• No results found

Bijlage 6 bevat een vragenlijst die is afgestemd op de coördinatoren van de maaltijdkringen in de

7.3 De maaltijdkring voor 25-plussers in de Hervormde gemeente Veenendaal

7.4.4. Visie op onderdelen

Tijdens het interview kwamen items aan de orde waarover ik graag de visie van de respondent wilde hebben. Ik geef zijn gedachten over deze items hieronder weer.

p. Laagdrempeligheid

Een concept als de Ontmoetingsmaaltijd is bijzonder geschikt om mensen uit de buurt op te vangen en de gelegenheid te geven elkaar te ontmoeten. Men draait mee, hoort erbij en niets moet (ont- moeten). Voor dit doel is een grotere groep een voordeel, mits mensen niet worden genegeerd. In de grotere groep kan men ook meer zichzelf blijven en rustig bouwen aan een eigen netwerkje.

q. Dilemma

Een dilemma bij de Ontmoetingsmaaltijden is de missionaire duidelijkheid. Enerzijds wil men de deelnemers graag vertellen over Jezus Christus. Anderzijds ervaart men dat een lage drempelactiviteit noodzakelijk is om überhaupt langdurige contacten te leggen met de buurtbewoners. Daarom kiest men voor een stil vóór- en nagebed. Het missionaire krijgt vooral gestalte door de deelnemers uit te nodigen voor de Perronmeetings of hen te wijzen op de overige activiteiten. Zo zijn de Perronmeetings voortgekomen uit de Ontmoetingsmaaltijden. En nog steeds vinden mensen hun weg naar deze bijeenkomsten of andere activiteiten.

r. Samenstelling

De respondent hecht aan de aanwezigheid van meerdere kerkelijk meelevende mensen bij de Ontmoetingsmaaltijden. Zij zijn doorgaans trouwer dan de andere leden en hij denkt dat ze een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de opvang en contact met de andere deelnemers. Dat gaat echter niet vanzelf. Er is toerusting nodig om hen te leren met andere houdingen en leefpatronen om te gaan.

33

s. Christelijke gemeenschap

Om de christelijke gemeenschap te stimuleren en werkelijk te beleven, is de omvang van de beschreven groeigroep het meest geschikt, dus ongeveer acht mensen met een doorgroeimogelijkheid. Een nog kleinere groep is qua samenstelling te smal voor een veelzijdige interactie. In een groep van pakweg vijftien mensen daarentegen kan het gesprek gemakkelijk heen en weer schieten zonder de diepte in te gaan. De geloofsgemeenschap in de genoemde groeigroep is volgens de respondent opgewassen tegen onze individualistische aard en tijdgeest.

t. Uitbreiding

Het is beter om een nieuwe groeigroep te laten ontstaan uit een oude groeigroep. Dus door splitsing. Aan nieuwe deelnemers kan direct een plekje worden geboden in een bestaande groep, terwijl een nieuwe groep lange tijd nodig heeft om zich aan elkaar te hechten. Een splitsing is niet zo’n probleem als de achterblijvende en overstappende leden elkaar al redelijk goed kennen.

u. Allochtonen

In de groeigroepen is er nog te weinig ervaring met (de integratie) van allochtonen. In de laagdrempelige setting van de Ontmoetingsmaaltijden voelen ook de buitenlanders zich voldoende thuis. De respondent zou wel meer allochtonen willen aantrekken, maar hecht aan integratie in de bestaande gemeenschap. Hij zoekt naar mogelijkheden, maar wil niet dat allochtonen alleen komen als de maaltijd op hen is afgestemd.

v. Breed aanbod en verdieping

Dankzij de Ontmoetingsmaaltijden, de Maaltijdmeetings en de maaltijden voor jongeren en kinderen heeft Perron 61 een breed aanbod in huis om mensen op te vangen. Door de Perronmeetings en de groeigroepen kan men de geïnteresseerden verder begeleiden in hun geestelijk groei en integratie in de christelijke gemeenschap. Vanwege de volle agenda’s en uiteenlopende behoeften is het gunstig als de groeigroepen zelf hun weg zoeken in feitelijke afspraken, inhoudelijke accenten en personele samenstelling. Dat maakt het gemakkelijker om geïnteresseerden een kring te laten vinden die bij hen past.

34

7.5 Hebron te Amsterdam

Hebron is een wijkgebouw van de Protestantse wijkgemeente Noorderkerk te Amsterdam. Het gebouw staat in een arbeiderswijk met een sterk multi-etnische karakter. In 1983 is de toenmalige evangelist begonnen met wekelijkse broodmaaltijden voor de buurtbewoners. Ons jonge gezin heeft daarin meegedraaid totdat we vertrokken naar Veenendaal. Hebron is onderdeel van een stichting, die door de verhuur van het omringende woningencomplex de exploitatie van het wijkgebouw financiert. Ik was benieuwd naar de betekenis van de maaltijden in de missionair/diaconale buurtfunctie van Hebron.

Peter Smits (46) en zijn vrouw Conny (45) zijn als evangelistenechtpaar vijftien jaar werkzaam vanuit Hebron. Zij wonen met hun kinderen boven het wijkgebouw en zijn altijd bij de maaltijd aanwezig.

7.5.1 Observatie

Voorafgaande aan het interview met de evangelist woonde ik de maaltijd bij. Zie voor het observatieverslag bijlage 8. In het interview komen de relevante elementen terug.

7.5.2 Interview

a. Visie

De respondent noemt drie trefwoorden om de visie achter de maaltijden te verwoorden: gemeenschap, genieten, gastvrijheid. De gemeenschap verstaat hij vanuit christelijk perspectief. Dit ideaal is in zekere zin onbereikbaar, want een te groot aantal deelnemers is niet christelijk. Maar desondanks is dit ideaal evenmin afwezig. Ze werkt bijvoorbeeld door in de diaconale houding van de medewerkers, de persoonlijke aandacht en de nadruk op de betekenis van de Bijbel en Jezus Christus. De deelnemers benoemen de sfeer dan ook als een christelijke sfeer.

b. Verwachtingen over de samenstelling

In totaal zijn er ongeveer 45 geregelde deelnemers aan de maaltijden. Dat is qua aantal ongeveer vijftien mensen meer dan toen ons gezin Amsterdam in 1988 verliet. De respondent is tevreden over het hoge percentage buurtbewoners. Slechts vijf van hen komen van elders. Ongeveer de helft van de bezoekers komt op meer plekken met inloopactiviteiten. Zij lopen als het ware elke week een vast parcours van dergelijke gelegenheden af.

Onder de 45 deelnemers zijn er ongeveer tien bezoekers voor wie de Nederlandse cultuur een tweede cultuur is. De Surinaamse vrouw die vandaag kookt is altijd aanwezig. Om haar er meer bij te betrekken is ze gevraagd voor het team van degenen die koken. Er zijn ook twee Egyptische jongens aanwezig, van wie de moeder vandaag verhinderd is. Van de bezoekers is alleen deze Egyptische getrouwd. De overige deelnemers zijn alleenstaand door overlijden van hun partner of door scheiding. Anderen hebben nooit een vaste relatie gehad.

Het aantal vrouwen is aan de lage kant, maar vorig jaar waren er slechts enkelen. De respondent is daarom blij met deze toename. Hetzelfde geldt voor de kinderen. Voorheen waren alleen de kinderen uit zijn eigen gezin aanwezig, terwijl er nu ook andere kinderen zijn.

Het liefst ziet hij de deelname van gehuwde mensen groeien. Zij brengen doorgaans stabiliteit en het zou ook het evenwicht ten opzichte van het grote aantal alleenstaanden ten goede komen.

c. Eenzamen

De deelnemers behoren zonder uitzondering tot de brede doelgroep waarvoor de maaltijden is bedoeld. Toch komt de respondent in de wijk nòg schrijnender situaties van eenzaamheid tegen. Het

35

lukt niet om deze mensen over te halen naar Hebron te komen. Zij hebben een miniem netwerk en zijn aan huis gekluisterd. Het blijft onduidelijk in hoeverre dit veroorzaakt wordt door vrije wil of door onmacht. Ook voor hen zou de respondent graag meer willen betekenen met de activiteiten in Hebron, maar hij komt niet verder dan incidentele contacten.

d. Werving

Het aantal deelnemers zit tegen de bovengrens aan. Het starten van een tweede groep op een andere avond wordt niet overwogen omdat het aantal vrijwilligers uit de Noorderkerk beperkt is, terwijl men ook in de Jordaan - waar de Noorderkerk staat - nieuwe kerkelijke activiteiten ontplooit. De advertenties in de buurtkrant hebben voornamelijk zin voor de naamsbekendheid. Om mensen echt naar Hebron te krijgen, zijn persoonlijke uitnodigingen door o.a. de deelnemers effectiever.

e. Christelijk profiel

De respondent hecht aan een duidelijk christelijke uitstraling tijdens de maaltijd. Hij wil de kans niet laten lopen om mensen met het Evangelie in aanraking te brengen. Bovendien levert het geen spanning of vervreemding op met de groep trouwe bezoekers. Of het een drempel is voor nieuwe bezoekers kan hij niet bij iedereen beoordelen. Maar in de praktijk blijven er ook nieuwe bezoekers hangen die niet christelijk zijn en desondanks de liederen en meditatief blokje accepteren. De respondent houdt in de communicatie van het Evangelie zoveel mogelijk rekening met de situatie waarin de aanwezigen zich bevinden, hun denkwereld enzovoorts.

Uit de maaltijden en uit de kinderclub zijn in 2002 de zondagse samenkomsten ontstaan. Daar worden in totaal ongeveer 60 mensen bereikt, onder wie veel ouders van de veelal allochtone kinderen van de kinderclub. Van de maaltijdbezoekers komen er vijf steevast naar de zondagse samenkomsten in Hebron. De overigen staan verschillend ten opzichte van het geloof in Jezus Christus: sommigen zijn op zoek, anderen zijn terughoudend. Maar iedereen is welwillend.

f. De maaltijd

Toen in 1993 de maaltijden van start gingen, waren het broodmaaltijden met soep. De soep werd door een medewerker van huis meegenomen (soms achterop de fiets) en in het kleine keukentje opgewarmd. Dankzij een diaconaal project van de HGJB is er een grote keuken geïnstalleerd en sindsdien kookt men warm. Dit wordt als waardevol ervaren omdat menige deelnemer zich er thuis te weinig toe zet om warm te koken.

g. De groepsgrootte

De respondent vindt de huidige tafelopstelling (die is sinds kort ingevoerd dankzij nieuw meubilair) gunstiger dan de oude van twee lange rijen. Die nieuwe opstelling stimuleert de betrokkenheid van iedereen die aan tafel zit. In een lange tafelopstelling zitten er al snel mensen tussen twee groepjes, met het risico dat men zich – actief of passief – minder bij een groepje betrokken voelt. Dat er zes van zulke groepen zijn, is volgens hem geen probleem. Er is genoeg gezamenlijkheid.

h. Individualisme en gemeenschap

Volgens de respondent is de behoefte aan onderlinge gemeenschap bij alle deelnemers erg groot. De mensen komen ook trouw en zoeken het contact. Er zijn allerlei netwerkjes die in de rest van de week daadwerkelijk functioneren. De gesprekken gaan vrijwel altijd over de dagelijkse gebeurtenissen en dat op feitelijke wijze. Men zegt bijvoorbeeld wel hoe men zich voelt, maar daar wordt niet over doorgepraat. De respondent twijfelt bij de vraag wat zwaarder voor de bezoekers weegt: de behoefte om te komen of de behoefte om vooral hun eigen leven te leiden. Zijn inschatting is dat men verlangt naar gemeenschap met behoud van maximale vrijheid. Als er daadwerkelijk een keuze gemaakt moet worden, hangt het af ieders waardering van de gemeenschap. Scoort die laag of hoog? En daarin speelt de geloofspositie mee die men inneemt

36

tegenover de Heere, de Bijbel en het samenzijn met de gelovigen. Ook bij hen die zich wat dat betreft afzijdig houden, is toch het besef merkbaar dat in Hebron iets wordt gecommuniceerd dat

wezenlijk is voor het leven. Men wil daarbij in de buurt blijven. Precies als bij een geheim dat je niet

beter wilt leren kennen, maar waarvan je evenmin kunt loskomen.

i. Rol respondent

De respondent heeft alleen de leiding als hij ingeroosterd staat, terwijl de organisatorische kant nagenoeg altijd vanzelf loopt. Desondanks voelen hij en zijn vrouw zich verantwoordelijk. Bijvoorbeeld bij het aanspreken van de vaste bezoekers, bij de tafelgesprekken - beiden gaan bewust aan een andere tafel zitten om meer mensen te kunnen spreken - en door nieuwe bezoekers op te vangen. Hij verwijst naar de twee mannen, die deze avond voor de eerste keer present waren. Achteraf heeft hij nog geruime tijd met hen gesproken. Ze waren getipt door een receptioniste van een verzorgingstehuis in de wijk. En ook de vaste bezoekers willen hem geregeld spreken. Tijdens de maaltijd had iemand al tegen me gezegd: 'Om Peter te spreken moet je eerst een nummertje trekken'.

37