• No results found

1. Inleiding

1. Deze bijlage is gewijd aan de wettelijke bepalingen, vanuit nationaal en Europees perspectief, die van belang zijn voor het toezicht op de tarieven voor interconnectie en de vaste openbare telefoondienst van een AMM-aanbieder. Eerst wordt ingegaan op de relevante nationale wettelijke bepalingen inzake de begrippen transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie. Verder wordt aandacht besteed aan de relevante Europees rechtelijke bepalingen, die ten grondslag hebben gelegen aan het natio-nale recht; deze spelen een belangrijke rol bij de interpretatie daarvan. Ook wordt de wettelijke re-geling (zowel nationaal als Europees rechtelijk) omtrent de gescheiden boekhouding weergegeven. Ten slotte worden de in dit verband het nieuwe communautaire ONP-kader, voor zover van belang, behandeld. Dit is thans neergelegd is in gemeenschappelijke standpunten en kan op korte termijn worden vastgesteld in richtlijnen. Voorts verwijst het college voor een beschrijving van het wettelijk kader naar het consultatiedocument prijssqueeze38.

2. Nationale regelgeving

2. Op 15 december 1998 is de Telecommunicatiewet (Hierna: de Tw) in werking getreden. Deze wet is gebaseerd op de ONP-regelgeving en is een belangrijke stap op weg naar de totstandkoming van een concurrerende telecommunicatiemarkt. In hoofdstuk 6 en 7 van de Tw wordt uitvoering gegeven aan de in de ONP-richtlijnen neergelegde peilers transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie. In artikel 7.1 van de Tw wordt aangegeven dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur tevens regels kunnen worden gesteld ter uitvoering van de ONP-richtlijnen. De wetgever heeft deze regels gesteld in het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT).

3. Zowel de voorwaarden waaronder als de tarieven waartegen de AMM-aanbieder interconnectie en het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerken en de vaste openbare telefoondiensten aanbiedt, mogen niet discriminerend mogen zijn39, dienen op transparante wijze te worden bepaald en op kos-tenoriëntatie te berusten40. Ook dient een AMM-aanbieder, om te waarborgen dat zij kostengeoriën-teerde tarieven voor de interconnectiediensten en voor de vaste openbare telefoondienst hanteert, een kostentoerekeningssysteem op te stellen dat door OPTA dient te worden goedgekeurd41. Voorts dient een AMM-aanbieder een gescheiden boekhouding te voeren voor zijn activiteiten in verband met interconnectie, met het aanbod van een vast openbaar telefoonnetwerk of een vaste openbare telefoondienst en voor zijn overige activiteiten42. In de huidige opzet betekent het dat KPN de ver-schillende gereguleerde diensten telefonie, huurlijnen en interconnectie/bijzondere toegang afzon-derlijk moet boekhouden. Deze diensten worden gescheiden van de overige diensten geadmini-streerd.

38 Zie onder andere blz. 9 e.v. van het Consultatiedocument Prijssqueeze, 9 oktober 2000. 39 Zie artikel 6.5, onder b en c, Tw en artikel 34, eerste lid, onder d, BOHT.

40 Zie artikel 6.6, eerste en tweede lid, Tw en artikel 34, 35 en 36 van het BOHT.

41 Zie artikel 6.6, derde lid, artikel 6.9, lid 3 Tw en artikel 35, tweede tot en met zevende lid, BOHT. 42 Zie artikel 6.8, eerste lid, en artikel 7.4, tweede lid, onder b, Tw.

3. Europese regelgeving ONP-kader

4. Aan het einde van de jaren tachtig is in de Europese Unie een begin gemaakt met het tot stand bren-gen van een gemeenschappelijke markt voor telecommunicatiediensten. Dit moest worden bereikt door enerzijds liberalisering van de telecommunicatiesector en anderzijds harmonisering van de voorwaarden voor toegang tot en gebruik van telecommunicatienetwerken en –diensten. De sector is geleidelijk geliberaliseerd met 1 januari 1998 als voorlopige einddatum. Op die datum moesten de lidstaten alle wettelijke belemmeringen hebben opgeheven die betrekking hebben op het aanbieden van telecommunicatienetwerken en –diensten. In het streven naar een gemeenschappelijke markt voor telecommunicatiediensten zijn verder de voorwaarden voor toegang tot en gebruik van tele-communicatienetwerken en –diensten geharmoniseerd. De basis hiervoor vormen de zogenaamde voorwaarden voor Open Network Provision (ONP). In de ONP-kaderrichtlijn43 zijn de grondbeginselen voor ONP opgenomen. De drie peilers van het ONP-kader zijn transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie.

5. Zowel in de ONP-richtlijn voor interconnectie44 als voor spraaktelefonie45 is bepaald dat de tarieven voor interconnectie en voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnet en de vaste openbare telefoondiensten van aanbieders met een aanmerkelijke macht op de markt in overeenstemming moeten zijn met de grondbeginselen van transparantie en van kostenoriëntatie. De nationale toe-zichthouder mag in dit verband van een AMM-aanbieder een volledige rechtvaardiging voor zijn in-terconnectieprijzen en zo nodig aanpassing ervan verlangen. Teneinde kostengeoriënteerde tarieven te kunnen hanteren, dienen AMM-aanbieders een geschikt kostentoerekeningssysteem op te stellen. 6. Verder is bepaald dat AMM-aanbieders zich dienen te houden aan het beginsel van non-discriminatie

met betrekking tot de aan anderen aangeboden interconnectie en het gebruik van het vaste tele-foonnet46. AMM-aanbieders passen op andere aanbieders die dezelfde diensten verrichten onder de-zelfde omstandigheden dede-zelfde voorwaarden toe.

7. Tot slot is in de Europese regelgeving het vereiste van het voeren van een gescheiden boekhouding neergelegd47. Bepaald is dat AMM-aanbieders een gescheiden boekhouding dienen te voeren voor enerzijds hun met interconnectie verband houdende activiteiten - waaronder zowel intern verrichte als voor anderen verrichte interconnectiediensten vallen - en anderzijds hun andere activiteiten. 8. In dit verband is ook van belang de aanbeveling van de Europese Commissie inzake de invoering van

gescheiden boekhoudingen en kostenberekeningssystemen door AMM-aanbieders, overeenkomstig artikel 8, tweede lid, van de Interconnectierichtlijn (hierna: “de Aanbeveling”).

9. De Europese Commissie beveelt aan dat de Nationale Regelgevende Instanties van de

AMM-aanbieders eisen dat zij hun exploitatiekosten, geïnvesteerd vermogen en inkomsten ten minste naar

43 Richtlijn 90/387/EEG van de Raad van 28 juni 1990, nr. L 192. later is deze richtlijn aangepast bij richtlijn 97/51/EG om te kunnen functioneren in een door concurrentie gekenmerkt klimaat.

44 zie artikel 7, tweede lid van richtlijn 97/33/EG van de Raad van 30 juni 1997.

45 zie artikel 17, tweede lid van richtlijn 98/10/EG van het Europese Parlement en de Raad van 26 februari 1998, nr. L 101.

46 Zie artikel 6, onder a, van de Interconnectierichtlijn en artikel 16, tweede lid van de ONP-richtlijn Spraaktelefonie. 47 Zie artikel 8 van Interconnectierichtlijn 97/33/EG.

een aantal verschillende bedrijfsactiviteiten opsplitsen, zoals het kernnetwerk en het lokale toe-gangsnetwerk.

10. Bovendien dient volgens de Europese Commissie het kostenberekeningssysteem van de AMM-aanbieders voldoende gedetailleerd te zijn om - voor zover mogelijk - de kosten aan de gesplitste netwerkcomponenten te kunnen toewijzen, in het bijzonder om de kosten van gesplitste intercon-nectiediensten te bepalen. In de bijlage van de Aanbeveling worden de beginselen geschetst voor de toewijzing van kosten, geïnvesteerd vermogen en inkomsten bij het opstellen van gescheiden boek-houdingen.

4. Toekomstige Europese regelgeving

11. Thans wordt gewerkt aan een algehele herziening van het kader en de bijbehorende ONP-richtlijnen. Eind dit jaar zullen de Raad en het Europese Parlement stemmen over een vijftal voor-stellen terzake van de Europese Commissie. Voorgesteld wordt de richtlijnen uiterlijk binnen 15 maanden daarna nationaal te implementeren.

12. In de huidige voorstellen van de Europese Commissie blijven de peilers waarop het huidige tarieven-toezicht is gestoeld van kracht. Krachtens artikel 13 van de voorgestelde ONP-richtlijn voor intercon-nectie48 kunnen verplichtingen inzake prijscontrole opgelegd worden, inclusief verplichtingen inzake kostenoriëntering van prijzen en inzake kostentoerekeningsystemen, indien uit een marktanalyse blijkt dat de betrokken exploitant bij het ontbreken van daadwerkelijke concurrentie in staat zou zijn de prijzen op een buitensporig hoog peil te handhaven of de marges uit te hollen, ten nadele van de eindgebruikers. Volgens artikel 16 van de voorgestelde richtlijn inzake universele dienstverlening en gebruikersrechten zijn kostengeoriënteerde eindgebruikerstarieven noodzakelijk om te voorkomen dat te hoge tarieven gehanteerd worden, of dat te lage tarieven gehanteerd worden, waardoor markttoetreding verhinderd of concurrentie beperkt wordt, of dat speciale tarieven voor bepaalde gebruikers gehanteerd worden, of dat tarieven voor onredelijke bundeling van diensten gehanteerd worden.

13. Voorts kunnen op grond van de voorgestelde Interconnectierichtlijn verplichtingen worden opgelegd ten aanzien van het voeren een gescheiden boekhouding voor bepaalde activiteiten met betrekking tot interconnectie of toegang. Met name kan van een verticaal geïntegreerde onderneming worden geëist dat deze opening van zaken geeft over haar groothandels- en verrekeningsprijzen, onder an-dere om ervoor te zorgen dat eventuele ndiscriminatievoorschriften worden nageleefd of om on-billijke kruissubsidiëring te voorkomen. Ten behoeve van een open en concurrerende markt kan, met inachtneming van de nationale en communautaire regels over vertrouwelijkheid van bedrijfsgege-vens, geëist worden dat deze boekhoudkundige informatie wordt overgelegd en dat de informatie er-uit gepubliceerd wordt.

***

GERELATEERDE DOCUMENTEN