3 en 4 worden verworpen. Tabel 4 geeft een overzicht van de gegevens uit de regressiemodellen.

(16)
(17)

17 Tabel 4

Regressiemodellen om het vertrouwen in politici te voorspellen. Model 1: Hoofdeffect B (S.E.) Model 2: Interactie-effect B (S.E.) Model 3: Interactie-effect B (S.E.) Model 4: Interactie-effect B (S.E.) Constante 3,84*** 2,93*** 3,01*** 3,95*** (0,09) (0,31) (0,39) (0,23) Entertainment talkshow 0,77*** (0,13) 1,87*** 1,09 0,89** Politieke interesse 0,19 (0,06) Opleiding 0,16* (0,07) Leeftijd -0,003 (0,01) Soort talkshow x politieke

interesse -0,23** (0,09) Soort talkshow x opleidingsniveau -0,06 (0,11)

Soort talkshow x leeftijd -0,003

(0,01)

R2 0,11 0,11 0,13 0,11

* p < 0,05, ** p < 0,01, *** p < 0,001

Conclusie en discussie

Met deze studie werd beoogd antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre beïnvloedt de aanwezigheid van een politicus in een entertainment talkshow het vertrouwen van Nederlandse kijkers in politici en hoe verschilt deze beïnvloeding voor politieke kennis, opleidingsniveau en leeftijd van kijkers? Op basis van de resultaten kan er

(18)

18

geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van een politicus in een entertainment talkshow significant meer vertrouwen van kijkers in politici opriep dan een current affair talkshow. Er werd tevens verwacht dat dit positieve effect van een entertainment talkshow op vertrouwen sterker zou zijn voor individuen met weinig politieke interesse, lager opgeleiden en jongeren. Voor politieke interesse als moderator werd een significant bewijs gevonden.

Uit dit onderzoek bleek dat kijkers van entertainment talkshows meer vertrouwen hadden in politici dan kijkers van current affair talkshows. Dit effect bleek redelijk sterk te zijn. Deze conclusie sluit aan bij het onderzoek van Elmelund-Praestekaer en Hopmann (2012), die stellen dat kijkers van talkshows zich meer aangetrokken voelen tot politici indien aspecten uit zijn of haar persoonlijke leven worden besproken (Elmelund-Praestekaer & Hopmann, 2012). In een entertainment talkshow worden dan ook vooral het privéleven en persoonlijke informatie over de politicus besproken (Baum, 2005; Baym, 2013). Het resultaat van deze studie is in lijn met de dispositie theorie van Zillmann (1980, 1983). Doordat politici in entertainment talkshows positief worden gepresenteerd (Baum, 2005; Baym, 2013; Williams & Delli Carpini, 2011), krijgt de kijker meer empathie voor de politicus, waardoor affectieve reacties van kijkers positief worden beïnvloed (Zillmann, 1980, 1983). Zo ook vertrouwen. De bevinding van deze studie komt ook grotendeels overeen met die van Boukes en Boomgaarden (2016), die ook concludeerden dat de aanwezigheid van een politicus in een talkshow een positief effect heeft op het vertrouwen van de kijkers. De gelijke conclusies kunnen verklaard worden doordat beide studies eenzelfde onderzoeksmethode gebruikten en het stimulusmateriaal gelijkenissen vertoonde wat betreft de context en content.

Echter, de verwachting dat kijkers met bepaalde individuele kenmerken meer vatbaar zouden zijn voor een beïnvloedende stimulus, zoals beschreven door Valkenburg en Peter (2013), kwam slechts deels in deze studie naar voren. Het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986), wat veronderstelt dat de motivatie van een individu voorspelt in hoeverre iemand een boodschap accepteert of er weerstand tegen biedt, bleek ook uit de resultaten van deze studie. Zo werd er een significant bewijs gevonden voor een interactie-effect van soort talkshow en politieke interesse op vertrouwen. Politiek geïnteresseerde participanten waren waarschijnlijk geneigd de informatie in talkshows via de centrale route te verwerken omdat zij gemotiveerd zijn de informatie tot zich te nemen (Petty & Capioppo, 1986). De resultaten van deze studie ondersteunen hiermee het ELM. Aangezien een entertainment talkshow als voornaamste doel heeft het publiek te entertainen (Lauerbach,

(19)

19

2007) en vooral het privéleven van politicus besproken wordt (Baum, 2005; Baym, 2013) in plaats van politieke kwesties, zullen politiek geïnteresseerde participanten politiek irrelevante en oppervlakkige informatie constateren (Bolsen, Druckman, & Cook, 2014). De politiek geïnteresseerde participanten zullen daarom weerstand bieden tegen de informatie, wat het vertrouwen negatief beïnvloedt. Participanten die minder politiek geïnteresseerd zijn, hebben veel minder motivatie om de informatie via de centrale route te verwerken; zij zullen de perifere route volgen tijdens het verwerken van de informatie. Hun vertrouwen zal positief beïnvloed worden doordat zij de informatie voornamelijk beoordelen op de positieve cues in de entertainment talkshow (Petty & Capioppo, 1986).

Uit de resultaten bleek dat het tegenovergestelde gold voor kijkers van de current affair talkshow: Naarmate de politieke interesse van participanten groter was, kregen deze participanten juist meer vertrouwen in de politici, en niet minder vertrouwen zoals het geval was in de entertainment talkshow conditie. Bovendien bleek dat het verband tussen interesse en vertrouwen in politici sterker is voor de current affair talkshow conditie dan voor de entertainment talkshow conditie. Dit onverwachte resultaat kan mogelijk verklaard worden aan de hand van het ELM (Petty & Capioppo, 1986). Politiek geïnteresseerde individuen die de informatie in een current affair talkshow via de centrale route verwerken, zullen minder snel politiek irrelevante of oppervlakkige informatie constateren omdat deze soort talkshow erg kritisch is (Voltmer & Brants, 2011) en er alleen politieke kwesties aan bod zullen komen.

Hoewel het Elaboration Likelihood Model wel aansloot bij hypothese 2, was dit niet het geval voor hypothese 3. In deze studie werd namelijk geen bewijs gevonden voor een modererend effect van opleidingsniveau. Het ELM stelt dat de ability om informatie te verwerken voorspelt in hoeverre participanten informatie aannemen of er weerstand tegen bieden (Petty & Cacioppo, 1986). Er werd verwacht dat hoger opgeleide participanten beter in staat zijn (een hogere ability hebben) om oppervlakkige en irrelevante informatie te constateren (Bolsen, Druckman, & Cook, 2014), en daarom weerstand bieden tegen de informatie. Dit zou ook het vertrouwen in politici negatief beïnvloeden. Deze verwachting kwam niet uit. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de definitie die Petty en Cacioppo (1986) geven aan de ability om informatie te verwerken, niet samenhangt met het opleidingsniveau van participanten in deze studie. Zo beschrijven Petty en Cacippo (1986) ability als de mogelijkheid om informatie te verwerken doordat zij niet worden afgeleid door externe factoren.

(20)

20

Het resultaat dat opleidingsniveau geen moderator is spreekt ook onderzoeken van Young (2004, 2006) tegen. Uit deze onderzoeken bleek dat na het zien van een late-night comedy talkshow de attitude tegenover een politicus positiever was voor individuen met een lager opleidingsniveau dan individuen met een hoger opleidingsniveau. Deze verschillende conclusies kunnen verklaard worden door het verschil in de nationale context in beide studies. Young (2004, 2006) baseerde haar onderzoek op Amerikaanse talkshows zoals The Daily Show en The Tonight Show. Amerikaanse talkshows worden in deze studies bovendien gekenmerkt door het cynische karakter, terwijl de Nederlandse entertainment talkshow in deze studie zich kenmerken door privatisering. Een laatste verklaring voor de verwerping van hypothese 3 is dat deze studie beschikt over een relatief hoog opgeleide steekproef. Er deden te weinig lager opgeleiden participanten mee om een goede vergelijking te maken tussen opleidingsniveau, soort talkshow en vertrouwen in politici.

Dat er geen bewijs werd gevonden voor leeftijd als moderator (hypothese 4) kan verklaard worden door de relatief jonge gemiddelde leeftijd van de steekproef in deze studie. Ouderen waren onder-gerepresenteerd waardoor significante effecten niet gevonden konden worden. Een andere verklaring is dat de conclusie van Sears (1983), die stelt dat jongeren meer beïnvloedbaar zijn dan ouderen, niet opgaat voor de context van deze studie en daarmee niet gold wat betreft de waardering voor politici in entertainment talkshows.

Een mogelijke beperking van deze studie is dat het het vertrouwen in politici in het algemeen onderzocht, terwijl participanten alleen Jesse Klaver als politicus zagen in de stimuli. Echter, volgens de exemplification theory van Zillmann en Brosius (2000) zijn mensen geneigd om hun algemene percepties over een onderwerp aan te passen op basis van het ‘’exemplar’’ waaraan zij worden blootgesteld. Het zien van een ogenschijnlijk betrouwbare en vriendelijke Jesse Klaver in een talkshow kan hierdoor leiden tot een positieve en betrouwbare perceptie over politici in het algemeen. De keus van de onderzoeker om Jesse Klaver en niet een andere politicus te kiezen kan dus op basis van de exemplification theory (Zillmann & Brosius, 2000) ondersteund worden. Uitgaande van deze theorie was het resultaat van deze studie hetzelfde geweest indien er een andere politicus te zien was geweest in het stimulusmateriaal.

Ook het gebruik van alleen een nameting om vertrouwen in politici te testen was een bewuste keuze van de onderzoeker. Door een voormeting zouden de participanten in de gaten kunnen krijgen dat hun vertrouwen in politici werd gemeten. Hierdoor zouden antwoorden

(21)

21

van de participanten in de nameting mede beïnvloed kunnen worden door de vragen in de voormeting. Dit kan het effect van de experimentele stimulus beïnvloeden. Door alleen gebruik te maken van een nameting werd dit test-effect voorkomen.

Een belangrijke beperking van deze studie was de gebruikte gelegenheids-steekproef. Niet iedereen in de populatie had dezelfde kans om deel te nemen aan het experiment van deze studie aangezien de participanten voornamelijk werden geworven via een oproep op Facebook onder de vrienden van de onderzoekers. Dit verklaarde tevens de relatief jonge gemiddelde leeftijd van de participanten in de steekproef. De externe validiteit van deze studie was hierdoor laag.

Voor vervolgonderzoek is het belangrijk om een representatieve steekproef te gebruiken: Onderzoekers dienen geheel aselect stemgerechtigde Nederlanders uit te nodigen voor een deelname aan het experiment. Ook is het aan te raden om nog een derde conditie toe te voegen aan het onderzoek waarin kijkers geen talkshow bekijken. Op deze manier kan het effect van talkshows wellicht beter worden weergegeven of vergeleken.

Deze studie brengt een aantal implicaties met zich mee voor verschillende groepen van de Nederlandse bevolking. Politici kunnen de resultaten uit dit onderzoek gebruiken bij het bepalen van een campagnestrategie tijdens de verkiezingsperiode. De aanwezigheid van een politicus in een talkshow leidt tot positievere percepties over de politicus onder kijkers (Baum, 2005; Holbert, 2005; Kwak et al., 2004; Moy, Xenos & Hess, 2005). Dit kwam tevens naar voren in deze studie aangezien vertrouwen in politici positief werd beïnvloed. Door aanwezig te zijn in een entertainment talkshow kunnen politici vertrouwen winnen van kijkers, hun imago positief beïnvloeden en zo potentiële stemmen werven (Kwat et al., 2004; Pfau & Eveland, 1996; Taniguichi, 2011). Echter, indien kijkers weten dat zij mogelijk beïnvloed worden door entertainment talkshows kunnen zij wellicht hun kijkgedrag en de televisiecontent waaraan zij zichzelf blootstellen aanpassen. Ze kunnen bijvoorbeeld kritischer kijken naar entertainment talkshows of de talkshows vermijden om beïnvloeding tegen te gaan. Voor politici is dit minder wenselijk: Kritische kijkers hebben mogelijk minder vertrouwen in politici doordat zij bijvoorbeeld oppervlakkigheden constateren in entertainment talkshows, zoals het ELM veronderstelt (Petty & Cacioppo, 1986).

(22)

22

Hoe dan ook, deze studie geeft een aantal interessante, nieuwe inzichten en kan dan ook beschouwd worden als een waardevolle toevoeging aan huidig onderzoek naar de aanwezigheid van politici in talkshows en het effect hiervan.

(23)

23 Referenties

Baum, M. A. (2002). Sex, lies, and war: How soft news brings foreign policy to the inattentive public. American Political Science Review, 96(1), 91–109. doi:10.1017/S0003055402004252

Baum, M. A. (2005). Talking the vote: Why presidential candidates hit the talk show circuit. American Journal of Political Science, 49(2), 213–234. 5853.2005.t01-1-00119.x

Baumgartner, J., & Morris, J. S. (2006). The Daily Show effect candidate evaluations, efficacy, and American youth. American Politics Research, 34(3), 341-367. http://doi.org/10.1177/1532673X05280074

Baym, G. (2013). Political media as discursive modes: A comparative analysis of interviews with Ron Paul from Meet the Press, Tonight, The Daily Show, and Hannity.

International Journal of Communication, 7, 489–507.

Bolsen, T., Druckman, J. N., & Cook, F. L. (2014). The influence of partisan motivated reasoning on public opinion. Political Behavior, 36(2), 235–262. doi:10.1007/s11109-013-9238-0

Boukes, M., & Boomgaarden, H. G. (2015). Soft News With Hard Consequences? Introducing a Nuanced Measure of Soft Versus Hard News Exposure and Its Relationship With Political Cynicism. Communication Research, 42(5), 701–731. http://doi.org/10.1177/0093650214537520

Boukes, M., & Boomgaarden, H. G. (2016). Politician Seeking Voter: How Interviews on Entertainment Talk Shows Affect Trust in Politicians. International Journal of Communication, 10, 1145–1166. DOI: 10.1177/0093650214537520

Cao, X. (2008). Political comedy shows and knowledge about primary campaigns: The moderating effects of age and education. Mass Communication and Society, 11(1), 43–61. doi:10.1080/15205430701585028

Clayman, S. E. (2004). Arenas of interaction in the mediated public sphere. Poetics, 32(1), 29–49. doi:10.1016/j.poetic.2003.12.003

(24)

24

Elmelund‐Praestekaer, C., & Hopmann, D. N. (2012). Does television personalise voting behaviour? Studying the effects of media exposure on voting for candidates or parties. Scandinavian Political Studies, 35(2), 117-140. doi: 10.1111/j.1467- 9477.2011.00284.x

Farnsworth, S. J., & Lichter, S. R. (2003). The nightly news nightmare: Network television’s coverage of U.S. presidential elections, 1988–2000. Lanham, MD: Rowman & Littlefield.

Guggenheim, L., Kwak, N., & Campbell, S. W. (2011). Nontraditional news negativity: The relationship of entertaining political news use to political cynicism and mistrust. International Journal of Public Opinion Research, 23(3), 287–314.

http://doi.org/10.1093/ijpor/edr015

Holbert, R. L. (2005). A typology for the study of entertainment television and politics. American Behavioral Scientist, 49(3), 436–453. doi:10.1177/0002764205279419 Holbert, R. L., Pillion, O., Tschida, D. A., Armfield, G. G., Kinder, K., Cherry, K. L., & Daulton, A. R. (2003). ‘The West Wing’ as endorsement of the U.S. presidency: Expanding the bounds of priming in political communication. Journal of

Communication, 53, 427–443.

Holtz-Bacha, C. (2004). Germany: How the private life of politicians got into the media. Parliamentary Affairs, 57(1), 41–52. doi:10.1093/pa/gsh004

Jebril, N., Albaek, E., & de Vreese, C. H. 2013. Infotainment, cynicism and democracy: The effects of privatization vs personalization in the news. European Journal of

Communication 28(2), 105–121. doi:10.1177/0267323112468683

Kruikemeier, S., van Noort, G., Vliegenthart, R., & de Vreese, C. H. 2013. Getting closer: The effects of personalized and interactive online political communication. European Journal of Communication 28(1), 53–66.

Kwak, Nojin, Wang, Xiaoru, and Guggenheim, Lauren (2004, August). Laughing all the way: The relationship between television entertainment talk show viewing and political engagement among young adults. Paper presented to the Communication Theory and Methodology Division at the annual meeting of the Association for Education in

(25)

25

Journalism and Mass Communication. Toronto, Canada. Retrieved on September 18, 2016, from http://www.umich.edu/news/Releases/2004/Aug04/Kwak.pdf

Lauerbach, G. (2007). Argumentation in political talk show interviews. Journal of Pragmatics, 39(8), 1388 -1419. doi:10.1016/j.pragma.2007.04.004

Lauerbach, G. (2010). Manoeuvring between the political, the personal and the private: Talk, image and rhythm in TV dialogue. Discourse & Communication, 4(2), 125–159. doi:10.1177/1750481310363980

McLeod, D. M., Kosicki, G. M., & McLeod, J. M. (2009). Political communication effects. In J. Bryant & M. B. Oliver (Eds.), Media effects: Advances in theory and research (3rd ed., pp. 228–251). New York, NY: Routledge.

Moy, P., Xenos, M. A., & Hess, V. K. (2005). Communication and citizenship: Mapping the political effects of infotainment. Mass Communication and Society, 8(2), 111–131. doi:10.1207/s15327825mcs0802_3

Patterson, T. E. (2000). Doing well and doing good (Faculty Research Working Paper Series, No. RWP01–001). Cambridge, MA: John F. Kennedy School of Government, Harvard University

Petty, R. E., & Cacioppo, J. T. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. In Communication and persuasion (pp. 1-24). Springer New York.

Putnam, D. R. (2000). Bowling alone. New York: Simon & Schuster.

Sears, D. O. (1983). The persistence of early political predispositions: The roles of attitude object and life stage. In L. Wheeler&P. Shaver (Eds.), Review of personality and social psychology (Vol. 4, pp. 79-116). Beverly Hills, CA: Sage.

Schultz, A. (1995). Entertainers, experts, or public servants? Politicians' self‐presentation on television talk shows. Political Communication, 12(2), 211-221.

Taniguchi, M. (2011). The Electoral Consequences of Candidate Appearances on Soft News Programs. Political Communication, 28(1), 67–86.

(26)

26

Tsfati, Y., Tukachinsky, R., & Peri, Y. (2009). Exposure to news, political comedy, and entertainment talk shows: Concern about security and political mistrust. International Journal of Public Opinion Research, 21(4), 399–423.

http://doi.org/10.1093/ijpor/edp015

Valkenburg, P. M., & Peter, J. (2013). The differential susceptibility to media effects model. Journal of Communication, 63(2), 221-243. doi:10.1111/jcom.12024 Van Aelst, P., Sheafer, T., & Stanyer, J. (2012). The personalization of mediated political

communication: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism, 13(2), 203–220. DOI:10.1177/1464884911427802

Van Zoonen, L. (2006). The personal, the political and the popular: A woman’s guide to celebrity politics. European Journal of Cultural Studies 9(3), 287–301.

Van Zoonen, L., & Holtz-Bacha, C. (2000). Personalisation in Dutch and German politics: The case of talk show. Javnost—The Public, 7(2), 45–56. Retrieved from

http://javnost- thepublic.org/article/2000/2/4/

Voltmer, K., & Brants, K. (2011). A question of control: Journalists and politicians in political broadcast interview. In K. Brants & K. Voltmer (Eds.), Political

communication in postmodern democracy: Challenging the primacy of politics (pp. 126–145). London, UK: Palgrave Macmillan.

Williams, B. A., & Carpini, M. X. D. (2011). After broadcast news: Media regimes, democracy, and the new information environment. Cambridge University Press.

Young, D. G. (2004). Late-night comedy in election 2000: Its influence on candidate trait ratings and the moderating effects of political knowledge and partisanship. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 48(1), 1–22. doi:10.1207/s15506878jobem4801_1 Young, D. G. (2006). Late-night comedy and the salience of the candidates’ caricatured traits

in the 2000 election. Mass Communication and Society, 9(3), 339–366. doi:10.1207/s15327825mcs0903_5

Zaller, J. (1992). The Nature and Origins of Mass Public Opinion. Cambridge: Cambridge University Press.

(27)

27

Zillmann, D. (1980). Anatomy of suspense. In P. H. Tannenbaum (Ed.), The entertainment functions of television (pp. 133-163). Hillsdale, NJ: Lawrence Erlbaum.

Zillmann, D. (1983). Disparagement humor. In P. E. McGhee & J. H. Goldstein (Eds.), Handbook of humor research: Vol. 1. Basic issues (pp. 85-107). New York/Berlin: Springer-Verlag.

Zillmann, D. (1991). Empathy: Affect from bearing witness to the emotions of others. In J. Bryant & D. Zillmann (Eds.), Responding to the screen: Reception and reaction processes (pp. 135-167). Hillsdale, NJ: Lawrence Erlbaum

Zillmann, D., & Brosius, H. (2000). Exemplification in communication: The influence of case reports on the perception of issues. Mahwah, NJ: Erlbaum.

(28)

28 Bijlagen Bijlage 1: Stellingen om vertrouwen in politici te meten Stellingen

Politici zijn betrouwbaar

Politici zijn hun contact met de maatschappij verloren (omgekeerde vraag) Politici doen goede dingen met belastinggeld

Politici doen te weinig voor mensen zoals ik (omgekeerde vraag) Politici zijn competente mensen die weten wat ze doen

Note: Participanten gaven antwoord op basis van een zeven-punt Likert-schaal: 1. Helemaal mee

oneens 2. Mee oneens 3. Beetje mee oneens 4. Neutraal 5. Beetje mee eens 6. Mee eens 7. Helemaal mee eens. M = 4,22 , SD = 1,18. Er was alleen een nameting.

Bijlage 2: Stellingen om politieke interesse te meten. Stellingen

Ik volg verkiezingscampagnes intensief Politiek interesseert mij

Ik stem altijd tijdens de verkiezingen

Note: Participanten gaven antwoord op basis van een zeven-punt Likert-schaal: 1. Helemaal mee

oneens 2. Mee oneens 3. Beetje mee oneens 4. Neutraal 5. Beetje mee eens 6. Mee eens 7. Helemaal mee eens. M = 4,82 , SD = 1,51.

(29)

29 Bijlage 3: Opleidingsniveau van participanten

Hoogst afgeronde opleidingsniveau %

Basisschool 0%

LBO / VBO / VMBO kader- en beroepsgerichte leerweg 1,7%

VMBO T(L) of MAVO of eerste 3 jaar HAVO en VWO 7,0%

MBO 23,1%

HAVO en VWO bovenbouw / WO en HBO propedeuse 23,7%

HBO- of WO-bachelor 34,4%

WO-doctoraal of master 10,0%

Totaal 100%

Note: WO-doctoraal of master (7) werd gezien als hoogste opleidingsniveau en bassischool (1) als laagste opleidingsniveau. M = 5,12, SD = 1,18.

Bijlage 4: Leeftijd van respondenten per leeftijdscategorie

Leeftijd % 18 – 25 jaar 35,0% 26 – 35 jaar 19,1% 36 – 45 jaar 10,9% 46 – 55 jaar 15,9% 56 – 65 jaar 10,8% 66 – 75 jaar 5,6% 76 – 85 jaar 2,7% Totaal 100%

Note: Alleen stemgerechtigde Nederlanders van 18 jaar en ouder mochten meedoen aan dit onderzoek.

(30)

30

Bijlage 5: Link naar het online experiment en afbeeldingen uit stimulusmateriaal https://uvacommscience.eu.qualtrics.com/jfe/form/SV_5c0AddC5wGjyVdr

Jesse Klaver te gast bij Linda’s Zomerweek.

(31)

31

Bijlage 6: berekening effectgrootte van current affair talkshow (= 0) en entertainment talkshow (= 1) en politieke interesse op vertrouwen in politici. Berekening is gebaseerd op cijfers uit tabel 4.

Entertainment talkshow

Vertrouwen = 2.93 + 1.87*entertainment talkshow + 0.19*interesse – 0.23*entertainment

talkshow*interesse

Vertrouwen = 2.93 + 1.87*1 + 0.19*interesse – 0.23*1*interesse = 2.93 + 1.87 – 0.04*interesse = 4.80 – 0.04*interesse

Current affair talkshow

Vertrouwen = 2.93 + 1.87*current affair talkshow + 0.19*interesse – 0.23*current affair talkshow*interesse

Vertrouwen = 2.93 + 1.87*0 + 0.19*interesse – 0.23*0*interesse = 2.93 + 0 + 0.19*interesse – 0 = 2.93 + 0.19*interesse

Politieke interesse werd gemeten op een zeven-punt Likertschaal. De getallen 1 tot en met 7 werden ieder apart ingevoerd in de formule. Op basis hiervan kon met behulp van Excel een grafiek gemaakt worden (figuur 1).

Tabel 3

Berekende getallen voor figuur 1 aan de hand van formule uit bijlage 6.

Interesse in politiek Current affair talkshow Entertainment talkshow

1 3,12 4,76 2 3,31 4,72 3 3,50 4,68 4 3,69 4,64 5 3,88 4,60 6 4,07 4,56 7 4,26 4,52

(32)

32 Figuur 1

Grafische weergave van interactie-effect van soort talkshow en politieke interesse op vertrouwen in politici.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De rioleringssystemen worden per compartiment (regionaal oppervlaktewater, stedelijk op- pervlaktewater, bodem en atmosfeer) gerangschikt op basis van geloosde emissies. Bij elk

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Lise Rijnierse, programmaleider van ZZ-GGZ benadrukte dat dit het moment was om argumenten voor deze signalen aan te scherpen of te komen met argumenten voor alternatieve

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

A study of typical sound paths and their time intervals indicates that a transition time point may exist between early reflected sound and late reflected sound

Fiske (1987) bespreekt dit audiovisuele aspect wel, in de vorm van de personages (in dit geval vooral de kandidaten, maar ook de experts, hosts, voice-overs en derden)

Immers, als vragen gebaseerd zijn op informatie uit het beeldfragment, waar zowel de gespreksdeelnemers (interviewer en geïnterviewde politicus) en het studiopubliek enerzijds en

Voor mijn bacheloropdracht doe ik onderzoek naar het Tv-programma 'boer zoekt vrouw'. Dit reality formaat is tegenwoordig het meest populaire Tv-programma in Nederland.