• No results found

W ETSVOORSTEL W ET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (W ABO )

De wetgever beoogt met het wetsvoorstel Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu mogelijk te maken. Het wetsvoorstel Wabo is in december 2007 plenair in de Tweede Kamer besproken, waarna de Kamer in grote meerderheid met het voorstel heeft ingestemd.

Halverwege december is het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer gestuurd. Naar verwachting treedt de Wabo op 1 januari 2009 in werking.

Hierna wordt uitgegaan van de volgende wet- en regelgeving:

ƒ De Algemene wet bestuursrecht (Awb);

199 Artikel 8 lid 2 Dw.

200 Artikel 8 lid 1 Dw.

201 Rb. Amsterdam, 6 februari 2008, AWB 07/786 WET (Landmark Nederland B.V./College van B&W Gemeente Amsterdam).

202 Zie H.W. Wefers Bettink, ‘Intellectuele eigendomsrechten op geo-informatie’, in: L. van der Wees & S. Nouwt (red.), Recht en locatie. Geo-informatie in een juridische context (Nederlandse Vereniging voor Informatietechnologie en Recht), Den Haag: Reed Business BV 2008, p. 85-89.

CS­20081112.04

ƒ het wetsvoorstel Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);203

ƒ het voorontwerp Besluit omgevingsrecht (BOR);204

ƒ het voorontwerp Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR);205 en

ƒ de Wet ruimtelijke ordening (Wro).206

De Wabo bevat twee hoofdregels met betrekking tot de vraag welke werkzaamheden vergunningsplichtig zijn. Volgens de eerste hoofdregel is het verboden zonder vergunning bepaalde projecten uit te voeren.207 Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van een bouwwerk. Volgens de tweede hoofdregel is een omgevingsvergunning nodig voorzover bij een provinciale of gemeentelijke verordening is bepaald dat het verboden is zonder

vergunning bepaalde werkzaamheden te verrichten.208

‘Bevoegd gezag’

De Wabo gaat ervan uit dat één bestuursorgaan één integraal besluit neemt met betrekking tot de vergunningverlening. De hoofdregel is dat het college van burgemeester en wethouders van een gemeente als bevoegd gezag worden aangemerkt.209 Bij AMvB kan worden bepaald dat gedeputeerde staten voor projecten die van provinciaal belang zijn, als bevoegd gezag worden aangemerkt, of dat een aangewezen minister voor projecten die van nationaal belang zijn als bevoegd gezag wordt aangemerkt.210 De minister van VROM kan in afwijking van deze hoofdregels bepalen dat hij als bevoegd gezag wordt aangemerkt indien dat geboden is in het algemeen belang.211

Waar dient de vergunningaanvraag aan te voldoen?

Een aanvraag dient te worden ondertekend en bevat ten minste:

- de naam en het adres van de aanvrager;

- de dagtekening;

- een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd;212

De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.213

Aantal exemplaren dat moet worden ingediend ingeval van schriftelijke aanvraag

De aanvraag kan schriftelijk of elektronisch worden gedaan.214 Bedrijven (rechtspersonen of natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen) kunnen uitsluitend op elektronische wijze een aanvraag doen.215 Het bevoegd gezag kan bepalen hoeveel

exemplaren van de aanvraag en de bijbehorende gegevens en bescheiden dienen te worden ingediend, maar dit kan maximaal vier exemplaren bedragen.216

203 Kamerstukken II 2006/07-2007/08, 30 844, nr. 1-40; Kamerstukken I 2007/08, 30 844, A-C.

204 Versie 6 december 2006.

205 Versie 6 december 2006.

206 Stb. 2006, 566.

207 Artikel 2.1 lid 1 Wabo.

208 Artikel 2.2 lid 1 Wabo.

209 Artikel 2.5 lid 1 Wabo.

210 Respectievelijk artikel 2.5 lid 2 en 3 Wabo.

211 Artikel 2.5 lid 4 Wabo.

212 Artikel 4:2 lid 1 Awb.

213 Artikel 4:2 lid 2 Awb.

214 Artikel 4.1 lid 1 BOR.

215 Artikel 4.1 lid 2 BOR.

216 Artikel 4.2 lid 1 BOR. Indien er meer dan twee adviseurs zijn aangewezen in de situatie dat burgemeester en wethouders als adviseur zijn aangewezen indien zij niet het bevoegd gezag zijn,

CS­20081112.04

Algemene indieningsvereisten

In een aanvraag om een vergunning vermeldt de aanvrager:

a. de naam, het adres en de woonplaats van de aanvrager, alsmede het elektronisch adres van de aanvrager indien de aanvraag op een e-formulier wordt ingediend;

b. het adres, de kadastrale aanduiding dan wel de ligging van het project;

c. een omschrijving van de aard en de reden van het project;

d. een omschrijving van de aard, de omvang en de effecten217 van de activiteiten die worden aangevraagd;

e. indien de aanvraag wordt ingediend door een gemachtigde: zijn naam, adres en woonplaats, alsmede het elektronisch adres van de gemachtigde indien de aanvraag op een e-formulier wordt ingediend;

f. indien het project wordt uitgevoerd door een ander dan de aanvrager: zijn naam, adres en woonplaats.218

De aanvrager voorziet de aanvraag van een aanduiding waaruit de plaats en de omvang van de aangevraagde activiteit of activiteiten kan worden opgemaakt.219 De aanvrager doet bij de aanvraag een gespecificeerde opgave van de kosten van de te verrichten werkzaamheden, in verband met de berekening van de leges, tenzij geen leges worden geheven.220

Bovenstaande vereisten zijn de algemene indieningsvereisten. Naast deze vereisten, dient een aanvraag te voldoen aan de specifieke eisen die worden gesteld ingeval van specifieke activiteiten.221 Zo gelden er bijvoorbeeld aanvullende vereisten voor aanvragen inzake bouwen en huisvesten, inzake het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, inzake sloopactiviteiten en inzake het gebruiken van gronden, gebouwen, monumenten of andere objecten.

Elektronische indiening

Ingeval de vergunningsaanvraag op elektronische wijze worden gedaan, dan nemen

burgemeester en wethouders van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak wordt of zal worden uitgevoerd of het bevoegd gezag, indien burgemeester en wethouders niet bevoegd zijn op de aanvraag te beslissen, nemen een aanvraag die langs elektronische weg wordt gedaan, in ontvangst.222

Ingeval van een elektronische vergunningsaanvraag, dienen ook de daarbij te verstrekken gegevens en bescheiden langs elektronische weg te worden verstrekt. De aanvrager kan de gegevens en bescheiden op schriftelijke wijze verstrekken, voor zover het bevoegd gezag te kennen heeft gegeven dat dit mogelijk is.223 Het bestuursorgaan dient de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag te bevestigen.224

Algemene eisen aan elektronische indiening

verstrekt de aanvrager op verzoek van het bevoegd gezag evenzoveel meer exemplaren, artikel 4.2 lid 2 juncto 6.1 BOR.

217 Met ‘effecten’ wordt bedoeld een beschrijving van de gevolgen van de activiteit voor de fysieke leefomgeving, voor zover die gevolgen relevant zijn voor de beoordeling van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

218 Artikel 1.1 lid 1 MOR.

219 Artikel 1.1 lid 2 MOR. Met ‘aanduiding’ is bedoeld een situatieschets, foto of afbeelding. De gekozen vorm en de maatvoering zijn in beginsel vormvrij.

220 Artikel 1.1 lid 3 MOR.

221 Artikel 4.4 lid 1 BOR.

222 Artikel 4.3 lid 1 BOR.

223 Artikel 4.3 lid 2 BOR.

224 Artikel 4:3a Awb.

CS­20081112.04

Algemene gegevens, rapportages en berekeningen dienen aangeleverd te worden in een van de volgende bestandsformaten:

- .pdf;

- .doc;

- .xls.225

Tekeningen dienen aangeleverd te worden in een van de volgende bestandsformaten:

- .jpg - .tiff - .pdf

- .dwf formaat, indien de gemeente heeft aangegeven dat het dit formaat accepteert.226

Indien de digitale bestanden worden ingediend op een opslagmedium, dient deze slechts bruikbaar te zijn voor het alleen lezen van die bestanden, zogenoemde ‘read-only’-bestanden.

Indien de bestanden langs elektronische weg worden aangeleverd dienen deze als ‘read-only’

(alleen lezen) te zijn gekenmerkt.227

Het MOR bevat voorts aanvullende vereisten ten aanzien van de indiening van aanvragen voor de verschillende categorieën van projecten.