• No results found

Rentabiliteit van de tuinbouw in het Zuidhollands glasdistrict over 1971

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rentabiliteit van de tuinbouw in het Zuidhollands glasdistrict over 1971"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L. van Noort

RENTABILITEIT VAN DE TUINBOUW IN HET ZUIDHOLLANDS GLASDISTRICT OVER 1971

Wc.

I

Mededelingen en Overdrukken No. 78

Landbouw-Economisch Instituut

Conradkade 175 - Den Haag - Tel.: 61,41.61

Û, *? DEN ÜAA3 Xr>

(2)

SAMENVATTING VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN IN 1971 VAN TUIN-BOUWBEDRIJVEN IN HET ZUIDHOLLANDS GLASDISTRICT

De stookbedrijven met tomaten leden een verlies van gemiddeld f 6 800,—, terwijl de bedrijven met overwegend stookkomkommers d a a r entegen een nettooverschot hadden van gemiddeld f 4 500,—. De r e s u l -taten van de bedrijven met bloemen waren gunstig: gemiddeld bedroeg het netto-overschot f 35 400,—. De koude bedrijven leden een verlies van f 6 700,—. Van de deelnemende bedrijven in het Zuidhollands Glasdis-trict had 42% een positief resultaat. Voor de stookbedrijven met groente en bloemen waren deze percentages r e s p . 38 en 69.

Het ondernemersinkomen bedroeg gemiddeld f 29100,— per onderne-m e r . Op dè stookbedrijven onderne-met groente was dit inkoonderne-men f 26 700,— op de bloemisterijbed rij ven gemiddeld f 61 200,—. Van de ondernemers had 26% een ondernemersinkomen van f 40 000,— of meer, 40% een inkomen tussen de f 15 000,— en f 40 000,— en 34% een inkomen lager dan

f 15000,—. Circa 36% van de ondernemers had in 1971 een ondernemers-inkomen dat lager was dan het bruto-arbeidsloon (incl. het werkgevers-aandeel in de sociale lasten) van een werknemer in de tuinbouw.

De kosten stegen in 1971 met 18%. Dit is zowel een gevolg van p r i j s -stijging van produktiemiddelen als van verschuivingen in het produktie-patroon (toeneming van de bloementeelt). De opbrengsten stegen met 14%. De rentabiliteit daalde van 5% in 1970 naar 1% in 1971.

De investering in duurzame produktiemiddelen werd op gemiddeld f 26 400,— vastgesteld. Voor de stook- en koude bedrijven op r e s p . f 33 700,— en f 4 900,—. De grootste investeringsactiviteiten werden door de bloemisterij bed rij ven verricht namelijk (gemiddeld) f 53 000,—. De groente bedrijven (stook) hadden een bruto-investering van f 23 700,—. Van de totale investering had 72% betrekking op glasopstanden en v e r -warmingsinstallaties.

(3)

os i H a Ü • i - l S-l -4-» co •>H • D CO CD I—H a CO

1

cd 'S •ä •a * t ^ s N CU 3 O ja e

a £

C <U CS h ü eu a a SS *-i CU CO ' O

S S

> S cd CO e ? M M T3 C 0) bO

I

Ctt > O a cd > cd cd a ai S CU o CO t l CU o s o a CU • * - » cd E o cd cd i s S s > ? co bfl eu < eu > ••H* >H T 3 eu . O en m o o ^ t ^ to o o i H • * r^ O c o r- "ï « 5 -^r 15 O O < c— LO r - l EJ5 O co o o -tf CM • * CM O O O t ~ o CM O o • * l O co o i-H O o CM i H co co CD 0 0 0 0 o 05 C^ 0 0 o 0 0 CU u 3-co S bO T3 a cd cd co CU cd u CU a a. O o o r~ r~ o CM O o 0 0 • * CD r H O O oo 0 3 c^ i H O O m co en r H O o o co co i-H e CU co bc a CU u Xl 0. O o o CM co o CM O O co r H l > r-i O o <o co 0 0 r H O o CM O C i r H o o o CM eo r H e CU -4-» co O

w

o o m •* o o oo eo ~s -o o oo eo ^ o o eo co o o o r H -*-> O J3 ü co CU > o 1 O eu Z CM • * ~>^ CM ~-^ CM r H a CU - t j co o CU "O a cd > S CU ' U o o CM ^ CO o o oo CM CM O O r~ co CM O O oo CM eo o o r H O i CM e CU S o e •I-I co u <0

e

eu a u eu T 3 a O eo m

S

co eS 0 0 co eS ^ • * CM • * a eu > •*H t l •v eu Ä eu T J a eu s> eu

co a • i H eu bfi cd 4-1 a eu CJ u eu PH

(4)

D o e l e n w e r k w i j z e

Het rentabiliteitsonderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de a l gemene opdracht van het Ministerie van Landbouw en Visserij en het b e -drijfsleven jaarlijks de bedrijfseconomische resultaten van de tuinbouw te onderzoeken.

Het doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in het niveau en de ontwikkeling van de rentabiliteit alsmede de inkomensvorming voor de belangrijkste bedrijfstypen.

Het onderzoek is op een aselecte steekproef gebaseerd en omvat a l -leen bedrijven die voor m e e r dan aan één man emplooi verlenen en die niet met andere takken van bedrijf of beroep zijn gemengd.

De bedrijven met een arbeidsbehoefte van 2,30 manjaren en m e e r zijn twee maal zo sterk (3,6%) in de steekproef vertegenwoordigd ten op-zichte van de bedrijven met een arbeid sbehoefte van minder dan 2,30 manjaar (1,8%). Bij de berekening van de gemiddelde cijfers is uiteraard met de twee verschillende steekproefpercentages rekening gehouden. Voorts is de steekproef aangevuld met een aantal gespecialiseerde b e -drijven, namelijk 18 bloemenbedrijven en 10 komkommerbedrijven. Deze bedrijven zijn alleen opgenomen in de desbetreffende groepen van g e -specialiseerde bedrijven.

De cijfers berusten op,een begroting, in het bijzonder waar het de (betaalde) kosten betreft. Deze begroting is gemaakt met behulp van een enquête op de deelnemende bedrijven, waarbij o.m. gebruik is gemaakt van de bescheiden die de basis vormen voor de fiscale boekhouding over 1971 of van de jaarrekening over 1970.

Voor de wijze waarop de bedrijfsuitkomsten werden berekend wordt verwezen naar Verslag 4.41. "Rentabiliteit van de tuinbouw in het Zuid-hollands Glasdistrict over 1970". 1) De gebruikte kengetallen zijn in dit verslag op pag. 20 toegelicht.

Ten opzichte van vorige jaren is de vorm waarin de uitkomsten van het onderzoek worden gepubliceerd gewijzigd. Door deze vorm van publikatie kan een snellere verslaggeving van het onderzoek worden b e -reikt. Een uitgebreider verslag van het verzamelde cijfermateriaal zal aan het eind van het j a a r in een verzamelrapport worden gegeven. Hier-in zullen ook cijfers van andere gebieden en takken van tuHier-inbouw worden opgenomen.

1) Hierbij dient te worden opgemerkt dat met ingang van 1971 onder de opbrengsten is opgenomen de bruto-veilingomzet (eventueel incl. om-zetbelasting). De veilingkosten zijn nu onder de kosten opgenomen. In vorige jaren werd de bruto-omzet minus de veilingkosten onder de op-brengsten verantwoord.

Vervolgens zijn ook de afschrijvingen op de vaste plantopstand on-d e r on-de kosten, on-de aanwas onon-der on-de opbrengsten opgenomen. In vorige jaren werd het saldo van aanwas en afschrijving onder de opbrengsten opgenomen. In de tabel 6 (vergelijking met vorige jaren) zijn echter de opbrengsten- en kostensoorten over 1971 aangepast aan die van vorige jaren.

(5)

D e b e d r i j f s r e s u l t a t e n

In de tabellen 1 en 2 (pag. 14 en 15 ) zijn de bedrijfsresultaten a l s m e -de het grondgebruik en -de arbeidsbezetting voor -de meest relevante groepen van bedrijven opgenomen. Hieruit blijkt dat voor de stookbedrij-ven gemiddeld een netto-overschot werd berekend van f 3 300,—, voor de koude bedrijven een verlies van f 6 700,—. Het netto-overschot in % van de kosten was, voor de stookbedrijven 2 en voor de koude bedrijven n e -gatief 9.

De bedrijven met verwarmd staand glas zijn verdeeld in groente- en bloemenbedrijven. Hieruit blijkt dat voor de groentebedrijven gemiddeld een verlies van f 3 800,—, voor de bloemenbedrijven een positief r e s u l -taat van f 35 400,— werd becijferd.

stookbedrijven (gemiddeld per bedrijf) waarvan groente waarvan bloemen

Aantal bedrijven 76 46 Verwarmd staand glas

(in are) 86 75 Waarvan groente (in are) 85 9 Waarvan bloemen (in are) - 66

Arbeidsbezetting (manjaren) 3 J 9 4i £ ° _ - -• • 242 400 207 000 Opbrengsten Kosten Netto-overschot Idem in % van de kosten Arbeidsinkomen van de ondernemer x) Ondernemersinkomen van de ondernemer x) 179800 183 600 /. 3 800 /. 2 15700 26 600 35400 17 50100 61200 x) per ondernemer

De voornoemde groentebedrijven zijn nog nader onderscheiden in b e -drijven met overwegend tomaten en komkommers. Voor de be-drijven met tomaten werd een verlies van gemiddeld f 6 800,— berekend tegen-over een positief resultaat van f 4 500,— voor de bedrijven met komkom-m e r s .

(6)

Stookbedrijven met overwegend groente (gemiddeld per bedrijf)

waarvan waarvan tomaten komkommers Aantal bedrijven 59 26_ Verwarmd staand glas in (are) 83 86 Waarvan tomaten (in are) 79 13 Waarvan komkommers (in are) 2 72 Arbeidsbezetting (manjaren) 3^10 3,32 Opbrengsten 164800 207 700

Kosten 171600 203 200 Netto-overschot /. 6 800 4 500

Idem in % van de kosten /. 4 2 Arbeidsinkomen van de ondernemer 12 700 23 300

Ondernemersinkomen van de ondernemer 22 800 34 200

De 46 bedrijven met bloemisterijprodukten kunnen als volgt worden onderverdeeld :

overwegend rozen 7 bedrijven overwegend anjers 7 bedrijven overwegend freesia's 8 bedrijven overwegend chrysanten 12 bedrijven overwegend potplanten 3 bedrijven gemengd 9 bedrijven

Totaal 46 bedrijven

De aantallen van deze afzonderlijke groepen van bedrijven zijn te klein om hiervan verantwoord gemiddelde kengetallen te plubliceren. De in druk bestaat dat de bedrijven met overwegend anjers en freesia's in 1971 rendabelen zijn geweest t.o.v. de bedrijven met rozen en chrysan-ten.

De bedrijfsresultaten zijn ook berekend per 100 m2 glasoppervlakte. Hierbij dient te worden vermeld dat de kosten en opbrengsten van plat-g l a s - en openplat-grondsteelten zijn toeplat-gerekend aan het staand plat-glas. Voor de stookbedrijven met groente werd een negatief netto-overschot van f 40,— per 100 m2 berekend, dit in tegenstelling tot de bloemisterij be-drijven waarvoor een netto-overschot van f 460,— werd vastgesteld.

De koude bedrijven hadden een verlies van f 120,— per 100 m2 staand glas.

(7)

'S cd o o r H U eu p. Ü 3 0) u CO Vi TD Ö À . CU • a m tu ö co cd o > M -w

si

co o 1

£•2

O X! co TS •••H CU X! (4 < >

a

o > _ ^ ? a ™ O to ,_, 0) - * J ß cd < o co Ö eu CO

gP

• 1 - 1 -*-> <D N -D C bo o

s

ÏH CU > co M c CU > :;? fn T3 CU _Q CU u cd e • i H CM O • * O oo r H CM O CM CM CM OS CO O O O O m co [ ^ 0 0 • < * o r H CM O • * X O • * o CM O o o CM m co o o o o i n co o en co tr-^ O 00 ^ o i n as r - i o r~ oo i n co o o o o •* CO 0 0 oo <7S i n CM o m o co co CM O r H CM O l CO O O O o oo co co oo «o CM r H O CO • * O en co CM O m r H CO CM i n o o o o 0 0 CO r-co • * en o CM r H O CM CO r H O O CM •* CO o o o o co CM CD m co CM r H O 7-1 O CO O CM O • * O CM oo co o o o o co co o 0 0 t ^ co T-l co cd "3 d cd cd co •o g U % u CU > c CU > u XI CU CU •ë CU o u bc >"

£

d CU cd

s

o -4-» > £ co u

s

o

s

o > £ d CU > *r—t • r - l T 3 Q) . Q e at

s

CU o >'

£

ca rt M • a c cd cd -4-» CO g U cd Vi CD > d O c cu > ' l - i •rH SH T J CU . ß CU < <+H CU •rH -4-» cd faß CU c CO • i H " S

(8)

-Vervolgens zijn de bedrijven onderscheiden naar bedrijfsgrootte ten aanzien van het netto-overschot p e r f 100,— kosten (ongewogen). Als maatstaf voor de bedrijfsgrootte zijn de jaarkosten gebruikt. E r zijn vier groepen van bedrijven onderscheiden waarbij elke groep een gelijk aantal bedrijven omvat. Dit betekent dat rekening is gehouden met de verschillende steekproefpercentages, door de kleinere bedrijven (< 2.30 manjaar) tweemaal zo sterk e r in te betrekken. Voor groep 1 (bedrijven met jaarkosten > f 190 000,—) werd een netto-overschot van f 3,— per f 100,— kosten berekend; voor groep 2 f 2,— en voor de groepen 3 en 4 een verlies van r e s p . f 3 , — en f 13,— per f 100,— kosten. Van de

"grootste" bedrijven (groep 1) was 47% rendabel; van de kleinste (groep 4) was 28% winstgevend. De bedrijven met jaarkosten van m e e r dan f 148 000,— ( in aantal 50% van alle bedrijven) vertegenwoordigen 71% van de totale produktiewaarde van de 137 deelnemende bedrijven.

Voorts is voor elke onderscheiden groep van bedrijven (per bedrijfs-grootteklasse) aangegeven welke bedrijfstypen e r in zijn vertegenwoor-digd. Het blijkt dat de stookgroente bedrijven (behoudens in groep 4 de kleinste bedrijven) vrij gelijkmatig over de klassen zijn gespreid, de bloemenbedrijven komen overwegend voor bij de grotere bedrijven, t e r -wijl de koude bedrijven het sterkst in groep 4 zijn vertegenwoordigd.

De rentabiliteit per bedrijfsgrootteklasse Aantal bedrijven in %

Bedrijfsgrootte waarvan verw. waar Renta P e r c e n P r o -op basis van staand glas van bili- tage duktie jaarkosten totaal groente bloe- ove- teit x) winstge-

waar-men rige vende de in

bedr. bedr. 70 Groep 1 % % % % > f 190 000 25 18 7 - 3 47 46 Groep 2 f 148 000-<f 190000 25 16 7 2 2 43 25 Groep 3 f 100 000-< f 148 000 25 16 3 6 /.3 51 19 Groep 4 < f 100 000 25 5 1 19 /.13 28 10 Alle bedrijven 100 55 18 27 /. 3 42 100 x) Netto-overschot per f 100,— kosten (ongewogen gemiddelde)

D e s p r e i d i n g v a n d e r e n t a b i l i t e i t

In tabel 3 (pag. 16 ) is de spreiding van het netto-overschot per f 100,-kosten opgenomen. Het percentage winstgevende bedrijven bedroeg voor het Zuidhollands Glasdistrict 42%. Voor de stookbedrijven met groente

(9)

en met bloemen bedroegen deze percentages r e s p . 38 en 69%. Van de b e -drijven met onverwarmd staand glas had 30% een positief resultaat. De 42% winstgevende bedrijven vertegenwoordigden 53% van de totale op-brengsten d e r onderzochte bedrijven.

Ter voorkoming van misverstand dient hierbij te worden opgemerkt dat onder winstgevende bedrijven zijn verstaan bedrijven, waarvan de opbrengsten hoger zijn dan de kosten (het verschil is het netto-over-schot). In de kosten zijn vergoedingen begrepen voor de handenarbeid van de ondernemer en de gezinsleden, alsmede een rentevergoeding van 7,5% over het geïnvesteerde vermogen per 1 januari 1971.

H e t o n d e r n e m e r s i n k o m e n

Het ondernemersinkomen bestaande uit het nettooverschot, de r e n -te van het door de ondernemer geïnves-teerde vermogen en de vergoeding voor zijn handenarbeid - bedroeg gemiddeld f 29100,— per ondernemer, (zie tabel 4 pag. 17 ). Voor de stookbedrijven met groente werd het onder-nemersinkomen op f 26 700,— per ondernemer vastgesteld. De onderne-m e r s van de bloeonderne-misterijbedrijven hadden geonderne-middeld een inkoonderne-men van

f 61 200,—. Voor de groep bedrijven met onverwarmd staand glas werd het ondernemersinkomen op f 15 700,— becijferd.

D e s p r e i d i n g v a n h e t o n d e r n e m e r s i n k o m e n

Van het ondernemersinkomen (zie tabel 4) is in tabel 5 de verdeling weergegeven door vermelding van het aantal ondernemers (in procenten) per inkomensklasse. Van de ondernemers in het Zuidhollands Glasdis-trict had 26% een inkomen van f 40 000,— of meer, 18% een inkomen tussen de f 25 000,-- f 40 000,— en 33% een inkomen tussen de f 10 000,— en f 25 000,—. Een ondernemersinkomen lager dan f 10 000,— werd voor 23% van de ondernemers vastgesteld, hier van had 9% een negatief in-komen. Dit laatste betekent dat het negatieve netto-overschot hoger is dan de som van de (als kosten gecalculeerde) ondernemersarbeid en de rente van het eigen vermogen.

Circa 36% van de ondernemers heeft een ondernemersinkomen gehad dat lager was dan het bruto-arbeidsloon (incl. het werkgeversaandeel in de sociale lasten) van een werknemer die in de tuinbouw werkzaam i s .

B e d r i j f s r e s u l t a t e n o v e r 1 9 7 1 in v e r g e l i j k i n g m e t v o r i g e j a r e n

In tabel 6 (pag. 19 ) zijn de resultaten van het gemiddeld bedrijf in het Zuidhollands Glasdistrict vergeleken met die van vorige jaren. Als g e -volg van mutaties in het aantal deelnemende bedrijven (zie tabel 0) hebben de gemiddelde cijfers in de jaren 1968 t/m 1971 niet betrekking op hetzelfde pakket bedrijven. Het blijkt dat de oppervlakten van

(10)

Bedrijfsresultaten (per 100 m2 staand glas) over 1971 in vergelijking met vorige j a r e n 1968 1969 1970 1971 Aantal b e d r i j v e n O p p e r v l a k t e s t a a n d g l a s in a r e A r b e i d sbe z e t t i n g G e ï n v e s t e e r d v e r m o g e n O p b r e n g s t e n G r o e n t e e n F r u i t B l o e m e n e n B l o e m b o l l e n O v e r i g e o p b r e n g s t e n T o t a l e o p b r e n g s t e n K o s t e n A f s c h r i j v i n g en r e n t e A r b e i d s k o s t e n Brandstoffen O v e r i g e k o s t e n T o t a l e k o s t e n N e t t o - o v e r s c h o t Idem in % v a n d e k o s t e n 147 71 p e r a r e 0,038 2 630 1 1 7 0 220 10 1 4 0 0 370 430 220 360 1 3 8 0 20 2 144 74 p e r a r e 0,037 2 800 1 3 2 0 250 20 1 5 9 0 410 450 210 400 1470 120 8 143 80 p e r a r e 0,037 2 850 1 2 7 0 360 50 1 6 8 0 430 500 250 430 1610 70 5 137 80 p e r a r e 0,038 3 3 1 0 1 3 5 0 520 40 1 9 1 0 510 560 330 500 1900 10 1 11

(11)

ten en komkommers onder verwarmd staand glas zich hebben uitgebreid t.o.v. 1968 met resp. 5 en 2 are (gemiddeld per bedrijf). De oppervlakte (hoofdteelten) van bloemisterijprodukten heeft zich verdubbeld, namelijk van 6 a r e in 1968 tot 12 are in 1971. De kosten en de opbrengsten stegen met r e s p . f 54 000,— en f 53 500,-- gemiddeld per bedrijf (1971 t.o.v. 1968). Als gevolg daarvan daalde het netto-overschot van f 1 500,— in 1968 naar f 1 0 0 0 , - - in 1971.

Bij een vergelijking van de uitkomsten over 1971 t.o.v. 1970 is de t o -tale glasoppervlakte gelijk gebleven. Het verwarmd staand glas nam met 200 m2 toe, met dezelfde oppervlakte nam het onverwarmd staand glas af. De oppervlakte bloemen (verw. staand glas) steeg van 900 m2 naar 1200 m* (gemiddeld per bedrijf). Dit leidt tot hogere vermogens - en arbeidsbehoeften per bedrijf. De kosten stijging (18%) is zowel een g e -volg van prijsinvloeden als ook van verschuivingen in het produktiepa-troon.

De 18% kostenstijging kan als volgt worden gespecificeerd:

stijging van de arbeidskosten 3,5 % (waarvan door wijziging van het loonniveau 2,5%)

stijging van de rente en afschrijvingskosten 5,5 % (waarvan door wijziging van het rentetarief van 7%

in 1970 naar 7,5% in 1971 1%)

stijging van de brandstofkosten 4,5 % stijging van de overige kosten 4,5 %

18% De opbrengsten stegen met 14%. Doordat de kostenstijging groter was dan de opbrengsten, daalde de gemiddelde rentabiliteit van 5% in 1970 naar 1% in 1971.

I n v e s t e r i n g e n i n d u u r z a m e p r o d u k t i e m i d d e l e n Voor de deelnemende bedrijven in het Zuidhollands-Glasdistrict zijn zowel over 1970 als 1971 de investeringen in duurzame produktiemidde-len vastgesteld. Als uitbreidings - en/of diepte - investering is globaal beschouwd de bruto-investering minus de gecalculeerde afschrijving op duurzame produktiemiddelen en plantopstanden.

De brutoinvestering werd gemiddeld op f 26 400,— vastgesteld h i e r van werd 72% in glasopstanden en verwarmingsinstallaties geïnvesteerd -dit i s vrijwel gelijk aan die van 1970. De netto-investeringen werden in 1971 op f 2 700,— berekend t.o.v. f 6 200,— in 1970.

Het aantal bedrijven met grote investeringsactiviteiten was beperkt. 35% van de bedrijven investeerden voor m e e r dan f 20 000,— per j a a r . Deze 35% bedrijven met meer dan f 20 000,— bruto-investeringen maken voor 88% deel uit van de totale investeringen van alle 137 onderzochte bedrijven. Circa 18% van de bedrijven heeft niet geïnvesteerd.

(12)

De brutpv-investeringen waren voor de stookbedrijven (gemiddeld) £ 33 700,-- voor de koude bedrijven f 4 900,—. De grootste investerings-activiteiten werden door de bloemisterijbedrij ven verricht namelijk (ge-middeld) f 53 000,— de groentebed rij ven (stook) hadden een bruto-inves-tering van f 23 700,—.

Investeringen in duurzame produktiemiddelen (gemiddeld per bedrijf)/^/ A~.<<?/ 1970 1971 Aantal bedrijven 143 137 Bruto-investeringen 26 500 26 400 Afschrijvingen 20 300 23 700 Netto-investering 6 200 2 700 Geïnvesteerd vermogen 228 000 265 000

Netto-investering in % van het

gemvesteerd vermogen 2,7 1,0

(13)

I'S ? ni m is * * v -M —i > to M S •a a a • o k> ri o t . O a •a T 3 fe «s co o a; i i I i I H <N Q O I h . - { | r i I I (O O 0) t - H H I CO • * CM'h CO

r

I CO © l < P CO I M

I

Q) C l CM CM m CM t - m cc * * I I I 1 CV] I I i n l m I H I Û O I 00 Ci t> "tfll

CMICM t > O ' i-t CM iH CMJI I""* |r-4| i H 0 " 0 * 0 | i CO CM m i t * CO CM ColrH C - . - * . H fli . , I t » CMICM O l r H I H i CD TJ«

I l - ^ - j ^

Tt« o | o ) O ^ CM I t -• H l e U C - o l f l ) CO H I CO 0 0 1 Ê H CO r H I H l e d I I I t 1 I CM I r H CM I H CM I H H I i H CM I r H * H | r H CD CM *tf rH <35 ** t CM CO ^ C -0 -0 I ß CO CD m co o co rH ©" iH* O | I oo m . o i l

I I

I I

I I

rH as loo I - ^ o CD o HH I H I P H ' co CM o i n tH O rH O I I i - l C M ' O S i 0 0 CM r H C H * C M l r H j CO CM r H -« 'H | - H | H O H C I I c - l t - o i l c o ' en 00 CM asloo C M I C O r H . r H j CO CO t H H ^ j c O J 'H ^ U 1 w o * rH* © 1 CO" O i H CM CM CM CM O CM m I ' ' as as co c-|ao as 1 m 1 - CMICO O I I H I IrH I H I -I

1 pi

I I

l 1

CO CD O Tj* co_ <rc en -tf !r-K r-T O* O*" O I.. < «is c ril^" »0,1» 'S 2I | J •a S|Ü X! k . , Q - - z ta c a ; < c c l < ri C S ' H < < | c o D g PS < >

S

Kl < C CD ri s 0 g g 0 M g O M (U b û 'S Ü S kl C D S Z g <

15

X ! Kl g S 0 «•* g e

1.8

•s o m g 3 a m Z <C O CJ PS S o u g H Z 3 O J 0 , £ 2 f t o ; a) -S : ri -12 I D J O Im'Z - h g|SIP "• a sl<u W » g- g . B N » «J <D |T) iffl c -ËP^ ri £ 3 -0 S SJri W tu k> ri ri U -F - i S S I - S I C Q o « a tn rii?«» H J >W«^pp

I I3

llllr

-3 o XI c CD

I S S

m » ^ • o « a c e CD 0) « • a bc > . > > > > O 0) ri u > u ho O XI X! X! X! kl kl kl < < < 2 a) fci o < H 14

(14)

s

o 3

il

S o g CO cd c •S S a. — T 3 <J8 co m V .a al H -tf o o o i-l o » o r-l o O , gl c ä cö o < Ü] o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o C O t - l O C M i H C O O r H C - C - O O O O S C O t H i - t o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o t D i n i n w H O O H û O ^ n œ H/ CO r - l l ß t - ^ O C O ^ i H C O O O O , CM N N -'t N <N O I O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O CO ^ N t - O H t O H N t - l O H O CO ^ ^ ^ H M P J O l O T j i n « CM CM - ^ r - l i - t ( N I M r H i H O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O as co co co m IH c o w N H c o t - c - t o CM CM CO rH CM CM O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O H N W O t - H C O C O O O ) I ß A O 0 0 CD C O ^ t O W n i O N N N O O CM CM CO i H C M C M i H i H O O O O O O O O O O O O O O o o o o o o o o o o o o o o r - r - t e o i n o i H e o a s w i r t ^ c - c o t o i ß C M C M i n ^ i r 5 O T t * C M C M ^ 0 5 O CM CM CO CM CM CM i-t O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O o t > ^ H M ' t i n t û H ^ i o m n N CM r H O S ^ t D ^ C - ^ * C O i H T j » Q 0 O S CM r H CM r H r H CM o o o o i-t o O » i H 0 0 g <D

3'

• § • o o-S ° g g -SI o ^ -4-> 3 CO 3 CS • O > •(-> bc b C § .S.S « > s. a h h CU * "S * ' *4 a 2 cd ü -Q g Ë CO •o c o o o o o t H CM co as f H o I N o o o o m CM a c » -- £ to N to O f) n ü O o o o 00 t-CO IN i-H O O •* IN ^f CM

H

ol

si

CM T H | i H OS c o CO I ß O O O O co co O O < o o < CM ai ' CM «tf o o o o CO i H TJ* co co m *J

"1

o o co co o o co CM o o co os I-I

H-H

o o co to tH rH O o os iH ^ o O as <M O O as rH O o o co CD rH O l H M O » a -o » o J2 K S 3 ü 1 3

fg

IE

a fi »•S. • S u » CO 5 l " u 'co > o ' f t > O H | 0 c g g .5? o S & h O — ^ <"" 'H o'ïï o l t d coitr c j i O c g c ho S e o S M ^ > 9 » "a o c S M O , » ^ v co c e t CO CQ O O

n

0) m ? H g o g J ü S < O H fc|fc a a o a»'W 5? 9 <£]£ o o o o o o it m t -o -o -o o o o TP r H C M CM O t H C M m CD O O O O O O 0 0 CO CM CO CO H^ r H CM CO O O O O O O CO t > o o CM CM CM i H i H CM O O O O O O O C t -•^ m CD i H r H CM O O O O O O CO 00 00 IC iH CM iH CM CO O O O O O O O CO r H m os os i H r H CM S co e o S « ' h c C C -5 CO CO . S g g £ c c g 'S '5 £ •a -a g h h c < < O s E •S «3 T3 -S •a -y 15

(15)

> es w c cö cd O » M g e __ o CO Iß Cl U C3

II

I-H <-n co i-H t - l CQ e»^ CO iß I CM j •^ O (M tó 2: 16

(16)

a

T3 .O Ca H S U S ,

s i

-s. ra OQ g eö cd r w P-I O m ho

S .id S 2

II

e

h

? « œ S « «* > co bo < J3 S <p e s* 0) cd cd < < o o CM C S C O CO o o o o O U CO (U :> o o • h J J> 2; h a S (U ê ki CJJ TJ e o '3 k l CD C ß cd S tu S g 0 T3 e o CD • a d cd > c s o M C CO •p 'S .Q t j < "cd cd 9> J3 C cd •a •u c eu .M CD E CD -4-» C CD « •S 'C I cd 17

(17)

s u nt * CD > C u ni a M en c« bu > z u a

i l

5 1 — <D < .a •o XJ o c _? o < < t-t *# O r-i I o j M O î C ^ c M C s o c c n

* s

i-H CM r - l r H

i-H i-H i - l i-H CM I

CM i - t r H i-i y l i 1-1 t 1-1 i (M 1 1 •# V 1 CT 1 1 ? c A S îî r-< ,-H (M 18

(18)

Tabel 6. Bedrijfsresultaten over 1971 in vergelijking met die over voorafgaande j a r e n (gemiddeld p e r bedrijf)

Zuidhollands Glasdistrict 1968 1969 1970 1971 137 Aantal bedrijven 147 144 143

Staand glas verwarmd waarvan: tomaten

komkommers bloemen Staand glas onverwarmd

waarvan: tomaten Arbeidsbezetting (manjaren) Gethvest.verm. aan bet begin v.h.j Opbrengsten Groente en fruit Bloemen' en bloembollen Overige opbrengsten Totaal Kosten Afschrijvingen Rente

Arbeid betaald personeel Arbeid ondern. en gezinsleden Brandstoffen Overige materialen Overige kosten Totaal Netto-overschot Netto-overschot : p e r f 100,- kosten (gewogen) per f 100,- kosten (ongewogen) p e r f 100,- gemvest.vermogen p e r manjaar Arbeidsinkomen p e r manjaar a r e a r e a r e a r e a r e a r e a a r

Arbeidsinkomen van de ondernemer 1) Ondernemersinkomen 1)

Gezinsinkomen uit bedrijf 1)

50 (33) ( 9) ( 6) 21 (13) 2,69 187 000 82 900 15700 900 99 500 15400 10 600 12 300 18 000 15 800 13 800 12100 98 000 1500 2 0 1 600 11800 14 800 19000 21700 54 (35) (11) ( 7) 20 (12) 2,71 207 000 97 600 18 800 1200 117 600 17 300 12 800 13 300 19700 15 900 15 000 14 700 108 700 8 900 8 4 4 3 300 15 500 22 500 28100 31200 61 (39) (11) ( 9) 19 (11) 2,92 228 000 101 900 28 400 4300 134 600 18 900 15200 15 900 23 900 20 400 18 200 16 200 128 700 5 900 5 1 3 2 000 15 600 22 500 29 500 33 200 63 (38) (11) (12) 17 (10) 3,03 265 000 108 000 41900 3100 153 000 22 000 19100 18 400 26 000 26 400 22100 18 000 152 000 1000 1 /• 3 0 300 15 000 19 600 29100 33100 1) per ondernemer '/. = negatief 19

(19)

K e n g e t a l l e n

Vele cijfers (kosten, opbrengsten, vermogen, grondgebruik en arbeidsbezetting) zijn voor de onderscheiden groepen in een gemiddelde p e r bedrijf tot uitdrukking gebracht. Dit gemiddelde is berekend door de totalen van de absolute cijfers te delen door het a a n -tal bedrijven.

Het gezinsinkomen en de bestanddelen daarvan zijn gemiddeld p e r ondernemer, het arbeidsinkomen tevens in een gemiddelde per manjaar weergegeven.

1. Het netto-overschot

Het netto-overschot is het verschil tussen de opbrengsten en de kosten. In de kosten is geen bedrag opgenomen als vergoeding voor de functie van leiding en toezicht van de ondernemer. Daar deze kostenelementen derhalve nog in het netto-overschot aanwezig zijn, mag dit laatste niet zonder m e e r worden aangezien voor de bedrijfseconomische winst.

2. Netto-overschot gemiddeld p e r bedrijf

De kosten, de opbrengsten en het netto-overschot zijn voor elke onderscheiden groep van bedrijven in een gemiddeld bedrag p e r bedrijf weergegeven.

3. Netto-overschot p e r f 100.- kosten

Dit kengetal is zowel in een gewogen als in een ongewogen gemiddelde tot uitdrukking gebracht. Bij de berekening van het gewogen kengetal is het totale netto-overschot van alle bedrijven van een groep gedeeld door 1% van het totaal van de kosten van die b e d r i j -ven. Voor de berekening van het ongewogen gemiddelde is deze deling voor elk bedrijf afzonderlijk verricht, waarna het gemiddelde van de kengetallen werd vastgesteld. 4. Netto-overschot p e r f 100.- geiYivesteerd vermogen p e r 1-1-1971 1)

Het geïnvesteerde vermogen is voorgesteld door het bedrag, dat verkregen wordt door optelling van:

1. de verkoopwaarde van de grond:

2. de economische boekwaarde van de dode en de levende inventaris: 3. de normale behoefte aan vlottende middelen.

Inkomen van de ondernemer uit het bedrijf

arbeidsinkomen netto-overschot v e r m e e r d e r d met de als kosten gecalculeerde van de ondernemer vergoeding voor de handenarbeid van de ondernemer

ondernemersinkomen arbeidsinkomen v e r m e e r d e r d met de rente die m e e r als kosten van de ondernemer is gecalculeerd dan betaald

gezinsinkomen van ondernemersinkomen verhoogd met de - als kosten gecalculeer-de ongecalculeer-dernemer gecalculeer-de vergoeding voor gecalculeer-de hangecalculeer-denarbeid van gecalculeer-de gezinslegecalculeer-den.

1) Deze investering' omvat ook de bedrijfsonderdelen die door de ondernemer zijn gepacht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 6 januari vergaderde het bestuur van de Vereniging van Staten- en Raadsleden van de VVD te Amersfoort. Hasper, directeur van het Bureau voor Gemeentepolitiek,

Voor een deel worden deze files veroorzaakt door werkzaamheden of ongelukken, maar voor het grootste deel zijn ze het gevolg van congestie: een situatie waarin de vraag

Omschrijving De Verkoopmanager werft en selecteert nieuw verkoopadviseurs en/of ontslaat verkoopadviseurs en baseert zich voor deze werving, selectie en ontslag (hierbij is hij

Aangegeven zijn van links naar rechts: de uitkomsten voor heischraal grasland (H6230) in NP de Hoge Veluwe, Loonsche heide en voor droge heide (H4030) in NP de Hoge Veluwe.

The present study therefore aimed to investigate whether the differentiation of colorectal epithelial neo- plasia into CMS classes can already be recognised at the adenoma stage,

De allround natuursteenbewerker houdt zich aan voorgeschreven (werk)procedures van het bedrijf en indien van toepassing van de begraafplaats, gebruikt materialen, gereedschappen

Door de rust van het eigen domein, het gebrek aan prikkels, omdat de cliënt niet te maken heeft met andere cliënten, en de vertrouwdheidvan een ‘lijntje’ naar

o In een recente, gerandomiseerde, klinische studie, werd aangetoond dat, in geval van acute, niet gecompli- ceerde diverticulitis, antibiotherapie de genezing niet bespoedigt