LEES DIT EERST GOED
Deze vragenlijst gaat over verschillende onderwerpen: bewegen, computeren, tv kijken en hoe jij hierover denkt. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer een half uur.
Lees eerst altijd goed de vraag. Kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Als je iets niet begrijpt kun je de docent altijd om hulp vragen.
Met de antwoorden wordt vertrouwelijk omgegaan. Dit betekent dat de antwoorden die je geeft niet gekoppeld zijn aan je naam. Ook gaan alleen de onderzoekers de vragenlijst bekijken. Je klasgenootjes komen dus nooit te weten wat jij hebt ingevuld.
Dit is geen toets. Een antwoord wat je geeft is dus nooit goed of fout. Geef altijd eerlijk antwoord op de vragen, dan hebben we er het meeste aan.
Succes met invullen!
De volgende vragen gaat over JEZELF EN JE FAMILIE. 1. Ben je een jongen of een meisje?
Jongen Meisje
2. Wat is je geboortedatum (dag-maand-jaar)? 3. Bij wie woon je?
Bij mijn vader en moeder Bij mijn moeder
Bij mijn vader
Afwisselend bij mijn vader en moeder Bij mijn eigen moeder en stiefvader Bij mijn eigen vader en stiefmoeder
4. In welk land ben jij geboren? Nederland
32 Suriname Nederlandse antillen/Aruba Marokko Turkije Indonesië
In een ander land namelijk: …
5. In welk land is je moeder geboren? Nederland Suriname Nederlandse antillen/Aruba Marokko Turkije Indonesië
In een ander land namelijk: …
6. In welk land is je vader geboren? Nederland Suriname Nederlandse antillen/Aruba Marokko Turkije Indonesië
In een ander land namelijk: …
De volgende vragen gaan over TELEVISIE KIJKEN EN COMPUTEREN.
7. Hoe lang kijk je ongeveer op een DOORDEWEEKSE DAG TV? DVD kijken telt ook mee.
Helemaal niet Een half uur per dag 1 uur per dag
33
3 uur per dag 4 uur per dag 5 uur per dag
6 of meer uur per dag
8. Hoe lang kijk je in het WEEKEND TV? Dit is zaterdag of zondag. DVD kijken telt ook mee.
Helemaal niet Een half uur per dag 1 uur per dag
2 uur per dag 3 uur per dag 4 uur per dag 5 uur per dag
6 of meer uur per dag
9. Hoe lang zit je op een DOORDEWEEKSE dag ongeveer achter de computer buiten schooltijd? Computeren voor school telt hier NIET mee. Bijvoorbeeld internetten, spelletjes, chatten, facebook of spelletjes op de spelcomputer.
Helemaal niet Een half uur per dag 1 uur per dag
2 uur per dag 3 uur per dag 4 uur per dag 5 uur per dag
6 of meer uur per dag
10. Hoe lang zit je in het WEEKEND ongeveer achter je computer? Dit is zaterdag of
zondag. Computeren voor school telt hier NIET mee. Bijvoorbeeld internetten, spelletjes, chatten, facebook of spelletjes op je spelcomputer.
Helemaal niet Een half uur per dag
34
1 uur per dag 2 uur per dag 3 uur per dag 4 uur per dag 5 uur per dag
6 of meer uur per dag
De volgende vragen gaan over TRANSPORT VAN EN NAAR SCHOOL EN IN JE VRIJE TIJD.
11. Hoeveel dagen per week kom je lopend naar school? 1 dag per week
2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week
12. Hoe lang loop je dan? 1 tot 5 minuten 6 tot 10 minuten 11 tot 15 minuten Meer dan 15 minuten
13. Hoeveel dagen per week fiets je van huis naar school? 1 dag per week
2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week
14. Hoe lang fiets je dan? 1 tot 10 minuten 11 tot 20 minuten
35
21 tot 30 minuten Meer dan 30 minuten
15. Ben je de afgelopen 5 schooldagen anders dan fietsend of lopend naar school gegaan? Ja
Nee
16. Hoe ben je dan naar school gegaan?
Met het openbaar vervoer (bus, trein, metro, tram) Met de auto, brommer, of scooter (je bent gebracht)
17. Als je ergens anders moet zijn dan op school, hoe ga je daar dan meestal naar toe? Je mag hier meer dan 1 antwoord aankruisen.
Met de fiets Lopend
Met het openbaar vervoer (bus, trein, metro, tram) Met de auto, scooter of brommer (je wordt gebracht)
18. Hoeveel dagen per week ga je lopend naar die andere dingen buiten school? 1 dag per week
2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week
19. Hoe lang loop je dan? 1 tot 5 minuten 6 tot 10 minuten 11 tot 15 minuten Meer dan 15 minuten
36
1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week
21. Hoe lang fiets je dan? 1 tot 10 minuten 11 tot 20 minuten 21 tot 30 minuten Meer dan 30 minuten
37 De volgende vragen gaan over SPORTEN IN JE VRIJE TIJD.
Van sporten ga je sneller adem halen en ook soms zweten, bijvoorbeeld sporten bij een vereniging (trainingen en wedstrijden). Maar ook sporten waarbij je NIET lid bent van een vereniging (buiten spelen, voetballen, skaten op straat). Beantwoord nu de volgende vragen.
22. Doe jij aan sport? Ja
Nee [als dit antwoord wordt aangekruist dan moeten ze door naar vraag 32]
23. Welke sport doe je het meest? Dit hoeft NIET bij een sportvereniging te zijn, het kan ook zijn dat je thuis, in en park of op straat sport.
[open vraag]
24. Doe je deze sport bij een sportvereniging? Ja
Nee
25. Doe je ook wedstrijden of competitie voor deze sport? Ja
Nee
26. Hoeveel uur per week doe jij die sport? Minder dan 1 uur per week
1 uur per week 2 uur per week 3 uur per week 4 uur per week 5 uur per week 6 uur per week
7 of meer uren per week
27. Doe je naast deze sport nog een andere sport? Ja
38
28. Welke andere sport doe je nog meer? (open vraag)
29. Doe je deze sport bij een sportvereniging? Ja
Nee
30. Doe je ook wedstrijden of competitie voor deze sport? Ja
Nee
31. Hoeveel uur per week doe jij die sport? Minder dan 1 uur per week
1 uur per week 2 uur per week 3 uur per week 4 uur per week 5 uur per week 6 uur per week
7 of meer uren per week
De volgende vragen gaan over
bewegen op school
. 32. Wat doe je meestal tijdens de gymles?Ik zit aan de kant en kijk naar klasgenootjes Ik doe niet zo actief mee
Ik doe actief mee (mijn ademhaling en hartslag worden sneller).
33. Welke van de volgende zinnen past het beste bij de dingen die jij doet tijdens de pauze op school?
Ik ga meestal zitten, bijvoorbeeld in de kantine of op het schoolplein Ik loop een beetje door of rond de school
Ik doe meestal iets actiefs, bijvoorbeeld voetballen op het schoolplein
34. Hoeveel uur per week doe jij mee aan sportactiviteiten op school? De gymles en sporten in de pauze tellen hier NIET mee.
39
Er zijn geen sportactiviteiten bij ons op school Ik doe niet mee aan sportactiviteiten
Ik doe ongeveer een half uur per week aan sportactiviteiten op school Ik doe ongeveer 1 uur per week aan sportactiviteiten op school Ik doe ongeveer 2 uur per week aan sportactiviteiten op school Ik doe ongeveer 3 uur per week aan sportactiviteiten op school Ik doe meer dan 3 uur per week aan sportactiviteiten op school
40
De volgende vragen gaan over