• No results found

HOOFDSTUK 4 SLOTBESCHOUWING

4.5 Vooruitblik: aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Levenservaring, goede geestelijke verzorging en leeftijd. Het bleken drie grote thema’s waar ontzettend veel over te schrijven is. Dit onderzoek vormde een eerste explorerende aanzet tot een verband tussen deze drie onderwerpen. Door het verkennende karakter werden ook nieuwe vragen opgeworpen zoals in 4.4 beschreven. De onderzochte onderwerpen levenservaring, leeftijd en goede geestelijke verzorging zouden verder uitgediept kunnen worden door een vergelijkbaar onderzoek uit te voeren bij geestelijk verzorgers op een andere levensbeschouwelijke grondslag of bij humanistisch raadslieden die in andere werkvelden werkzaam zijn, bijvoorbeeld justitie en defensie.

Voor alle toekomstige raadslieden zou het zinvol zijn nader te kijken naar de invloed die leeftijd heeft op het raadswerk. Hierbij hoeft niet per se in het licht van levenservaring gekeken te worden. Leeftijd lijkt namelijk ook een rol te spelen als het gaat om uiterlijk. Respondenten merkten op dat het voelt alsof je als jong, springerig meisje niet serieus wordt genomen en dat oud en belegen aankomen werkt. Hier is vast meer over te zeggen. Ook zou een vergelijkend

onderzoek door een oudere onderzoeker waardevol kunnen zijn om te zien of er aan mij als jonge onderzoeker sociaal wenselijke antwoorden zijn gegeven.

In dit onderzoek zijn door de respondenten vele antwoorden gegeven over levenservaring. Deze antwoorden konden in het kader van de tijd niet allemaal nader onderzocht worden, maar bevatten bronnen van kennis en wijsheid. Nader onderzoek naar levenservaring als persoonlijke bron van wijsheid zou niet alleen interessant zijn voor geestelijk verzorgers, maar zeker ook voor hen die in hun leven maar weinig levenservaring opdoen en desondanks toch op zoek zijn naar wijsheid. Het boek over levenservaring is nog niet geschreven. Misschien een aardig onderwerp om op te promoveren.

NAWOORD

Aangekomen bij dit nawoord heeft u ettelijke pagina’s gelezen. Ik hoop dat u duidelijk is geworden wat ik, en met mij de literatuur en de respondenten, versta onder goede geestelijke verzorging, levenservaring, leeftijd en de samenhang tussen deze onderwerpen.

Ik kan mij voorstellen dat u aanvullingen heeft op hetgeen ik geschreven heb of andere ideeën heeft. Ik zou hierover graag met u van gedachten wisselen. Ik nodig u ertoe uit mij te benaderen op het volgende e-mail adres: isabelharder@hotmail.com.

Ik heb met veel plezier aan dit onderzoek gewerkt en hoop dat u dit genoegen heeft kunnen teruglezen in de tekst. Voor nu is er een eind gekomen aan dit onderzoek. Ik wil u daarom bedanken voor uw interesse.

SAMENVATTING

Ieder mens heeft levenservaring. Deze ervaring wordt namelijk inherent opgedaan door het leven te leven. Er is immers altijd sprake van momenten waarop een mens geraakt wordt door een ervaring met een gebeurteniskarakter. Zo’n gebeurtenis hoeft overigens niet altijd diep te raken. Wanneer een mens vooral ervaringen doorleeft die niet ten diepste raken, spreek ik van beperkte levenservaring. Het gaat hierbij meer om dagelijkse ervaringen als een afwijzing ontvangen voor een sollicitatie. Dit kan een paar dagen piekeren opleveren, maar wordt vervolgens als een leermoment opgenomen in het innerlijk. Ervaringen die echter dieper raken, beslaan over het algemeen ook een langere tijd om te doorleven, doordenken en uiteindelijk af te ronden. Deze levenservaringen voelen aan als een nauwte die uitgehouden moet worden en waar na afronding een wijdte zich voor in de plaats aandient. Die wijdte laat zich karakteriseren als innerlijke ruimte. Deze innerlijke ruimte is voorwaarde voor het verlenen van goede geestelijke zorg. Een geestelijk verzorger moet immers volledig met zijn aandacht aanwezig zijn bij de cliënt in geestelijke nood. Ik spreek hier met opzet van volledigheid. De verzorger kan namelijk een levensverhaal hebben waarin veel confronterende levenservaringen zijn opgenomen. Het verhaal is vol, maar de verzorger moet ‘ledig’ zijn op het moment dat hij of zij in gesprek treedt met de cliënt. Zijn of haar levenservaring kan weliswaar helpen bij het herkennen, inleven en meevoelen met de cliënt, maar dit verhaal kan ook interveniëren, waardoor de cliënt nauwelijks aan bod komt. De verzorger moet innerlijk beschikbaar zijn. Verzorgers die beperkte levenservaring bezitten, beschikken over een zekere onbevangenheid, doordat hun eigen levensverhaal minder ingevuld is. Voor het opdoen van levenservaring speelt leeftijd geen rol, wel kan het een beginnend geestelijk verzorger ontbreken aan werkervaring en daarmee het zelfvertrouwen om een cliënt raad te kunnen geven. Voorwaarden voor goed geestelijk verzorgerschap zijn een aangeleerde basishouding op de Universiteit voor Humanistiek, zelfkennis (opgedaan door reflectie en doorleefde ervaring) en innerlijke ruimte.

LITERATUUROPGAVE

 Alma, H. & Lensvelt-Mulders, G. (Red.) (2011). Waardevolle wetenschap. Zingeving en humanisering in het wetenschappelijk onderwijs. Universiteit voor Humanistiek.

 Armstrong, K. (2011). De wenteltrap. Mijn weg uit de duisternis. (3de druk). Amsterdam: De bezige bij.

 Baart, A. (2003). Inleiding: Een beknopte schets van de presentietheorie. 23 april 2012 van

http://www.presentie.nl/

 Bru, D. (2008). Horen, verstaan en uitwisselen in professionele gespreksvoering. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

 Buber, M. (2007). Dialogisch leven. Utrecht: Erven J. Bijleveld.

 Buit, G., & Moei, J. de (1991). Professionele houding in de hulpverlening. Voortbouwen op je levenservaring. Baarn: Uitgeverij H. Nelissen B.V..

 Derkx, P. (samenst.) (2004). J.P. van Praag. Om de geestelijke weerbaarheid van humanisten. Utrecht: Het Humanistisch Archief.

 Economist (2006). Turning boomers into boomerangs. Economist, 378 (8465), p.65-67.  Frank, I.M. (2008). Instrument zijn. Doctoraalscriptie. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek.  Haspels, J. (2009). De magic kun je niet verwoorden. Scriptie. Utrecht: Universiteit voor

Humanistiek.

 Hillesum, E. (2004). Het verstoorde leven. Dagboek van Etty Hillesum. Uitgeverij Balans.  Hoogeveen, E. (1991). Eenvoud en strategie. De praktijk van Humanistisch Geestelijk Werk.

Amersfoort: Acco.

 Humanistisch Verbond (1973). Beginselverklaring van het Humanistisch Verbond. 4 mei 2012 van http://www.humanistischverbond.nl/humanisme/uitgangspunten.

 Humanistisch Verbond (2000). Beroepscode voor humanistisch geestelijk verzorgers. Amsterdam: Humanistisch Verbond.

 Humanistisch Verbond (2012). Geen titel. Omschrijving: Cijfers over geestelijk verzorgers: leeftijd, beëdiging en in dienst treding. Per mail ontvangen in maart 2012.

 Janssen-Noordermeer, J. (2009). Een onderzoek naar betekenis en zin van het bestaan bij ouderen. Afstudeeronderzoek. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek.

 Jorna, A.A.M. (2008). Echte woorden. Authenticiteit in de geestelijke begeleiding. Amsterdam: uitgeverij SWP.

 Kievit-Lamens, G.J.M. (2011). Innerlijke ruimte. Een onderzoek naar de autobiografische competentie van de ziekenhuispastor in gesprek met kankerpatiënten. Proefschrift. Enschede: Ipskamp Drukkers.

 Kuin, Y. (Red.) (1995). Levenservaringen en zinvragen. Baarn: Uitgeverij Ambo bv.  Lommel, P. (2007). Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de Bijna-

Doodervaring. Uitgeverij Ten Have.

 Maso, I. en Smaling, A. (2004). Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam: Boom.

 Meijboom, L.A. (2008). Aan het woord vooraf. Over de ontmoeting binnen het humanistisch geestelijk werk en wat er aan het woord vooraf gaat. Doctoraalscriptie. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek.

 Roothaan, A. (2007). Spiritualiteit begrijpen. Een filosofische inleiding. Amsterdam: Boom.  Schonk, C.H. (1979). Humanisme ook uw kijk op het leven? (3e druk). Rotterdam: Uitgeverij

De Vrije Gedachte.

 Steijger, K. (2012). Innerlijke ruimte als voorwaarde voor authenticiteit. Tijdschrift Geestelijke Verzorging. 15 (66), p. 4-8.

 Tieleman, M. (2011). Levensfasen. De psychologische ontwikkeling van de mens. (2e

druk). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

 Universiteit voor Humanistiek (UvH) (2010). Humanisme en humaniteit in de 21e

eeuw; vernieuwd onderzoeksprogramma UvH 2010 t/m 2014. 4 augustus 2012 van

http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/master/afstudeeronderzoek

 Universiteit voor Humanistiek (UvH) (2012). Onderwijs- en examenregeling. Master Humanistiek. 2011-2012. 23 april 2012 van

http://www.uvh.nl/uvh.nl/up/ZudyffoIqB_master2011-2012.pdf

 Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ) (2010). Beroepsstandaard voor de geestelijk verzorger in zorginstellingen. Amsterdam: VGVZ.

 Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen (VGVZ) (2012). Geen titel.

Omschrijving: Cijfers over geestelijk verzorgers: leeftijd, pensioen, soort aanstelling. Per mail ontvangen op 11 april 2012.

 Verhoeven, C. (2002). Dierbare woorden. Uitgeverij Damon Budel.  Wikipedia (2012). As it is in heaven. 15 mei 2012 van

http://nl.wikipedia.org/wiki/As_It_Is_in_Heaven

 Wikipedia (2012a). Quantum Satis. 31 juli 2012 van

Beeldmateriaal

 RKK (21 september 2011). Oneindig Verlangen: Gunnende Liefde – Zuster Truus Sonder (1). 16 mei 2012 van http://www.rkk.nl/oneindig-

verlangen/uitzendingen/detail_objectID712805.html

 Pauw en Witteman (14 november 2007). 22 mei 2012 van

http://pauwenwitteman.vara.nl/Boeken-

detail.97.0.html?&tx_ttnews%5Bpointer%5D=7&tx_ttnews%5Btt_news%5D=1830&tx_ttne ws%5BbackPid%5D=125&cHash=5c395ebc95

BIJLAGE 2 KADERBRIEF

Den Haag, < Datum >

Geachte/Beste …….,

Recentelijk heb ik u benaderd voor een interview in het kader van mijn afstudeeronderzoek. Ik zal daarom mijn onderzoek hier kort inleiden om u vervolgens een aantal vragen voor te leggen waarop ik graag uw reflecties en visie verneem.

De aanleiding voor mijn onderzoek is een kort gesprek met een dame van zeventig. Ze vroeg me wat ik studeerde en ik legde haar uit wat humanistische geestelijke verzorging is. Ik maakte daarbij de opmerking dat ik bijna afgestudeerd ben, waarop zij antwoordde dat het moeilijk moest zijn voor mij om straks een baan te vinden. “Je hebt immers nog geen levenservaring.” Ik was toen 25.

Deze dame veronderstelt dat levenservaring essentieel is voor goede geestelijke begeleiding en dat die ervaring nog niet aanwezig is op 25 jarige leeftijd. Dit roept vragen op voor studenten die net als ik straks jong het vak in willen. Daarbij speelt een maatschappelijke ontwikkeling van

vergrijzing, een ontwikkeling waaraan ook geestelijk verzorgers niet ontkomen. De komende tien jaar wordt een uitstroom verwacht van ongeveer 25% van het ledenbestand van de VGVZ, als dit aangevuld wordt met jonge geestelijk verzorgers, wat betekent dit dan voor de kwaliteit van de zorg als levenservaring inderdaad niet aanwezig is maar wel een voorwaarde blijkt voor het leveren van goede geestelijke zorg?

Dit leidt tot de volgende centrale vraag in mijn onderzoek:

Welke rol speelt levenservaring bij goede geestelijke begeleiding in de zorg?

Op dit gebied acht ik u, als geestelijk verzorger, expert. Ik wil u daarom graag de volgende vragen voorleggen in de hoop dat u hier voor het interview alvast over na wilt denken.

Wat is goede geestelijke begeleiding in de zorg?

Wat is levenservaring? En hoe hangt levenservaring samen met leeftijd? Hoe hangt levenservaring samen met goede geestelijke begeleiding?

Het interview zal ongeveer 45 minuten beslaan en worden opgenomen met een voice recorder. Mocht u hier bezwaar tegen hebben dan hoor ik dit graag. Uw uitlatingen worden geanonimiseerd weergegeven in het onderzoek.

Bij voorbaat veel dank voor uw medewerking.

Met vriendelijke groet,

Isabel Harder

EINDNOTEN

1

Ilja Maso en Adri Smaling. Ilja Maso (1943 - 2011) was hoogleraar wetenschapstheorie aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Hij was gespecialiseerd in kwalitatief onderzoek, empirisch fenomenologisch onderzoek, toeval, parapsychologie en de demarcatie tussen wetenschap en pseudo-wetenschap. Bron:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Ilja_Maso, 21 augustus 2012. Adri Smaling (1943) volgde een lerarenopleiding

(wiskunde en Nederlands) en studeerde psychologie aan de Radboud Universiteit van Nijmegen met als hoofdvakken mathematische en wijsgerige psychologie. Hij werkte enkele jaren in de vakgroep Methoden en Technieken van Psychologisch Onderzoek van de Universiteit van Leiden en promoveerde aldaar in 1987 op het proefschrift Methodologische objectiviteit en kwalitatief onderzoek. Sinds 1990 is hij als methodoloog verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Het laatste jaar als hoogleraar. Begin 2008 ging hij met emeritaat. Zijn aandachtsgebieden zijn: wetenschapstheorie, methodologie van de menswetenschappen in het bijzonder kwalitatief onderzoek, en daarbinnen objectiviteit, dialoog en empathie. Bron: http://www.swpbook.com/auteurs/254, 21 augustus 2012.

2

Jan Hein Mooren. Jan Hein Mooren (1948) werkt sinds 1974 als docent psychologie van zingeving en levensbeschouwing en docent praktische humanistiek, in het bijzonder geestelijke begeleiding, bij zowel het Humanistisch Opleidingsinstituut als de Universiteit voor Humanistiek. Hij heeft verscheidene publicaties op zijn naam staan. Daarbij heeft Mooren de volgende specialismen: psychologie van de zingeving; geestelijke begeleiding; methodiekontwikkeling; verbeelding. Bron: http://www.uvh.nl/contact/medewerkers?person=qgfsijDsHqwOhbPoB, 21 augustus 2012.

3

Ton Jorna. Sinds 1989 werkt Ton Jorna (1949) als universitair hoofddocent Praktische Humanistiek, met als bijzonder aandachtsgebied geestelijke of existentiële begeleiding in spiritueel perspectief. Van 1977 tot 1992 was hij directeur van en docent aan het Humanistisch Opleidings Instituut, en in het verlengde daarvan tussen 1986 en 1989 projectleider van de Universiteit voor Humanistiek i.o. Ton Jorna studeerde Nederlands Recht en Andragogische Wetenschappen te Utrecht en hij promoveerde in 1992 op het proefschrift Raad geven. Hij publiceerde sindsdien boeken en artikelen over geestelijke begeleiding, existentiële thema’s en spiritualiteit. Daarnaast is Ton Jorna kenner van het werk van Etty Hillesum. Gewezen kan worden op de diverse publicaties die hij schreef over de nagelaten schriften van Etty Hillesum. Bron: http://www.uvh.nl/contact/medewerkers?person=orfsijDsHqwOhbPaH, 21 augustus 2012.

4

Gettie Kievit-Lamens.Gettie Kievit-Lamens (1944) was als docent Levensbeschouwelijke Oriëntatie werkzaam bij de opleidingen tot ziekenverzorgende en verpleegkundige te Renkum en Arnhem. Als ziekenhuispredikant was zij werkzaam in het Universitair Medisch Centrum te Utrecht en tevens gedetacheerd in het Revalidatiecentrum De Hoogstraat te Utrecht en het Academisch Hospice Demeter te De Bilt. Momenteel is zij als geestelijk verzorger verbonden aan het Academisch Hospice Demeter. Bron:http://www.boenda.nl/eboek/49/Details.html, 21 augustus 2012.

5

Elly Hoogeveen. Elly Hoogeveen (1935-2010) studeerde aan het Humanistisch Opleidingsinstituut (HOI) voor geestelijk werk en deed daarna vijftien jaar praktijkervaring op in het humanistisch geestelijk raadswerk. Naast haar werk als geestelijk raadsvrouw was zij teven docent Praktijk van de Geestelijke Verzorging aan de Universiteit voor Humanistiek. (Hoogeveen, 1991, achterflap).

6

Ambt. ‘een identiteit die gelegitimeerd is door een maatschappelijk erkend levensbeschouwelijk genootschap’ (VGVZ, 2010, p.10).

7

Carlo Leget. Carlo Leget (1964) is vanuit de theologie (dissertatie in Utrecht over Thomas van Aquino, 1997) terecht gekomen in de medische ethiek. Na zes jaar aan het UMC St Radboud gewerkt te hebben als universitair docent medische ethiek, is hij sinds 1 januari 2009 actief als universitair hoofddocent zorgethiek in Tilburg, en sinds 2011 ook verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek. Per 1 september 2012 is hij benoemd tot hoogleraar Zorgethiek en geestelijke begeleidingswetenschappen aan de UvH.

8

Angela Roothaan. Angela Roothaan is universitair docent praktische filosofie (ethiek, wijsgerige antropologie, spiritualiteit) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij studeerde sociologie en wijsbegeerte aan de

Rijksuniversiteit in Leiden. Bron: http://www.wijsbegeerte.vu.nl/nl/organisatie/medewerkers/medewerkers-m-s/dr-a- c-m-roothaan/index.asp, 21 augustus 2012.

9

Richard van de Loo. Richard van de Loo (1950) studeerde psychologie in Nijmegen en promoveerde daar in 1992 op een studie naar een nieuwe methodiek van loopbaancounseling. Sinds 1977 is hij werkzaam bij Adviesbureau Psychotechniek te Utrecht. Hij publiceert regelmatig op het terrein van loopbaanontwikkeling, management development en personele mobiliteit in organisaties. (Kuin, 1995, p.132).

10

Martin Buber. Martin Buber (1878-1965) studeerde aan de Weense Universiteit filosofie en kunstgeschiedenis, die hij in 1904 afsloot met een promotie op beide vakgebieden. Buber ontwikkelde een ambivalente relatie met de zionistische beweging, waarvan hij de ideologie als spiritueel-humanistisch ideaal onderschreef, doch de

nationalistisch-politieke strijd voor een eigen staat afwees. Hij schreef verscheidene boeken en werd in 1930 benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Frankfurt. In 1938 vluchtte hij naar Palestina in verband met de oprukkende

nazi’s. Daar zette hij zich in voor goede betrekkingen tussen Joden en Arabieren. Hij stierf op 87-jarige leeftijd. (Buber, 2007, p.204).

11

Herman Andriessen. Herman Andriessen (1927) studeerde filosofie, theologie en psychologie. Hij was als docent pastorale theologie verbonden aan de Universiteit Utrecht en was gevestigd als psycholoog-psychotherapeut. Hij heeft gepubliceerd op het terrein van de ontwikkeling in de volwassenheid, over zingeving en psychotherapie en over spiritualiteit. (Kuin, 1995, p.131).

12

Mathijs van Knippenberg. Mathijs van Knippenberg (1937) volgde de priesteropleiding bij de lazaristen. In Nijmegen studeerde hij oecumenische theologie aan de KUN en groepswerk aan de voortgezette sociaal-

pedagogische opleidingen. Sinds 1988 is hij hoogleraar pastoraaltheologie aan de Theologische Faculteit Tilburg. (Kuin, 1995, p.131).

13

Gerdi Buit en Janneke de Moei. Gerdi Buit studeerde andragologie en was 12 jaar als docente agogiek verbonden aan een MDGO-VP (opleiding verzorging). Janneke de Moei volgde de Sociale Academie en de VO onderwijs, supervisie en beleid en geeft sinds 20 jaar scholing en bijscholing aan hulpverleners in de gezondheidszorg en het welzijnswerk. Bron: http://www.boomlemma.nl/mens-en-maatschappij/catalogus/professionele-houding-in-de- hulpverlening-6, 21 augustus 2012.

14

Maryke Tielman. Maryke Tieleman is werkzaam als hoofddocent/ ontwikkelaar ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek aan de studierichting Toegepaste Psychologie en aan de Propedeuse Psychologische en

Pedagogische Studies van de Saxion Hogeschool te Deventer. Bron:

http://www.bol.com/nl/p/levensfasen/1001004011342612/#product_description, 21 augustus 2012.

15

Joep Munnichs. Joep Munnichs (1927) studeerde psychologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, specialiseerde zich in de gerontologie en promoveerde in 1964 op het proefschrift Ouderdom en eindigheid. Hij publiceerde enkele nederlandstalige standaardwerken, zoals Bouwstenen voor een sociale gerontologie (1972). (Kuin, 1995, p.132).

16

Kees Waaijman. Prof.dr. C.J. Waaijman (1942) is kenner van spiritualiteit. Hij is wetenschappelijk directeur van het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen, een wetenschappelijk onderzoeksinstituut dat, in overeenstemming met de aard van spiritualiteit, wetenschappelijk en toegepast onderzoek verenigt. Kees Waaijman is daarnaast hoogleraar Spiritualiteit aan de Radboud Universiteit. Hij spreekt regelmatig op congressen en bijeenkomsten. Bron:

http://www.uitgeverijtenhave.nl/authors/index/details/id/29137/, 21 augustus 2012.

17

Tonja van den Ende. Dr. Tonja van den Ende (1965) is filosofe en sinds 1994 als onderzoeker verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Zij publiceerde onder meer In levende lijven. Identiteit, lichamelijkheid en verschil in het werk van Luce Irigaray (1999, proefschrift), Denken doorzien II (1999, boek bij de gelijknamige Teleac televisieserie) en Cosmetische humanisering? Maatschappelijk verantwoord ondernemen ter discussie (2005, red. samen met Harry Kunneman en Ireen Dubel). Sinds 2008 is zij directeur van Zingeving & Professie, het praktijkcentrum van de Universiteit voor Humanistiek. Bron: http://www.swpbook.com/auteurs/274, 21 augustus 2012.

18

Denijs Bru. Denijs Bru was van midden jaren ’70 tot het najaar van 2008 als docent voor professionele gespreksvoering verbonden aan achtereenvolgens het Humanistisch Opleidingsinstituut en de Universiteit voor Humanistiek (Bru, 2008).