In het vorige hoofdstuk is besproken waarom de accountant in business kiest voor het bedrijfsleven, maar kunnen we ook een uitspraak doen over wanneer19 ze er voor kiezen? Aangezien sommige accountants de openbare accountancy gebruiken als leerschool is het aannemelijk dat ze tot een bepaalde positie blijven, zodat ze genoeg ervaring en kennis hebben opgedaan.
Echter, is hiernaar weinig onderzoek verricht. De AICPA (2006) is de enige die hier onderzoek naar heeft gedaan20, maar ook uit dit onderzoek komt geen exacte informatie naar voren over het aantal jaar. Toch worden de resultaten van het onderzoek van de AICPA hier besproken, omdat het mogelijk de basis kan vormen voor vervolgonderzoek en het een eerste impressie geeft. Vanwege de beperkte data wordt daarom ook geen algemene conclusie gegeven, maar alleen voor de
Verenigde Staten.
In het onderzoek van de de AICPA (2006) staat een overzicht gegeven van de posities21 waarin de respondenten zicht bevonden toen zij het openbare beroep verlieten. Van de respondenten die nu werkzaam zijn in business & industry heeft 78 procent voorheen gewerkt in het openbare beroep.
De posities binnen de openbare accountancy zijn in volgorde van laag naar hoog als volgt: Staff assistant, senior auditor, supervisor, manager, senior manager,
director en partner (AICPA, 2006; Accountant & Alterim 2005-2014). In het tabel hieronder is een overzicht gegeven van het gemiddeld aantal jaren ervaring
behorende bij de posities. De gegevens zijn afkomstig van de AICPA en uit het boek
Auditing and Assurance Services (Arens, Beasley en Elder, 2014). Voor de posities
staff assistant, senior auditor en manager verschaft de AICPA informatie over het gemiddelde aantal jaren ervaring (AICPA 5, z.d.). Voor het partnerschap, de
supervisor, senior manager en director staat geen informatie vermeld. Echter, geven Arens, Beasley en Elder, (2014) aan dat dit voor het partnerschap gemiddeld tien jaar of meer is. Aangezien een manager gemiddelde zes jaar of meer ervaring heeft, gaan we er van uit dat de supervisor beschikt over drie tot zes jaar ervaring en voor de senior manager en director tussen de zes en tien.
19 Wanneer als gedefinieerd in aantal jaren 20
Het gaat hier om de transitie van het openbare beroep naar business & industry. In business & industry zijn de CPA’s werkzaam in het openbare beroep, bij de overheid en in het onderwijs buiten beschouwing gelaten (AICPA 4, z.d.) .
Figuur 5.1: Posities openbaar beroep
Positie Gemiddeld aantal
jaren ervaring
Staff assistant 1 – 3 jaar
Senior auditor 3 – 6 jaar
Supervisor 3 – 6 jaar
Manager 6+ jaar
Senior manager 6+ jaar
Director 6+ jaar
Partner 10+ jaar
Uit het onderzoek van de AICPA (2006) komt naar voren dat 37 procent van de vrouwelijke respondenten het openbare beroep hebben verlaten toen ze een senior auditor positie bekleedde. Dat betekent dat ze het openbare beroep verlieten na drie tot zes jaar. Twintig procent van de vrouwelijke respondenten verliet het openbare beroep toen ze staff assistant waren (1-3 jaar) en achttien procent in de positie van manager (6+ jaar).
Echter, toon het onderzoek van Gammie en Whiting (2012) aan, dat verricht is onder de vrouwelijke accountants van The Institute of Chartered Accountants of Scotland (ICAS), dat vrouwen het openbaar beroep verlaten binnen twee à drie jaar. Er kan geen uitsluitsel gegeven worden over de vraag waarom dit verschil bestaat. Wel zijn de onderzoeken in verschillende jaren en twee verschillende landen uitgevoerd, mogelijk dat dit een verklaring is.
De mannen kozen evenals de vrouwen voornamelijk voor het verlaten van het openbare beroep nadat ze de senior auditor positie bereikt hadden (30%). Op de tweede plek stond de manager (6+ jaar) positie met 23 procent en op de derde plek supervisor (3-6 jaar) met veertien procent.
Deze data toont aan dat de meeste accountants in business al voor het bereiken van het partnerschap het openbare beroep hebben verlaten. Daarnaast heeft 72 procent van de vrouwen en 56 procent van de mannen het openbare beroep al verlaten voordat zij de manager positie hebben bereikt.
Volgens Chiu (in: A Plus, 2013) is het bereiken van een management positie een voordeel, omdat dit een belangrijke vaardigheid is binnen het bedrijfsleven.
Opvallend is dan ook dat ze beweert dat het beste moment om te kiezen voor het bedrijfsleven na drie à vier jaar in de openbare accountancy is, terwijl een
management posities veelal pas bereikt wordt na zes jaar.
Daarnaast zijn enkele accountants het beroep ingestapt om deze als opstap te gebruiken voor het bedrijfsleven en verwachten ze het openbare beroep te verlaten na ongeveer vijf jaar (Bullen & Flamholtsz, 1985). Dit komt overeen met de data van de AICPA, die aantoont dat de meerderheid al binnen 6 jaar is vertrokken (vóór manager positie te bereiken).
Opvallend is dat de respondenten die voorheen in het openbare beroep hebben gewerkt niet meteen naar het bedrijfsleven zijn overgestapt22. Slechts zes procent
van de vrouwen en vijf procent van de mannen zijn binnen één jaar overgestapt naar het bedrijfsleven. Voor 27 procent van de vrouwen en 20 procent van de mannen heeft hier zelfs een periode van zes tot tien jaar tussen gezeten. Een verklaring voor wat ze in de tussentijd gedaan hebben, wordt niet gegeven.
Figuur 5.3: Aantal jaar sinds verlaten openbaar beroep AICPA (AICPA, 2006)
Met betrekking tot de AICPA kunnen we concluderen dat de meerderheid (zowel mannen als vrouwen) al voor het behalen van de manager positie het openbare beroep heeft verlaten. Daarnaast kiezen zij niet meteen voor het bedrijfsleven, maar zit hier een ‘aantal’ jaar tussen.