• No results found

Welk aandeel van de jongvolwassenen vindt volgens jou fruit en groente lekker? 0 = Minderheid 100 = Meerderheid

13. Welk aandeel van de jongvolwassenen eet volgens jou dagelijks fruit en groente? 0 = Minderheid --- 100 = Meerderheid

14. Welk aandeel van de jongvolwassenen vindt volgens jou dat je dagelijks 200 gram fruit en 250 gram groenten zou moeten eten?

0 = Minderheid --- 100 = Meerderheid

15. Welk aandeel van de jongvolwassenen vindt volgens jou fruit en groente lekker? 0 = Minderheid --- 100 = Meerderheid

48

16. Wat is er in de boodschap van het Voedingscentrum die je eerder hebt gelezen gezegd over de meeste jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar?

 De meeste jongvolwassenen eten dagelijks fruit en groente

 De meeste jongvolwassenen eten 200 gram fruit en 250 gram groenten op een dag  De meeste jongvolwassenen vinden dat je dagelijks 200 gram fruit en 250 gram

groenten zou moeten eten

 De meeste jongvolwassenen vinden fruit en groente lekker  Ik heb niets gelezen over jongvolwassenen

 Ik weet het niet

17. In hoeverre vind je de boodschap van het Voedingscentrum die je eerder hebt gelezen geloofwaardig?

 1 = Heel erg ongeloofwaardig  2

 3  4  5  6

 7 = Heel erg geloofwaardig Vragen over coverstory

De volgende stellingen gaan over de website van het Voedingscentrum die je eerder hebt gezien.

Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen. 18. De website ziet er goed gestructureerd uit

 1 = Helemaal mee oneens  2

 3  4  5  6

49 19. De website ziet er interessant uit

 1 = Helemaal mee oneens  2

 3  4  5  6

 7 = Helemaal mee eens

20. De website bevat aantrekkelijke kleuren  1 = Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6

 7 = Helemaal mee eens

21. De website ziet er professioneel uit  1 = Helemaal mee oneens  2

 3  4  5  6

 7 = Helemaal mee eens Vragen over onderdeel 2

De volgende vragen gaan over het online eetdagboek ‘Mijn Eetmeter’.

22. Hoe waarschijnlijk is het dat je het online eetdagboek ‘Mijn Eetmeter’ gaat gebruiken om jouw tussendoortjes bij te houden?

 1 = Heel erg onwaarschijnlijk  2

 3  4  5  6

50

23. Welk tussendoortje miste je tussen de selectie van voedingsproducten die je eerder hebt gezien?

24. Welk tussendoortje wordt door de meeste jongvolwassenen gegeten? Deze vraag meet of je de vragen aandachtig leest. Kies bij deze vraag voor ‘Stroopwafel’.

 Appel  Donut  Ontbijtkoek  Stroopwafel

25. Je bent bij de laatste vraag van het onderzoek aangekomen. Deze vraag gaat over jouw interpretatie van het onderzoek.

Wat is volgens jou het doel van dit onderzoek? Debriefing

Beste deelnemer,

Je hebt zojuist deelgenomen aan het onderzoek ‘Testen en verbeteren voedingswebsite’. Hierbij heb je vragen beantwoord over de website van het Voedingscentrum en

voedingsproducten gekozen.

Je kreeg tijdens dit onderzoek ook een boodschap te lezen over fruit- en groenteconsumptie. Het doel van dit onderzoek was om vast te stellen welke boodschap over de fruit- en

groenteconsumptie van andere jongvolwassenen het meest effectief is in het stimuleren van gezonde voedingskeuzes. Hiervoor wordt gekeken naar de door de deelnemers gemaakte snackkeuzes.

In het onderzoek worden vijf soorten boodschappen bekeken, waarvan jij er één hebt gezien*: 1. Een standaard boodschap: "Wist je dat fruit en groente weinig calorieën bevatten en

veel voedingsstoffen?"

2. Een boodschap met een kwantitatieve norm: "Wist je dat de meeste jongvolwassenen 200 gram fruit en 250 gram groenten eten op een dag?"

3. Een boodschap met een frequentie norm: "Wist je dat de meeste jongvolwassenen dagelijks fruit en groente eten?"

4. Een boodschap met een injunctieve norm: "Wist je dat de meeste jongvolwassenen vinden dat je dagelijks 200 gram fruit en 250 gram groenten zou moeten eten?" 5. Een boodschap met een liking norm: "Wist je dat de meeste jongvolwassenen fruit en

groente lekker vinden?"

De effecten van de vijf boodschappen op snackkeuzes worden met elkaar vergeleken om zo meer inzicht te krijgen in hoe gezonde voedingskeuzes bevorderd kunnen worden.

51

Ik wil je verzoeken om niet met anderen te spreken over het doel van het onderzoek, zolang het onderzoek nog loopt (tot en met juni 2020), omdat dit mogelijk hun reacties in het onderzoek kan beïnvloeden.

Nogmaals dank voor je deelname aan het onderzoek! Met vriendelijke groet,

Queenie Cheung (queeniecheung24@gmail.com) Saar Mollen (s.mollen@uva.nl)

---

*De boodschappen zijn ontwikkeld voor dit onderzoek door de onderzoeker en

corresponderen dan ook niet noodzakelijkerwijs met normen zoals deze gelden in onze samenleving.

52

Appendix B - Pre-analyseplan

Hypothese

 Hypothese 1: Een boodschap met een kwantitatieve norm, frequentie norm of liking norm leidt tot het maken van gezondere voedingskeuzes (H1a) en een hogere intentie om gezonde voedingskeuzes te maken (H1b) dan een boodschap met een injunctieve norm en controleboodschap zonder sociale norm.

In- en exclusiecriteria

 De participanten die niet Nederlands zijn of die jonger zijn dan 18 of ouder dan 24 jaar worden uitgesloten van deelname aan het onderzoek.

 De participanten die aangeven voor meer dan één van de voedingsproducten binnen een categorie allergisch te zijn, worden niet meegenomen in de analyses van het onderzoek.

 De participanten die de aandachtscheck onjuist beantwoorden, worden niet meegenomen in de analyses van het onderzoek.

 De participanten die het doel van het onderzoek doorhebben, worden niet meegenomen in de analyses van het onderzoek.

 De participanten waarvan de data uitschieters bevatte op de afhankelijke variabelen voedingskeuzes en intentie (> 3 SD), worden niet meegenomen in de analyses van het onderzoek.

Variabelen en rol van variabelen in analyses

 Demografische kenmerken: geslacht, leeftijd en opleidingsniveau (beschrijvende variabelen en controlevariabelen)

 Eetlust: op basis van een factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse wordt besloten om de drie items samen te voegen tot één schaal (controlevariabele)

 Allergieën (beschrijvende variabele en exclusiecriteria)

 Voedingskeuzes: ongezonde, middelmatige gezonde en gezonde tussendoortjes worden respectievelijk gecodeerd als ‘0’, ‘1’ en ‘2’ en door middel van een somscore samengevoegd tot één score (uitkomstvariabele)

 Intentie: op basis van een factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse wordt besloten om de vier items samen te voegen tot één schaal (uitkomstvariabele)

 Normperceptie (manipulatiecheck)  Herinnering (manipulatiecheck)

 Geloofwaardigheid (manipulatiecheck)  Aandachtscheck (exclusiecriteria)

53 Voorbereidende analyses

 Om te bepalen of de demografische kenmerken en eetlust als controlevariabele moeten worden meegenomen, zal er een Chi-kwadraattoets (geslacht) en eenwegs-

variantieanalyse (leeftijd, opleidingsniveau en eetlust) worden uitgevoerd.  De manipulatiecheck bestaat uit vragen over de normperceptie, herinnering en

geloofwaardigheid. Voor de vragen over de normperceptie en de geloofwaardigheid zal er een eenwegs-variantieanalyse worden uitgevoerd. Voor de herinnering zal er een Chi-kwadraattoets worden uitgevoerd.

Bevestigende analyses

 Om de hypothese te testen zal er een eenwegs-variantieanalyse worden uitgevoerd (eventueel controlerend voor één van de demografische en achtergrondvariabelen). Om te toetsen of er verschillen zijn tussen specifieke condities (bij een significante F- toets), zal er een Bonferroni post-hoctoets worden uitgevoerd.

54

Appendix C - Stimulusmateriaal

Figuur C1. Controleconditie.

55

Figuur C3. Frequentie norm.

56

57

Appendix D - Pre-test resultaten

Tabel D1

Gezondheidsbeoordelingen en geselecteerde voedingsproducten

Product Vooraf vastgestelde

categorisatie

Gemiddelde

Borrelnoten Ongezond 2,93 (SD = 1,39)

Chips (naturel)* Ongezond 1,61 (SD = 0,81)

Chocoladereep (melk) Ongezond 2,20 (SD = 1,03)

Chocolate chip cookie Ongezond 2,07 (SD = 0,95)

Donut* Ongezond 1,41 (SD = 0,97)

Rijstwafel (melkchocolade) Ongezond 3,34 (SD = 1,29)

Roze koek* Ongezond 1,57 (SD = 0,76)

Stroopwafel* Ongezond 1,98 (SD = 1,09)

Bapao (rund)* Middelmatig 3,02 (SD = 1,32)

Eierkoek* Middelmatig 3,84 (SD = 1,35)

Gekookte worst Middelmatig 2,80 (SD = 1,37)

Knakworst (varkens) Middelmatig 2,50 (SD = 1,13)

Ontbijtkoek* Middelmatig 3,98 (SD = 1,15)

Pizzabroodje Middelmatig 2,14 (SD = 1,05)

Worstenbroodje Middelmatig 2,25 (SD = 1,04)

Yoghurt muesli (naturel)* Middelmatig 4,98 (SD = 1,09)

Appel* Gezond 6,14 (SD = 0,98) Banaan Gezond 6,00 (SD = 0,94) Druiven Gezond 5,80 (SD = 1,15) Komkommer Gezond 6,30 (SD = 0,77) Mandarijn* Gezond 6,30 (SD = 0,70) Paprika* Gezond 6,45 (SD = 0,73) Tomaat* Gezond 6,43 (SD = 0,66) Wortel Gezond 6,43 (SD = 0,66)

58 Tabel D2

Normperceptie

Controle Kwantitatief Frequentie Injunctief Liking Totaal Kwantitatieve normperceptie Gemiddelde 3,20* 5,33 4,00 3,50* 3,88 3,98 Standaarddeviatie 1,23 1,58 1,23 0,93 1,25 1,42 Frequentie normperceptie Gemiddelde 4,40 4,67 5,67 4,88 4,63 4,84 Standaarddeviatie 0,97 1,66 0,71 1,13 1,60 1,28 Injunctieve normperceptie Gemiddelde 4,60 4,78 5,33 5,38 4,75 4,95 Standaarddeviatie 1,08 1,39 1,00 1,06 1,28 1,16 Liking normperceptie Gemiddelde 4,30 4,33 4,56 4,63 4,88 4,52 Standaarddeviatie 1,83 1,87 0,53 1,19 1,13 1,37

Noot. *Significant verschil met de target norm. De gemiddelden van de target normen zijn

vetgedrukt. Tabel D3

Herinnering boodschap

Controle Kwantitatief Frequentie Injunctief Liking Totaal Correct 7 (70,0%) 8 (88,9%) 6 (66,7%) 7 (87,5%) 6 (75,0%) 34 (77,3%) Incorrect 3 (30,0%) 1 (11,1%) 3 (33,3%) 1 (12,5%) 2 (25,0%) 10 (22,7%)

Totaal 10 9 9 8 8 44

59 Tabel D4

Geloofwaardigheid boodschap

Controle Kwantitatief Frequentie Injunctief Liking Totaal

Aantal 10 9 9 8 8 44

Gemiddelde 4,50 5,44 5,00 4,88 3,88 4,75

60

Appendix E - Hoofdonderzoek resultaten

Tabel E1

Demografische kenmerken

Controle Kwantitatief Frequentie Injunctief Liking Totaal Geslacht Man 8 5 9 8 6 36 Vrouw 30 25 28 32 34 149 Leeftijd Gemiddelde 21,42 21,67 21,27 21,38 21,48 21,43 Standaarddeviatie 1,67 1,67 1,66 1,85 1,65 1,69 Opleidingsniveau Laag 2 1 2 1 2 8 Midden 6 7 5 4 9 31 Hoog 30 22 30 35 29 146 Totaal 38 30 37 40 40 185 Tabel E2 Herinnering boodschap

Controle Kwantitatief Frequentie Injunctief Liking Totaal Correct 29 (76,3%) 29 (96,7%) 23 (62,2%) 36 (90,0%) 34 (85,0%) 151 (81,6%) Incorrect 9 (23,7%) 1 (3,3%) 14 (37,8%) 4 (10,0%) 6 (15,0%) 34 (18,4%) Totaal 38 30 37 40 40 185 (100,0%) Tabel E3 Geloofwaardigheid boodschap

Controle Kwantitatief Frequentie Injunctief Liking Totaal

Aantal 38 30 37 40 40 185

Gemiddelde 5,24 4,63 5,00 4,50 4,73 4,82