• No results found

Voorbeeld uitwerking lesobservatie LESOBSERVATIE BIJ :

Docent : docent E (les 9)

Klas: 1h/v week 50, 10 december 2014, 5de uur.

Stof: Controleren van huiswerk – bespreken van wat er voor het cp geleerd moet worden – uitleg van regels – leerling zelfstandig aan het werk Deze klas heeft een blokuur, dit is het eerst uur.

Docent

Herhaling X nee Visualisatie X bord 0 gebaren

X vertalen asseyez-vous, ga zitten, répétez, herhalen, Tout le monde a compris? (iedereen heeft het begrepen?)

0 gebruik van synoniemen

Is er klassentaal aanwezig? X ja Gebruik van klassentaal? X nee Gebruik van doeltaal voertaal bij docent Codering: 0 = niet van toepassing (NVT)

1 = geheel in Nederlands

2 = grotendeels in het Nederlands 3 = half Frans, half Nederlands 4 = grotendeels in het Frans 5 = geheel in het Frans

Deze getallen zijn dan ook terug te zien in het coderingsschema in bijlage Toelichting lesobservatie

Opening +

organisatie Codering: 3

De opening/begroeting gebeurt in het Frans: Bonjour Ca va? Alors, messieurs et mesdames…..voor vandaag moesten jullie leren…. De organisatie van de les vond plaats zowel in de doeltaal als in het Nederlands.

Alors tout le monde asseyez-vous, c’est quel jour aujourd’hui? wie weet ook alweer wat 2014 is in het Frans? Ah ja dit hebben we nog niet gehad. Et c’est quel jour? Alors we beginnen met de

stambomen, ik ga je naam controleren, en ik kruis aan wie het niet ingeleverd heeft .

Om van het één onderwerp op het andere over te gaan, en om de leerlingen aan het werk te krijgen worden de instructies gegeven zowel in de doeltaal als in het Nederlands:

Goed een half uur de tijd, maintenant il est 11h45, donc à 12.15, c’est fini, au travail…..Lln vragen iets ??? Nee liever op een blaadje Alors, une demie-heure, on commence maintenant : nu beginnen Oefeningen +

stof

behandelen Codering: 2

De oefeningen worden grotendeels in het Nederlands behandeld (instructie, oefeningen)

On commence à la page 36 de votre livre, iedereen heeft het gevonden, tout le monde a trouvé, on va répéter, we gaan herhalen, goed voor morgen moeten jullie leren, rijtje avoir, invuloefening, phrases clés (de aankomende toets wordt besproken) La page 37, les nombres, waar je goed moet opletten: de getallen 70 en 90.

Alors ensuite, les phrases clés: is het ander boek, page 102, ja 102 De leerlingen moeten in 2 tallen werken aan een opdracht: Maak nu zelf een toets. Docent legt uit wat criteria zijn. Eenmaal aan het werk geeft de docent individuele instructies aan de leerlingen die er behoefte aan hebben

Uitleg grammatica nieuwe lesstof Codering: 1

De uitleg is geheel in het Nederlands. De voorbeeldzinnen zijn in het Frans.

Wie kan mij de regel uitleggen ? Ferme la porte! Een leerling legt het uit, de docent herhaalt de grammatica van de gebiedende wijs.

De grammatica van het bezittelijk voornaamwoord wordt aan de hand van een voorbeeld in het Nederlands uitgelegd en opgeschreven op het white board

Alors, si on a par exemple le livre ou la chaise, dan wil ik zeggen mijn boek en mijn stoel. Wat zeg ik dan?...Stel ik wil zeggen zijn boek en ook zijn stoel….docent herhaalt wat leerling zegt, oui son livre en wat is zijn stoel…..sa chaise. Docent geeft andere voorbeelden hoe het bezittelijk voornaamwoord in elkaar zit. Il y a des questions? Snap je dit, het is nu je kan, goed? Duidelijk?

Compliment Codering: 3

Er worden complimenten uitgedeeld in de doeltaal en in het Nederlands:

Très bien (6x), tu as bien expliqué en helemaal goed, goed zo, ach, goed gewerkt, huiswerk is keurig gemaakt

Waarschuwing Codering: 0 NVT Social talk (koetjes en kalfjes) Codering: 1

De docent praat met leerlingen en reageert in het Nederlands.

Docent loopt rond en gaat individuele gesprekken aan met leerlingen in het Nederlands, leerlingen vragen af en toe iets, docent antwoordt in het Nederlands

‘dat is dan jammer’, praatje over hoe was je weekend, zo zo. Huiswerk

opgeven Codering: 0

NVT

Er wordt geen huiswerk opgegeven, het uur nadien hebben ze nog een uur Frans

Afsluiting Codering: 0

NVT

Leerlingen werken tot wanneer de bel gaat

Verloop van les: vetgedrukt (docent in het Frans), schuingedrukt: docent herhaalt in het Nederlands = herhaling door docent, ………(leerling antwoordt in het Frans) OPENING + ORGANISATIE (3)

Bonjour Ça va?

Leerling zegt ik ben mijn stamboom vergeten, dat is dan jammer - Bonjour

Nee ik zag het staan -

Leerlingen zijn ondertussen allemaal in het klaslokaal Robin, Fermez le chauffage stp (2x)…… oui, zéro Alors tout le monde, bonjour, asseyez-vous, ga zitten

Ja -

Alors bonjour tout le monde, 2, 3 docent telt leerlingen, qui n’est pas encore là,

leerlingen zeggen wie ze missen I

UITLEG OEFENINGEN (2)

D’abord. Quel jour est-ce aujourd’hui, quel est la date?... II Le 10 décembre (op het bord), wat was 2000, entrez, wie weet wat 2000 is, hebben we nog niet gehad,…..2014 très bien, et quel est le jour…….très bien ! (3’) I-I--II

Alors, de stambomen, ik loop langs, ik controleer of je naam…..en dan hoop is langs en kruis….dan moet je nu printen (lln leggen alles klaar), Britt, docent noteert wie wat ingeleverd heeft (gesprek met lln over wel of niet bij zich, wel of geen cijfer), sommige lln krijgen instructies, complimenten… (4’) I - - -

Alors,….. nee dat is alors

goed, messieurs et mesdames, les devoirs, voor vandaag moesten jullie leren, we gaan, répéter, herhalen, on commence à la page 36 de votre livre de texte, page

36, 36 iedereen heeft het gevonden, tout le monde a trouvé 36?...on va répéter, herhalen, goed voor morgen moeten jullie leren..(rijtje avoir, …gaat nu in het ndls, invuloefening, phrases clés….pour écrire, gesprek verder in het ndls….gaat over wat ze krijgen voor het cp.

La page 37, les nombres……wat je goed…waar je goed moet opletten

Alors ensuite à la page 39, tournez la page, welke pagina is dat menno, 39, très

bien.

UITLEG GRAMMATICA (1)

docent geeft uitleg over het bezittelijk voornaamwoord: wie kan mij de regel uitleggen, qui peut expliquer, oui ferme la porte (leerling legt uit in het Nederlands hoe het zit), très bien, tu as bien expliqué…helemaal goed, très bien ! (7’)

Alors si on a par exemple le livre ou la chaise (wordt op het bord geschreven, + uitleg in het ndls) on a le livre et la chaise, dan wil ik zeggen mijn boek, en mijn stoel, wat zeg ik dan? Stel ik wil zeggen zijn boek, en ook zijn stoel (op het bord), instructies worden in het nederlands gegeven, oui, son livre, en zijn stoel…..sa chaise, vervolgens….docent geeft andere voorbeelden hoe het bezittelijk voornaamwoord in elkaar zit. Il y a des questions? Snap je dit…nu je kans…goed duidelijk? (6’)

Alors ensuite, les phrases clés: gaat verder in het nederlands

Ensuite l’autre livre….is het ander boek, à la page 102 (102), les mots….?wat ze moeten doen, duidelijk? Tout le monde a compris? (iedereen heeft het begrepen?) (2’)

Instructies om opdracht te maken in 2 tallen, een toets maken., docent legt uit, wat criteria is, dan individueel gesprek met leerling over hoe de toets gemaakt moet worden (2’) ---

Goed, een half uur de tijd, maintenant il est 11h45 donc à 12.15, c’est fini, au travail

Une demie heure…….? nee liever op een blaadje

De leerlingen gaan nu aan het werk, ondertussen gaat docent rond en praat met leerlingen in het Nederlands, leerlingen vragen wat, docent antwoordt in het Nederlands. (SOCIAL TALK 1)

Alors une demie heure, on commence maintenant, nee op papier…. (30’) Dit gaat door tot de bel gaat…