• No results found

Het is zeer droog. Als het zoo lang blijft zal de oogst slecht weezen, en mijn finantieele zorg weer beginnen

zaterdag 24 mei

Steeds prachtig weer. Gister een dag zonder een wolkje aan den hemel. Vandaag

warm en stil, een ligt koel briesje, windveeren. ▫ Donderdag morgen ging ik naar

Apeldoorn. Ik had de voorige week kiespijn, en die kwam nu weer en is nog niet

weggegaan. ▫ Het is als een schreeuw van de huulè, waarmee het stoflichaam de

aandacht van geest en ziel tot zich roept. De pijn trekt alles naar zich toe. Door

afleiding kan men het een moment vergeeten. Maar het is soms ook

jeukend-knagend, niet om uit te houden. Tot Maandag geduld!

Donderdag een fietstocht naar Elspeet en Uddel. Wij Henriette, Justine en ik

-rustten bij de uitspanning Eikendal, een heerlijke indruk van lente-frischheid,

reuzegroote meidoorns, mansdik. Weelderig gras en banken in schaduw. ▫ 'S

Avonds nog een wandeling, om herten en wilde zwijnen te zien. We zagen veel

herten en een wild-zwijn.

Het was prettiger dan anders bij de Valetons. Het was alsof de schim van den man,

die mij nooit sympathiek was, nu daar niet rond waarde.

Vrijdag een groote fiets-rit, van Apeldoorn naar huis. De heerlijke, schaduwrijke

laan van Apeldoorn naar Amersfoort door de barre hei, en de bosschen en akkers.

Wat een gezeegend land, ooveral nette hoeven, nieuwe huisjes, nieuw ontgonnen

velden in de hei, en het groen helder en frisch, soms groote parken en buitens. ▫

Holland is wel een zeldsaam gelukkig land. Wat zou men er niet van kunnen maken.

Ik bezocht zusje Obbes in Voorthuizen, een allerliefst dorp. Zij was beeterend en

bizonder zacht en vriendelijk - waardoor haar werkelijke bekoorlijkheid weer uitkwam.

Het was een goed, rustig bezoek. Ik vertelde dat Paul mij had opgedragen te gaan.

Hij had de naam ‘Venne’ genoemd, mij geheel onbekend. Ik hoorde dat dat de naam

van haar zuster was, welke naam Paul aardig vond en ook voor haar gebruikte. ▫

De kleine Ivo was nu twee jaar, het kind van Valentijn van Uitvanck, een lief blond

kind, vreugde voor het heele gezin.

Er stond een verdeediging van Kloos in de bladen, teegen mijn artikel in de

Groene. Ik antwoordde direct. Ik voel dat nu als mijn plicht. Ik heb nu geen vrees

dat mijn motieven onzuiver zouden zijn.

Van middag lichtdag. Tweede verhaal van ♁. Truida erg moe en zwak. De jongens

lastig en brutaal.

zondag 25 mei

Heerlijk mei-weer, droog en ligt bewolkt. ▫ Kiespijn en droogte.

woensdag 28 mei

N. wind, lichtbewolkt, droog en koel. ▫ Gisteren was ik met Truida bij Pater de Groot.

Ik zei dat ik bij de kwestie van het roomsch worden der kinderen, passief zal blijven.

Ik geloof in een ware kerk, die niet dekt de Roomsche kerk, maar er wel voor een

groot deel mee samenvalt. Ik zal een bestrijder zijn van de valsche kerk en daarom

nooit toetreeden tot die kerk. Was ik er in, dan zou ik er misschien in blijven. Maar

ik treed niet toe.

Zondag hebben we nog gezeild, met Jaap en de kinderen. Maandag Groene

vergadering en bij den tand-arts. Ik lees Colas Breugnon.

donderdag 29 mei

Heemelvaartsdag. Prachtig lente-weer. ▫ Truida zei van morgen: wij moeten ons

toch goed indenken, dat het niet maar een symbolisch verhaal is, een mythe of

legende, maar dat het heusch en echt gebeurd is, een reëel feit. ▫ Mijn gevoelen

daarbij was: de heemel is niet omhoog, noch omlaag. Jezus is dus niet ‘omhoog’

gevaren, - maar eenvoudig verdweenen uit het menschelijk gezicht. De getuigen

kunnen dus alleen gezegd hebben dat ze hem zagen ‘verdwijnen’ niet dat ze hem

zagen ten heemel varen.

zaterdag 31 mei

Droog, zonnig en warm. Alles verdroogt. De zorgen beginnen weer met volle kracht.

▫ De Kloosianen vallen mij nu weer aan. Mijn fout is dat ik dit alles te laat doe. Ik

voel nu eerst de noodzaak. ▫ Het doet nog wel pijn, die vijandschap, maar bij mijn

andere pijnen is het alles onbeteekenend. Ik weet het nu.

maandag 2 juni

N. wind, wolken, droog. ▫ De vrouw van Joop de Haan logeert hier. Gisteren met

de boot uit, in 't bloemrijke weiland.

Ik was tevreeden oover het conflict met de Kloosianen. Het is goed dat ik dit alles

zoo gedaan heb. ▫ Hoe bewijst juist deeze regeeringshulde dat ze niets geen begrip

hebben van poëzie. Ze beschouwen het steeds als fictie, als iets wat buiten het

leeven staat. Ik moet hen er opmerksaam op maken dat de sonnetten van Kloos

geweldige en gevaarlijke meeningen zeggen.

Maar alle zulke meeningen worden vreesselijk gestraft. Verlaine kwam in 't

hospitaal, Oscar Wilde in de gevangenis, en Kloos kreeg een ridderorde.

dinsdag 3 juni

Guur en koud, nu en dan een weinig reegen. ▫ Nog steeds herrie oover Kloos. Het

is goed zoo. Querido poogt mij erg voor den gek te houden, maar hij is in't geheel

niet geestig. Wel grof en plomp. Het is goed dat ik dit nog las eer ik oover hem

schrijf. Ik geloof toch dat Brouwer gelijk heeft

in zijn oordeel oover hem. Hij zou hem een reus vinden - - als hij echt was. Maar

dat is hij niet. En Couperus is er ook in geloopen.

Ik las gister het leeven van Michel Angelo door R. Rolland. Wat een gepijnigd

leeven. ‘Ne te lave jamais!’ zei zijn vader.

Wij kwamen voor niet bij de London's. Jaap had weer verzuimd ons bij tijds te

waarschuwen. ▫ Maar ik maakte een mooye wandeling in de bosschen. Ik schijn

wel wat harder te worden. De sereniteit verlaat mij niet, ondanks aanvallen en

decepties.

woensdag 4 juni

Koud, guur, N.W. wind 50o. ▫ Gisteren, op de tram staande, in Amsterdam, bedacht

ik dat wij niet kunnen zeggen dat God alweetend en almachtig is. ‘Almachtig’

vereischt een begrip van het woord ‘al’ ‘alles’. Behoort daartoe ook dat wat niet

gebeurd is, maarhad kunnen gebeuren? ▫ Almachtig, tot alles in staat, beteekent

daar ‘al’ ook alles watzou kunnen gebeuren? ▫ God is in elk geval gebonden door

zijn eigen wetten (zooals de schaakspeeler, zooals Tagore zegt, aan eigen reegels

gebonden is). ▫ Het woord alweetend en het woord almachtig kan niet samengaan.

Wiealles kan/ kan ook de toekomst anders doen zijn dan ze had moeten zijn. En

wie alles weet, weet ook alles wat gebeurenkan, weet ook alles wat gebeuren zal.

En daaraan zou de almacht niets kunnen veranderen - dus was het geen almacht

meer. ▫ God schept, onophoudelijk. Maar het geschapene is nieuw, dus ongekend.

Dus daaromtrent weet ook God niets, is dus niet alweetend. ▫ Niets herhaalt zich,

de schepping is eindeloos afwisselend. God vergeet niets, al het gebeurde vergaat

en blijft toch, al het toekomstige ontstaat (uit het Niet?) in voortduurend scheppen,

en is dus onbekend.

Nu voel ik weer dat ik dit niet verder uitdenken kan, omdat de woorden mij

begeeven. En de wiskundigen die voor mij hebben uitgedacht, dat er geen absoluut

vóór of na bestaat, geen + en geen -, kunnen mij hun begrip niet duidelijk maken.

Ik blijf voelen dat in mij de Aandacht van al het bestaande - van God - is

geconcentreerd. En dit is alleen aanneemelijk door het idee dat Hij oneindige tijd

heeft en dus tot alles en iedereen kan afdalen. ▫ Ikmoet alleen aanneemen, wat

mij nog zeer onaanneemelijk lijkt - dat er meer zulke concentratie-punten zijn, die

ik met mijn eigen aandacht bereiken kan. Zooals ik weet dat in mijn weezen allerlei

verborgen is, dat iksoms waarneem, maar meestal niet. De schoonheid van mijn

ziel, zooals ♁ zeide.

donderdag 5 juni

Wat zachter, bewolkt en reegenachtig. ▫ Zeer slecht gaat het mij. Aan alle kanten

droefheid, tot vertwijfeling toe. Ik ben bang om het uiterste te ondergaan en ik weet

toch dat het moet.

Gisteren was ik met de kinderen in het circus. Het was het rechte ouderwetsch<e>

paardenspel, met mooye paardjes, clowns, acrobaten, goochelaars, gedresseerde

hondjes en ruiter-manoeuvres. ▫ Ik geniet dat zeer, haast eevenzeer als de kinderen,

en vooral om de kinderen, die opgewonden juichten. Een groote tent met dat mooye

licht, dat door linnen schijnt, en wel meer dan duizend kinderen.

De couranten nog niet uitgepraat oover Kloos. Borel die mij àl te gedienstig

-van het meest hinderlijke op de hoogte houdt.

Dreigementen om Walden te verkoopen, door een hypotheek-houdster. Het zou

nu volgens taxatie 75000 waard zijn, schrijft de advocaat. Maar voor mij is het nu

veel meer waard. Ik heb niets aan dat geld.

Merkwaardig is in mij de afwisseling van een gevoel van machteloosheid - zooals

op dit moment - en van activiteit en durf- zooals gisteren. Soms voel ik totaal verlamd,

soms weer tot allerlei actie in staat. Ik kan dan niet begrijpen dat ik dezelfde persoon

ben.

zaterdag 7 juni

Prachtig, stil, warm zoomerweer. Gister avond begon het al warmer te worden. ▫

Wij waren op Walden in de kamer, in zitting. Er was juist pauze. M.A. was er geweest

en wij hoopten op de komst van ♁. Toen kwam de post-boode voorbij de oopen

deuren van de serre, en ik nam een pakje van hem aan. Ik wist wat het was. Het

boekje. En toen kwam ook onze lieve vriend ♁ en zeegende het werk en sprak ons

allen toe. ▫ Wij waren allen zeer getroffen door dit als nauwkeurig beraamde verloop.

Dit was onze Pinxteren. ▫ Truida is gelukkig en de heilige ontroering verlaat haar

niet. ▫ Ik voel niet zoo sterk voldaan, ik heb nog teveel met mijzelven te stellen.

Maar ik was toch zeer verheugd, en ben ook nu zeer dankbaar.

zondag 8 juni

Ik tob weer oover geld en allerlei kleine dingen. ▫ Ik lees het boekje oover en vind