• No results found

Vragenlijsten interviews

In document Poëzie en taal in het basisonderwijs (pagina 124-128)

Interviewvragen voor de leerkrachten:

Categorie 1: Beschrijving van de deskundigheid op het gebied van poëzie, taal en het onderwijs & de persoonlijke visie op poëzie.

1. Kunt u vertellen hoe u in het basisonderwijs terecht gekomen bent, door bijvoorbeeld wat te vertellen over uw opleiding en uw werkervaring?

2. Kunt u ook wat vertellen over uw expertise op het gebied van poëzie? 3. Kunt u vertellen welke waarde poëzie voor u heeft?

Categorie 2: Beschrijving poëzieonderwijs

4. Vindt u het belangrijk dat kinderen op school in contact worden gebracht met poëzie? 5. Op welke manier besteedt u op school aandacht aan poëzie?

6. Kunt u uw poëzielessen beschrijven?

7. Hoe vaak besteedt u aandacht aan poëzie op school? 8. Delen uw collega’s uw gedachten over poëzie in de klas?

9. Bent u tevreden over de aandacht die poëzie krijgt op uw school? 10. Aan welke kenmerken moet een goede poëzieles volgens u voldoen?

11. Zou er een aparte doorlopende leerlijn poëzie moeten bestaan voor het basisonderwijs in Nederland (zoals de doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen)?

12. Kunt u vertellen op welke manier op uw school aandacht wordt besteed aan de kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie?

Categorie 3: Beschrijving taalvaardigheidsonderwijs

13. Kunt u vertellen op welke manier op uw school aandacht wordt besteed aan de kerndoelen Nederlands?

14. Kunt u ook vertellen wat de rol is van het referentiekader taal en rekenen binnen het taalonderwijs op uw school?

15. Maakt uw school ook gebruik van de leerstoflijnen als het gaat om (het vormgeven van) het taalonderwijs op uw school?

16. Welke taalmethode wordt op uw school gebruikt?

Categorie 4: Verbinding poëzieonderwijs & taalvaardigheidsonderwijs

17. Maakt poëzie deel uit van de vaste taallessen op uw school? Zo ja: op welke manier? 18. Maakt poëzie deel uit van de taalmethode die op uw school gebruikt wordt?

19. Vindt u dat poëzie in alle gevallen deel uit hoort te maken van de taalmethoden die op basisscholen gebruikt worden?

20. Besteedt u tijdens uw poëzielessen ook aandacht aan taal, zoals de spelling, de woordkeus, de grammatica en de zinsbouw in gedichten?

21. Worden taallessen en poëzielessen met elkaar gecombineerd op uw school? 22. Wat vindt u hiervan?

23. Zou het poëzieonderwijs en het taalvaardigheidsonderwijs op alle basisscholen met elkaar verbonden moeten zijn? Zo ja: op welke manier?

Categorie 5: Discourse-based - Voorbeelden van poëzie in het taalvaardigheidsonderwijs Voorbeeld 1 – Taal actief (groep 4, thema 1, week 2, les 8)

25. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt? 26. Wat kan anders of eventueel beter?

Voorbeeld 2 – Taal actief (groep 6, thema 7, week 3, les 13)

27. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt? 28. Wat kan anders of eventueel beter?

Voorbeeld 3 – Taal in beeld (A1/groep 4, fragment uit taalboek + bijbehorende opdrachten werkboek) 29. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt?

30. Wat kan anders of eventueel beter?

Voorbeeld 4 – Taal in beeld (E2/groep 8, opdracht werkboek)

31. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt? 32. Wat kan anders of eventueel beter?

Interviewvragen voor de deskundigen:

Categorie 1: Beschrijving van de deskundigheid op het gebied van poëzie, taal en het onderwijs & de persoonlijke visie op poëzie.

1. Kunt u uw expertise op het gebied van poëzie, taal en het basisonderwijs voor mij toelichten door bijvoorbeeld wat te vertellen over uw opleiding en uw werkervaring op dit gebied? 2. In hoeverre heeft u in uw werk te maken met poëzie gemaakt voor kinderen en poëzie

gemaakt door kinderen?

3. In hoeverre heeft u in uw werk te maken met het poëzieonderwijs? 4. In hoeverre heeft u in uw werk te maken met het taalonderwijs? 5. Kunt u vertellen welke waarde poëzie voor u heeft?

Categorie 2: Beschrijving poëzieonderwijs

6. Vindt u het belangrijk dat kinderen op school in contact worden gebracht met poëzie? 7. Op welke manier zou in het basisonderwijs aandacht besteed moeten worden aan poëzie? 8. Op welke manier wordt er - voor zover u weet – momenteel aandacht besteed aan poëzie in

het basisonderwijs? 9. Wat vindt u daarvan?

10. Ontbreekt er iets (binnen het huidige poëzieonderwijs op de basisschool)? 11. Aan welke kenmerken moet een goede poëzieles volgens u voldoen?

12. Zou een aparte doorlopende leerlijn poëzie moeten bestaan voor het basisonderwijs in Nederland (zoals de doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen)?

Categorie 3: Beschrijving taalvaardigheidsonderwijs

Let op: Deze categorie is ALLEEN bedoeld voor de deskundigen op het gebied van taalonderwijs. 13. Kunt u beschrijven op welke manier momenteel aandacht besteed wordt aan taal binnen het

basisonderwijs? 14. Wat vindt u daarvan?

15. Ontbreekt er iets (binnen het taalvaardigheidsonderwijs op de basisschool)? Categorie 4: Verbinding poëzieonderwijs & taalvaardigheidsonderwijs

16. Vindt u dat het poëzieonderwijs en het taalvaardigheidsonderwijs op de basisschool met elkaar verbonden zou moeten zijn? Zo ja: op welke manier?

17. Is er - voor zover u weet - momenteel sprake van een verbinding tussen het poëzieonderwijs en het basisonderwijs op de basisschool? Zo ja: op welke manier?

18. Wat vindt u daarvan?

19. Hoe zou de huidige verbinding tussen het taalvaardigheidsonderwijs en het poëzieonderwijs geoptimaliseerd kunnen worden?

20. Dient poëzie deel uit te maken van de taalmethoden die op basisscholen gebruikt worden? 21. En dient andersom aandacht aan taal besteed te worden binnen de huidige poëzielessen (zoals

de spelling, de zinsbouw en de grammatica in gedichten)?

Categorie 5: Discourse-based - Voorbeelden van poëzie in het taalvaardigheidsonderwijs Voorbeeld 1 – Taal actief (groep 4, thema 1, week 2, les 8)

22. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt? 23. Wat kan anders of eventueel beter?

Voorbeeld 2 – Taal actief (groep 6, thema 7, week 3, les 13)

24. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt? 25. Wat kan anders of eventueel beter?

Voorbeeld 3 – Taal in beeld (A1/groep 4, fragment uit taalboek + bijbehorende opdrachten werkboek) 26. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt?

27. Wat kan anders of eventueel beter?

Voorbeeld 4 – Taal in beeld (E2/groep 8, opdracht werkboek)

28. Wat vindt u van de manier waarop poëzie in deze opdracht aan bod komt? 29. Wat kan anders of eventueel beter?

In document Poëzie en taal in het basisonderwijs (pagina 124-128)