• No results found

Wiking in het Terek gebied

In document Nederlanders in de SS-Divisie Wiking (pagina 39-41)

Hoofdstuk 3: Wiking in de Kaukasus

3.3 De Slag om de Kaukasus

3.3.2 Wiking in het Terek gebied

Met Hitler als bevelhebber van Legergroep Zuid kon het niet lang duren voordat het offensief werd vervolgd, het initiatief van het offensief moest namelijk in Duitse handen blijven. Het nieuwe offensief bracht voor Wiking een nieuw terrein: de steppe werd vervangen door de gebergtes in Oost-Kaukasus, het Terek gebied. De verovering van de olievelden in Grozny lag in het verschiet. In deze periode van de opmars in de Kaukasus veranderden de strategische doelstellingen, de prioriteit van het offensief van

Legergroep Zuid verschoof richting Stalingrad. Deze strategische verschuiving heeft een grote impact op de operationele en tactische inzet van Wiking en de Nederlanders van deze divisie. Dit deel van het onderzoek licht deze strategische verandering en het gevolg voor de operationele en tactische inzet voor Wiking toe.

Waar Wiking goede mogelijkheden kende voor het uitmanoeuvreren en omsingelen van vijandelijke eenheden op de uitgestrekte steppe van de Kaukasus, waren de gewenste manoeuvres niet uitvoerbaar in de smalle bergpassen van het Terek gebied. De Sovjet leiding nam goed gebruik van de natuurlijke omstandigheden voor het opzetten van sterke verdedigingsstellingen. Zo werd er een burgerleger ingeschakeld om bunkers, loopgraven, anti-infanterie en anti-tankstellingen aan te leggen.140 Nu

moest Legergroep Zuid een doorbraak forceren door de Sovjet obstakels richting Grozny, terwijl in dezelfde periode de gevechten in Stalingrad steeds heviger werden.

De divisie van commandant Steiner was ervan overtuigd dat er tussenstops moesten worden toegevoegd aan de lange weg naar de olievelden van Grozny die

dienden als operationele uitgangsposities, zodat er op de lange termijn geen problemen zouden ontstaan voor de voorwaartse posities van zijn eenheden. Malgobek was de eerste beoogde uitgangspositie op de weg naar Grozny.141 Dit oliestadje lag bovenop een

heuveltop die te bereiken was via een ongedekte, steile passage naast een afgrond. De andere mogelijkheid om Malgobek te bereiken was een weg door een vallei, welke zwaar verdedigd werd door Sovjet krachten op korps niveau. Wiking moest de verovering van het stadje realiseren, ondanks dat infanterie-eenheden van de Wehrmacht keer op keer faalden in pogingen om de stad in te nemen. De SS-divisie met Nederlanders verstevigde zo de naam en faam als ‘brandweer brigade’: zij mochten de vuren blussen waar de Wehrmacht niet toe in staat was.142

Aangezien de artillerie van Wiking in de nauwe bergpassen weinig

mogelijkheden tot ondersteunen van de infanterie en bepantserde eenheden had, was de aanval op Malgobek mede afhankelijk van de hoeveelheid luchtsteun die zij zouden krijgen. Nu werd steeds duidelijker dat de aanval in de Kaukasus een minder grote prioriteit kreeg. De nieuwste vliegtuigen werden ingezet in het offensief op Stalingrad, waardoor het offensief van Wiking werd ondersteund door enkele verouderde

138 P. Strassner, European Volunteers. The 5. SS-Panzer-Division vertaald naar het Engels door David Johnston en Robert Edwards, p. 131.

139 W. Haupt, Army Group South. The Wehrmacht in Russia, 1941-1945, p. 198. 140 R. Butler, SS Wiking, the history of the fifth SS Division 1941-45, p. 136.

141 P. Strassner, European Volunteers. The 5. SS-Panzer-Division vertaald naar het Engels door David Johnston en Robert Edwards, p. 143.

modellen. Deze strategische beslissing met een nadelige impact voor Wiking komt naar voren in het frontdagboek van Feldmeijer: ‘Russische vliegtuigen kunnen doen wat zij willen, geen enkel vliegtuig van ons daar. Om je dood te ergeren’. De Russische overmacht in de lucht levert voor Feldmeijer persoonlijk doodsbedreigende situaties op. Zo schrijft Feldmeijer in zijn frontdagboek op 30 september 1942: ‘aan de dood ontsnapt door luchttorpedo’s die dicht bij het [luchtafweer]geschut inslaan’.143

Naast de superioriteit van de Russen op het gebied van materiaal en

manschappen begonnen zij in 1942 op militair technologisch vlak een inhaalslag te maken met de productie van verbeterd oorlogsmateriaal. De militaire technologische verbeteringen zorgden voor tactische voordelen voor het Rode Leger. Voorbeelden hiervan zijn de BM-13 Katjoesja raketwerper en de Iljoesjin IL-2 Sturmovik

bommenwerper.144 In de Kaukasus werd de effectiviteit van het nieuwe Russische

oorlogsmateriaal steeds duidelijker voor de soldaten van Wiking. De verbeterde Russische wapens worden ook door de Nederlanders ervaren en beschreven in hun dagboeken. De Katjoesja raketwerper wordt in veel primaire en secundaire literatuur omschreven als het stalinorgel. Deze bijnaam verkreeg het wapen wegens het

angstaanjagende geluid dat de raketten produceerden bij het afvuren. Het stalinorgel was niet accuraat, maar bij grootschalige artillerieoffensieven wel effectief. Daarbij bracht het wapen vooral een psychologische impact bij de vijandelijke troepen. De Nederlanders omschrijven de Katjoesja raketwerper als ‘Rats boem’. Deze benoeming en benaming van het wapen werd gegeven door meerdere Nederlandse vrijwilligers.145 Een

Nederlander vertelde hierover in de periode dat hij in de Malgobek regio operatief was: ‘Lopen was niet toegestaan, in verband met de hele dag stalinorgels, angstaanjagend geluid. Je hoorde ze niet aankomen. Ineens Boem. Dan was het overal om je heen een granaattrechter.’146 De Iljoesjin IL-2 bommenwerper komt meerdere malen terug in de

dagboeken van Feldmeijer. Deze bommenwerper werd door de Russen bepantserd aan de onderkant van het toestel. Hierdoor werd deze ‘vliegende tank’ bestand tegen grondartillerie van lage kalibers. Feldmeijer beaamde dit. Hij vertelde dat zijn ‘flak [Luchtafweergeschut] weinig uithaalt tegen de gepantserde machines’. Hieraan voegde hij toe dat hij pantsergranaten nodig heeft om de ‘gepantserde machines’ neer te halen, maar deze waren niet meer aanwezig.147 Deze ervaring van Feldmeijer toont het gebrek

aan munitie in de Wiking divisie aan, welke een negatieve invloed hebben op de operationele en tactische inzet van de Nederlandse soldaten. Door het gebrek aan oorlogsmateriaal konden zij hun werk als soldaat niet naar behoren uitvoeren.

De toenemende weerstand van de Russen, mede dankzij hun verbeterde

oorlogsmateriaal en het gebrek aan munitie aan de kant van de Duitsers, zorgden ervoor dat Wiking zich genoodzaakt zag om steeds vaker over te schakelen naar het defensief in het Terek gebied. Hierover vertelt een geanonimiseerde Nederlandse vrijwilliger in zijn interview met Armando en Hans Sleutelaar, die de hele strijd in Malgobek heeft

meegemaakt. ‘[…] Malgobek. We hebben daar een harde strijd gehad. Het ellendige was, je kon niks terugdoen, het was alleen maar een kwestie van wegkruipen. We gaven wel vuur, 143 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Collectie Dagboeken en Egodocumenten, inv.no. 1765.

144 D. Stahel, Kiev 1941, p. 37.

145 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Collectie Dagboeken en Egodocumenten, inv.no. 1765, 1875 en 1251.

146 Hans Sleutelaar en Armando, De SS’ers. Nederlandse vrijwilligers in de Tweede Wereldoorlog, p. 329. 147 Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Collectie Dagboeken en Egodocumenten, inv.no. 1765.

hoor, maar dat was opschepperij. Het was altijd: jongens, wees zuinig met de granaten, we kunnen ze nog eens nodig hebben.’ Deze Nederlander vervolgt zijn verhaal dat hij in ieder geval kon wegkruipen in goede stellingen waarin hij zes weken heeft doorgebracht: ‘Ik had een twee en een halve meter diepe kuil gegraven. […] De kuil was zo’n twee meter lang, een prachtgat! Ik had er nog planken over, daar weer zand op en er was een klein gaatje met een trappetje. Daar zat ik alleen in. Een goed hotel.’148

Typerend is dat deze anonieme Nederlandse SS’er de oorlogssituatie

bagatelliseert. De Nederlandse soldaten relativeerden de hevige situaties waarin zij verkeerden, om moedig te blijven tegenover hun kameraden aan het front, maar ook door hun geloof in het nationaalsocialistische en Groot-Germaanse ideaal en de wijze waarop hun strijd aan het front werd gemanifesteerd aan het thuisfront. Een reden hiervoor kan zijn dat zij oprecht wilden laten zien dat zij de dappere SS-mannen waren, die Hitler en Himmler als voormannen van hun samenleving wensten. De relativering van de verschrikkingen van het front komt terug in het frontdagboek van Feldmeijer als het gaat over het incasseren van vijandelijke artillerie bombardementen: ‘Al vroeg zendt de Russische artillerie haar eerste groeten. Naar onze smaak wel erg lang over ons heen’.149

Deze humoristische bagatellisering van vijandelijke artillerie bombardementen komt terug in de dagboeken van de Nederlanders die de Slag om Dnjepropetrovsk

beschrijven.

De aanval op de stad Malgobek vond plaats op 5 oktober 1942. Na een zware strijd en zware verliezen slaagde Wiking er op 16 oktober in om de stad in te nemen. De compagnie van de SS-soldaat Kistemaker was gedecimeerd na de strijd: van de 200 soldaten aan het begin van de strijd waren er nog 40 over aan het einde.150 Deze

uitdunning is een afspiegeling van de totale verliezen die Wiking leed in de slag om Malgobek. De divisie Wiking bevond zich na het innemen van Malgobek op dat moment op het meest oostelijke punt van het Duitse offensief aan het oostfront.151 De door Hitler

verlangde doorstoot naar de olievelden van Grozny kon niet meer worden gerealiseerd. Het grootste voordeel van de Duitsers ten opzichte van de Russen, de Bewegungskrieg, was niet meer uitvoerbaar wegens het falende logistieke apparaat van de Wehrmacht en alle beperkingen die dit met zich mee bracht.152

In document Nederlanders in de SS-Divisie Wiking (pagina 39-41)