• No results found

5. Resultaten

5.2 Context

In grafiek 5.2.1 is weergegeven hoe de verschillende klassen gemiddeld scoren op de gesloten vragen over de context. De score van de klassen op de pretest schommelt rond 3.5 (±0.2), wat betekent dat de leerlingen scoren tussen een ‘beetje mee eens’ en ‘noch mee eens’, ‘noch mee oneens’. De klassen van het Bataafs Lyceum (V4b en V4c) scoren het hoogst op de pretest evenals de H4m van het St Canisius. De vwo klassen van het St Canisius (V4m en V4v) scoren vooraf het laagste op context, terwijl zij na afloop van de module de hoogste scores laten noteren. Bij de andere klassen is geen of een kleine verbetering zichtbaar.

Grafiek 5.2.1: Score op context voor de verschillende klassen voor pretest en posttest

Met de t-toets is aangetoond dat de verandering in de klassen V4m en V4v significant zijn (p<0,05). De resultaten van de gepaarde t-toets zijn samengevat in tabel 5.2.1. Hoewel de scores van alle experimentele klassen na de module verhoogd zijn, werd voor de experimentele klas van het Bataafs Lyceum en de havo klassen van het St Canisius geen significant verschil vastgesteld.

Tabel 5.2.1: Resulaten van de gepaarde t-toets voor context

Klas V4b V4c V4m V4v H4m H4v pre test post test pre test post test pre test post test pre test post test pre test post test pre test post test M = 3,70 3,69 3,68 3,73 3,37 4,06 3,44 3,80 3,67 3,68 3,51 3,63 s = 0,33 0,37 0,42 0,67 0,51 0,34 0,55 0,41 0,47 0,52 0,31 0,56 t = -0,06 0,28 9,57 2,81 0,06 1,07 p = 0,956 0,787 0,000 0,017 0,954 0,297

M= gemiddelde waarde, s= standaard deviatie, t= waarde t-toets, p= significantie

In de grafiek 5.2.2 zijn de resultaten geven van de antwoorden van de leerlingen op de open vraag van de enquêtelijst: ‘Denk je later nog iets aan je scheikundekennis te hebben?’

Met uitzondering van de experimentele klassen V4v en H4v laten de leerlingen in de andere klassen na de module een verbetering zien ten opzichte van hun idee over het nut van scheikunde.

OvO

Vreeswijk en Brenneisen

datum: juni 2012 Pagina 39 van 62

0% 20% 40% 60% 80% 100%

NA: HAVO klas H4v VOOR: HAVO klas H4v NA: HAVO klas H4m VOOR: HAVO klas H4m NA: VWO klas V4v VOOR: VWO klas V4v NA: VWO klas V4m VOOR: VWO klas V4m St. Canisius: NA: VWO klas V4c VOOR: VWO klas V4c NA: Controle klas V4b VOOR: Controle klas V4b Bataafs Lyceum:

CONTEXT: Ik denk scheikunde later nog nodig te hebben

ja neutraal nee

Grafiek 5.2.2: Resultaten op open vraag: ‘Denk je later iets aan je scheikundekennis te hebben?’ De volgende argumenten werden door de leerlingen gegeven:

Positief Negatief

- Nodig in het dagelijks leven; - Voor je algemene ontwikkeling; - Nodig voor je vervolgopleiding; - Voor kennis over gevaarlijke en

giftige stoffen (m.b.t. veiligheid).

- Niet nodig in het dagelijks leven; - Niet nodig voor vervolgopleiding.

Eén leerling van klas V4c geeft in het groepsinterview aan dat ze door het gebruik van de context beter begrijpt dat de kennis van zouten noodzakelijk is. De anderen geven daarnaast aan dat de module voor hun duidelijker was dan de methode Curie, maar dat de context hier niet verantwoordelijk voor is.

De docenten geven in het interview aan dat ze niet verwachten dat de context nu in het algemeen een duidelijke link tussen scheikunde en het dagelijks leven heeft gegeven. Ze verwachten niet dat de context ervoor zorgt dat de leerstof beter wordt opgenomen. Alleen bij klas V4v zou dat wel zo kunnen zijn. De docenten van het St. Canisius geven aan dat de context de meeste leerlingen wel zal hebben aangesproken. Ze verwachten ook wel dat de leerlingen meer inzicht hebben gekregen in kunstmest. Op het Bataafs Lyceum zullen de leerlingen door de literatuuropdracht, de poster en het debat wel een betere link tussen deze context en het dagelijks leven kunnen leggen. Dit is ook geobserveerd tijdens de posterpresentatie en het debat, waarbij leerlingen hun kennis en betrokkenheid bij de context toonden. Bij de observatie op het St Canisius is vastgesteld dat de leerlingen bij de posterpresentatie vooral gericht waren op de werking van kunstmest op tuinkers.

De resultaten van de diverse observaties met betrekking tot de context zijn in tabelvorm in tabel 5.2.2 weergegeven.

OvO

Vreeswijk en Brenneisen

datum: juni 2012 Pagina 40 van 62

Tabel 5.2.2 Observaties voor onderzoeksvraag b; context

Observaties Bataafs Lyceum

Controle klas V4b Bataafs Lyceum Experimentele klas V4c St. Canisius Experimentele klassen V4m, V4v, H4m en H4v Met logboek

bijgehouden door docent gedurende alle lessen.

De toepassingen die besproken werden hadden allemaal een chemisch karakter.

Met name door de verschillende invalshoeken, literatuurstudie, posterpresentatie en het debat konden de leerlingen ervaren hoe ver scheikundekennis binnen een bepaalde context sociaal-maatschappelijk reikt. Tijdens het debat toonden veel leerlingen hun kennis en betrokkenheid over de context en speelden ze goed in op de argumenten van andere groepen wat leidde tot een leuke en interessante discussie.

geen

Observaties door stagedocent Hepke Buma.

Geen relevante observaties. De leerlingen hebben tijdens de posterpresentatie en het debat bijzonder goed hun best gedaan en hun enthousiasme die ze daarbij uitstraalden was een streling voor het oog.

geen

Observatie en

videovastlegging door Saskia Vreeswijk.

geen Leerlingen gaan in presentatie in op kunstmest en de

maatschappij. Tijdens het debat leggen een groot aantal leerlingen goed verband tussen de verschillende aspecten van het kunstmestgebruik en de maatschappij.

Bij de St. Canisius was de

posterpresentatie van de groepen vooral gericht op de werking van kunstmest op de groei van tuinkers.

OvO

Vreeswijk en Brenneisen

datum: juni 2012 Pagina 41 van 62