• No results found

Vormen van burgerparticipatie

In document Weerstand tegen zonneparken (pagina 30-33)

2.3 Publieke Participatie

2.3.5 Vormen van burgerparticipatie

Naast de vele definities van burgerparticipatie, zijn er veel theorieën en modellen om

verschillende vormen van burgerparticipatie weer te geven. Een van de eerste en misschien wel meest bekende en invloedrijke is de participatieladder van Arnstein. Hoewel deze participatieladder stamt uit 1969, is het wel belangrijk om hem te behandelen, aangezien Arnstein’s ladder als basis heeft gediend voor meer recente participatieladders (zie

bijvoorbeeld Castell, 2012; Jami & Walsh, 2014). In figuur 3 wordt deze weergegeven. De ladder bestaat uit 8 treden die een opbouw hebben van ‘non participatie’, via ‘tokenism’, naar ‘citizen power’. De onderste twee treden van de ladder zijn manipulatie en therapie. Deze treden vallen in het non participatieve deel van de ladder. Het doel van deze twee vormen is niet om mensen echt mee te laten doen, maar om ze te

‘onderwijzen’ of ‘genezen’. Rang drie

(informeren) en vier (consulteren) betreffen een symbolische vorm van participatie. Burgers kunnen meepraten en worden gehoord, maar hebben geen macht om beslissingen te nemen. In rang vijf (placation) kunnen burgers echt

meestemmen, maar hebben ze geen

meerderheid van stemmen. Vanaf rang zes, partnership, hebben burgers daadwerkelijk

beslissingsinvloed hebben waarbij ze kunnen onderhandelen en compromissen kunnen sluiten met traditionele machthebbers. Bij de bovenste rangen van de ladder, rang zeven (toegewezen macht) en rang acht (burgercontrole), ligt de meerderheid van beslissingsbevoegdheid bij de burgers (Arnstein, 1969).

Zoals al duidelijk wordt uit de bovenstaande tekst heeft de participatieladder van Arnstein voor inspiratie gezorgd voor het creëren van nieuwe ladders. Een van die nieuwe ladders is ontwikkeld door Castell. Hij heeft een vijf-staps-model voor participatie ontwikkeld. Deze vijf stappen komen gedeeltelijk overeen met de treden 3-7 uit Arnsteins model. De voorwaarde om een stap verder te komen in het model van Castell is dat de voorgaande stap voltooid is. Stap één in het model is het informeren van burgers. Stap twee is consulteren, waarbij burgers gevraagd worden naar hun mening over bepaalde zaken of in fora suggesties kunnen geven of klachten in kunnen dienen. Stap drie betreft een dialoog, waarbij burgers uitgenodigd worden om ontwikkelingen te bediscussiëren met andere burgers of stakeholders. Stap vier betreft het betrekken van burgers, waarbij ze uitgenodigd worden om te participeren om problemen te identificeren en voorstellen te doen ter verbetering. De uiteindelijke beslissing ligt echter niet bij de burgers. Stap vijf betreft delegatie van beslissingsbevoegdheid naar burgers, aangaande een bepaalde kwestie (Castell, 2012).

In het verlengde hiervan heeft de International Association for Public Participation (IAP2) een participatiespectrum ontwikkeld met verschillende niveaus van participatie. In figuur 4 is deze weergegeven (Publieke participatiespectrum van IAP2, uit Jami & Walsh, 2014). Dit spectrum begint

19

met het publiek voorzien van informatie (informeren). De volgende twee levels zijn

consulteren en betrekken waarbij door formele consultatie de mening en kijk van het publiek meegenomen wordt in het besluitvormingsproces. Aan het eind van het spectrum, bij samenwerken en machtiging, zijn een hoger niveau van

samenwerking, gedeelde doelen en gezamenlijke beslissingen nodig. Bij samenwerken wordt geprobeerd de ideeën en adviezen

van burgers zoveel mogelijk te verwerken in het beslissingsproces, terwijl bij machtiging de beslissing bij de burger ligt.

Het samenvoegen van de drie bovengenoemde participatieladders geeft aan dat er grofweg 4 niveaus van participatie zijn te onderscheiden. In figuur 5 worden deze niveaus weergegeven. Hoe hoger in de omgekeerde piramide, hoe meer invloed burgers hebben op de besluitvorming. Het eerste niveau betreft het geven van informatie. De initiatiefnemer van een project informeert burgers op dit niveau over het project. Men kan stellen dat er sprake is van éénrichtingsverkeer wat betreft het delen van informatie. De initiatiefnemer zendt informatie die de burger ontvangt. Het tweede niveau is adviseren, waarbij de mening van burgers wordt gevraagd door de initiatiefnemer. De initiatiefnemer bepaalt op dit niveau zelf wat er met de input van de burgers gedaan wordt. Burgers hebben daar geen invloed op. Het derde niveau is meebeslissen. Burgers kunnen op dit niveau meestemmen over plannen en moeten samen met de initiatiefnemer tot een plan komen waar ze allebei achter staan. Het vierde niveau is alleen beslissen. Op dit niveau kunnen burgers zelf beslissingen nemen, zonder daarbij rekening te houden met de wensen van de initiatiefnemer. Bij dit hoogste niveau van participatie kan afgevraagd worden in hoeverre er nog sprake is van participatie, aangezien burgers geen andere partijen nodig hebben om beslissingen te nemen. Daarnaast is het de

Alleen beslissen

Meebeslissen

Adviseren

Informeren

Figuur 4: Publieke participatiespectrum IAP2. Uit: Jami & Walsh (2014)

20

vraag in hoeverre dit niveau bereikt gaat worden, aangezien het zeer onwaarschijnlijk is dat initiatiefnemers volledige beslissingsbevoegdheid over zullen dragen aan burgers.

2.3.6 Conclusi

e

Het belang van publieke participatie wordt in veel wetenschappelijke literatuur onderschreven. Wat daarnaast duidelijk wordt, is dat publieke participatie niet zomaar gerealiseerd kan worden en dat er aan bepaalde voorwaarden voldaan dient te worden. Voorts blijkt dat ook publieke participatie niet onomstreden is en er wetenschappers zijn die hier kritiek op hebben geuit. Als laatste is duidelijk geworden dat er veel verschillende methodes van participatie zijn, die ingezet kunnen worden naar gelang het soort participatie dat nagestreefd wordt.

In de volgende paragraaf wordt het theoretisch kader in een conceptueel model gezet, waardoor verbanden tussen de onderdelen van het theoretisch kader duidelijk worden.

In document Weerstand tegen zonneparken (pagina 30-33)