• No results found

4.2 / DE WEgEnkaart Van HEt VoEDsEL

In de supermarkt is de hele wereld vertegenwoordigd. Pizza’s, curry’s en burrito’s zijn alledaagse gerechten geworden. Ook de ingrediënten komen vanuit de hele wereld. De voedsel- industrie kent een geavanceerde logistiek en een wegenkaart die zich over alle continenten uitstrekt. In een product als hazelnootpasta van Nutella zitten hazelnoten uit Turkije, palmolie uit Maleisië, cacao uit Nigeria, suiker uit Brazilië en Europa en vanille uit China; alleen de melk wordt lokaal toe- gevoegd. Ook de verpakking van glas, plastic en papier heeft een lange weg afgelegd.

Nederland heeft een bijzondere plaats in dit wereldwijde stromenlandschap van voedsel. Het is vanouds een han- dels- en doorvoerland. In geld gemeten is Nederland zelfs de op één na grootste exporteur van voedsel- en landbouwpro- ducten ter wereld, na de Verenigde Staten.

AARDAPPELEN 55 LAND

8800

M

2 WATER

13 G

BROEIKASGASSEN (IN CO² eq)

226 0

00 L

STIKSTOF

6400

KG

ANTIBIOTICA

67 K

G

RIJST 8 PASTA 6 FRUIT 87 GROENTEN 96 GEBAK EN KOEK 24 BROOD 78 ZUIVEL (EXCL. KAAS) 199

KAAS

21

VIS 7

VLEES 74

SAUZEN EN

VETTEN 38 SNACKS ENSNOEP 36 EIEREN 11 OVERIG 68 KOFFIE 15 THEE 2 BIER 160 WIJN 48 FRISDRANK 211 SAP 54 MINERAAL- WATER 64

VOEDSEL- EN DRANKENAANKOOP PER HUISHOUDEN PER JAAR IN KILO, MET DE BIJBEHORENDE VOETAFDRUK PER NEDERLANDS HUISHOUDEN (2010)

4.1 / Wat tEr

taFEL koMt

Een nederlands huishouden haalt per jaar ruim 1350 kilo voedsel in huis. Voor de productie hiervan is bijna een hectare landbouwgrond nodig, plus aanzienlijke hoeveelheden water, energie, meststoffen, bestrijdingsmiddelen en antibiotica. Een onzichtbaar bijproduct van deze welvoorziene dis is de uitstoot van broei- kasgassen: 18 kilo per dag, dus ruim 6400 kilo per jaar.

Bronnen: gfk, rIVM en Milieucentraal, PBL, UnEsCo-IHE – alle bewerkt door PBL

DIEREN EN VLEES 3 ZUIVEL 12 GEWAS 11 DIEREN EN VLEES 2 ZUIVEL 3 GEWAS 9 VARKEN PLUIMVEE RUND ZUIVEL KAAS FRUIT (VERS) GROENTEN (VERS) GROENTEN (VERWERKT) FRUIT (VERWERKT) GRAAN AARD- APPELEN SUIKER GEWAS 15 ZUIVEL 1 DIEREN EN VLEES 4 GEWAS 10 ZUIVEL 1 DIEREN EN VLEES 2 RUWVOER 12 VIS PRODUCTIE* IMPORT IMPORT* CONSUMPTIE EXPORT PRODUCTIE *DROGE STOF KRACHTVOER 14 KRACHT- VOER 2

4.2 / DE WEgEnkaart

Van HEt VoEDsEL

De voedselvoorziening is een wereldwijde markt, waar producten en ingrediënten grote afstanden afleggen. nederland heeft een bij- zondere plaats in het mondiale voedselnetwerk. Het is een hightech agrarische grootmacht, die maximaal gebruik maakt van de gunstige land- bouwomstandigheden en van de strategische positie als handels- en doorvoerland. Bronnen: CBs, LEI, PDV, PZ – alle bewerkt door PBL

Het succes van de Nederlandse ‘agri & food’-sector heeft glo- baal drie oorzaken. Ten eerste maken de vruchtbare bodem en het gunstige klimaat een hoge productie mogelijk. Daarnaast is de Nederlandse land- en tuinbouw kennisintensief (scho- ling, onderzoek en innovatie) en kapitaalintensief (grote investeringen). Ook daardoor zijn de opbrengsten per hectare hoog, met producten als zaaigoed, bloembollen en bloemen, en heeft de sector een hoge toegevoegde waarde. Tot slot maakt de Nederlandse voedingssector gebruik van de strate- gische positie in het internationale handelsnetwerk. Schiphol en de Rotterdamse en Amsterdamse havens zijn tegenwoordig knooppunten in de wereldwijde logistiek van gewassen en dierlijke producten, halfproducten en eindproducten. Dat maakt het aantrekkelijk om in Nederland grondstoffen te importeren, te verwerken en daarna als hoogwaardiger pro- duct te verhandelen.

De Nederlandse landbouw kan voor veel alledaagse pro- ducten ruimschoots voorzien in de binnenlandse behoefte. Dat geldt voor varkensvlees, zuivel, aardappelen, groente en suiker. Fruit is een van de uitzonderingen; dat wordt in grote hoeveelheden ingevoerd.

4.3 / BoErEn MakEn HEt LanDsCHaP

Agrarische ontwikkelingen zijn al eeuwenlang bepalend voor het Nederlandse landschap. Intensivering, mechanise- ring, schaalvergroting en industrialisering van de landbouw hebben de afgelopen eeuw het landschap veranderd. Het oppervlak aan agrarisch gebied is in de afgelopen eeuw gegroeid door ontginningen en inpolderingen en gekrompen door verstedelijking. Het beslaat nu iets meer dan de helft van Nederland.

Landbouw was tot ver in de 19e eeuw sterk gebonden aan de vruchtbaarheid van de bodem: in de Zeeuwse klei groeiden aardappels en ui, in het rivierenland groeide fruit, en op schrale zandgronden liep vee. De internationale landbouw- crisis van 1880–1895 leidde tot een ingrijpende heroriëntatie.

slimme steden

De overheid bevorderde voortaan kennisverwerving, inten- sivering, innovatie (kunstmest, kassen) en export. Vóór de Tweede Wereldoorlog was de Nederlandse landbouw al een van de intensiefste ter wereld.

Na 1945 is deze koers versterkt doorgezet. Het landschap veranderde; kavels werden samengevoegd, waterpeilen ver- laagd, kleinschalige elementen zoals houtwallen verwijderd. De rationalisatie nam ook de vorm aan van sterkere spe- cialisatie per regio: zuivel in Friesland, Gelderland en het Groene Hart; kippen in de Gelderse Vallei; varkens in Noord- Limburg en Noordoost-Brabant; hoogwaardige gewassen voor de export, zoals bloemen en kasgroenten, in het westen, in de buurt van Schiphol en Rotterdam.

De opkomst van de intensieve veehouderij in Nederland is gestimuleerd door de nabijheid van de Rotterdamse haven die goedkope invoer van veevoer mogelijk maakte. Distributie vond plaats via het netwerk van kanalen die al waren aan- gelegd voor onder andere het transport van turf. Langs deze routes vestigden zich veevoerbedrijven.

Het landschap blijft onderhevig aan veranderingen. In de 21e eeuw ontdekken stedelingen het platteland als plaats om te wonen en te recreëren, en zoeken daarbij het gewenste (pit- toreske) landschap. Er is een Nederlandse culinaire cultuur ontstaan met oog voor voedselkwaliteit, ambachtelijkheid en streekgebondenheid. Boeren spelen hier op in met nieuwe streekproducten (Beemsterkaas, Mariënwaerdt). Ook natuur- ontwikkeling, agrarisch natuurbeheer en de opkomst van nieuwe vormen van ‘gemengd bedrijf’ zoals kampeer- en zorgboerderijen, beïnvloeden het landschap. Terwijl de land- schappelijke variatie in de naoorlogse jaren van rationalisatie verminderde, is er in de 21e eeuw een nieuwe vorm van ver- scheidenheid aan het ontstaan.