• No results found

5. Resultaten

5.3 Werkvormen

In grafiek 5.3.1 is weergegeven hoe de verschillende klassen gemiddeld scoren op de gesloten vragen over de werkvormen. De score van de controleklas ligt net boven het neutrale antwoord. De score van de experimentele klassen op de pretest schommelt rond 3,7 (±0.2), wat betekent dat de leerlingen scoren tussen een ‘beetje mee eens’ en ‘noch mee eens’, ‘noch mee oneens’. Na afloop van de module is voor alle experimentele klassen de score licht gedaald, terwijl de controleklas een verhoging van de score laat zien.

Grafiek 5.3.1: Score op werkvormen voor de verschillende klassen voor pretest en posttest

De resultaten van de t-toets zijn samengevat in tabel 5.3.1. Met de gepaarde t-toets (tweezijdig) is in geen van de klassen een significante verandering vastgesteld voor het gebruik van de werkvormen.

Tabel 5.3.1: Resulaten van de gepaarde t-toets

klas V4b V4c V4m V4v H4m H4v pre test post test pre test post test pre test post test pre test post test pre test post test pre test post test M = 3,16 0,36 3,56 3,53 3,73 3,69 3,67 3,59 3,74 3,65 3,88 3,72 s = 0,47 0,46 0,53 0,61 0,44 0,56 0,48 0,47 0,63 0,64 0,55 0,44 t = 1,72 -0,22 -0,53 -0,75 -0,71 -1,31 p = 0,105 0,826 0,603 0,465 0,484 0,203

M= gemiddelde waarde, s= standaard deviatie, t= waarde t-toets, p= significantie

In de volgende grafiek zijn de resultaten geven van de antwoorden van de leerlingen op de open vraag van de enquêtelijst: ‘Ben je tevreden met de huidige scheikundelessen? Zou je hierin meer vrijheid en zelfstandigheid willen hebben?’

OvO

Vreeswijk en Brenneisen

datum: juni 2012 Pagina 42 van 62

0% 20% 40% 60% 80% 100%

NA: HAVO klas H4v VOOR: HAVO klas H4v NA: HAVO klas H4m VOOR: HAVO klas H4m NA: VWO klas V4v VOOR: VWO klas V4v NA: VWO klas V4m VOOR: VWO klas V4m St. Canisius: NA: VWO klas V4c VOOR: VWO klas V4c NA: Controle klas V4b VOOR: Controle klas V4b Bataafs Lyceum:

WERKVORMEN: Ik ben tevreden met de huidige scheikundeles

ja neutraal nee

Grafiek 5.3.2: Resultaten op open vraag: ‘Ben je tevreden met de huidige scheikundelessen?’ De volgende argumenten werden door de leerlingen gegeven:

Voorafgaand aan de module:

Positief Negatief

- Vind het wel goed zo;

- Docent zegt mij wat ik moet doen (structuur).

- Te weinig proefjes/practicum; - Wil graag meer zelf doen; - Te weinig variatie in lesmethode; - Te weinig tijd voor samen oefenen. Na de module (geldt alleen voor de experimentele klassen):

Positief Negatief

- Het is leuk om actief en praktisch bezig te zijn;

- Je leert van elkaar door samen te werken;

- Zelf dingen uitzoeken is leuk; - Praktijk maakt scheikunde

gemakkelijker;

- De module is beter dan het leerboek.

- Wil graag meer en duidelijk uitleg; - De proefjes zijn te moeilijk; - De module kost te veel tijd;

- Werk liever in groepjes van 2 of alleen; - Te veel vrijheid maakt mij onzeker;

- Voel minder dwang om huiswerk te maken; - Leer liever uit het leerboek.

Met uitzondering van de controle klas V4b zijn minder leerlingen in de experimentele klassen na de module niet tevreden over de scheikundelessen.

OvO

Vreeswijk en Brenneisen

datum: juni 2012 Pagina 43 van 62

Tabel 5.3.2 Observaties onderzoeksvraag; werkvormen

Observaties Bataafs Lyceum

Controle klas V4b Bataafs Lyceum Experimentele klas V4c St. Canisius Experimentele klassen V4m, V4v, H4m en H4v Met logboek

bijgehouden door docent gedurende alle lessen.

Geen verschil in gedrag ten opzichte van vorige lessen. De leerlingen wachten de instructies af van de docent en laten zich extrinsiek motiveren als verplichte huiswerkcontrole en cijfers voor practicumopdrachten en kennistoets.

Bij vrijwel elke groep verliep de samenwerking goed, maar soms waren er wrijvingen. Dit uitte zich bij de leerlingen in soms niet met elkaar praten, werk afschuiven naar een ander, werk naar zich toe trekken, afwachtende houding, niet weten waar ze mee bezig zijn (tijdens proefjes), enz. De leerlingen zijn onzeker en weten niet goed wat ze moeten met de vrijheid die ze gekregen hebben. Herhaaldelijk vragen leerlingen om mijn instructies, bijvoorbeeld bij het vormen van de groepjes, bij voorbereidingen en uitvoeren van de proefjes, enz. Ze willen zich minimaal inspannen en willen snel oplossingen als ze ergens mee zitten. Ze zijn duidelijk niet gewend aan de

rolwisseling en houden zich een beetje vast aan vaste patronen (d.i. regulier onderwijsmethode).

Het geven van de module zorgt voor veel interacties tussen de docent en de leerlingen waardoor deze onderwijsmethode minder statisch is dan de reguliere.

geen

Observaties door stagedocent Hepke Buma.

N.v.t. De meeste leerlingen nemen enthousiast deel aan de

activiteiten van de module omdat ze het leuk vinden.

geen

Observatie en

videovastlegging door Saskia Vreeswijk.

Geen Leerlingen gaan enthousiast aan het werk en overleggen veel

met elkaar. Er is ook overleg tussen verschillende groepen. Uit de video-opname blijkt dat leerlingen aandachtig luisteren tijdens uitleg van docent, maar geen aantekeningen maken. Leerlingen zijn erg enthousiast tijdens presentatie en debat.

Leerlingen zijn actief met de poster aan het werk.

OvO

Vreeswijk en Brenneisen

datum: juni 2012 Pagina 44 van 62

Uit de docentinterviews blijkt dat alle experimentele klassen veel sturing nodig hadden. Ze zijn niet gewend aan de nieuwe manier van werken. Bij de vwo klassen van het St. Canisius ging het samenwerken over het algemeen wel goed, maar niet in elk groepje. In V4v zaten leerlingen echt met elkaar te discussiëren en aan elkaar uit te leggen. Op het Canisius was een duidelijke scheiding tussen theorie en de rollen van de module, daardoor hebben de leerlingen zich niet echt in de rollen ingeleefd. De school is nog klassiek in de wijze van lesgeven en de docenten hebben de leerlingen bewust maar een gedeelte van de nieuwe werkvormen aangeboden.

Uit individuele open interviews in de experimentele klas 4Vc is van een aantal leerlingen vernomen dat de mening over de module verdeeld is. Sommige leerlingen vinden de leerstof in de module beter te begrijpen, vanwege de beknoptheid en anderen vinden de aanpak van de module niet fijn en hebben liever het leerboek Curie. Uit het groepsinterview komt die tweedeling ook naar voren. Er zijn leerlingen die liever niet samenwerken met andere leerlingen. Een groot deel van de leerlingen vinden het samenwerken in groepjes en de zelfwerkzaamheid wel prettig. Kanttekening die ze erbij plaatsen is dat het voor een eerste keer moeilijk is om alles zelf te doen. Leerlingen hebben soms liever de uitleg van de docent dan van een medeleerling.