• No results found

Wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen Nieuwe oorzaken, nieuwe risicosituaties

In document Beroeps-ziekten in cijfers 2009 (pagina 73-76)

Bekende oorzaken van contacteczeem zoals acrylaten en epoxy-verbindingen blijken ook

6.3 Wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen Nieuwe oorzaken, nieuwe risicosituaties

Nieuwe oorzaak van meelstofallergie

Meelstofallergie is de meest gemelde oorzaak van beroepsastma en beroeps-rhinitis. Zij berust meestal op een allergie voor tarwemeel, al dan niet in combinatie met een allergie voor de enzymen die bij de broodbereiding worden toegepast. De afgelopen jaren is melding gemaakt van een nieuwe vorm van meelstofallergie die wordt veroorzaakt door een allergie voor lupine meel (Campbell et al., 2007). Er is sprake van een toenemend gebruik van lupine meel in Europa en dan vooral in Frankrijk. In Australië zou lupine het gebruik van tarwe al aan het verdringen zijn in producten zoals brood, beschuit en pasta. Campbell et al. stelden bij 21% van de blootgestel-den sensibilisatie vast en daarvan had 64% luchtwegklachten. Lupine meel moet hiermee gezien worden als een krachtig allergeen waarmee rekening gehouden moet worden bij gebruik van het product.

Astma door acrylaten en epoxyharsen

Acrylaten zijn een bekende oorzaak voor allergisch contacteczeem in onder-meer de tandheelkunde en bij nagelstylistes. Dat zij ook astma kunnen veroorzaken is al langer bekend, maar dit werd niet eerder beschreven bij nagelstylistes. Dat deden recent Sauni et al. ( 2008) bij twee patiënten. Bij één van hen was ook sprake van allergisch eczeem. Het gebruik van kunstnagels is toenemend populair. Doordat eczeem vaker voorkomt, zijn nagelstylistes gespitst op het vermijden van huidcontact, maar zij moeten dus ook inademing van acrylaten vermijden.

73 Aandoeningen aan long- en luchtwegen

ken was bij het leggen van met epoxyhars gecoate vloeren. Het ging om een allergie voor Bisphenol A diglycidylether; een bekende epoxy-verbinding. Er konden ook specifieke antistoffen tegen deze verbinding aangetoond worden. Als oorzaak van werkgerelateerde luchtwegklachten bij leggers van kunstvloeren moeten epoxy-verbindingen dus toegevoegd worden aan het rijtje mogelijkheden.

Allergische rhinitis door schimmelallergie

Vochtproblemen en hierdoor ontstane problemen met de luchtkwaliteit in gebouwen worden in verband gebracht met het optreden van werkgerela-teerde luchtwegklachten bij ondermeer docenten, schoonmakers, verpleeg-kundigen en kantoorwerkers. Vooral in Finland is hier veel aandacht voor. Het leggen van een oorzakelijk verband is in de praktijk echter vaak niet eenvoudig. Dit wordt anders wanneer de klachten blijken te berusten op een allergie voor een of meer van de schimmels die door de vochtproblemen in de werkomgeving voorkomen. Karvala et al. (2008) konden dit bevestigen bij een groep patiënten met werkgerelateerde rhinitisklachten. De meesten van hen reageerden positief op een neusprovocatie met twee veel voor-komende schimmels (Aspergillus Fumigatus en Cladosporium). Deze speci-fieke oorzaak van werkgerelateerde klachten kon echter maar bij 16% van de met deze klachten verwezen patiënten aangetoond worden. Vooral bij meer specifieke ‘Sick Building’ klachten, moet dus rekening worden gehouden met een schimmelallergie.

Silicose in minder bekende werksituaties

Hoewel het aantal gevallen van silicose zeker in Europese landen flink is gedaald, kan deze aandoening opduiken in nieuwe werksituaties. Hieronder drie recent gepubliceerde voorbeelden.

Bij het maken van spijkerboeken vindt er soms een bewerking plaats die tot gewenste slijtageplekken moet leiden. Dat kan onder meer door zand-stralen. In de praktijk gebeurt dit met zand dat ook kwarts bevat. Akgun et al. (2008) zagen in Turkije bij ruim 50% van een groep voormalige ‘denim zandstralers’ röntgenologisch tekenen van silicose. Velen van hen hadden ook luchtwegklachten. Vanwege het grote aantal gevallen met dodelijke afloop, heeft de Turkse regering recent (april 2009) besloten tot een verbod op dit procedé.

Goud- en zilversmeden in Italië blijken aan kwarts blootgesteld te kunnen worden bij het gebruik van mallen (ook bekend in ijzergieterijen). Murgia et al. (2007) zagen bij 23 van de 100 onderzochte goudsmeden tekenen van silicose.

Bij het maken van sommige siliconen bevattende producten worden in de pasta siliconen gemengd met kwarts. Talay et al. (2007) beschrijven vier ernstige gevallen van silicose bij werknemers van een kabelproducerend bedrijf.

Preventie en Re-integratie

Arbeidsongeschiktheid door luchtwegaandoeningen

Het European Community Respiratory Health Survey (ECRHS) is een groot prospectief cohort onderzoek binnen de algemene bevolking van elf Europese landen. Hieruit zijn al diverse publicaties voortgekomen over de omvang, oorzaken en risicoberoepen van werkgerelateerde luchtwegproble-matiek. Recent verscheen een studie waarin tijdens een observatieperiode van ruim zeven jaar is gekeken naar het optreden van arbeidsongeschiktheid door luchtwegproblemen (Toren e.a. 2009). In dit onderzoek werd arbeids-ongeschiktheid gedefinieerd als de verandering of verlies van werk door luchtwegproblemen. Verandering of verlies van werk door luchtwegproble-men blijkt jaarlijks op te treden bij 1,2 per 1.000 luchtwegproble-mensen in het totale cohort en bij 5,7 per 1.000 mensen uit de groep bij wie astma is vastgesteld. Werd vervolgens gekeken binnen een aantal blootstellingscategorieën, dan nam de kans op arbeidsongeschiktheid bij de groep astmatici toe met een factor 3,5 bij vergelijking van het hoogste met het laagste blootstellingsniveau. Bij niet-astmatici geldt dit alleen in de categorie mineraal stof en bij het samenvoegen van alle categorieën. Cijfers zoals deze zijn doorgaans noch af te leiden uit arbeidsongeschiktheidsstatistieken noch uit gegevens van beroepsziektemel-dingen. Zij laten het belang zien van dit type onderzoek binnen de algemene bevolking. Ook maken ze duidelijk dat verandering of verlies van werk door luchtwegproblemen betrekkelijk frequent optreedt en beperkt kan worden door maatregelen gericht op vermindering van de blootstelling.

Advies PMO vaak niet opgevolgd

Ervaringen met een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) binnen de autoreparatie-branche in Groot-Brittannië blijken niet in alle opzichten suc-cesvol (Mackie 2008). Met dit PMO werd vooral beoogd vroegtijdig gevallen van isocyanaat astma op te sporen. Tot op zekere hoogte slaagde men hier ook wel in, maar opmerkelijk was dat een advies voor verwijzing naar huisarts en specialist voor nader onderzoek door de helft van de medewerkers niet werd opgevolgd. Werd de diagnose beroepsastma gesteld, dan bleek de helft van de betrokken werknemers toch hetzelfde werk te blijven doen met vrijwel zeker voortzetting van de oorzakelijke blootstelling. De werknemers met beroeps-astma kregen bovendien geen gelijkluidende adviezen na het stellen van de diagnose. Wil een PMO gericht op vroegdiagnostiek van werkgerelateerde luchtwegproblematiek het beoogde preventieve doel bereiken, dan is duide-lijk meer nodig dan een protocol voor de uitvoering. Veel aandacht is nodig voor het te voeren beleid na het constateren van bepaalde afwijkingen. In het preventieve onderzoek dat momenteel in de meelsector plaatsvindt doet men soortgelijke ervaringen op.

75 Aandoeningen aan long- en luchtwegen

allergieën (2008) waarin ook het advies tot periodieke screening aan de orde komt. Ervaringen zoals hierboven beschreven en opgedaan in de meelsector zijn van groot belang bij het uitwerken van een advies wat uiteindelijk moet leiden tot een effectieve preventieve aanpak.

Die zal zich toch in de eerste plaats moeten richten op bestrijding aan de bron in de wetenschap dat er haken en ogen zitten aan de periodieke screening en dat ook kanttekeningen gezet kunnen worden bij de effectiviteit van adem-bescherming (de Vos et al., 2009; Sundblad et al., 2006).

6.4 Conclusies

In document Beroeps-ziekten in cijfers 2009 (pagina 73-76)