• No results found

Werkvorm les 2 & 3: Continuïteit & Verandering

Bijlage 1 Werkvorm les 2 & 3: Continuïteit & Verandering

Jullie hebben de afgelopen weken jezelf beziggehouden met de 80-jarige oorlog. Jullie gaan aan de hand van gebeurtenissen en ontwikkelingen tijdens de Opstand bekijken of wie er nou geprofiteerd heef van de oorlog die uitbrak met Spanje. Dit gaan jullie doen door een grafiek te tekenen. Op de grafiek gaan jullie invullen in welke mate de twee koopmannen blij waren met de situatie op dat moment (hierbij is 0 het slechts en 10 het best). Jullie gaan twee grafieken tekenen. Een grafiek richt zich op de economische situatie en de andere op de politieke situatie. Wanneer jullie beide grafieken hebben getekend, kunnen jullie ze naast elkaar leggen. De hoofdvraag is in hoeverre veranderde de Opstand de positie van een koopman. Is er een verband tussen de economische de positie van de koopman op basis van zijn religie? Of is er een verband tussen de politieke positie van een koopman op basis van religie. Aan het eind van de opdracht kun je hier antwoord opgeven en zullen we bespreken wie er nu de echte winnaar van de Opstand was.

Jullie gaan werken met ontwikkelingen/gebeurtenissen die door de docent zijn uitgedeeld. Hier staan jaartallen bij. Aan de hand van de bij jullie al aanwezige kennis over de 80-jarige oorlog kunnen jullie deze punten invullen op de twee grafieken.

Jullie werken in tweetallen. Jullie krijgen ieder een van de bovenstaande voorbeelden toegewezen. Let op: jullie tekenen dus twee grafieken. Eén waar het effect op de economische positie van de koopman blijkt en één waar de politieke positie van de koopman op blijkt.

Stappenplan

Stap 1: Lees jullie toegewezen introductie bron over jullie koopman

Stap 2: Lees rustig alle uitgereikte ontwikkelingen en gebeurtenissen door.

Stap 3: Schrijf op per gebeurtenis wat de verandering is voor de economie en wat voor de politiek.

Stap 4: Zet per gebeurtenis een punt op jullie grafiek. Hier is 0 de slechts mogelijke positie en 10 de beste. Kijk bij de onderstaande hulpvragen om te bepalen waar je een punt zet op de grafiek

Stap 5: Trek een lijn tussen je gezette punten.

1. De katholieke koopman in Amsterdam

Hij heeft goede handelscontacten binnen het Spaanse Rijk en wil zijn

handelsbelangen ook graag verdedigen, bijvoorbeeld door actief te zijn voor het stadsbestuur als schepen in de rechtbank.

2. De calvinistische koopman in Amsterdam

Hij moet oppassen, aangezien de kettervervolgingen ook in Amsterdam plaatsvinden. Geld verdienen is echter erg belangrijk voor deze koopman. De ontwikkelingen van de Republiek geven hem mogelijkheden ook om zijn politieke carrière en ambities te laten bloeien.

Stap 6: Vergelijk de beide grafieken. Doe dit door beide grafieken in te vullen op een nieuw grafieken blad met twee verschillende kleuren.

Stap 7: Beantwoord de afsluitende vragen.

Hulpvragen

Per gebeurtenis:

- Op welke termijn zou deze gebeurtenis een versterkend of verzwakkend effect hebben?

- Werken deze gebeurtenissen vooral door op economisch of politiek terrein? Per personage:

- Waarom zou deze gebeurtenis positief uit kunnen pakken?

- Waarom zou deze gebeurtenis negatief uit kunnen pakken?

- Wat voor mogelijkheden bieden de nieuwe omstandigheden?

- Zou de persoon zich zorgen moeten maken, of juist rustig kunnen blijven?

Afsluitende vragen

1. Wat is aan te wijzen als de grootse verandering op economisch gebied? 2. Wat is aan te wijzen als de grootse verandering op politiek gebied? 3. Welke gebeurtenis veranderde weinig op economisch gebied? 4. Welke gebeurtenis veranderde weinig op politiek gebied?

5. Geef met de uitgereikte woorden in de vorige les op 4 punten verandering aan met een van deze woorden. Maak hierbij onderscheid in de snelheid van de verandering of wat voor soort verandering het was.

Gebeurtenissen

Startpunt 1560

Filips II is heer in de Nederlanden en streng katholiek. Hij regeert vanuit Spanje en heef zijn halfzus Margareta aangesteld als landvoogdes, een soort plaatsvervanger. Filips wil zijn macht op de Nederlanden vergroten door te centraliseren, tot ongenoegen van de edelen in de Nederlanden. De steeds strengere kettervervolgingen leiden daarnaast tot onrust en ontevredenheid onder de bevolking in de Nederlanden.

1566: Smeekschrift en Beeldenstorm

Lage adel protesteert tegen het verlies van privileges en de kettervervolgingen met een smeekschrif, dat ze aan de landvoogdes in Brussel aanbieden. Zij besluit de

kettervervolgingen tijdelijk te staken.

Protestantse dominees kunnen daarom in de open lucht prediken en leveren daar ook kritiek op de katholieke leer. Niet veel later komen er in alle gewesten groepen calvinisten op de been die katholieke kerken bestormen en heiligenbeelden, versierde ramen en altaarstukken vernietigen: de Beeldenstorm woedt door de Nederlanden.

1567: Alva richt de Raad van Beroerten op

Strengere vervolging van ketters, protestantse edelen (‘geuzen’) vluchten uit de Nederlanden.

1576: Pacificatie van Gent

Vier dagen na de plundering van Antwerpen door Spaanse troepen die geen soldij meer hadden ontvangen, besluiten de Zuidelijke gewesten zich aan te sluiten bij de Noordelijke gewesten. Holland en Zeeland worden protestants en de andere gewesten blijven katholiek. Bovendien versterken de edelen hun macht in de gewesten. Amsterdam weigert echter het calvinisme als belangrijkste religie en wil Filips II trouw blijven.

1578: Alteratie van Amsterdam

Andere steden dreigen de handel van Amsterdam over te nemen, omdat het steeds meer geïsoleerd raakt in het protestantse Holland. Daarop pleegt een klein groepje protestantse edelen een coup op het katholieke stadsbestuur, dat vervolgens op een schuit de stad uit wordt gevaren. 30 rijke calvinistische burgers en 10 katholieke burgers nemen nu zitting in het stadsbestuur. Alle kloosters en kerken worden in beslag genomen en het katholieke geloof mag niet meer in het openbaar beleden worden.

1585: Val van Antwerpen

Protestantse Antwerpenaren worden gedwongen de stad te verlaten. Van de 100.000 inwoners vertrekken er 40.000 om die reden naar het Noorden, waardoor de handel in Amsterdam nog verder opbloeit.

1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen

Filips II was in 1581 al eenzijdig officieel vaarwelgezegd door de Noordelijke Nederlanden, maar aan de zoektocht naar een nieuwe vorst komt pas een eind in 1588. Een land zonder koning leek ondenkbaar, maar toch gaan een aantal noordelijke gewesten vanaf nu verder als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Staten-Generaal is de hoogste macht, waarin de zeven gewesten zijn vertegenwoordigd. Het gewest Holland is gelijk aan de andere, maar omdat de steden in Holland ongeveer de helf van de oorlogsuitgaven betaalt uit de opbrengsten van de bloeiende handel heef het gewest veel invloed op de besluiten.

1602

Onder leiding van de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt de VOC (Verenigd Oost-Indische Compagnie) opgericht. Deze compagnie krijgt het

monopolie toegewezen op de specerijen handel met Indië. Het hoofdkantoor vestigt zich in Amsterdam

1609 Twaalfjarig Bestand

Doordat de handel minder goed loopt en de oorlogen voor Spanje en de Republiek te duur wordt, besluiten de partijen een Bestand te sluiten. Tijdens dit Bestand vergroot de

Republiek haar invloed in Zuid-Amerika, Afrika en Azië en wordt met name Amsterdam steeds rijker. Regenten in de Staten, veelal rijk van de handel of verwante diensten, trekken zich steeds minder aan van de landadel.

1618 Synode van Dordrecht

Er wordt een rechtlijnige godsdienstpolitiek gevoerd, waarin er één strenge calvinistische leer werd aangehouden. Calvinisten die geloven in vrije wil in plaats van predestinatie worden beschouwd als ketters en staatsvijanden. Niet-calvinisten mogen tevens geen politieke ambten meer bekleden.

1621 Einde Twaalfjarig Bestand

De oorlog wordt hervat en de WIC wordt opgericht. De compagnie is niet alleen gericht op handel, maar ook op de kaapvaart: op die manier kan de Republiek de Spaanse

handelsschepen dwarszitten.

1648 Vrede van Münster

Holland is tevreden met de overwinningen, de oorlog is te duur geworden en dient niet meer de handelsbelangen. De Spanjaarden worden ook door de Fransen aangevallen en hoewel de Republiek hen als bondgenoot heef, worden ook zij bang voor de macht van Frankrijk. Daarop beginnen de vredesonderhandelingen en wordt de Vrede van Münster gesloten: het einde van 80 jaar oorlog. In Amsterdam begint de bouw van een nieuw stadhuis, dat de macht van de stad moet weerspiegelen.

Bijlage 2