• No results found

Overeenkomstig artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht bent u in bovengenoemde brief in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na dagtekening van de brief uw zienswijze kenbaar te maken ten aanzien van het opleggen van een last onder dwangsom.

4.1 Ingekomen zienswijzen

Op 13 januari 2020 heeft de heer Kuijper van uw bedrijf schriftelijk een zienswijze ingediend. In de zienswijze wordt samengevat het volgende aangegeven.

Overtreding 1

De eerste vermeende overtreding is gebaseerd op de constatering dat bedrijfsafvalwater wordt afgevoerd via het HWA. Dit is echter niet het geval. Dit kan enkel gebeuren in het geval van een

Blad 8 van 13 incident (product morsing) op onze site. Enkel het niet vervuilde hemelwater wordt afgevoerd via de HWA zoals beschreven in de vergunningaanvraag en de vergunning. Afvalwater of vuilwater wordt afgevoerd via het vuilwaterriool of per as.

Overtreding 2

In de tweede geconstateerde overtreding wordt beschreven dat niet al het afvalwater wordt afgevoerd per as volgens de vergunningaanvraag. In de bijlage zijn uittreksels van zowel de vergunning als de vergunningaanvraag toegevoegd. In artikel 8.1.1 van de vergunning, bijlage 1, wordt gesproken over een vuilwaterriool en de eisen waaraan voldaan dient te worden. In bijlage 2 van de vergunningsaanvraag, bijlage 2 bij deze brief, wordt beschreven dat vervuild hemelwater na het doorlopen van een gecombineerde slib- en vetafscheider afgevoerd wordt naar het gemeentelijk vuilwaterriool. Het is dus inderdaad zo dat niet al het afvalwater per as afgevoerd wordt. Dit is echter volgens de beschrijving in de vergunningaanvraag. Dit proces is op deze manier vastgelegd in de vergunning. Dit geldt ook voor AAK ,de andere entiteit die op de Maastank site gevestigd is, welke is aangesloten op hetzelfde vuilwaterriool en HWA. De lozingen op het vuilwaterriool worden volgens afspraak frequent bemonsterd en geanalyseerd door een onafhankelijke partij.

De oplossing om de overtreding ongedaan te maken door het in gebruik nemen van een afvalwaterzuivering binnen de gestelde begunstigingstermijn is ons inziens niet realistisch.

Op 9 december 2019 heeft een overleg plaatsgevonden waarin het gebruik van de HWA en het vuilwaterriool is besproken. Tijdens dit overleg was er tussen de verschillende partijen, gemeente en DCMR, verschil van zienswijze en verwarring over de toepassing van het vuilwaterriool. Zie hiervoor de notulen van de meeting in bijlage 3, punt 3.

In het vierde kwartaal van 2019 heeft Maastank een significante investering van €150.000 gedaan in het onderhoud en verbeteren van de vet- en waterscheidingsinstallatie. Deze investering draagt zeker bij aan het verder verbeteren van het afhandelen van de afvalwaterstromen. Op dit moment wordt door Maastank de haalbaarheid onderzocht of de HWA afvoeren (3x) kunnen worden voorzien van een afsluiter zodat in het geval van een incident het riool dicht gezet kan worden. Deze actie, actie 1 in bijlage 3, is vastgesteld in het gezamenlijk overleg met de betrokken partijen. In ons vorige schrijven hebben wij gevraagd naar de onderzoeksresultaten die hebben geleid tot uw conclusie en constateringen.

Maastank loopt niet weg van zijn verantwoordelijkheden. Zoals aangegeven heeft Maastank al een significante investering in de afvalwater installatie gedaan en loopt er een haalbaarheidsonderzoek om de installatie verder te verbeteren en eventuele risico’s verder te mitigeren. Maastank is het gesprek aangegaan met de verschillende betrokken partijen om gezamenlijk de situatie verder in kaart te brengen en de benodigde acties te bepalen. Deze gesprekken zullen in Q1 2020 een vervolg krijgen.

Ik vertrouw erop u met bovenstaande zienswijze aanvullend inzicht gegeven te hebben in de situatie en de bereidwilligheid van Maastank heb aangetoond om de situatie op de juiste wijze op te lossen.

Ook vertrouw ik er op dat deze zienswijze, in combinatie met de reeds genomen en (mogelijk) nog te nemen maatregelen, voldoende onderbouwing biedt om u te doen besluiten af te zien van het opleggen van een last onder dwangsom.

4.2 Reactie op ingekomen zienswijzen

Overtreding 1

Uit uw zienswijze blijkt dat Maastank geen beheersmaatregelen (mitigerend) heeft bij incidenten.

Uit het onderzoek van DCMR en de hiervoor beschreven historie blijkt dat er al meer dan 10 jaar problemen zijn bij Maastank ten aanzien van het beheren van het afvalwater. Op 30 en 31 juli 2019 is door toezichthouders van de DCMR de lozing van het vethoudend bedrijfsafvalwater in

hemelwaterriool, zowel binnen de inrichting als buiten de inrichting, vastgesteld. Wij delen uw mening ten aanzien van het feit dat het hier slechts een incident betreft niet. Uit de bevindingen van de toezichthouders blijkt dat diverse controlevoorzieningen binnen uw inrichting volledig dichtgeslibd waren door het vetachtige bedrijfsafvalwater. De bevindingen hebben aangetoond dat het hier zeker geen incident betreft.

Overtreding 2

Zoals hiervoor aangegeven is op 7 oktober 2019 een nader onderzoek uitgevoerd op het

bedrijfsterrein van Maastank B.V. aan de 1e Welplaatdwarsweg te Rotterdam door toezichthouders van de DCMR.

Het onderzoek is uitgevoerd om de bestaande rioleringssystemen op het terrein van Maastank te controleren op conformiteit met de geldende voorschriften uit de vergunning van 20 december 2017.

Het onderzoek was er ook op gericht om een beeld te krijgen van de loop van de op het terrein aanwezige rioleringssystemen en waar deze uiteindelijk op uitmonden. Dit onderzoek heeft aangetoond dat u, in tegenstelling tot hetgeen u stelt, niet overeenkomstig de aanvraag in werking bent. Dit zou namelijk inhouden dat er geen met vet verontreinigd hemelwater en bedrijfsafvalwater wordt geloosd op de HWA. Wij delen wel uw mening dat het in gebruik nemen van de

afvalwaterzuivering binnen een dag niet realistisch is. Derhalve zullen we in deze last alleen de maatregel opnemen dat u conform de aanvraag in werking moet zijn. Indien u op een andere wijze met uw afvalwater wenst om te gaan, dan dient u hiervoor een omgevingsvergunning aan te vragen.

Uw zienswijze vormt echter geen aanleiding om af te zien van het opleggen van een last onder dwangsom. Wij zijn van mening dat er al ruim 10 jaar problemen zijn met de afvoer van het bedrijfsafvalwater bij Maastank. Wij zijn derhalve van mening dat deze last noodzakelijk is om de overtreding ongedaan te maken. Wij geven u in tegenstelling tot hetgeen in de brief van 30

december 2019 is vermeld wel een langere begunstigingstermijn, zodat u de te nemen maatregelen binnen de gestelde begunstigingstermijn kunt nemen.

Blad 10 van 13

GERELATEERDE DOCUMENTEN