• No results found

De vroege late ijzertijd (La Tène I: 500-250v.C.): sporen en vondsten

7. RESULTATEN FASE 1

7.3.4. Site 4: PSL 26 KV.3 en KV.2: een meerperiodensite gesitueerd ten zuiden van een poel

4.3.4.6. De vroege late ijzertijd (La Tène I: 500-250v.C.): sporen en vondsten

Wim De Clercq (Ugent) en Tina Bruyninckx (Monument Vandekerckhove nv) namen even de tijd om een deel van het aardewerk te bekijken en dateerden het overgrote deel in de vroege late ijzertijd (La Tène I); daarbij zou een vergelijking mogelijk zijn met het aardewerk dat gevonden werd te Denderbelle.44 Daarnaast herkenden zij ook een duidelijke Romeinse component in deze zone.

In bijna elke paalkuil werden wel één of meerdere scherven gevonden, meestal van handgevormd aardewerk. Het overgrote merendeel van deze scherven was zeer gefragmenteerd bewaard (kleine wandscherfjes), waartussen dan ook weinig diagnostische scherven zaten. Opmerkelijk was de vaak zeer sterke ijzeraanrijking, hetgeen wijst op natte contexten.

Onder het handgevormde aardewerk werd er zowel fijnwandig (wanddikte dunner en vaak geëffend of geglad) als grofwandig (wanddikte groter en soms besmeten) aardewerk gevonden.

Er werden slechts enkele scherven met versiering gevonden:

- In de zogenaamde ‘leeflaag’ zat een wandscherf met kamstreepversiering.

- In de grote kuil S220 zaten 2 randen met vingernagelindrukken.

- In de windval S49 bevond zich een wandscherf met groefversiering.

- In S313 een rand-of wandscherf met vingernagelindrukken.

Uiteindelijk konden 13 sporen met vrij grote zekerheid gedateerd worden in de Vroege La Tène (= La Tène I: 500-250 v.C)

In S26, een lichtbruinig grijze paalkuil, met een grootte van ca. 50cm, werd een fijnwandig randfragment van een tweeledige geknikte schaal gevonden. Het was langs beide zijden mooi geglad en vertoonde een eenvoudig afgeronde lip en een vrij scherpe schouderknik.

Figuur 68 en 69: Paalkuil S26 in PSL 26 KV.3 (site 4) in vlak (links) en in coupe (rechts).

Figuur 70: Tekening van geknikte La Tène I scherf uit S26, PSL 26 KV.3 (site 4) (tekening door Bert Mestdagh).

Figuur 71: Scherp geknikt La Tène I aardewerk gevonden in paalkuil S26 , PSL 26 KV.3 (site 4).

In de windval S49 werd een fijnwandig randfragment gevonden van een mogelijke tweeledige geknikte schaal of pot. Het was geëffend en vertoonde een eenvoudige afgeronde lip, de schouderknik was niet meer aanwezig. Daarnaast werd in hetzelfde spoor nog een randfragment gevonden van een tweeledig geknikte schaal of pot. Dit was geglad langs beide zijden en vertoonde een ronde lip en een sterke schouderknik. Vervolgens werd nog een fijnwandig randfragment herkend van wat vermoedelijk ook een tweeledig geknikte schaal of pot moet zijn geweest, geglad langs de buitenzijde met een ietwat driehoekige lip en geen schouderknik bewaard.

Figuur 72: Windval S49 in PSL 26 KV.3 (site 4) in vlak.

In S52, een kleine lichtblauwig grijsbruine paalkuil met schuine wanden en een vlakke onderkant, werd een grofwandig en geëffend randfragment aangetroffen van een grote tweeledige pot (situla) en een naar buiten geprofileerde verdikte rand.

In S60, een klein rond bruingrijze paalkuil, werd een vrij fijnwandig randfragment gevonden van wat vermoedelijk een tweeledige pot of schaal moet zijn geweest. Het was geëffend en vertoonde een driehoekige verdikte lip.

In S138, een vrij ondiepe lichtbruinig grijze paalkuil in de zuidelijke zone van het kijkvenster, werd een relatief fijnwandig wandfragment van een geknikte schaal of pot gevonden, dat geglad was langs beide zijden.

S160 was een gelijkaardige paalkuil als S138 en bevond zich ook in dezelfde zone; er werd een vrij dik wandfragment gevonden van een geknikte pot (‘situla’), die langs beide zijden geglad was.

Figuur 73 en 74 : Paalkuil S52 in PSL 26 KV.3 (site 4) in vlak (links) en in coupe (rechts).

Figuur 75 en 76: Paalkuiltje S60 in PSL 26 KV.3 (site 4) in vlak (links) en in coupe (rechts).

Figuur 79: La Tène I scherf uit paalkuil S138 in PSL 26 KV.3 (zuidelijke zone van site 4).

Figuur 82: La Tène I aardewerk uit paalkuil S160 in PSL 26 KV.3 (zuidelijke zone site 4).

In de grote kuil S220 bevonden zich meerdere scherven die wijzen op een datering in de vroeg La Tène:

- een fijnwandig randfragment van een tweeledige geknikte schaal of pot, geglad langs

beide zijden met een driehoekige verdikte lip

- 2 geknikte relatief dunwandige wandfragmenten van een geknikte schaal of pot; het

ene geëffend en het andere geglad

- een dunwandig randfragment van een geknikte schaal of pot, geëffend, met een driehoekige verdikte lip en met een versiering bovenaan van vingernagelindrukken; de knik is niet bewaard

- een fijnwandig randfragment van een geknikte schaal of pot, geëffend en met een eenvoudig afgeronde lip; ook hier waren vingernagelindrukken achtergelaten en was de knik niet bewaard.

In S263 werd een dunwandig randfragment aangetroffen van een geknikte schaal of pot, die langs de buitenzijde geglad was en een eenvoudige afgeronde lip had. De knik was niet bewaard.

S271, een klein rond lichtbruinig grijs, spits toelopend paalkuiltje, bevatte een dunwandig randfragment van een tweeledig geknikte schaal of pot die langs beide zijden geglad was. Voorts had het een eenvoudig afgeronde lip en een scherpe knik.

S319 was een lichtgrijze kuil. Ook na het couperen is het niet helemaal duidelijk of deze kuil op zich 1 geheel vormt of bestaat uit 2 of meerdere aparte vrij ondiepe kuilen. In dit spoor werd een dunwandig randfragment herkend van een tweeledige geknikte schaal of pot. Het was geëffend en vertoonde een ronde verdikte lip, de knik was niet bewaard.

S352 was een vaag lichtgrijzig bruin spoor waarin een dunwandig randfragment van een tweeledig geknikte schaal of pot gevonden is, met een eenvoudige afgeronde lip en dat veel ijzeraanrijking vertoond. In dezelfde context werd ook nog een relatief dunwandig en geëffend wandfragment gevonden dat mogelijk tot dezelfde pot of schaal behoord.

Tussen het aardewerk werden in S220, S142 en S302 ook enkele fragmentjes gevonden van zoutcontainers. Deze kunnen weliswaar voorkomen van het begin van de ijzertijd tot in de Romeinse periode.

Daarnaast werden in S311, een zeer vage, maar grote lichtgrijze kuil, enkele brokjes huttenleem gevonden.

Figuur 87: La Tène I aardewerk gevonden in paalkuil S271 in PSL 26 KV.3 (site 4).

Figuur 88 en 89: S311 in PSL 26 KV.3 (site 4) in vlak (links) en in coupe (rechts), een zeer vaag lichtgrijze (paal)kuil.

Figuur 90: Tijdens het afgraven werd op een bijna volledige La Tène I pot gestoten. S23 PSL 26 KV.3 (site 4).

Figuur 91: Dezelfde pot die in situ werd gevonden tijdens het afgraven, tijdens de voorlopige montage. S23 PSL 26 KV.3 (site 4).