• No results found

Welke belemmeringen ervaart de Voedselkringloop in de alledaagse activiteiten?

4. Beschrijving case

5.4 Welke belemmeringen ervaart de Voedselkringloop in de alledaagse activiteiten?

De activiteiten van de Voedselkringloop verlopen natuurlijk niet zonder slag of stoot. Zoals in het theoretisch kader wordt besproken kunnen grassroots een tal van belemmeringen in de alledaagse activiteiten ervaren, zo ook de Voedselkringloop. Deze belemmeringen vormen obstakels op korte én lange termijn. De alledaagse activiteiten worden belemmerd, maar wanneer deze problemen niet opgelost worden kunnen zij op lange termijn groei in de weg staan. In dit hoofdstuk worden deze belemmeringen uitgewerkt waarna de subvraag zal worden beantwoord.

Vrijwilligers: demotivatie en beperkte tijd

Dat de Voedselkringloop afhankelijk is van vrijwilligers brengt enkele belemmeringen met zich mee. Vrijwilligers zijn naast een eventuele morele verplichting niks verplicht (Seyfang & Smith, 2007). Zij worden gedreven door motivaties, maar niks zal hun in de weg staan om op te stappen. Er is bij de Voedselkringloop geen grote doorstroom aan vrijwilligers; enkel dat na de zomerstop enkele mensen zijn gestopt en enkele nieuwe mensen zijn begonnen. Dit is belangrijk, omdat voor een succesvolle grassroots organisatie de vrijwilligers zich verbonden voelen aan de organisatie (Feola & Nunes,

2014: Avelino et al., 2016). Dit gebeurt onder andere wanneer alle betrokkenen van een grassroots organisatie dezelfde doelen en verwachtingen delen (Grabs et al., 2016). Uit één incident is gebleken dat het management en een vrijwilliger niet dezelfde verwachtingen deelden. Desbetreffende vrijwilliger was verantwoordelijk voor een van de wekelijkse pick-ups bij het Foodcenter. Het Foodcenter is een groothandel en de vrijwilligers moeten daar ter plekke beslissen wat zij meenemen. Er werd vaak voedsel meegenomen dat deels beschimmeld was, maar volgens de vrijwilliger alsnog te consumeren zou zijn als er een deel werd afgesneden. Het management wilde geen gedeeltelijk beschimmelde producten in de winkel leggen, en dit vond de vrijwilliger kwalijk. In zijn ogen werd er namelijk voedsel weggegooid dat nog prima eetbaar was, wat tegen de waarden van de Voedselkringloop in staat. Desbetreffende vrijwilliger is na dit incident opgestapt. Dit is de enige keer dat zoiets is voorgekomen, maar het laat wel zien dat het belangrijk is dat er binnen de organisatie dezelfde doelen en verwachtingen worden gedeeld om zulke incidenten te voorkomen.

De tijd die vrijwilligers in het project kunnen steken is ook beperkt en kan niet gegarandeerd worden. Ook zegt men sneller af, omdat het toch vrijwillig is. Meestal is er wel vervanging, maar soms kan het gebeuren dat er geen pick-up kan worden gedaan. Ook komt het zo nu en dan voor dat men wat minder gemotiveerd is om aan de activiteiten deel te nemen. Een voorbeeld hiervan is wanneer er een pick-up met de bakfiets moet gebeuren en het regent. Soms komt het ook voor dat de vrijwilligers hun taken niet goed uitvoeren. Het komt vaak voor dat mensen erg veel eten meenemen waardoor de winkel snel leeg is. De vrijwilligers die in de winkel staan zouden hier wat van moeten zeggen, maar dit wordt vaak niet gedaan. Zij geven bijvoorbeeld aan dat streng optreden niet in hun natuur zit en ze het daarom niet willen doen. De vrijwilligers zijn zoals eerder aangegeven niets verplicht, dus dit is een lastige kwestie. De geïnterviewde vrijwilliger die vaak in de winkel staat ervaart het als erg demotiverend wanneer al het voedsel in één keer weg is. Wat ook de motivatie van een vrijwilliger kan schaden, is falen (Wolfram, 2016); wanneer projecten niet goed uitpakken. Hierdoor het gevoel kan ontstaan dat alle activiteiten ‘nutteloos’ zijn, maar dit is bij de Voedselkringloop nog niet voorgekomen.

Beschikbaarheid eten

Wat ook een structureel obstakel is voor de alledaagse activiteiten van de Voedselkringloop is de miscommunicatie met de Albert Heijn Delflandplein. De Voedselkringloop heeft afgesproken om drie keer per week op vaste dagen het overgebleven voedsel op te komen halen. Omdat er zoveel mensen bij de Albert Heijn werken wordt dit vaak intern niet goed gecommuniceerd waardoor het voedsel alsnog weggegooid wordt. De vrijwilliger die dan de pick-up doet komt met lege handen terug. Dit is zeer nadelig voor de Voedselkringloop, omdat zij hierdoor een stuk minder eten aan kunnen bieden. Dit betekent dat de Voedselkringloop geen garantie kan geven dat er eten in de winkel ligt, wat volgens de operational manager kan zorgen voor een

slechte naam. Het mes snijdt aan twee kanten bij dit probleem; de communicatie tussen de Voedselkringloop en de Albert Heijn kan beter, maar het grootste probleem ligt bij de Albert Heijn. De Voedselkringloop kan daar zelf nauwelijks invloed op uitoefenen. Zoals eerder besproken lijken sommige klanten te profiteren van het feit dat de Voedselkringloop (in zekere zin) gratis voedsel aanbiedt. Dit is natuurlijk ook de bedoeling van het project; maar waar kan de grens worden getrokken qua hoeveel eten de klanten mogen meenemen? De laatste tijd komen er geregeld mensen met koffers om zoveel mogelijk eten mee te kunnen nemen, of klanten die zeggen extra eten mee te nemen voor hun zieke buurvrouw. Het is voor de medewerkers van de Voedselkringloop onmogelijk om na te gaan of dat ook echt zo is. Dit verschijnsel doet denken aan​‘tragedy of the commons’​. Individuen laten hierbij hun eigenbelang voorgaan

in plaats van te denken aan het algemeen belang, wat kan leiden tot overexploitatie (Hardin, 1968). De operational manager zegt er graag iets aan te willen doen. Het enige probleem; ze weten niet goed welke maatregelen er genomen kunnen worden. Hierbij komt een eerder besproken probleem kijken; de vrijwilligers treden liever niet streng op. Maar zoals het nu gaat is het eten uit de winkel snel weg, en worden er minder mensen bereikt. Wanneer het eten ‘eerlijker’ verdeeld zou worden, kunnen meer mensen gebruik maken van de winkel en kan de Voedselkringloop haar informatie in grotere mate diffuseren.

Wet- en regelgeving

Verder kan wet- en regelgeving omtrent voedsel ook een probleem vormen. Deze wetgeving kan heel streng zijn en is een grote oorzaak van voedselverspilling. Door de strenge regels omtrent houdbaarheidsdata wordt voedsel uit de winkel gehaald of door de consument zelf weggegooid, terwijl het product eigenlijk nog een aantal dagen eetbaar kan zijn. De Voedselkringloop ervaart ook problemen als het gevolg hiervan. Een voorbeeld hiervan is het eten dat de Albert Heijn doneert; sommige producten mogen zij namelijk niet in de winkel aanbieden, dus deze worden alsnog weggegooid. Mochten zij deze producten wel in de winkel leggen en worden gecontroleerd hierop, dan zal er een hoge boete op staan. De operational manager zegt dat de Voedselkringloop dit niet zal te kunnen betalen. De organisatie heeft een oplossing gevonden om enkele van zulke producten tóch nog aan te kunnen bieden; ze zetten ze buiten de container. Ze vertellen de klanten waarom deze producten daar staan en vervolgens neemt de klant het product dan als het ware ‘per ongeluk’ mee. Hierdoor worden deze producten niet verspild, en komt de Voedselkringloop niet in de problemen.

De Voedselkringloop zegt niet verantwoordelijk zijn voor de producten die de klanten meenemen. Wanneer er bijvoorbeeld iemand ziek wordt na het consumeren van de producten ligt de verantwoordelijk bij de klant zelf, niet bij de Voedselkringloop. Wel heeft de Voedselkringloop een contract getekend met de Albert Heijn, dat de verantwoordelijkheid van de Albert Heijn wegneemt. Dit wilde de Albert Heijn.

Waar wel op wordt gelet in verband met voedselzekerheid, is voedsel dat gedoneerd wordt. De Voedselkringloop neemt namelijk ook donaties aan. Hierop gelden strikte regels, er mag bijvoorbeeld geen vlees gedoneerd worden. De Voedselkringloop krijgt geregeld berichtjes via Facebook binnen dat mensen eten over hebben en dit graag zouden willen doneren. Het gaat vaak om geprepareerd voedsel, wat niet aangenomen kan worden; het is niet na te gaan wat er precies in zit en dergelijke.

Financiën

Zoals eerder beschreven, heeft de Voedselkringloop geen inkomsten. Er worden soms wel donaties gedaan, maar niet genoeg om winst van te maken en in het project te kunnen investeren. Dit is het gevolg van het pay-as-you-feel beleid. Er worden geen externe investeringen in het project gedaan en alles moet uit eigen zak worden betaald. De operational manager noemt dat de Voedselkringloop deze inkomsten niet nodig heeft. Er werden in de interviews echter enkele dingen benoemd die laten blijken dat enige inkomsten of investeringen tóch voordelig zouden zijn. Ten eerste; de elektrische bakfiets is momenteel kapot. De reparatie wordt door de Voedselkringloop uit eigen zak betaald. Deze bakfiets is echter een essentieel onderdeel van de dagelijkse activiteiten van de Voedselkringloop; hij wordt gebruikt om voedsel mee op te halen. Verder wordt benoemd dat investeren in het project en het uitbreiden van het project (groeien of openen op een tweede locatie) niet gaat, omdat de organisatie niet over de benodigde middelen hiervoor beschikt. Terugkomend op de wet- en regelgeving en de controles van het voorgaande hoofdstuk; de Voedselkringloop benoemd geen geld te hebben om een eventuele boete te betalen. Nu is dit niet nodig omdat er een oplossing voor bedacht is, maar het is wel een punt voor aandacht. Mocht de Voedselkringloop ooit onverhoopt een boete of iets dergelijks krijgen, dan zal dat uit eigen zak moeten worden betaald.

Antwoord op de subvraag

Kortom, het antwoord op de subvraag “​Welke belemmeringen ervaart de

Voedselkringloop in de alledaagse activiteiten?” ​luidt als volgt: vrijwilligers spelen

binnen een grassroots organisatie een cruciale rol. Zij verschaffen kosteloze arbeid, maar zij zijn ze de Voedselkringloop niks verplicht en beperkt beschikbaar. Soms wordt het werk niet goed uitgevoerd en soms worden taken helemáál niet uitgevoerd worden in verband met een gebrek aan tijd. Wanneer de doelen en verwachtingen niet worden gedeeld door alle betrokkenen van een organisatie kan dit leiden tot onenigheid, wat op zijn beurt kan leiden tot demotivatie. Verder is de beschikbaarheid van voedsel onzeker. Bij de Albert Heijn komt het vaak voor dat het voedsel al is weggegooid. In de eigen winkel is het voedsel vaak snel weg omdat mensen soms erg veel in één keer meenemen en hier geen regels voor zijn. Hierdoor kan de Voedselkringloop minder mensen bereiken. Verder vormt de wet- en regelgeving een probleem, omdat sommige producten niet in de Voedselkringloop winkel mogen worden aangeboden terwijl deze nog wel te consumeren zijn. Hier staan hoge boetes op. Ook ervaart de

Voedselkringloop een lichte financiële onzekerheid, maar dit staat de dagelijkse activiteiten niet in de weg.