Resultaat van participatie

Wat is volgens initiatiefnemers het resultaat van participatie. En volgens de gemeente. Wat zeggen burgers/natuurorganisaties hierover?

Ameland

De AEC en de gemeente denken dat het betrekken van burgers bij het zonnepark voor draagvlak gezorgd heeft. Burgers in een vroeg stadium betrekken is daar een belangrijke voorwaarde voor. Daarvoor moeten plannen op tijd gecommuniceerd worden, zodat burgers niet voor een voldongen feit komen te staan. De AEC denkt dat het feit dat er binnen de coöperatie gestemd kon worden over de plannen een belangrijke reden is dat er geen weerstand meer is.

“Ik vertelde dat er ook vijf mensen tegen hadden gestemd van de

energiecoöperatie, maar op een gegeven moment stemt wel de meerderheid voor en dan zeggen we van: nu gaat het door. En die drempel moet je gewoon wel

inbouwen, anders kan er niks meer doorgaan. Maar je hebt ze wel een stem gegeven en dat is voor hun gevoel, ze hebben dan niet hun zin gekregen, maar ze

hebben wel de gelegenheid gehad om echt mee te doen en mee te stemmen.” (Johan Kiewiet)

De gemeente Ameland geeft aan dat de rol van de AEC belangrijk is geweest voor het krijgen van draagvlak.

“Ik denk wel. Door de rol van de AEC, dus namens de burgers, dat we een beter draagvlak gekregen hebben doordat zo'n AEC erin zat. Anders hadden we dat

allemaal zelf moeten organiseren.” (Luc van Tiggelen)

De gemeente Ameland geeft aan dat de beslissing om de natuurorganisaties het plasdrasgebied in te laten richten weerstand heeft verminderd.

“En ook doordat we hebben gezegd tegen die natuurorganisaties: zeg maar hoe het eruit moet zien. Daar hebben we ook heel veel goodwill gekweekt.” (Luc van

Tiggelen)

De Natuurwerkgroep geeft aan dat het feit dat lokale mensen bij het project betrokken zijn belangrijk is. Deze mensen zijn daardoor later nog aanspreekbaar op de inpassing van het zonnepark. Hierdoor is het nog mogelijk om na de realisatie van het zonnepark nog bij te sturen en te zorgen dat de landschappelijke inpassing beter wordt.

De Natuurwerkgroep en de Vogelwacht zijn betrokken bij het ontwerpen van het plasdrasgebied. Beide partijen ervaren de betrokkenheid verschillend. De Natuurwerkgroep geeft aan dat het een bron van irritatie is, omdat de omvang van het gebied gedurende deze overleggen steeds kleiner werd.

“Ja, wij zijn daar wel bij betrokken. Ook de vogelwacht wel, maar daar kom je alleen maar gefrustreerd weg, want er wordt alleen maar beknibbeld op de omvang en uiteindelijk ligt er een heel klein stukje, wat helemaal niet plas dras is.

Ja er zal nu wat water staan in de winter, maar in de zomer is het hartstikke droog. Dus daar gaat nooit een grutto komen. Dus dat is voor de bühne.” (Johan

53

De Vogelwacht heeft in hun zienswijze geopperd om betrokken te zijn bij het ontwerpen van het plasdrasgebied. Het hierover meedenken wordt daarom als positief ervaren, hoewel de kanttekening geplaats wordt dat de omvang gedurende de overleggen steeds kleiner werd.

“De gemeente heeft daar genoeg aan gedaan om dat samen met verschillende natuurorganisaties om daar wat van te maken, maar het was qua oppervlakte te

klein en eigenlijk ook niet de juiste plek om daar een plasdrassituatie te creëren.”(Yme Brijker)

“En in ons geval was het dan dat het mee kon gaan in de ontwikkeling van een plasdrasgebied. Dat was het positieve en daar hadden we zelf om gevraagd.”

(Yme Brijker)

Hengelo

De initiatiefnemer, gemeente en landschapsarchitect geven allen aan dat participatie van bewoners een positieve rol hebben gespeeld in de realisatie van het zonnepark. De leden van de

buurtvertegenwoordiging bevestigen deze positieve rol. De initiatiefnemer geeft aan dat het zonnepark niet zo succesvol gerealiseerd had kunnen worden zonder de buurt daarin te betrekken. De gemeente Bronckhorst stelt dat het betrekken van de buurt ervoor heeft gezorgd dat het park omarmd wordt. De buurtbewoners hebben het idee dat het park van en voor hun is.

“Ja, dat [de buurt betrekken] is echt essentieel geweest voor het succes. Als we dat niet hadden gedaan, was het nooit een succes geworden. Dat had niet

gekund.” (Gaby Koenders)

“En uiteindelijk is het dan heel mooi dat het park omarmt is, dat de omgeving zover gegaan is dat ze ook meewerken aan het park.” (Erik Mol)

Het betrekken van de buurt is belangrijk geweest doordat het ervoor gezorgd heeft dat het zonnepark meer functies heeft gekregen. Deze functies sluiten aan bij de behoeften van de buurt, waardoor er meer draagvlak voor het zonnepark komt

“Dus we hebben dat allemaal gewogen en toen hebben we gevraagd welke rol de buurt daarin kan spelen. En toen kwam er iemand die vroeg of schapen daarin mochten lopen. Een andere meneer zou wel graag een bijenkorf willen hebben.

Een andere partij zei dat er veel wateroverlast is, dus die vroeg of we waterretentie aan konden leggen in het park zelf.” (Nico Wissing)

De leden van de buurtvertegenwoordiging geven aan dat de buurt het gevoel heeft gehad serieus te zijn genomen. Ze hebben het gevoel dat ze daadwerkelijk invloed uit hebben kunnen oefenen op het ontwerp van het zonnepark. Het betrekken van de buurt is niet alleen bij het maken van de plannen gedaan, maar ook na realisatie van het zonnepark. Dit wordt door de buurtvertegenwoordiging ook als positief ervaren.

“Wat heel belangrijk was, was dat het heel serieus genomen werd, want dat het geen wassen neus is, is natuurlijk wel heel erg belangrijk, dat je ook voelt dat er

geluisterd wordt en dat we echt mochten meedenken.” (Janna van Gog) “En dan is er nog een open dag in het najaar, dus ze doen best wel veel om de bevolking erbij te betrekken. Dus dat is gewoon gezellig. Dus die saamhorigheid is

54

In dit hoofdstuk zijn resultaten weergegeven en geanalyseerd. Achtereenvolgens is aandacht besteed aan de context, factoren die voor weerstand zorgen of het voorkomen en de manier waarop

participatie een rol heeft gespeeld. In het volgende hoofdstuk worden deze resultaten in het wetenschappelijke debat geplaatst. Er wordt gekeken in hoeverre het theoretisch kader en

conceptueel model overeenkomt met de gevonden resultaten. Dit is de opmaat voor beantwoording van de hoofdvraag.