• No results found

Rijn Maas

9 Recreatieve staandwantvisserij

10.2 Zee en kustwateren

Inspanning van de sportvisserij in de zee- en kustwateren

In totaal waren in 2017 529.498 vissers actief in de Nederlandse zee- en kustwateren (van der Hammen 2019). In 2009 waren dit nog 604.000 vissers, vervolgens nam dit aantal af tot 492.000 in 2013, en is dus de laatste paar jaar weer iets toegenomen. Deze vissers vissen gemiddeld 4 keer per jaar (gebaseerd op een gewogen gemiddelde per avidity groep, van der Hammen, 2019).

Vangfrequentie en totale vangsten van de sportvisserij in de zee en kustwateren

Voor de vangfrequentie van trekvissen door sportvissers in de zee- en kustwateren vallen we, om dezelfde reden als eerder aangegeven, ook terug op Jansen et al. (2008) die hun gegevens baseren op een onderzoek van TNS-NIPO (767 geënquêteerde sportvissers). In dit onderzoek geeft in totaal 4,3% van de zeehengelsporters aan weleens zalm/zeeforel te vangen en 1,8% geeft aan fint te vangen. Het verschil tussen beide soorten is opvallend. De overige trekvissen zijn niet meegenomen in het TNS- NIPO-onderzoek. Er lijkt geen effect van de manier van vissen te zijn op de kans op bijvangsten (strand, boot, sportvisserijschip of een combinatie van methoden). Relatief gezien wordt de meeste zalm/zeeforel gevangen in de Kustzone (~68%), gevolgd door de Waddenzee (~20%) en daarna in de Delta (~12%) (Jansen et al. 2008).

In totaal gaf destijds 85% van de respondenten, die weleens zalm/zeeforel vangen, aan hier gericht op te vissen. Slechts 15% gaf aan niet gericht op deze soort te vissen, maar hem weleens bij te vangen. Dit laat zien dat in het toenmalige onderzoek het grootste deel van de vangsten in de zeehengelsport blijkbaar niet plaatsvonden als bijvangsten maar dat het gerichte vangsten waren. Hetzelfde geldt voor de fint waarbij ruim 64% van de respondenten die weleens een fint vangt, aangaf hier gericht op te vissen. Dit hoeft overigens niet tegenstrijdig te zijn met de terugzetverplichting zoals die geldt voor deze vissen. Kernpunt is niet of (bij)vangst plaatsvindt, maar dat de gevangen vissen worden teruggezet.

Wanneer het aantal sportvissers vermenigvuldigd wordt met de vangfrequentie kunnen er totale aantallen gevangen trekvis geschat worden. Op grond van Jansen et al. (2008) zou dit betekenen dat een kleine 23.000 vissers weleens een zalm/zeeforel en ruim 9.500 vissers weleens een fint vangt. Waarschijnlijk zijn deze getallen echter een aanzienlijke overschatting aangezien deze gebaseerd zijn op enquêtegegevens-waarbij 85% van de geënquêteerden, die weleens een zalm/zeeforel vangt, aangaf hier ook gericht op te vissen. Het percentage sportvissers dat dit daadwerkelijk doet zal ordes van grootte lager liggen.

Tabel 10.3 Samenvattend overzicht zeehengelsport. Totale inspanning (in aantal vissers),

vangfrequentie (in % vissers die zalm/zeeforel & fint vangt) en totale vangsten. De vangfrequentie is bepaald aan de hand van gegevens uit Jansen et al. (2008). Aangezien zalm en zeeforel moeilijk uit elkaar te halen zijn, zijn deze gegroepeerd. Het sterftepercentage is bepaald aan de hand van literatuuronderzoek, enquêtes en expert-judgement.

Totaal Sterfte Inspanning (aantal vissers) 529.498

Vangfrequentie (aantal per visser)

Zalm/Zeeforel 4,3%*

Fint 1,8%*

Totale vangst

Zalm/Zeeforel 22768* 0-84%

Fint 9531* 0-100%

*Getallen zijn gebaseerd op de vangfrequentie uit Jansen et al. (2008), wat kan leiden tot een overschatting van de werkelijke totale vangsten. Deze overschatting wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in het toenmalige onderzoek de resultaten vooral gebaseerd zijn op vissers die qua visserij (gerichte visserij op genoemde trekvissoorten) niet representatief zijn voor de totale groep zeehengelsportvissers.

Het aantal vissers dat in de logboeken survey heeft aangegeven zalm en/of zeeforel te hebben gevangen in de zee en kustwateren staat weergegeven in (Tabel 10.4). Onderstaande gegevens zijn het minimum aantal gevangen zalm/zeeforel (van der Hammen, 2019).

Tabel 10.4 Aantal vissers die zalm/zeeforel gerapporteerd hebben in de zee en kustwateren en het aantal gehouden en teruggezette vangsten van de laatste logboek survey (van der Hammen, 2019). Het sterftepercentage is bepaald aan de hand van literatuuronderzoek, enquêtes en expert-

judgement.

2016-2017 Sterfte Aantal vissers 7

Vangsten Gehouden Teruggezet

Zalm/ Zeeforel 8 26 0-80%

Uit de enquêtes van het huidige onderzoek blijkt dat twee van de zeven geënquêteerde sportvissers in de Kustzone vist en vijf in de Waddenzee. De inspanning van deze vissers is gemiddeld bijna 20 uur per jaar en ze hebben allemaal aangegeven geen trekvissen bij te vangen.

10.3

Intrekpunten

Rond de intrekpunten Kornwerderzand, IJmuiden, Scheveningen, Maasvlakte en Haringvlietdam en daarnaast bij Breezanddijk (geen intrekpunt) zijn door Jansen et al. (2008) veldinterviews uitgevoerd, waarbij individuele sportvissers ter plaatse werden benaderd over inspanning, vangsten en overleving van de trekvissen. Daarnaast hebben zij ook telefonische interviews gehouden met contactpersonen van plaatselijke hengelsportverenigingen.

Inspanning rond intrekpunten en bij Scheveningen

Zeer uiteenlopende schattingen zijn daarbij gedaan waar het gaat om inspanning (in aantal vissers) per intrekpunt. Omdat de inspanning weersafhankelijk is, kan een gemiddelde niet goed gegeven worden. Daarom geven we per intrekpunt een range aan (Tabel 10.5).

Tabel 10.5 Aantal vissers per dag verdeeld over weer/tijd categorieën (Jansen et al. 2008). Slecht

weer

Dagelijks Vakantie/ mooi weer Opmerkingen

Kornwerderzand 0 5 en meer 100

Breezanddijk 0 0 15-20 Vooral campingbezoekers

IJmuiden 15 60 400-500 Schatting geldt voor de

zuidpier, de noordpier en de sluizen samen.

Scheveningen 0 20-35 125 Schatting betreft zowel

de havenhoofden als de pier. De pier is alleen toegankelijk voor leden van de Pierewaaiers, maximaal 25. De havenhoofden zijn vrij toegankelijk.

Maasvlakte 25 50 Geen kwantitatieve schatting mogelijk maar naar

verwachting veel Sluizen en

Haringvlietdam

0 5-10 30 De blokkendam wordt

niet meegenomen in deze schatting omdat deze visplek is afgeschaft

Vangsten bij intrekpunten - 2008

Net als bij de inspanning zijn daarbij zeer uiteenlopende antwoorden gegeven over de vangsten. Wat opvalt is dat in het toenmalige onderzoek werd aangegeven dat op verschillende plekken nog gericht op zalm/zeeforel wordt gevist (IJmuiden, de Maasvlakte, het mondingsgebied van het Haringvliet (het zee-gedeelte ten westen van de Haringvlietdam)). Het bleek moeilijk om onderscheid tussen zalm en zeeforel te maken. Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de vangstgegevens zoals verkregen uit de interviews (Jansen et al. 2008).

Kornwerderzand: Van de vissers bij Kornwerderzand vangt 0,5% van de vissers in het seizoen

weleens een zalm/zeeforel. Vangsten van fint en andere trekvissen zijn niet bekend. Tegenwoordig lijkt er niet of nauwelijks meer door sportvissers rondom Kornwerderzand gevist te worden.

Breezanddijk: Geen bijvangst bekend.

IJmuiden: In het spuikanaal is het mogelijk om 40 tot 50 finten per uur te vangen. Het is niet

duidelijk hoeveel vissers dit ook werkelijk doen. Door alle vissers samen werden 5 tot 10 vangsten van zalm/zeeforel per week gemeld.

Scheveningen: Naar schatting acht tot tien zalmen/zeeforellen werden per jaar bijgevangen. De

andere trekvissen werden voor zover bekend niet gevangen.

Maasvlakte: Naar schatting werden slechts vier zalmen en/of zeeforellen gevangen per jaar. De

vangsten van fint kunnen sterk oplopen, tot wel 40 tot 50 per uur. Op deze soort werd gericht gevist, maar het is moeilijk te zeggen hoeveel finten totaal per jaar gevangen worden.

Sluizen en Haringvlietdam: Aangegeven werd dat op deze locatie met dreggen gevist werd, wat

inhoudt dat een goede kans bestaat op het (bij)vangen van zalm/zeeforel. Hoeveel dit precies is, is niet te zeggen.

Uit gesprekken met vissers in het huidige onderzoek bleek dat er de laatste paar jaar niet meer door sportvissers bij Kornwerderzand gevist wordt, op een hele enkele keer na. Dit wordt bevestigd door dat bij de veldwaarnemingen hier geen sportvissers zijn waargenomen. Bij de Haringvlietsluizen vindt wel enige sportvisserij plaats waarbij in sommige gevallen gericht op zeeforel of fint wordt gevist.

Voor zeeforel (en zalm) en fint zijn een aantal hotspots bekend onder de sportvissers: IJmuiden, Haringvliet en de Maasvlakte (inclusief Europoort gebied). Het is bekend dat er door een selecte groep sportvissers gericht op deze soorten wordt gevist, het aantal sportvissers dat dit doet is onbekend. Op houting, elft, rivierprik en zeeprik wordt niet gericht gevist door sportvissers.

11 Onafhankelijke veldwaarnemingen