• No results found

10.2 / NEDERlAND DRAAIt oP olIE EN gAS

Het Nederlandse energiesysteem is voor een groot deel afhan- kelijk van olie en gas. Nederland is daarnaast een belangrijk doorvoerland van fossiele brandstoffen; van olie, van gas en van kolen. De import van deze energiebronnen is driemaal zo groot als het binnenlands gebruik, en de export ruim twee maal zo groot.

Olie importeert Nederland vrijwel volledig. Ongeveer driekwart van de geïmporteerde olie wordt ook weer geëx- porteerd, vaak na bewerking. De rest wordt hoofdzakelijk als grondstof en motorbrandstof gebruikt. Aardgas voor eigen gebruik komt voor ruim driekwart uit Nederland zelf, de rest is import. Nederland exporteert zowel gas uit eigen bodem als gas dat eerst is geïmporteerd; in totaal exporteert Nederland jaarlijks een hoeveelheid gas die gelijk is aan twee derde van wat het uit de bodem haalt (al is het niet noodzake- lijkerwijs hetzelfde gas). Nederland is dus zowel gasexporteur als gasimporteur.

Aan elektriciteit wordt veel minder energie over de grenzen uitgewisseld. Ten opzichte van het totale binnen- landse elektriciteitsverbruik is echter ook deze uitwisseling nog steeds aanzienlijk. Al deze cijfers kunnen van jaar tot jaar behoorlijk fluctueren.

Olie en gas worden binnen Nederland omgezet in elek-

triciteit , warmte, beweging en diverse producten zoals

plas tics. Dergelijke omzettingen gebeuren in het groot in energie centrales en fabrieken en in het klein in bijvoorbeeld verbrandingsmotoren en CV-ketels.

Biomassa en andere hernieuwbare bronnen leveren ook een bijdrage aan het energiesysteem, maar op veel klei- nere schaal. Op dit moment voorzien biomassa, wind- en zonne-energie samen voor ruim 4 procent in de Nederlandse energiebehoefte.

Lang niet alle energie wordt nuttig toegepast, want bij iedere bewerking of omzetting treedt verlies van warmte op. Dat gebeurt in het klein bij een automotor, en in het groot bij een elektriciteitscentrale, die niet alleen stroom produceert maar ook veel warmte, die in de vorm van koelwater in de omgeving van de centrale wordt geloosd. In een elektriciteits- centrale gaat zo 40 procent van de energie verloren, in een benzinemotor zelfs 75 procent.

Veel van de rendementsverliezen zijn onvermijdelijk, maar niet alle. Zo is het mogelijk om een hoger rendement te halen door de restwarmte van energiecentrales te benutten in plaats van te lozen.

10.3 A / DE gASRotoNDE

Nederland is een schakel in een wereldwijd energienetwerk en heeft een wijdvertakte infrastructuur door het hele land. De energie die Nederland verbruikt, komt behalve uit eigen land uit bronnen over de hele wereld: kolen uit Australië, gas uit Rusland, olie uit Saoedi-Arabië, biobrandstof uit Brazilië, elektriciteit uit Duitsland. Het komt per kabel, schip of pijp- leiding het land binnen. Het gasnetwerk strekt zich uit van diep in de Noordzee tot ver over de grenzen van Europa, naar Iran, Rusland en Algerije.

Binnen Nederland wordt de energie via gasbuizen, warmte - netten en elektriciteitsdraden bij de gebruikers bezorgd , tot in elke zolderkamer en elke kelder van elk huis in Nederland. Het binnenlandse gasnet is 135.000 kilometer lang en het elek triciteitsnet ruim 300.000 kilometer.

De Nederlandse energie-infrastructuur is technisch van hoog niveau. Dat maakt het mogelijk om ook na een sterk verlaagde gaswinning in Nederland, een strategische positie in te nemen voor heel Noordwest-Europa. Aardgas en groen gas kunnen over deze zogeheten ‘gasrotonde’ worden rondge- pompt en zelfs (tijdelijk) worden opgeslagen in ondergrondse velden.

SLIMME StEDEn

ELEKTRICITEITSOPWEKKING IN MW GAS- EN AARDOLIENETWERK GASLEIDINGEN AARDOLIELEIDINGEN STEDELIJK GEBIED 50 100 1000 2500 NAAR NORD STREAM MAASVLAKTECENTRALE 1052 MW MAXIMACENTRALE 1000 MW AMERCENTRALE 1245 MW MOERDIJKCENTRALE 1230 MW CLAUSCENTRALE 1945 MW MAGNUMCENTRALE 1311 MW KERNKRACHT- CENTRALE BORSSELE 512 MW HEMWEGCENTRALE 1664 MW

10.3 A / DE gASRotoNDE

De gasinfrastructuur in Nederland en op de Noordzee is wijdvertakt en hoogwaardig. Dat maakt het mogelijk om het interne gasnet economisch te benutten voor heel Europa. Nederland wordt een ‘rotonde’ voor de inter- nationale distributie en opslag van gas en Co2-stromen.

Bronnen: ECN, lISA – bewerking PBl, Risicoregister/RIvM – bewerking PBl

ELEKTRICITEITSOPWEKKING IN MW ENERGIECENTRALES AFVALVERBRANDINGS- INSTALLATIES WINDTURBINES ELEKTRICITEITSNETWERK HOOGSPANNINGSNETWERK BOVENGRONDS HOOGSPANNINGSNETWERK ONDERGRONDS STEDELIJK GEBIED 50 100 1000 2500

HOOFDTRANSPORTNETWERK VOOR ELEKTRICITEIT (2012) /

ELEKTRICITEITSCENTRALES (>60 MW), WINDTURBINES EN AFVALVERBRANDINGSINSTALLATIES (2012)

EEMSCENTRALE 2445 MW MAASVLAKTECENTRALE 1052 MW MAXIMACENTRALE 1000 MW HEMWEGCENTRALE 1664 MW AMERCENTRALE 1245 MW MOERDIJKCENTRALE 1230 MW CLAUSCENTRALE 1945 MW MAGNUMCENTRALE 1311 MW KERNKRACHT- CENTRALE BORSSELE 512 MW NORNED BRITNED

10.3 B / ElEktRICItEIt

gAAt StEEDS MEER DE

gRENS ovER

Het Nederlandse elektriciteitsnetwerk verbindt de elektriciteitscentrales met eindgebruikers, van industrie tot huishoudens. voor de nieuwe windparken is een belangrijke uitbreiding van het netwerk nodig, zowel op land als op zee. De infrastructuur voor elektriciteit wordt ook steeds internationaler, met meer handel over de grens met Duitsland en nieuwe verbinding naar Engeland.

Bronnen: IDoN, lISA, RWS, tennet, Windenergie-nieuws – alle bewerkt door PBl

10.3 B / ElEktRICItEIt gAAt StEEDS

MEER DE gRENS ovER

De infrastructuur voor elektriciteit wordt, net als bij gas, steeds internationaler. Nu al wordt er stroom verhandeld tussen Nederland en de buurlanden, en op termijn moet het hele Europese marktgebied door een samenhangend net- werk worden bediend. Mede om die reden zijn onlangs verbindingen naar Noorwegen en Engeland aangelegd. Inter- nationale uitwisseling helpt daarnaast bij het opvangen van de natuurlijke wisselingen in het aanbod van zon- en windenergie.

10.4 / Co2 AlS BIjPRoDUCt vAN