• No results found

Hoe wordt fotografie toegepast binnen het vak grafisch ontwerpen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe wordt fotografie toegepast binnen het vak grafisch ontwerpen?"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1

Inleiding 2

1.1 Keuze van het onderwerp 2 1.2 De probleemstelling 2

1.3 Verantwoording van de opzet 2

Hoofdstuk 2

Grafi sch ontwerpen 3

2.1 Inleiding 3

2.2 Wat is grafi sch ontwerpen? 3

2.3 De geschiedenis van grafi sch ontwerpen 4 2.4 Soorten grafi sch ontwerpen 6

Huisstijlen 6 Boeken 9 Affi sches 10 Websites 11

Hoofdstuk 3

Fotografi e 12 3.1 Inleiding 12

3.2 Wat is fotografi e ontwerpen? 12 3.3 De geschiedenis van fotografi e 14 3.4 Soorten fotografi e 16 Architectuurfotografi e 16 Natuurfotografi e 19 Portretfotografi e en modefotografi e 21 Sportfotografi e 23 Reclamefotografi e 24

Hoofdstuk 4

Relatie tussen grafi sch ontwerpen en fotografi e 26

4.1 Inleiding 26

4.2 Hoe wordt fotografi e toegepast binnen het vak grafi sch ontwerpen? 26 4.3 Tijdschriften 28

Menno Kok 29

Anuschka Blommers en Niels Schumm 31

Hoofdstuk 5

Samenvatting en conclusies 34

Grafi sch ontwerpen 34 Fotografi e 35

Relatie grafi sch ontwerpen en fotografi e 35

Geraadpleegde literatuur 36

Bijlage

B. 1 Intervieuw Anuschka Blommers en Niels Schumm 38 B. 2 Intervieuw Menno Kok 42

B. 3 Intervieuw Aremco van Bladel van Solar 45 B. 4 Intervieuw student grafi sch ontwerpen 48

(2)

Hoofdstuk 1

Inleiding

1.1 Keuze van het onderwerp

Vanuit het St. Joost, afdeling grafi sch ontwerpen werd de opdracht gegeven een scriptie te schrijven over een onderwerp wat je zelf interessant vindt. Ik wilde me graag verder verdiepen in fotografi e. Dit is echter een heel breed onderwerp. Daarom heb ik de scriptie toegespitst op de relatie tussen fotografi e en grafi sch ontwerpen. Ik was benieuwd op welke manieren fotografi e toegepast kan worden in grafi sch ontwerpen.

1.2 De probleemstelling

De in mijn scriptie centraal staande probleemstelling is de volgende: ‘Hoe wordt fotografi e toegepast binnen het vak grafi sch ontwerpen?’

Middels mijn onderzoek zal ik trachten een antwoord op deze vraag te formuleren. Mijn beschouwing vindt plaats aan de hand van een bepaalde opzet. In de volgen-de paragraaf zal ik volgen-deze toelichten.

1.3 Verantwoording van de opzet

Ten behoeve van de inzichtelijkheid van de scriptie is mijn onderzoek stapsgewijs opgebouwd. Derhalve begin ik dan ook bij de basis, namelijk de inhoudelijke be-spreking van de begrippen grafi sch ontwerpen (hoofdstuk 2) en fotografi e (hoofd-stuk 3). Daarbij zal eveneens aandacht worden besteed aan de historie van grafi sch ontwerpen en fotografi e. Bovendien worden een aantal voorbeelden van grafi sche producten besproken en diverse soorten fotografi e behandeld. Vervolgens komt in hoofdstuk 4 de relatie tussen grafi sch ontwerpen en fotografi e aan de orde waarbij de aandacht met name uitgaat naar de vraag hoe fotografi e wordt toege-past binnen het vak grafi sch ontwerpen. Aan de hand van concrete voorbeelden zal deze relatie worden toegelicht. Afsluitend zal in hoofdstuk 5 de samenvatting worden gegeven en de conclusies uiteengezet.

(3)

Hoofdstuk 2

Grafi sch ontwerpen 2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het begrip grafi sch ontwerpen. Naast een inhoudelijke bespreking, zal ook kort de geschiedenis van grafi sch ontwerpen ter sprake komen. Vervolgens zal ik dan een aantal voorbeelden van grafi sch ont-werpen bespreken die gemaakt zijn in combinatie met fotografi e. Dit met het oog op de probleemstelling die in deze scriptie centraal staat.

2.2 Wat is grafi sch ontwerpen?

Grafi sch ontwerpen is ‘iets maken met beelden en teksten’ om op die manier gegevens (een boodschap) over te brengen. Dat klinkt nogal vaag, maar het wordt duidelijker als het begrip wordt toegelicht aan de hand van voorbeelden van producten van grafi sch ontwerpen zoals een visitekaartje, briefpapier, websites, interface, affi ches, beeldboards, tijdschriften, de kaft van een boek, verpakkingen, cd-hoesjes. Grafi sch ontwerpen is dus eigenlijk alles wat te maken heeft met let-ters (teksten) en/of beeld. Ondanks de talloze ontwerptheorieën inzake grafi sch ontwerpen is er niet één specifi eke waarover consensus bestaat. Het gaat met het oog op mijn onderzoek te ver om al deze defi nities te vermelden en eventueel te bekritiseren. Ik wil hierbij dan ook volstaan met het geven van een drietal voor-beelden van dergelijke defi nities. Wim Couwel ziet het ontwerpen als het ordenen van informatie (Bron: Mode en module 1997). Hugues Boekraad defi nieert grafi sch ontwerpen als het in opdracht bedenken van een verschijningsvorm voor informatie (Bron: Mode en module 1997). Bob Gill zei in 1981 het volgende: “Wat het werk van een grafi sch ontwerper persoonlijk en origineel maakt, is de manier waarop hij of zij met beelden omgaat en problemen oplost. Zijn ideeën dus en niet zozeer de beelden zelf.” (Bron: Forget all the rules about Graphic Design 1981)

(4)

2.3 Geschiedenis van grafi sch ontwerpen

Vanaf de opkomst van de boekdrukkunst (±1500) hielden kunstenaars, bouwmees-ters en ambachtslieden zich bezig met het maken van boeken, omslagen, kalen-ders en affi ches. Grafi sch ontwerpen kreeg in Nederland echter pas echt een fl inke impuls rond 1860 toen ook hier de industriële revolutie zijn intrede deed. In die tijd kwamen de eerste drukkerijtjes met hun stoomdrukpersen (± 1857), waardoor een boek bijvoorbeeld een massaproduct kon worden. In 1904 werd de VANK (Vereni-ging voor Ambachts- en Nijverheidskunst) opgericht. Dit was de eerste stap in de richting van de toegepaste kunst. In 1919 werd in Duitsland het Bauhaus opgericht. Daar kon de opleiding toegepaste kunst gevolgd worden. Tijdens de opleiding werd zowel aan het leerproces als aan het werkproces aandacht besteed.

Na de Tweede Wereldoorlog verscheen het vak grafi sch ontwerpen op de Neder-landse kunstacademies en dat was tevens een bewijs dat het grafi sch ontwerpen voortaan als een echt beroep werd gezien. De mensen kregen de behoefte aan voorzieningen die het mogelijk maakten om de gewenste informatie beter en snel-ler toegankelijker te maken dan tot dan toe het geval was. De overheid speelde hier op in door pamfl etten, informatiekranten, formulieren, folders en instructiema-terialen te verstrekken aan het publiek. Tevens is er de opkomst van het tijdschrift en komt er steeds meer aandacht voor speciale verpakkingen. Hierdoor veranderde ook het één en ander voor de grafi sch ontwerper van toen, omdat hij steeds min-der vaak de traditionele boektypografi e kon toepassen. De nieuwe media vereisten ook een andere manier van grafi sch ontwerpen. De teksten hadden bijvoorbeeld een andere functie en dienden op een andere manier te worden geplaatst. De grafi sch ontwerper werd steeds meer een redactioneel ontwerper. De vorm werd meer afgestemd op de inhoud. Ook de culturele sector schakelde de hulp in van grafi sch ontwerpers die daardoor wat meer hun artistieke kunsten konden uiten. In de jaren vijftig groeide de economie gestaag. Het bedrijfsleven wilde daar na-tuurlijk maximaal van profi teren. De bedrijven beseften dat het van belang was om zoveel mogelijk potentiële klanten te bereiken, want immers hoe meer afnemers des te hoger de winst. Vandaar dat de bedrijven zich middels drukwerk gingen richten op de consumenten. De reclame had als doel het product of dienst op een zo goed mogelijke manier te verkopen. Er verschenen herkenbare huisstijlen van

(5)

verschillende ondernemingen, gebruiksaanwijzingen en grootverpakkingen. Met de stijgende vraag naar reclame (en dus eveneens grafi sche producten) nam ook het aantal reclamebureaus toe. In die tijd bekende grafi sche ontwerpers in Nederland waren Piet Zwart, Paul Schuitema en Gerrit Kiljan.

In de jaren zestig verschijnt de televisie ten tonele. Het grafi sch product krijgt concurrentie, echter de vraag naar grafi sche producten werd er niet minder om. De met de verandering van de maatschappij gepaard gaande complexiteit vereiste meer en duidelijkere informatie. Bovendien werd, blijkens de populariteit van de televisie, het voor de grafi sch ontwerper van toen wel duidelijk dat niet allen tekst maar ook beeld erg belangrijk is. Misschien wel importanter, omdat door middel van beelden makkelijker is om emotie te uiten. Door dit alles kwam bij de grafi sch ontwerper de vraag op of hij zich nog wel tot slechts drukwerk moet beperken als het bij het communiceren om de inhoud gaat, waarom blijft hij zich dan praktisch altijd tot drukwerk beperken, terwijl er soms betere alternatieven denkbaar zijn om de informatie duidelijk over te brengen. Na verloop van tijd ontstonden er dan ook allerlei nieuwe vormen van grafi sch ontwerpen zoals tentoonstellingen, tv-leaders of interactieve media.

De grafi sch ontwerpers in de jaren zestig waren in twee groepen te verdelen, na-melijk de functionalisten en de anarchisten. Als een typische functionalist kan Wim Crouwel, oprichter van Total Design, genoemd worden. De ontwerpen van Wim Crouwel waren objectief, helder en eenvoudig. Dat vertaalde zich in schreefl oze letters, asymmetrische typografi e en realistische fotografi e. Voorbeelden van aan-hangers van de anarchistische stroming zijn Jan van Toorn, Anthon Beeke en Gert Dunbar. Zij legden het accent op het formele aspect en de persoonlijke benadering. Volgens hen moesten grafi sch ontwerpers zich kritisch en persoonlijk opstellen en derhalve was het streven naar neutraliteit onwenselijk en meestal onhaalbaar.

(6)

huisstijl plaatjes van de NS

2.4 Enkele voorbeelden van het grafi sch ontwerpen Huisstijlen

Huisstijl betekent volgens het woordenboek: ‘Wijze waarop een bedrijf zichzelf presenteert door aankleding, kleuren, materialen, enzovoort’. Het is heel moeilijk om een precieze defi nitie van het woord huisstijl te kunnen geven. Waarschijnlijk zal het altijd een beschrijvende uitleg blijven.

De eerste huisstijlen in Nederland worden al in de jaren twintig ontwikkeld. Tegen-woordig heeft bijna ieder bedrijf wel een huisstijl. Door middel van een huisstijl zou de consument in staat moeten zich een beeld te vormen van het bedrijf. Het is der-halve erg belangrijk dat de identiteit van het bedrijf goed wordt weergegeven door de huisstijl. Zo zal een lingeriemerk niet gauw met hele vette ronde letters wor-den weergegeven als het bedrijf zich wil richten op de doelgroep slanke vrouwen. Indien door een onderneming altijd een bepaalde kleur wordt gebruikt in combina-tie met een bepaald lettertype, hoeft dat nog geen huisstijl te zijn. Vaak kan in de huisstijl van een bedrijf het logo van het desbetreffende bedrijf worden terugge-vonden. Wel is het dan weer belangrijk dat de identiteit van het bedrijf terugkomt in het logo. Als dit logo dan overal voor gebruikt wordt zal het bekend worden bij het publiek en hoeft de naam niet eens genoteerd te worden, zoals in het geval van de NS. De NS wil beweging en dynamiek uitstralen met dit logo, dat is ontworpen in 1968 door Gert Dunbar en René van Raalte. De kleur van het logo is donkerblauw met rechts ervan de andere aanvullende huisstijlkleuren. Het lettertype dat de NS als hun huisstijl gebruiken zijn de Frutiger en de Swift.

Overigens is de NS niet alleen te herkennen aan de kleuren maar ook aan de ma-nier waarop zij omgaan met hun fotografi e.

De foto’s zijn altijd van tevreden mensen en natuurlijk altijd in de omgeving van een trein. Een ander voorbeeld van een onderneming met een duidelijk herkenbare huisstijl is Benetton. Het kledingmerk Benetton (voluit: United Colors of Benetton) heeft op dit moment in wel 120 landen vestigingen. Het kledingmerk heeft een Ita-liaans karakter. Het logo is een groen balkje met daarin de volledige naam in witte hoofdletters in een schreefl oos lettertype. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van zeer heldere kleuren als groen, blauw magenta, rood, oranje, geel en oker. Kleuren

(7)

huisstijl plaatjes van Benetton

die je kunt benoemen, vooral de primaire en de secundaire kleuren. De fotografi e is bij Benetton altijd heel kleurrijk. Benetton gebruikt modellen, echter de kleding is ver te zoeken. Ze staan bovendien niet altijd serieus op de foto, soms juist uit-bundig lachend of met een uitgestoken tong. Het mag allemaal bij Benetton. De meeste foto’s worden vrijstaand geplaatst in het promotiemateriaal van Benetton. In de voorbeeldplaatjes heeft Benetton kinderen en volwassenen met verschillende huidskleuren in één foto geplaatst om, naar mijn mening, het gevoel op te roepen dat iedereen gelijk is. United is vertaald naar het Nederlands; verenigd, saamho-rig, gezamenlijk. Het logo wordt als een inzetje bij de foto geplaatst om toch de link met Benetton te leggen. Waarschijnlijk zou het niet eens nodig zijn geweest, omdat het typisch de huisstijl van Benetton is en dus heel herkenbaar. Roy Lich-tenstein (New Yorkse kunstenaar) heeft in 1994 het volgende gezegd over de door Benetton gehanteerde manier van reclame voeren:

“Benetton heeft, niet zonder risico, haar naam verbonden aan een uitgesproken, controversiële vorm van fotografi e, soms politiek en vaak aantrekkelijk om te zien, bedoeld op het begrip tussen de verschillende culturen op de wereld te bevorde-ren. Deze mensen vormen de avant-garde op het gebied van de kunst der recla-me.” (Bron: Oliviero Toscani ‘Reclame is een lonkend lijk’, Balans, 1996)

Het is voor een grafi sch ontwerper een uitdaging om de identiteit van een bedrijf in één ontwerp te vangen. Of zo’n ontwerp slaagt, hangt in de eerste plaats af van de mate waarin de identiteit is omschreven en in de tweede plaats van de mate waarin het ontwerp op zichzelf geslaagd is. De totstandkoming van een ontwerp is een creatief proces. Daarom is het niet mogelijk een constante kwaliteit te garan-deren. De ene dag gaat ontwerpen nu eenmaal beter dan de andere. Een goed ontwerp is daarom in zekere zin ook afhankelijk van een beetje geluk. Het is zinvol als je een goede huisstijl hebt om die dan ook overal op toe te passen.

(8)

Het laatste huisstijlvoorbeeld dat ik wil bespreken is dat van de HEMA. De HEMA wil open en eerlijk zijn naar de klanten toe en richt zich voornamelijk op producten voor het dagelijks gebruik. De HEMA is begonnen als een lowbudgetwinkel met alleen maar laaggeprijsde eigenmerkartikelen van hoge kwaliteit. Dat de HEMA een eenvoudige uitstraling heeft, valt ook op te maken uit het HEMA-foldertje. In de foldertjes van de HEMA kenmerken zich door een witte achtergrond en vrij-staand geplaatste beelden waar ze met een groot corps in een rode kleur de prijs overheen plaatsen. De door de HEMA gebruikte modellen zijn geen topmodellen. Het zijn weliswaar modellen, maar ze lijken rechtstreeks van de straat geplukt. Als je langs de winkel van de HEMA loopt hangen er altijd grote vierkante foto’s met óf alleen een hoofd óf alleen een product uitgeknipt en natuurlijk tegen een witte achtergrond. De foto’s worden afgewisseld met de aanbiedingen van dat moment. De aanbiedingen worden alleen met tekst en een felle kleur aangeduid. Hieronder is een voorbeeldplaatje opgenomen.

Aldus blijkt uit de drie bovenstaande voorbeelden dat ook indien slechts de foto’s (dus zonder logo) zouden worden geshowed, het duidelijk is om welke onderne-mingen het gaat.

(9)

Boeken

Boeken zijn er in allerlei soorten, maten, kleuren, enzovoort. Het is aan de grafi sch ontwerper om uit te zoeken wat een bepaald soort boek nu moet kenmerken om herkenbaar te zijn en de consument aan weten te spreken. Er komt dus wel het één en ander kijken bij het grafi sch ontwerp van een boek. Neem nu een leesboek, de kaft moet de potentiële lezer gelijk aanspreken. Meestal is een vrolijk gekleurde roman een komisch of romantisch boek. Romans met een zwarte omslag en rode letters zijn vaak bloederige thrillers. Daarbij speelt bovendien de typografi sche vorm die in het boek gebruikt wordt een belangrijke rol. Het achterplat (de ach-terkant van een boek), bevat een fl aptekst. Dit is een korte inhoud van het boek. Hierin wordt het onderwerp vermeld, hoe er met het onderwerp wordt omgegaan, voor welke doelgroep het bestemd is en een klein (biografi sch) stukje over de auteur van het boek. Vaak is daarbij een foto van de auteur afgedrukt. Op die foto is meestal alleen het hoofd te zien van de auteur. Dit kan zowel een omgevings- als een studiofoto zijn. In de roman zelf worden zelden of nooit foto’s geplaatst. Een enkele keer als ondersteuning van het verhaal, maar dan betreft het normaal gesproken waargebeurde verhalen. In theorieboeken wordt wel veel met foto’s gewerkt. Dit kan namelijk heel verhelderend werken.

Ter illustratie heb ik hier plaatjes van een fotoboek laten afdrukken. Dit fotoboek heeft een blauwe linnen kaft met de titel in het roze erin gedrukt. Over de kaft is een papieren omslag geplaatst. Hierop staat naast de titel alvast een voorproefje van de inhoud van het boek afgedrukt en er zit een fl aptekst aanvast die naar bin-nen geslagen is. Dit fotoboek heeft een inhoudsopgave waarin de soorten fotogra-fi e staan vermeld. Het voorwoord is in vier talen geschreven en staat verspreid over twee pagina’s. De hoofdstukaanduiding wordt op een witte pagina geplaatst. Iedere fotograaf wordt middels een pasfoto bekend gemaakt aan de lezer. Bij de pagina- aanduiding wordt het hoofdstuk vermeld. Per foto is gelet op de juiste ma-nier van afbeelding om zodoende de foto het best tot zijn recht te laten komen.

(10)

Affi ches

Het affi che beleefde zijn doorbraak in de negentiende eeuw, vooral als informatief medium. In het begin stond er alleen tekst op de affi ches maar weldra werden ze ook voorzien van illustraties. Zo werden ze na verloop van tijd bijvoorbeeld gebruikt voor het aankondigen van theatervoorstellingen en politieke propaganda.

De vraag is of een affi che ook een poster is. De meningen hierover zijn verdeeld. In het woordenboek wordt een affi che omschreven als een aanplakbiljet en een poster als een grote als wandversiering dienende plaat. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden, dat een affi che pas een poster is op het moment dat het als een versiering aan de muur hangt.

Een goed affi che moet een snelle indruk maken. De boodschap moet actueel zijn en het affi che moet de waarden, trends en belangrijke gebeurtenissen van zijn tijd weerspiegelen. Een affi che dient duidelijk te zijn, zodat de over te brengen bood-schap gelijk wordt begrepen. Affi ches worden over het algemeen namelijk maar kort bekeken. Het is dan verstandig om een niet te klein lettertype te nemen en geen onnodig afl eidende poespas te verkopen. Affi ches hebben over het alge-meen een korte levensduur, tenzij ze als versiering worden gebruikt. In affi ches worden heel vaak foto’s gebruikt om iets aan te prijzen, bijvoorbeeld in het geval van kledingmerken. Maar ook een affi che voor een fi lm, want wat is een fi lm zonder beeld. Over het algemeen zijn de hoofdrolspelers (en wel in fi lmtenue) afgebeeld. Deze foto’s zijn bijna altijd gemonteerd. De soort van fotografi e bepaalt voornamelijk de uitstraling van het affi che. Zo straalt het hieronder afgebeelde affi che van de HEMA iets alledaags uit. In het geval van het affi che van Mona Lisa Smile is duidelijk sprake van een fi lmaffi che voornamelijk vanwege de de wijze van typografi e. De fi lm wordt altijd groot in beeld gezet en onderaan gecentreerd de casting. Dan is er nog het affi che van Nike waarop Sergey Bubka (een internatio-nale topatleet) staat afgebeeld. Sergey is op de desbetreffende foto waarschijnlijk net klaar met zijn wedstrijd, die hij mede dankzij de magische schoenen van Nike heeft gewonnen. Iedereen weet immers dat Sergey in die tijd elke internationale wedstrijd won. Nike laat hier dus alleen de sporter zien en niet de schoenen. De boodschap is duidelijk: een winnaar draagt Nikes. Op dit affi che zie je dat de tekst is geïntegreerd met het beeld. De woorden “magic shoe” volgen het doekje dat Sergey in zijn handen heeft. De typografi e van de naam loopt over in het logo van

(11)

Nike (ook de kleur). Dit logo staat weer in één lijn met de neus van Sergey en het puntje van het doekje. De foto zelf is een zwartwitfoto met een groenzweem. Dit om de aandacht naar het logo te trekken. Alle typografi e gaat richting het logo en het beeld versterkt dit nog eens extra.

Websites

Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van het internet. Bijna ieder bedrijf heeft al zijn eigen website. Een website is een digitale presentatie die door het gebruik van het internet over de hele wereld te bereiken is. Via de homepage kan de benodigde relevante informatie met betrekking tot het bedrijf worden gevonden. Op een website kunnen teksten worden geplaatst, maar ook afbeeldingen of zelfs kleine fi lmpjes en animaties. Meestal wordt een website ontworpen door een grafi sch ontwerper en in werking gesteld door een informatietechnoloog (IT-er), ook wel een webdesigner genoemd. Navigatie is bij het gebruik van een dergelijke site heel handig. Daarom is het van belang dat het navigatiesysteem op consequente wijze wordt uitgevoerd. Op veel sites worden foto’s gebruikt, echter om een foto snel te kunnen zien moet hij niet te hoog van resolutie zijn. Mensen willen sites heel snel kunnen bekijken, want als een site niet snel genoeg op hun beeldscherm verschijnt, dan heb bestaat de kans dat ze doorgaan naar een andere site. Benet-ton en de HEMA gebruiken op hun sites de foto’s om hun kleding te promoten. De site van Diesel doet dit ook maar de site wordt eveneens gebruikt om de reclamecampagnes aan te vullen. Op dit moment is Diesel bezig met het thema dromen. Bij iedere droom hoort een beeld en een fi lmpje. Dit beeldenoverzicht, dat wordt gehanteerd ter bevordering van de snelheid van het surfen, is hiernaast in het voorbeeldplaatje terug te vinden. Alleen indien er expliciet voor wordt gekozen, kan de vergroting worden bekeken en eventueel vervolgens ook nog het fi lmpje bij de desbetreffende afbeelding. De site van Anouk (Nederlandse zangeres) geeft informatie over haar carrière en wat er nog allemaal nog zal komen. Er zijn volop foto’s om te bekijken. De foto´s dienen als een soort van decoratie voor de site. De achtergrond van de homepage verandert iedere keer weer bij terugkeer op de pagina. Anouk heeft ook een pagina met foto’s die onder andere door Allard Honigh en Gerard Wessel zijn gemaakt. Dit zijn voornamelijk studiofoto’s die in een wat groter formaat bekeken kunnen worden door op het kleine fotootje te klikken.

(12)

Hoofdstuk 3

Fotografi e 3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk staat het begrip fotografi e centraal. Allereerst volgt een inhoudelij-ke bespreking. Daarna zal ik de geschiedenis van de fotografi e worden besproinhoudelij-ken. Verder behandel ik een aantal soorten fotografi e waarbij de autonome fotografi e buiten beschouwing wordt gelaten, omdat de vorm van fotografi e minder van belang is in het kader van grafi sch ontwerpen. Aan de hand van uitleg en concrete voorbeelden inzake enkele soorten fotografi e zal ik trachten een antwoord te formuleren op vragen als: “Hoe gaat een fotograaf met een foto om?” en “Wat wordt er uiteindelijk met de foto gedaan?”.

3.2 Wat wordt verstaan onder fotografi e?

Een foto is eigenlijk een vastgelegde ervaring. Fotograferen houdt in dat de foto-graaf in kwestie het gefotografeerde object zichzelf toeeigent. De fotofoto-graaf staat voor een object en dit kan een gevoel van macht geven, want hij heeft zelf in de hand hoe hij zijn beeld wil vastleggen. De fotografi sche afbeeldingen lijken dan eigenlijk meer op stukjes werkelijkheid dan op notities. Met foto’s kunnen een verkleining of vergroting van de werkelijkheid weergeven. Als er stofjes op de foto zitten, valt dat te retoucheren. Foto’s zijn bovendien te vervalsen, te manipuleren via de computer of te trukeren. Een foto kan een bepaalde waarde krijgen zodat hij verkocht kan worden. Een voordeel van een foto is dat er meerdere afdrukken gemaakt kunnen worden van dezelfde foto, zodat meer mensen kunnen genieten van hetzelfde beeld.

Een foto wordt pas genomen, indien de fotograaf er bepaalde belangen bij heeft. De fotograaf is in staat om door middel van verschillende soorten belichtingen en standpunten een foto persoonlijk te beïnvloeden. Hij geeft zijn eigen interpretatie van de realiteit van het object. Een foto kan vergeleken worden met een schilderij of tekening.

(13)

Verder zal bijvoorbeeld het gebruik van een spiegelrefl excamera met verschil-lende soorten lenzen of het hanteren van een klein compact cameraatje al een verschil kunnen maken voor wat betreft het eindresultaat van de foto. Het is altijd belangrijk om van tevoren te bedenken waarvoor de foto uiteindelijk gebruikt gaat worden. Als de foto bijvoorbeeld bedoeld is voor een herinnering dan zal hij anders geschoten worden dan wanneer de foto in een tijdschrift zal worden geplaatst. Al deze suggesties spelen mee bij het maken van één foto.

‘De foto is eerst en vooral een constatering, een bepaalde registratie van de werkelijkheid. Maar juist als registratie verwijst het naar iets wat geweest is (en er als zodanig niet meer is) Het grensvlak waar de fotografi e zich in mengt heeft dus niet te met de voorstelling van de foto. De constaterende kracht van de foto heeft vooral en alles van doen met tijd. De fotografi e brengt niet zozeer het verleden in de herinnering terug, maar getuigt er vooral van dat wat ik zie, er inderdaad ge-weest is (tegelijk verleden en werkelijkheid).

Wat de werkelijkheid van de foto ook is, het is in ieder geval niet de foto die men ziet de foto is in zekere zin altijd onzichtbaar. Wat je ziet is de verwijzing naar een voorstelling die er geweest is. In het verlengde van deze paradox staat de constatering dat de betekenis van de foto niet gelegen is in de registratie van het moment (de indruk van het licht op de fi lm), maar in het ondefi nieerbare, het onverwachte, een detail dat treft of aangrijpt. Dit verwijst naar de enscenering en uiteindelijk naar de aanwezigheid van de foto als deelgenoot in de vastgelegde gebeurtenis. Een aanwezigheid die natuurlijk niet nadrukkelijk is eerder onzichtbaar of indirect maar wel essentieel. Alleen als de fotograaf zich kwetsbaar aanwezig stelt ontstaat er ruimte voor het onvoorziene, het toevallige dat onze alledaagse werkelijkheid betekenis verleent.’

Dit is een tekst van Ewan Lentjes uit het boek “Na Büren links rechts nach Baarn”. Ik heb deze tekst gekozen omdat ik het er deels mee eens ben. Hij schrijft hier dat wat er gezien wordt op een foto, al geweest is. Maar ik vind dat wat geweest is ook weer een reactie of herinnering kan oproepen. Een foto is naar mijn mening een belevenis die vastgelegd wordt met behulp van een fototoestel. Zo’n mo-mentopname kan toeval zijn maar ook een bewuste keuze. De fotograaf kan een

(14)

gebeurtenis zo inkaderen dat de betekenis van de foto heel anders wordt dan hij in werkelijkheid was. Vervolgens zegt Lentjes dat wat je op een foto ziet ook daad-werkelijk geweest is. Hier ben ik het er niet helemaal mee eens. Als ik een grote kerk fotografeer bestaat er de kans dat vervolgens de torens boven aan de foto bij elkaar, een vertekend beeld dus. Dit is niet wat er in werkelijkheid afgebeeld wordt. Ook kan een foto door lichtval heel anders gemaakt worden dan het werkelijke beeld. Een ander verschil is de scherpte. De voorgrond scherp en de achtergrond onscherp maken zorgt voor een dieptewerking in de foto. Wanneer een fotogaaf echter zelf naar het onderwerp kijkt (zonder fototoestel) dan ziet hij de dieptewer-king op een andere manier.

3.3 Geschiedenis van fotografi e

Om tot de fotografi e te komen zoals wij het nu kennen zijn er heel wat experimen-ten nodig geweest. Al eeuwenlang worden er onderzoeken gedaan naar moge-lijkheden om te kunnen fotograferen. De eerste noemenswaardige camera was de camera obscura. Dit kan al een blik zijn met een heel klein gaatje erin zo groot als een speldenprik. In zo’n blik wordt vervolgens in het donker een lichtgevoelig materiaal geplaatst. Tot 1826 was het nog niemand gelukt om een foto te maken die daadwerkelijk kon blijven bestaan. Enige camera’s waren al uitgevonden. Maar het probleem zat hem in het bewaren van de foto. Dit lukte Niepce in 1826 wel, na 8 uur belichten werd de eerste succesvolle foto gemaakt.

Tot de jaren dertig was er in Nederland een twee splitsing in de fotografi e. De picturalisten fotografeerde een mooi schilderachtig plaatje. De modernisten experi-menteerden meer met close-ups, beeldafsnijdingen en montage. De Tweede We-reldoorlog heeft de Nederlandse fotografi e veranderd. Allebei de technieken waren niet meer van toepassing in de oorlog. De camera moest gebruikt worden om de waarheid weer te geven en daarbij moest zo veel mogelijk op een foto te zien zijn. Na de oorlog zijn de fotografen zich meer gaan richten op de allerdaagse gang van zaken. In de jaren 50 werd er dus meer gefotografeerd over de wederopbouw van Nederland. Deze gewone, allerdaagse fotografi e is een zeer brave vorm van fotografi e. De jaren ‘60 en ‘70 hebben hier een eind aangemaakt door stakingen, de seksuele revolutie, popmuziek, provo en Dolle Mina. Zo werd er in die tijd ook

(15)

gefotografeerd met kleinbeeldcamera’s, met onder- of overbelichting en afdrukken met grove korrel. Dit is een nogal woedende, expressieve manier van fotograferen. In de jaren ‘90 ontstaan in Nederland steeds meer instanties voor fotografi e, zoals het Nederlands Fotoarchief, het Nederlands Fotogenootschap, het Nederlands Foto Instituut, het Nederlands Fotorestauratie Atelier, Huis Marseille in Amsterdam, het Fotomuseum in Amsterdam en het Fotomuseum in Den Haag.

De computer wordt een verlengstuk voor de fotografi e. Er komen software pro-gramma’s om foto’s te manipuleren, zoals bijvoorbeeld Photoshop. Voorheen was dit ook al mogelijk maar nu is het allemaal gemakkelijker geworden. Er kunnen sneller fouten hersteld worden, de handelingen zijn niet meer defi nitief. Moge-lijkheden die er bijgekomen zijn zijn onder andere: het samenvoegen van foto’s, retoucheren, teken- en schildereffecten aan de foto toevoegen, kleur aanpassen, contrasten tussen licht en donker veranderen, fi lters toevoegen en nog vele andere opties. Met deze mogelijkheden kunnen foto’s een totaal nieuwe context of sfeer krijgen en zo ook een nieuwe betekenis. Met de digitale fototoestellen wordt alles nog makkelijker. De foto’s kunnen rechtstreeks ingeladen worden in de computer en vervolgens meteen bewerkt te worden.

(16)

3.4 Soorten fotografi e Architectuurfotografi e

Het begrip architectuurfotografi e kan meerdere betekenissen hebben. De letter-lijke betekenis van architectuur is bouwkunst of de bouwstijl. Een bouwstijl wordt bepaald door een erkende architect. In de fotografi e wordt het begrip architectuur wat ruimer genomen.

Een vorm van architectuurfotografi e is exterieure fotografi e, waarbij alleen de buitenkant van een gebouw in beeld gebracht wordt. Met deze manier van foto-graferen wordt het gebouw zo gefotografeerd dat het doel van het gebouw goed te zien is. Het is dan erg verstandig om van te voren een rondje om het gebouw te maken, zodat er bepaald kan worden welk aanzicht voor de foto interessant is. Ook is het erg handig om te weten waar het gebouw voor gebruikt wordt. Een kerk wordt op een andere manier gefotografeerd dan een huis, dat in de moderne stijl gebouwd is. Ten behoeve van de foto is het belangrijk dat de opvallende delen van het gebouw van tevoren goed bekeken worden. Details kunnen de eigen inbreng van de fotograaf kracht bij zetten. Ook de omgeving van het gebouw kan een be-langrijke bijdrage leveren aan het totaalbeeld van de uiteindelijke foto. De gekozen invalshoek speelt een grote rol bij het uiteindelijke totaalbeeld.

Een architectuurfoto betekent echter niet slechts de buitenkant van gebouwen in beeld worden gebracht. Soms is de binnenkant van een gebouw net zo belangrijk. Deze vorm van architectuurfotografi e wordt interieure fotografi e genoemd.

De eerste Nederlandse architectuurfoto’s zijn waarschijnlijk ontstaan doordat een rijke landheer naast portretten van zijn familie ook zijn eigen gebouwen op de foto wilde hebben. Enkele andere architectuurfoto’s zijn ontstaan doordat fotografen hun camera’s wilden demonstreren aan het publiek en daarbij gebouwen fotogra-feerden. In 1843 werd in Nederland de eerste offi ciële opdracht gegeven om een architectuurfoto te maken. In de loop van de jaren ‘50 en ‘60 gingen steeds meer fotografen zich interesseren in de architectuurfotografi e. Populaire onderwerpen waren het stadsgezicht en de belangrijke openbare gebouwen. Vanaf deze tijd

(17)

kwamen er steeds meer vakfotografen in Nederland. Dit wilde niet zeggen dat een fotograaf er de kost mee kon verdienen. Veel fotografen moesten er bijbaantjes op nahouden.

In deze tijd werd fotografi e tevens steeds meer toegepast als documentatiemid-del voor bijvoorbeeld het bouwen aan nieuwe infrastructuur, zoals het aanleggen van sluizen, kanalen en ijzeren spoorwegbruggen. De nieuwe ijzeren constructies leverden interessante beelden op voor de fotografen.

Ook verhuisden in deze tijd veel mensen van het platteland naar de stad, waardoor de steden te klein werden. De stadsmuren en –poorten moesten worden verwij-derd. Als naslagwerk moesten hiervan foto’s worden gemaakt.

In de 19e eeuw werden vaak personen bij een bouwwerk gefotografeerd om het beeld van het bouwwerk te verlevendigen. Ook werd dit gedaan om aan te geven hoe groot een bouwwerk was. Opdrachtgevers in die tijd waren bedrijven (voornamelijk fabrieken) en architecten. Het was gebruikelijk om als fotograaf de initialen in het negatief te krassen, of de naam onder de foto te drukken, zoals in de schilderkunst gebruikelijk is. Fotografen en architecten waren in veel gevallen ook dezelfde persoon, zoals bijvoorbeeld Gerrit Rietveld. Deze kwam er echter al snel achter dat hij als architect beter functioneerde dan als fotograaf en liet zijn werk door vakfotografen fotograferen. Binnen de recente architectuurfotografi e zijn de grenzen tussen vrij werk en werk in opdracht soms moeilijk aan te geven. Veel vakfotografen werken nu vaak in opdracht maar ook als vrij kunstenaar.

In mijn eerste voorbeeld laat ik een foto zien die op zijn kant gedraaid is, de typo-grafi e is gecentreerd op het vlak geplaatst. Door de wolken en de tegels wordt de aandacht naar het middelpunt van het beeld geleid. Dit effect wordt nog eens extra versterkt doordat de foto gekanteld is. Hierdoor komt de typografi e nog meer naar de voorgrond. De huizen die oorspronkelijk horizontaal in beeld hoorden te staan vormen op deze manier een scheidingslijn tussen de blauwe lucht en het lege ter-rein. Wanneer de foto teruggedraaid wordt maakt dit het beeld minder spannend en zijn de vervreemdende effecten verdwenen.

(18)

In een ander voorbeeld buigt de typografi e mee met het gebouw. Het is oorspron-kelijk natuurlijk recht, maar door de vertekening met een groothoeklens lijkt het net alsof het gebouw afbuigt naar linksboven. De typografi e lijkt mee te zweven met de wolken. Dit komt ook doordat de tekst “Nederlandse Architectuur” in het wit is geplaatst.

In het laatste voorbeeld lijkt dat vanuit het water met de drie personen mee gekeken wordt naar het gebouw. Het is net alsof zij staan te wachten totdat het gebouw verder vaart. De foto staat in zijn geheel rechts in de hoek geplaatst zodat er links en boven de foto een witruimte overblijft. Aan de bovenkant gebruikt de ontwerper deze plek om de datum aan te geven. Het geheel wordt omkaderd zodat de verplichte informatie aan de bovenkant geen invloed heeft op het beeld. De tekst die in de foto is geplaatst is niet storend. Ook deze keer is dit in het wit geplaatst. Het puntje van het gebouw wijst als het ware naar de scheiding tussen de Nederlandse titel en de Engelse.

Wat deze drie voorbeelden gemeen hebben is dat de foto’s in mooie weersom-standigheden zijn gemaakt. De lucht speelt in deze voorbeelden een hele belang-rijke rol. In het eerste voorbeeld trekt de lucht de aandacht door zich te centreren naar het middelpunt. In voorbeeld twee en drie komt het gebouw meer naar voren doordat de lucht helder is. De typografi e wordt in deze voorbeelden aangepast aan de foto, zodat de foto en de typografi e beide goed tot hun recht komen.

(19)

Natuurfotografi e

Natuurfotografi e kan vele vormen aannemen, van een heel klein plantje tot een open landschap, of van een insect tot wilde dieren. Wat ze gemeen hebben is het buiten zijn en het omgaan met natuurlijke lichtsituaties. Bij landschapsfotografi e is het van belang dat er kenmerken van stukjes omgeving goed in beeld worden gebracht. Een goede landschapsfoto heeft niet te veel elementen erop staan, maar ook niet te weinig, want dat kan het kenmerk veranderen.

Een natuurfoto kan ook een mooie close-up van een bloem of een insect zijn. Hierbij wordt over het algemeen gebruik gemaakt van een macro-objectief, zodat alle details van het onderwerp bekeken kunnen worden. Wilde dieren of andere objecten worden meestal vanaf een afstandje gefotografeerd. Hierbij komt een teleobjectief goed van pas. Met deze objectieven wordt een onderwerp op een afstand toch heel dichtbij gehaald. Bij wilde dieren is dit van belang, omdat die nog wel eens weg willen lopen als ze benaderd worden, of zelfs aan kunnen vallen. Vo-gels die in de lucht vliegen zullen met een normaal objectief waarschijnlijk slechts een stipje zijn.

Mocht een foto bijvoorbeeld in een tijdschrift te gebruikt worden is het een ver-eiste dat deze foto een duidelijk en helder beeld heeft. Een goede belichting, het deskundig omgaan met lichtbronnen, de toepassing van verschillende lenzen en ten slotte het inkaderen maakt een foto pas tot een goede natuurfoto. Maar het belangrijkste is nog wel de momentopname; het geluk dat net de vogeltjes net op de rug van de zebra gaan zitten, zoals in het eerste voorbeeld te zien is.

In het tweede voorbeeld is een lavastroom te zien die eindigt in water. De aan-dacht gaat bij deze foto naar het midden van de horizon. De bocht die de lava maakt gaat over in een donkere rookwolk. Dit beschouw ik als het middelpunt van de foto. De wolk heeft nog een gloed van de ondergaande zon achter zich. De overige wolken lijken naar het middelpunt van de foto te trekken. De titel “actieve vulkaan” zal bewust in een rode kleur zijn gezet. Deze tekst is rechts in de hoek geplaatst zodat de foto nog steeds even indrukwekkend blijft.

(20)

In het laatste voorbeeld laat ik een pagina uit de National Geographic zien. Het lijkt erop dat de twee kikkers op de voorgrond zitten te genieten van het uitzicht op de waterval. Maar de kop van de tekst zegt “Grote sprongen”. Ik denk dat er hierbij door de kijker zelf verzonnen mag worden hoe er naar de foto gekeken wordt. Het onscherpe gedeelte wordt nu meer als een opvulling van de pagina gebruikt. Hierin is de typografi e geplaatst. Ik ken het blad niet goed genoeg, maar ik denk dat de bovenkant van deze pagina een standaard rubriek is, en dat de teksten geplaatst worden op plekken waar het in de foto het beste uitkomt.

(21)

Portretfotografi e en Modefotografi e

Al vanaf het ontstaan van fotografi e werden portretfoto’s gemaakt. In die tijd was een foto maken een kostbare aangelegenheid. Fotografen konden hier veel geld mee verdienen en dus maakten zij voornamelijk portretfoto’s.

Een portret is in het woordenboek omschreven als:

1. beeltenis, afbeelding van een persoon, inz. een geschilderde afbeelding; ook een foto; Portretteren:1. iemands portret maken 2. een beeld van iemand geven door hem te beschrijven; Portretfotograaf: 1. fotograaf die zijn hoofdvak maakt van portretteren.

Een portretfoto moet snel en gemakkelijk gemaakt kunnen worden. De fotograaf zorgt er voor dat het model zich op zijn gemak voelt. Hij probeert altijd contact te houden met zijn model. Bij een portretfoto gaat het uiteindelijk om de persoon. Deze wil een foto waarop hij/ zij zichzelf zo goedmogelijk presenteert. In het is de schrijfster Donna Tartt te zien, zoals weergegeven op de achterkant van haar boek “de kleine vriend”. Zij zelf is scherp op de voorgrond gezet en de achtergrond is onscherp. Deze foto wekt niet het idee op dat het een pasfoto is, maar meer een foto die door een echte fotograaf gemaakt is. Waarschijnlijk heeft de fotograaf haar bewust voor een lichte achtergrond gezet zodat zij met haar donkere haren en don-kere kleding nog meer naar voren komt.

Naast portretfotografi e behandel ik ook de modefotografi e in dit hoofdstuk, omdat beide vormen te maken hebben met mensen en modellen. Bij modefotografi e ligt de nadruk echter meer op de kleding van het model. Het doel is de collectie van dat seizoen te promoten. In de beginjaren van de modefotografi e werd een model tegen een neutrale achtergrond geplaatst, waardoor alle aandacht naar de kleding ging. Nu proberen kledingmerken hun kleding aan te prijzen door zoveel mogelijk sfeer en actie in de foto te stoppen. Het is niet altijd zeker dat een kledingmerk al-leen de kleding wil aanprijzen. In het voorbeeld van Benetton wordt ook het gevoel bij het merk aangeprezen. Hierbij gebruikt Benetton geen kleding meer in hun campagnes.

(22)

Diesel promoot zijn kleding met behulp van een thema. Op dit moment is dat thema “30 dromen”, vanuit 17 landen komen 30 dromen door 30 verschillende Die-sel dromen makers. Deze campagne is bedacht en uitgevoerd door KesDie-selsKramer en de foto’s zijn gemaakt door, Marine Stig en Viviane Sassen. Bij deze foto’s wordt de kleding wel getoond, maar de aandacht gaat meer uit naar de gebeurtenis die de foto weergeeft. Wie gaat er nu op een zebrapad liggen? Blijkbaar geniet ze er ook nog van maar waar is ze met haar gedachten? Diesel heeft een soort gedach-tewolkje bij de personen gezet met daarin een tekst en de website van Diesel. De foto’s geven situaties weer die normaal gesproken nooit in het dagelijks leven voorkomen. De persoon op de foto droomt, maar het beeld op zich is ook een droomwereld. Om te weten hoe de dromen afl open kan er gekeken worden op de volgende site: www.dieseldreams.com/launch.html

(23)

Sportfotografi e

Bij een sportevenement kunnen soms wel veertig fotografen aanwezig zijn. Deze schieten aan één stuk door foto’s, om het juiste moment vast te leggen; de mooi-ste acties, houdingen, een goal, een fi nish enz. Een sportfotograaf mag geen actie missen. Maar is zo’n fotograaf dan echt bezig met een mooie foto maken? Is dan de fotograaf met de mooiste foto ook degene die de meeste foto’s heeft gescho-ten?

De fotograaf moet “het moment” kunnen vastleggen waar het in die wedstrijd om gaat. Het is uiteindelijk de fotograaf met de meeste kennis die de beste foto’s schiet. Bij het fotograferen van een sport speelt het reactievermogen, een scherp oog, een vaste hand en goed materiaal een grote rol. In het eerste voorbeeld is een foto van een surfer gebruikt als reclamemiddel. Het gaat hier om sprothorlo-ges die waterdicht zijn en tegen een stootje kunnen. Ze willen zo laten zien dat dit horloge zelfs bij een surfer nog werkt en niet kapot zal gaan.

In het andere voorbeeld laat ik een reclame zien van Nefi t. Nefi t is de sponsor van een marathonschaatsploeg. Ze gebruiken hier een foto van een marathonschaatser die juichend over de fi nish gaat. Op deze foto is heel duidelijk het merk Nefi t te zien. Met de slogan “Nederland kampioen energiebesparing” wil men aangeven dat Nefi t een product heeft dat veel energie bespaart, maar ook dat hun sponsor-ploeg genoeg energie heeft om te kunnen winnen. Dit verhaal wordt in de tekst onder de slogan uitgelegd.

Bij een voetbalwedstrijd is de situatie anders voor een fotograaf. Fotografen worden bij elkaar gezet aan de zijlijn. In dit laatste voorbeeld heb ik een foto van de wedstrijd Feyenoord tegen PSV. Er wordt hier geen goal gescoord, de foto is genomen voordat de keeper de bal redt. De speler van PSV staat nog in de hou-ding van het schot en de twee spelers van Feyenoord kijken vol spanning naar de afl oop. Deze foto is heel groot geplaatst over twee pagina’s, en de recensie is in een tekstkolom naast de foto geplaatst. Het gaat hier meer om het “moment”, in dit geval het gemiste moment.

(24)

Reclamefotografi e

Reclamefotografi e heeft als doel een idee of een boodschap over te brengen. Er wordt altijd geprobeerd een product te verkopen of een dienst aan te prijzen. Dit kan een product zijn, maar ook het promoten van een politieke partij, acties voor goeden doelen of een radio/ Tv-programma. Reclamefoto’s worden gebruikt voor advertenties, folders, brochures, catalogi, gebruiksaanwijzingen en voor posters of affi ches. Elke soort foto kan worden gebruiken als een reclamefoto, mits deze foto wel de juiste boodschap over kan brengen. Een goede reclamefoto trekt de aandacht van het publiek. Het moet een goede blikvanger zijn. Het is de bedoeling dat bij het publiek interesse, nieuwsgierigheid of verbazing wordt gewekt zodat de boodschap overgebracht kan worden

Het eerste voorbeeld is een reclame met een aap die tegen een één persoons-bankje hangt. De aap wekt de indruk, dat hij de bank moet bewaken. De kop van deze advertentie luidt als volgt: “Wij zijn een inspiratiebron voor na-apers.” Het merk Cassina wil hier mee zeggen dat zij de ontwerpers zijn van die stoel. In het bijschrift schrijven ze “Om zeker te weten dat het een echte Le Corbusier® van Cassina is, controleert u even of er de handtekening van de maker op staat: het logo ‘Cassina I Maestri’ en een oplopend productienummer. Namaak kopen is altijd een verkeerde stap”

In het voorbeeld van de advertentie van Canon lokt een mevrouw een hond met een frisbee. De vrouw heeft al de aandacht van de hond getrokken. Dit is te zien aan de gespitste oren van de hond. De jongen ligt rustig op het gras in het zon-netje, naar zijn muziek te luisteren, maar heeft de riem van de hond nog om zijn pols gebonden. De vrouw draagt ook een fi lmcamera, waar zal ze op uit zijn? In dit voorbeeld wordt de foto gebruikt als een komisch element voor de advertentie. Dit is een voorbeeld van een foto waar een heel concept achter zit. Ze willen met humor de aandacht trekken van het publiek. De foto geeft het moment weer net voordat de frisbee gegooid wordt naar de hond. Wat hierna zal gebeuren mag dat mag de kijker zelf bepalen. De schaduw in deze advertentie is een mooie plaats om de typografi e neer te zetten. In dit geval staat er ook een kleine afbeelding van de videocamera en een klein printertje. Zo valt de typografi e toch op maar is niet storend voor het beeld.

(25)

Het derde voorbeeld heb ik gekozen omdat hierin de combinatie van een studio-foto en een sfeerstudio-foto wordt gebruikt. Een paar damesschoenen is geplaatst in het bovenste deel van de advertentie. Het merk, de slogan en de overige informatie zijn in de witruimte eromheen geplaatst. Boven aan de advertentie is een blauw-streepje geplaatst, dezelfde kleur blauw als de lucht in de sfeerfoto. Hiermee wordt het bovenste gedeelte met het onderste gedeelte verbonden. In de sfeer-foto wordt niet getoond dat deze mevrouw de schoenen aan heeft maar wel dat ze met haar hond buiten in de natuur is. Het verband wat hieruit naar voren komt is dat ze lang kan wandelen op de Gabor schoenen.

(26)

Hoofdstuk 4

Relatie grafi sch ontwerpen en fotografi e 4.1 Inleiding

De opkomst van de fotografi e heeft voor een fl inke groei van het vak grafi sch ont-werpen gezorgd. Men ontdekte dat door het toevoegen van foto’s aan schriftelijke informatie, de communicatieve waarde van de informatie vergroot wordt. Fotogra-fi e werd en wordt nu nog steeds beschouwd als een belangrijk communicatieme-dium binnen het vakgebied grafi sch ontwerpen.

De relatie tussen grafi sch ontwerpen en fotografi e beschrijf ik aan de hand van het medium tijdschriften. Een tijdschrift is een medium waarin alles kan, mag en waar-schijnlijk ook al gedaan is. In veel tijdschriften komt de combinatie van een grafi sch ontwerp en fotografi e voor. Ik behandel een aantal fotografen die als freelancer werken voor tijdschriften als de OO® (een muziektijdschrift), de Blvd (een dames-blad) en de Re-Magazine (een alternatieftijdschrift).

4.2 Hoe wordt fotografi e toegepast binnen het vak grafi sch ontwerpen?

Foto’s worden gebruikt om een bepaalde boodschap over te brengen. In een ontwerp kan een grafi sch ontwerper eigen foto’s gebruiken, een fotograaf inscha-kelen of een fotoarchief raadplegen. In een fotoarchief staan stockfoto’s die tegen betaling gebruikt kunnen worden. Om effectief met beeldmateriaal te werken, moet men in staat zijn creatieve en dynamische composities te maken en, mis-schien nog belangrijker, weten hoe foto’s en tekst geïntegreerd kunnen worden. Een voorbeeld: een grafi sch ontwerper krijgt een opdracht van een klant, die een ontwerp wil hebben dat overeenkomt met de uitstraling van zijn bedrijf. Fotografi e wordt hierbij vaak gebruikt. Daarbij is het heel belangrijk dat de foto goed aansluit bij de ideeën van de grafi sch ontwerper. De grafi sch ontwerper moet in dat geval zo goed mogelijk zijn ideeën overbrengen aan de fotograaf.

(27)

grafi sch ontwerp zou ook zonder fotografi e kunnen. Het blijft dan nog steeds een grafi sch ontwerp. Fotografi e kan op zijn beurt ook zonder een grafi sch ontwerp. Men spreekt dan over autonome fotografi e.

(28)

4.3 Tijdschriften

Een tijdschrift is een gedrukt blad dat met regelmaat verschijnt. Dit kan wekelijks zijn maar ook tweewekelijks, maandelijks, driemaandelijks, halfjaarlijks, jaarlijks of soms zelfs tweejaarlijks. Het kan variëren van een wetenschappelijk tijdschrift tot een roddelblad. Een tijdschrift kan artikelen, columns, interviews, onderzoeken, re-cepten en nog veel meer onderwerpen bevatten. Voor bijna elk onderwerp bestaat dan ook een tijdschrift. Er zijn zo veel soorten tijdschriften dat de winkels ze niet meer netjes kunnen uitstallen maar allemaal voor elkaar zetten. Het is voor een tijdschrift belangrijk dat hun naam opvalt tussen de andere tijdschriften. De meeste tijdschriften worden herkend aan hun uitstraling. Tijdschriften met veel tekst heb-ben vaak een vaste indeling, maar er zijn ook tijdschriften die wat vrijer in de opzet zijn. Als er meer foto’s aangeleverd worden, dan worden de teksten wat kleiner en andersom.

Een wetenschappelijk tijdschrift bijvoorbeeld bevat meestal veel tekst. De lezer van zo’n blad wil dan dat hij rustig zijn blad kan lezen, zonder dat hij zich ergens aan hoeft te storen. Als er fotografi e in wordt toegepast is dit ter ondersteuning van het onderwerp. Daar tegenover staan de glossy tijdschriften, die schreeuwen om aandacht. Niet alleen de kop is groot, maar ook kreten die ze op de voorkant zetten zoals “POWER GIRLS 2005”of “EEN STRALENDE HUID OP JE 20, 30, 40, 50”. Meestal wordt nog een mooi model of een bekende acteur hier aan toegevoegd. Om een tijdschrift te kunnen laten voortbestaan is het verstandig om zo nu en dan de vormgeving aan te passen aan de tijd. Een grafi sch ontwerper probeert daarbij vernieuwend te zijn. Dat kan door de opzet zo af en toe aan te stippen, net een andere letter te kiezen, maar ook met het formaat en het papier kan het tijdschrift een vernieuwend uiterlijk geven. In bijna alle tijdschriften worden ook advertenties geplaatst. Advertenties hebben vaak dezelfde doelgroep als het tijdschrift zelf. Een computerblad bevat bijvoorbeeld advertenties van computerwinkels en in glossy tijdschriften worden parfums of kledingmerken geadverteerd.

(29)

Menno Kok

Menno Kok is afgestudeerd in 1997 aan de Gerrit Rietveld academie in Amster-dam. Voordat hij aan deze opleiding begon heeft hij een jaar gestudeerd aan Pratt institute Brooklyn in New York. Hij heeft mee gedaan aan verschillende tentoonstel-lingen en werkt voornamelijk voor tijdschriften, kranten, reclame bureaus, kunst- en cultuurinstellingen en voor zichzelf.

Over de manier waarop hij fotografeert zegt hij het volgende:

“Ik houd erg van de kracht van één beeld. Er is geen tekst nodig. Het beeld zegt genoeg.” (Bron: intervieuw zie bijlage)

Menno Kok probeert zijn foto’s al een grafi sch uiterlijk te geven. Als een grafi sch ontwerper gaat snijden in zijn foto’s bestaat er een grote kans dat de foto zijn kracht gaat verliezen. Een tijdschrift waarvoor hij werkt is de OO®. Dit is een mu-ziektijdschrift waarin recensies, interviews, nieuwtjes en agendapunten op gebied van alternatieve muziek aan bod komen. Menno werkt veel met verhalende foto-grafi e, zoals foto’s die bij een interview staan. In deze foto’s speelt de ruimte erom-heen een belangrijke rol. De band of muzikant wordt afgebeeld in een reeks van meerdere foto’s. Een voorbeeld is de band Kane. Op de eerste foto is de zanger Dinand Woesthoff alleen in beeld gebracht, kijkend naar rechts. De OO® heeft de naam van de band Kane als titel geplaatst op de plek waar Dinand naar toekijkt. De tekst is niet in de foto geplaatst, maar in de kolom ernaast. Op de volgende pagina gaat de reeks foto’s verder, nu met alle bandleden. Menno gebruikt in zijn foto’s afsnijdingen van personen. In de tweede foto wordt Dinand afgesneden zodat de aandacht meer naar de persoon links van hem gaat. Niet alleen delen van perso-nen worden afgesneden maar in dit geval ook dieren zoals het paard dat de foto uitloopt. Door de afsnijdingen en overlappingen van personen gaat de aandacht op iedere foto in deze reeks telkens naar één persoon uit de band. De zee vormt een rustige achtergrond waarin geen storende elementen in voorkomen. De bandleden lijken ieder voor zich ergens mee bezig te zijn. De OO® heeft het verhaal versterkt door de foto’s als reeks op de pagina’s te plaatsen. De zanger staat als eerste in de reeks van foto’s, daarna worden de andere bandleden voorgesteld. OO® werkt met een teksten die in een stramien staan. Teksten worden in twee of in drie ko-lommen per pagina geplaatst.

(30)

Menno blijft consequent in zijn fotografi e, zo ook in het tijdschrift Blvd. Dit tijdschrift is gericht op vrouwen. De Blvd. bevat interviews, reportages, co-lumns, rubrieken en veel advertenties. Het tijdschrift zit tegen de glossy tijdschrif-ten aan. De Blvd. is echter iets vrijer in de onderwerpen. Een echt glossytijdschrift als de Cosmopolitan laat bijna alleen maar mooie mensen zien zoals fi lmsterren en modellen. Alles is gelikt in een zo’n tijdschrift. Alles gaat over de nieuwste mode, de beste make-up, het gezond blijven, enz. Uiteindelijk heeft alles te maken met het hebben van een mooi uiterlijk. In de Blvd. is dit anders. Er zijn regelmatig thema’s over kunstenaars en de mode die getoond wordt is over het algemeen wat artistieker. Ook de presentatie ervan is artistieker. Ten slotte worden niet alleen bekende mensen geïnterviewd, maar ook enkele onbekenden.

De foto’s die Menno gemaakt heeft horen bij een interview met een lezer van de Blvd. Hij heeft de foto als een reeks genomen. Deze foto’s zijn gemaakt in haar eigen huiskamer. Menno maakt gebruik van een serie foto’s die op zichzelf al een beeldend verslag zijn. In deze serie speelt hij met weerspiegelingen in het glas en met schaduwen. Hij durft zelfs de persoon waar het over gaat af te snijden. In de derde foto van deze serie komt alleen nog maar haar schaduw voor. Het interview is verspreid over twee pagina’s. Het is opgebouwd uit een kop (met een onder-schrift), vervolgens twee foto’s met daaronder een inleidende tekst. Daarna volgt het interview. Deze tekst is per pagina verdeeld in drie gelijke kolommen. Op de pagina ernaast is de opmaak hetzelfde maar de kop vormt een uitspraak van de geïnterviewde persoon. Blvd. heeft de volgorde van de foto’s intact gehouden, waardoor de reeks een reeks blijft.

(31)

Anuschka Blommers en Niels Schumm

Anuschka en Niels werken samen als één fotograaf. Ze gaan samen naar de op-drachten toe en hanteren daarbij één camera. De foto’s die zij maken zijn altijd met beide namen ondertekend.

Ze hebben elkaar ontmoet op de Gerrit Rietveld academie. Hier hielpen ze elkaar al met opdrachten. Het afstudeerproject van Anuschka ging over portretten. Zij maakte gebruik van modellen uit haar eigen omgeving.

Niels wilde eerst afstuderen in stillevens maar is uiteindelijk afgestudeerd op portretfotografi e. Na het afstuderen hebben ze beide een paar opdrachtjes voor zichzelf gedaan. Maar al snel kwamen ze er achter dat het samen werken een betere optie was. Het werk dat ze nu doen bestaat voornamelijk uit portret- en modefotografi e. Ze staan ook open voor andere soorten fotografi e, maar op dit mo-ment is daar weinig vraag naar. Ze werken voor meerdere tijdschriften zoals Re-ma-gazine, Purple, I-D MaRe-ma-gazine, Self Service en nog een aantal kleinere bladen. De samenwerking met een grafi sch ontwerper is bij ieder blad anders. Vaak werken ze samen met de stilisten van het betreffende blad.

Anuschka en Niels combineren hun opdrachten wel eens; als ze voor een commer-cieel blad naar het buitenland moeten dan nemen ze extra fi lms mee om voor zich zelf ook nog te fotograferen. Dit kan materiaal gebruiken ze dan voor tijdschriften met minder budget.

De Re-Magazine bestaat vanaf 1997 en is een eindexamenproject geweest van Jop van Bennekom (afgestudeerd in aan de Jan van Eyck academie in Maastricht). De Re-Magazine is een tijdschrift dat bij elk nieuw nummer een ander thema en uiterlijk heeft, in tegenstelling tot andere tijdschriften. Jop wilde een tijdschrift ma-ken over normale zama-ken. De eerste Re-Magazine was in het Nederlands, nu zijn de uitgaven in het Engels. Het is een tijdschrift wat niet specifi ek gaat over lifestyle, mode, kunst of design. Eigenlijk is het een tijdschrift wat er precies tussen valt. In ieder nummer komt het leven van één persoon aan bod. Meestal zijn dit extreme persoonlijkheden. Het tijdschrift bevat geen reclames. De tekst, lay-out en foto’s worden door de redactie zelf bedacht.

(32)

Hier volgen twee uitspraken van Jop van Bennekom waarin hij een beschrijving geeft van Re-magazine:

“Als ik in een of andere kiosk in Parijs Re-Magazine tegen kom, dan denk ik zelf óók: Dit komt uit echt uit de lucht vallen. Dat blad connect zich niet met mode, niet met kunst, design of fotografi e. Dus ja, wat is het nou? Waar komt het vandaan?” “Het Re-Magazine gaat over het mediabewustzijn. Het is een tijdschrift wat altijd reageert op een wereld waarin media domineren, en wat daaraan tegelijk probeert te ontsnappen.” (Bron voor bijde: Driel, A. van, Hysterischer dan de werkelijkheid, Volkskrant (kunst-krant), 5 februari 2004)

Hier laat ik een voorbeeld zien van de voorkant van Re-Magazine #7. (De editie nummering telt gewoon door stopt niet bij een nieuw jaar) Dit blad gaat over een tijdschrift in schets face. Hierin wordt het ontwikkelproces van een tijdschrift afge-beeld. Deze coverfoto is gemaakt door Anuschka en Niels. Dit is een foto van een meisje wat niet op zal vallen als ze op straat zal lopen. Ze kijkt een beetje onzeker uit haar ogen, net alsof ze niet op de foto wil komen. Ze hebben haar geplaatst op een neutrale (in dit geval grijze) achtergrond. De voorkant heeft een wat sobere uitstraling. De Titel RE- is linksboven in de hoek geplaatst. De kaft is gemaakt van een stevige omslag met een heel glad uiterlijk. Het tijdschrift voelt stevig aan. Het blad heet normaal Re-Magazine, maar omdat dit eigenlijk nog geen tijdschrift is heet hij alleen RE-. Onder in de mouw van het meisje staat “REVIEW”. Dit is het thema van dit nummer.

Op de twee spreads is te zien dat het om het ontwikkelproces van het tijdschrift gaat. Met lijnen zijn de kolombreedtes aangegeven waar de tekst moet komen. Er zijn al foto geplaatst op plekken waar foto’s horen te komen. De volgorde van het tijdschrift is al helemaal bepaald. Ze weten al precies wat er op welke pagina komt te staan. In het rechtse voorbeeld is een agenda te zien. Er staat zelfs bij hoeveel dagen de maand heeft. Er is al een voorbeeldfoto in geplaatst en de dagen staan al op de juiste plek in de kolommetjes. Er worden aan de linkerkant al opties voorge-steld van wat er in die maand te verwachten is.

(33)

Dit is Re-Magazine #9. Deze editie gaat over één persoon genaamd John.

John vertelt over zijn verdwijningen, in de vorm van onvoorwaardelijke vrijheid. Hij houdt totale afstand van de wereld, met als doel om dichter bij zijn eigen “ik” te komen. Het verhaal wordt door John zelf verteld in zijn eigen woorden.

Anuschka en Niels hebben de foto zo gemaakt dat de persoon bijna niet te her-kennen is. Net alsof John hier al verdwenen is. Deze foto staat op de omslag van het tijdschrift zelf. Het tijdschrift zelf heeft een witte kaft met alleen de naam John erop. Dit is waarschijnlijk gedaan omdat iedereen wel een John kan zijn.

De omslag is fel rood en de foto is er in het zwart opgedrukt. Deze editie heeft een slappe kaft, en dus een goedkope uitstraling.

Deze editie heeft net als de vorige een sobere uitstraling. Er wordt veel gebruik gemaakt van de kleur rood en grijs in combinatie met zwart. Er komt in deze editie maar een plaatje in kleur voor, een soort reclame.

Re-magazine gaat iedere keer weer heel anders om met de combinatie typografi e en beeld. De twee genoemde edities hebben beide een andere soort voorkant. De eerste ziet er uit als een duurder tijdschrift de tweede als een goedkopere. De formaten verschillen en het papier is van een andere kwaliteit. Eén ding hebben ze gemeen; de voorkant is een portret van een persoon. Het kleurgebruik is iedere keer weer anders. De ene keer komen veel verschillende kleuren voor, de andere keer wordt er alleen met zwart wit gewerkt. De stijl van het tijdschrift is dus moei-lijk te beschrijven.

(34)

Samenvatting en Conclusie

Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt dat de combinatie van fotografi e en grafi sch ontwerpen veelvuldig voorkomt. Op het gebied van grafi sch ontwerpen zijn in deze scriptie huisstijlen, boeken, affi ches, websites en tijdschriften behandeld. Op het gebied van fotografi e zijn architectuur, natuur, portret - mode, sport en reclame aan bod gekomen.

Grafi sch ontwerpen

Er bestaat geen echte wetenschap met betrekking tot grafi sch ontwerpen. Wel worden er defi nities gegeven door de grafi sche ontwerpers zelf. De ene ziet gra-fi sch ontwerpen als het ordenen van informatie, de andere als het bedenken van een verschijningsvorm voor de informatie. Zo bestaan er veel verschillende ideeën over grafi sch ontwerpen.

Grafi sch ontwerpen kwam pas opgang na de industriële revolutie. De eerste oplei-dingen werden gestart na de tweede wereldoorlog. Nu wordt grafi sch ontwerpen als een echt beroep gezien. Na de oorlog groeide de economie, zodat de vraag naar reclame steeds groter werd. Daardoor kwamen er steeds meer reclamebu-reaus. Het werk van een grafi sch ontwerper wordt zo uiteenlopend dat hij ook wel een visuele communicator genoemd.

Er zijn verschillende soorten grafi sch ontwerpen. Een huisstijl bijvoorbeeld, is de visuele presentatie van een bedrijf. Als voorbeelden zijn de NS, Benetton en de HEMA behandeld. Zij hebben een herkenbaar logo en voeren hun huisstijl door in al hun diensten en producten. Ook zijn er voorbeelden gegeven van huisstijlfoto-grafi e. Bij deze vorm van fotohuisstijlfoto-grafi e wordt keer op keer op dezelfde manier gefo-tografeerd. Door één manier van fotograferen kan herkenbaarheid bij het publiek optreden. Een boek kan ook een grafi sch ontwerp zijn, waarbij gebruik gemaakt wordt van fotografi e. Echter bij bijvoorbeeld leesboeken is dit niet het geval. Af-fi ches vormen een heel andere medium dan boeken. Een afAf-fi che heeft als doel een boodschap over te brengen. Een affi che bevat actuele informatie. Als er in een

(35)

affi che een foto wordt gebruikt is dit om de aandacht te trekken en om de tekst te versterken die bij het affi che hoort.

Fotografi e

Al vroeg in de 19e eeuw werden camera’s ontwikkeld ten behoeve van de foto-grafi e. Het probleem was echter de levensduur van de foto. Pas in 1826 lukt het Niepce om een succesvolle foto te ontwikkelen.

In de scriptie zijn verschillende soorten fotografi e aan bod gekomen. Architectuur-fotografi e omvat zowel het exterieur en het interieur van gebouwen. Daarnaast is dieper ingegaan op natuurfotografi e, mode- en portretfotografi e, sportfotografi e en reclamefotografi e. Iedere fotograaf legt zich toe op één of meer van deze gebie-den. In de interviews met verschillende fotografen worden de soorten fotografi e verder toegelicht.

Relatie grafi sch ontwerpen en fotografi e

Fotografi e versterkt het grafi sch ontwerpen en het grafi sch ontwerpen versterkt de fotografi e. In tijdschriften is dit concept al heel veel toegepast. Voor ieder onder-werp zou je een tijdschrift kunnen maken. Menno Kok, Anuschka Blommers en Niels Schumm zijn fotografen die vaker werken voor tijdschriften. Tijdschrift O®R en Blvd. gaan goed om met de beelden van een fotograaf. Hier wordt de foto gebruikt ter ondersteuning van het verhaal. De O®R is een meer alternatief muziek tijdschrift en de Blvd. komt in de richting van een glossy tijdschrift. Re-Magazine is een tijdschrift dat iedere keer een ander uiterlijk kan hebben. Het gaat iedere keer over één persoon. Zij geven telkens weer een andere invulling aan de relatie tus-sen grafi sch ontwerpen en fotografi e.

In deze fi guur worden de verschillende soorten grafi sche ontwerpen uitgezet tegen de verschillende soorten fotografi e. In deze fi guur is dus te zien op welke manieren de fotografi e wordt toegepast in grafi sche ontwerpen. Van bijna alle combinaties is wel een voorbeeld te verzinnen. De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat grafi sch ontwerpen en fotografi e goed met elkaar gecombineerd kunnen worden, en dat dit veelvuldig wordt toegepast.

(36)

Geraadpleegde informatiebronnen

Boeken

Biggelaar, J. van den, Make a picture not just take one (esthetisering in de fotojour-nalistiek), St. Joost, Breda, 2002.

Crouwel Wim, Mode en module, Frederike Huygen en Hugues c. Boekraad, Uitge-verij 010 Rotterdam, 1997

Dabner, D., Design en Lay-out: Grondbeginselen van de Grafi sche Vormgeving, Librero, Kerkdriel, 2003.

Fiell, Charlotte&Peter, Graphic Design for the 21st century, 100 of the World’s Best Graphic Designers, taschen, 2003

Jansen, E.P.W.A., & Th.H. Joostens, Enquêteren, Wolters Noordhoff, Groningen, 1998.

Keijzer, P., & H. Nieuwenkamp, Basisboek fotografi e voor iedereen: de mooiste foto’s maak jezelf, 2e druk, Diogenes, Baarn, 1988.

Sinderen, W. van, Fotografen in Nederland: een anthologie 1852-2002, Ludion/Foto-museum, Den Haag, 2003.

Sontag, S., Over Fotografi e, Diogenes, Baarn, 1994.

Venetië, R. van, & A. Zondervan, Geschiedenis van de Nederlandse architectuurfo-tografi e, Uitgeverij 010, Rotterdam, 1989.

(37)

Naslagwerk

Foto en Film Encyclopedie, Focus Elsevier, Amsterdam, 1981.

Van Dale nieuw woordenboek der Nederlandse taal 7de uitgave, ’s-Gravenhage, Martinus Nijhof (jaartal onbekend)

Wolters’ ster woordenboek Nederlands, 2e druk, Wolters Utrecht, 1996

Krantenartikel

Driel, A. van, Hysterischer dan de werkelijkheid, Volkskrant (kunstkrant), 5 februari 2004. Tijdschriften Blvd. januari/ februari 2001 Cosmopolitan januari 2005 Feeling oktober 2004, nr 10/230 National Geographic OO® 13 mei 2000, nr 10 Reload boardstyle+, 1999, nr 3 Re-Magazine, 2001, nr. 7. Re-Magazine, 2002, nr. 9. Schaatssport december 2004, nr 4

Voetbal international 15 december 2004, nr 51

Internet http://studwww.ugent.be/~lvackere/fotogr.html 05-12-04 www.architectuurfotografi e.nl/panorama/index_pan.html 07-12-04 www.jandevries-fotograaf.nl/ab_Nederlands.php?&subj=4 07-12-04 www2.hku.nl/oops/kmt/ShowObject_id_5191.html 18-12-04 www.globeview.nl/frame.php 21-12-04 www.nai.nl/nl/collectie/nieuws/2003/0302_posters.html 21-12-04 httpwww.naipublishers.nlarchitectuur.html 221-12-04 www.benetton.com 20-01-05 www.hema.nl 20-01-05 www.mennokok.com 20-01-05 www.diesel.com 20-01-05 www.re-magazine.com 20-01-05 http//studwww.ugent.be 13-02-05

(38)

Bijlage

B.1 Interview Anuschka Blommers en Niels Schumm

Anuschka Blommers 1969 Woont/ werkt in Amsterdam.

Afgestudeerd aan Gerrit Rietveld academie afdeling fotografi e 1996 Niels Schumm 01-03-1969.

Woont/ werkt in Amsterdam.

Afgestudeerd aan Gerrit Rietveld academie afdeling fotografi e 1995 1. Welke soorten fotografi e kunt u onderscheiden?

De soorten die wij kunnen omschrijven zijn autonoom en commercieel. Wij willen zelf op zowel autonoom als commercieel gebied actief zijn.

2. Op welke van die soorten bent u actief?

Anuschka is van het begin dat ze van de Rietveld academie afkwam al actief met het fotograferen van mensen. Zij is afgestudeerd op het onderwerp portretfotogra-fi e.

Niels is meer geïnteresseerd in stillevens (“klinkt heel saai een ouderwets, maar dat is niet zo”). Maar uiteindelijk is ook hij op portretfotografi e afgestudeerd Ons interessegebied is eigenlijk heel breed we willen van alles fotograferen, maar de opdrachten die we nu voornamelijk krijgen zijn portret opdrachten.

3. Hoe lang fotograferen jullie al samen?

Wij zijn al sinds 1997 samen als zit, ons verblijf. Het is geen studio maar we doen hier de afwerking van de foto’s. We fotografen actief. Dit is al begonnen op de Riet-veld, waar we elkaar hielpen met opdrachten. We hebben nu sinds twee maanden in het oude PTT gebouw in Amsterdam, waar ook het Stedelijk museum fotografe-ren voornamelijk op locatie, vaak in het buitenland.

(39)

3. Op welke gebieden heeft u wel eens samengewerkt met een grafi sch ontwer-per?

Er is niet echt een samenwerking met grafi sch ontwerpers, maar we krijgen zo’n 90 % van onze opdrachten van uit de commerciële wereld. Vooral tijdschriften zoals RE- Magazine (nl), Purple (fr), I-D Magazine, Self Service en nog wat kleinere bladen die niet zo commercieel zijn. We werken dan voornamelijk samen met de stylist van het blad. Die vertelt hoe de opdracht is en geeft hier zijn ideeën bij. We luisteren wel naar wat ze zeggen maar hebben ook onze eigen manier die we toe willen passen. Als de foto’s dan gemaakt worden, kan het zijn dat de stylist mee gaat met het onze ideeën. De stylisten hebben vaak eisen of wensen die niet haal-baar zijn. Ze willen bij wijze van spreke zowel de voorkant als de achterkant van het model in één foto weergegeven hebben

4 .Maak je ook wel eens foto’s waar je het niet mee eens bent?

Dat komt de laatste tijd wel wat meer voor dan vroeger, vooral in de modefotogra-fi e. Het beeld moet in het straatje van het blad passen, want als het blad minder gelezen wordt komen er ook minder adverteerders op af. De commerciële bladen leveren werk. Hiermee zijn we veel op reis naar het buitenland. Als we dan ook een opdracht hebben voor een blad met minder geld dan combineren we dit met elkaar. Het reizen is dan al betaald door het commerciële blad. Dan maken we daar ook nog foto’s (die vrijer in manier van werken zijn) voor ons zelf zodat die dan weer gebruikt kunnen worden in de bladen met minder geld.

Je hebt als fotograaf minder vrijheid in het fotograferen omdat de bladen steeds duurder worden en steeds commerciëler. Er komt meer reclame in en die mensen bepalen hoe het totaalbeeld van de bladen er uit moet komen te zien. Dit gaat ten koste van de creativiteit van de fotograaf en dus kan de motivatie minder wor-den om een goede foto te schieten. We hebben wel eens meegemaakt dat een opdrachtgever met een voorbeeldfoto of tekening aankomt. De fotograaf heeft dan geen inspraak meer. Zo willen wij liever niet werken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

standaardbeleid voor de openbare ruimte of gebiedsontwikkeling waarin groen belangrijk wordt gemaakt en zijn waarde kan laten zien op alle hiervoor genoemde

Internal auditors hebben weliswaar – in een goed systeem van governance checks en balances – wel meerdere acteurs die ‘achter’ ze zouden moeten staan, de CEO, CFO, de

Bij de meeste taken zullen alle vaardigheden aan de orde komen; deze spelen immers allemaal een rol bij actief gebruik en voor een juist antwoord moet een leerling zowel een

o Timing van de ideegeneratie en initiatie van de peer feedback: Zodra er minimaal 2 duo’s een aantal ideeën hebben bedacht kunnen deze duo’s starten met feedback geven. De

o Instructie van de leerlingen over samenwerken in duo’s en gebruik van aparte idee- bladen: de docent geeft vooraf aan dat de leerlingen in duo’s ideeën gaan bedenken, en dat

De richtlijn voor de wind snelheid is windkracht 4-5(11-18 kn)(ziehoofdstuk2.5:omgevingsfactorwind) voor de berekening zijn eerst de snelheden 4-8-12 knopen gebruikt, maar

Het doel van de analyse werd de ontwikkeling van een ontwerptool die niet alleen gebruikt kan worden voor het ontwerpen van een kinderafstandsbediening, maar ook voor

Volgens het Meesterschapsteam kan de integra- tie van taal en inhoud ook prima plaatsvinden binnen de taalles zelf, zonder inhouden te moeten ‘lenen’ van andere vakken; op deze