• No results found

Hoe ziet de informatiemaatschappij in 2023 eruit op basis van de hierboven geconstateerde onom-keerbare trends? Bij het beantwoorden van deze vraag is het verleidelijk om terug te kijken naar het verleden. Hoe zag de informatiemaatschappij er in 2003 uit? Het probleem is dat we nu al zo lang met de Wet van Moore leven dan we een punt hebben bereikt dat de exponentiële groei zo hard gaat dat de snelheid van de ontwikkelingen in de komende tien jaar niet te vergelijken is met de snelheid van de ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar.

Toekomstontwikkeling 1 Hybride ruimtes

Layar is een app op de iPhone en Android die de wereld in het zicht van de camera weergeeft op het beeldscherm en daarbij in het beeld automatisch informatie toevoegt. Het is in feite een integratie van de fysieke wereld om ons heen en de online werkelijkheid op internet, ook wel aangeduid als hybride ruimtes of augmented reality. Maar het blijft behelpen met een klein scherm dat je ook nog met je handen moet vasthouden. Dat gaat dit jaar al veranderen. Google Glass zal de drempel tussen

online en offline wereld verlagen en er zullen hybride ruimtes, ook wel bekend als augmented reality, ontstaan waarin de online en de fysieke wereld samensmelten. De lancering van Google Glass dit jaar zal, denk ik, een nog grotere impact hebben op mens-machine interfaces dan de iPhone in 2007 met de introductie van de touch interface en het iOS besturingssysteem.

tische redeneringen bijstellen. Waar we in 2013 al automatisch een acceptgiro in de bus krijgen voor snelheids- en parkeerovertredingen verwacht ik dat eerst de computer in een groter scala van strafbare feiten zal beslissen en pas daarna, na aantekenen van bezwaar, een menselijke rechter zich over de zaak zal ontfermen. Overigens is dit al een oude voorspelling, al in 1991 gedaan door Professor H.J. van den Herik in zijn oratie ‘Kunnen computers rechtspreken’ bij de aanvaarding van zijn bijzonder hoogleraarschap in de Juridische Informatica van de Universiteit Leiden. Van den Herik heeft vervol-gens in de jaren negentig met zijn onderzoeksgroep aan de Universiteit van Limburg belangrijke bijdra-gen geleverd aan het ontwikkelen van algoritmen en strategieën, waarmee de computer de mens kon verslaan op het terrein van spellen. Een ruim aantal jaren voordat Deep Blue door ibm was gebouwd voorspelde Van den Herik al dat de computer de wereldkampioen schaken zou verslaan. Indirect zette hij daarmee toen zijn eerdere uitspraken over de inzet van kunstmatige intelligentie in de recht-spraak kracht bij.

Samenvattend verwacht ik dat bij het zoeken naar de digitale waarheid in 2023 nog meer dan nu gebruik gemaakt zal worden van computer-ondersteunende technieken. Zowel doordat alle informatie digitaal aanwezig is als ook doordat de systemen die gebruikt worden gebaseerd zijn op geautomatiseerde processen die zijn voorzien van patroonherkenning en kunstmatige intelligentie. De hybride ruimte maakt het mogelijk om opsporings-ambtenaar, advocaat en rechter op een unieke ma-nier samen te laten werken en kennis te nemen van het beschikbare digitale bewijs. De hybride ruimte zal nog niet perfect zijn, maar door de hoeveelheid informatie en het bewezen nut van computeronder-steuning voor kwaliteitscontrole zullen verdachten het recht krijgen (en eisen) om op deze manier be-recht te worden.

wel. De reden is niet zozeer geld of schaarste aan papier. De reden is dat voor een betrouwbaar ar-chief informatie van hoge kwaliteit nodig is en dat betekent dat de context van informatie onmisbaar is (Van Bussel, 2012). In 2023 zal alle informatie digitaal gemaakt en verwerkt worden en is het on-mogelijk om op papier de context van de informatie vast te leggen. Bovendien zal in 2023 de digitale identiteit en ook de digitale handtekening volledig geaccepteerd zijn en dan veel betrouwbaarder dan een handtekening met pen op papier. Wel blijft pa-pier de oplossing om tijdelijke versies uit te printen zodat er met de hand aantekeningen bijgeschreven kunnen worden.

De introductie van de Nationale Politie dit jaar in Nederland zal leiden tot een gezamenlijke net-werkinfrastructuur en standaard applicaties. De (bijzondere) opsporingsdiensten zullen een zelfde ontwikkeling doormaken. Pas in 2018 verwacht ik dat er een standaard infrastructuur is met infor-matiediensten en applicaties die overal en op ieder moment beschikbaar zijn voor opsporingsambte-naren. Ongeacht of ze op het bureau werken, on-derweg zijn in hun dienstauto, lopen of fietsen. Er zullen duidelijke richtlijnen zijn voor het koppelen van informatiebronnen. Door deze standaardisatie en landelijke dekking wordt het eindelijk lonend om geavanceerde software aan te schaffen en waar nodig te laten ontwikkelen om het opsporingspro-ces te faciliteren.

Openbaar ministerie en rechterlijke macht zul-len een vergelijkbare ontwikkeling doormaken. Elektronische dossiers zijn volledig geaccepteerd en eerder genoemde hybride ruimtes zorgen ervoor dat computerondersteuning optimaal is bij het analyseren en presenteren van bewijs. Opvolgers van Watson helpen bij het consequent toepassen van wetgeving. Rechters beoordelen de suggesties van deze computers en zorgen waar nodig voor aanwijzingen of herzieningen. De computers zul-len van deze aanwijzingen leren en hun automa-de mens zal waarschijnlijk altijd nog slimmer zijn

dan de beste kunstmatige intelligentie. Interactieve simulaties zullen voortkomen uit serieuze toepassingen van gaming-technologie, zoals het al genoemde FoldIT. Games hebben zich bewezen als toepassingen die mensen in staat stel-len om nieuwe kennis en vaardigheden te leren en om ze te laten samenwerken aan problemen. De nieuwe generatie mens-machine interfaces in hy-bride ruimtes zal deze samenwerking verbeteren. Ik verwacht dat deze techniek ook nuttig zal blijken in E-Discovery bij het maken van reconstructies op basis van gevonden feitenmateriaal. De menselijke onderzoekers zullen hier nog grotendeels de leiding in moeten nemen, maar de computer kan behulp-zaam zijn bij het testen van scenario’s en overzich-telijk rangschikken van bewijs en blootleggen van verbanden.

Gevolgen

Deze visie schetst een samenleving in 2023 waarin we beter kunnen samenwerken met de computer en met elkaar in hybride ruimtes, waarin de computer niet alleen zoekt naar woorden, maar ook naar betekenis en waarin we zelf slimmer zullen worden door de computer op strategische vraagstukken te sturen. Dit alles bij elkaar noem ik augmented

intelligence. Wat zijn de gevolgen hiervan voor het zoeken naar de digitale waarheid in 2023? Mijn verwachting is allereerst dat de drempel om computers te gebruiken lager wordt. De digibeten zullen ‘uitsterven’. Mensen zullen in 2023 niet meer hopeloos verdwalen op internet, op hun telefoon of op hun televisie. Natuurlijk zullen er experts blijven die begrijpen hoe de computer werkt en hoe er ge-programmeerd moet worden. Iedereen kan omgaan met intelligente systemen, die via gebruikersvrien-delijke interfaces met ons communiceren om samen te werken en kennis in databanken te ontsluiten. Het papierloze kantoor bestaat ook in 2023 nog niet, maar het papierloze archief waarschijnlijk In 2023 is het te vroeg om een alomvattende Watson

te verwachten, maar mensen zullen gewend zijn aan het idee dat computers ondersteuning leveren bij het beantwoorden van vragen. Mijn verwachting is dat in 2023 op deelterreinen computers ons zullen adviseren en vragen beantwoorden vanwege hun enorme dossierkennis, goede geheugen en consis-tente manier van redeneren.

Minstens even bijzonder zijn de berichten dat met de enorm verbeterde hardware opeens (lijkt het) artificiële neurale netwerken spectaculaire verbete-ringen weten te brengen in patroonherkenning door middel van zogenaamde deep learning-technieken. Wetenschappers over de hele wereld verdiepen zich (weer) in toepassingen van deze netwerken en zelfs Google heeft zijn eigen experimenten gestart, beter bekend als het Google Brain-project.

Toekomstontwikkeling 3 Interactieve simulaties

Door de introductie van predictive coding zijn we in een nieuw tijdperk in E-Discovery aangekomen. Jarenlang hebben we de computer beschouwd als een handige tool, waarmee we meerdere onderzoe-kers samen konden laten werken, slimmer konden zoeken en waarmee we het E-Discovery-proces konden controleren en sturen. Door predictive

coding worden kennis van de menselijke expert en de kracht van de computer gecombineerd en ac-cepteren we dat de computer documenten als niet relevant beoordeelt zonder dat mensen deze docu-menten ooit hebben gelezen.

Door de grotere capaciteit van de computers zal het steeds eenvoudiger worden om natuurgetrouwe simulaties te maken waarin mensen en computers samen een probleem onderzoeken en om samen met elkaar en met de computer scenario’s te ontwikke-len voor complexe vraagstukken. De samenwerking tussen mens en computer zal in 2023 vele malen krachtiger zijn dan nu en de computer

ondersteun-and Foldit players (2010). ‘Predicting protein structures with a multiplayer online game’. Nature 466, pp. 756-760. doi:10.1038/nature09304

Google Glass. [online bron](geraadpleegd 25 april 2013). www.google.com/glass.

Grossman, M. and G. Cormack (2011). ‘Technology Assisted Review in E-Discovery can be more effective and more efficient than exhaustive manual review’.

Richmond Journal of Law and Technology, 17 (3), pp. 1-48.

Henseler, J. (2010). E-Discovery. Op zoek naar de digitale

waarheid. Amsterdam: HvA Publicaties.

Herik, H.J. van den (1991). Kunnen computers

rechtspreken. Rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het amt van bijzonder hoogleraar in de Juridische Informatica aan Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Gouda: Quint.

IDC (2012). The Digital Universe in 2020: Big Data,

bigger digital shadows and biggest growth in the Far East (2012). Framingham (Ma.): IDC.

Laing, D.J. (2011). ‘Increasing speed and confidence in second request responses with new technologies’. Law

Journal Legal Tech Newsletter, 28 (6).

te maken met hun gebruikers en om digitale infor-matie echt te gaan beheren in plaats van klakkeloos op te slaan.

Overheden en organisaties weten door schade en schande dat het beheren van digitale informatie een probleem is. Daarbij vormt het bewaren van de informatie, nadat die gebruikt is, misschien nog wel de grootste uitdaging. In de deeltijd minor E-Discovery wordt uitgelegd aan de studenten dat E-Discovery specialisten in feite archeologen zijn. Ze proberen aan de hand van digitale flarden uit het verleden te reconstrueren wat er gebeurd is. Archeologen hebben te maken met de vergankelijk-heid van de fysieke wereld om ons heen en zoeken honderden, soms duizenden jaren terug. Om die reden is het niet vreemd dat het lectoraat E-Discovery nauw samenwerkt met het Lectoraat Digital Archiving & Compliance, omdat laatstge-noemde lectoraat zich juist bekommert over het bewaren van essentiële informatie en nadrukkelijk ook de context bewaart waarin die informatie gebruikt of tot stand is gekomen. Dat we nu al problemen hebben om digitale informatie van tien jaar geleden terug te vinden en deze te reconstru-eren voorspelt weinig goeds voor de toekomst van E-Discovery. Daarom durf ik met grote zekerheid te voorspellen dat we in 2023, ondanks de slimmere computers, nog steeds grote problemen zullen heb-ben met terugzoeken van de digitale waarheid en het reconstrueren van gebeurtenissen die zich de afgelopen jaren hebben afgespeeld en die zich de komende jaren nog zullen gaan afspelen.

Bronnen

Bussel, G.J. van. (2012). ‘Archiving should be just like an

AppleTM’ en acht andere, nuttige stellingen. Lectorale Rede. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Cooper, S., F. Khatib, A. Treuille, J. Barbero, J. Lee, M. Beenen, A. Leaver-Fay, D. Baker, Z. Popović

Aanbevelingen

Het valt nog te bezien of de technische ontwikke-lingen die ik heb geschetst, realiteit zullen worden en of ze in dat geval de voorspelde gevolgen zullen hebben. In ieder geval is wel duidelijk dat de ont-wikkelingen zich niet laten sturen en ook moeilijk te beïnvloeden zijn. Stel dat de hier gepresenteerde visie klopt, wat voor maatregelen zouden we dan moeten nemen om voorbereid te zijn op het jaar 2023?

Is het eigenlijk wel nodig om maatregelen te ne-men? Waarom laten we de ontwikkelingen niet over ons heen komen en lossen we eventuele problemen gaandeweg op? Ten aanzien van de techniek is dat waarschijnlijk wel de beste houding. Maar ten aanzien van ethische en juridische aspecten is dat waarschijnlijk onverstandig. Nu al merken we dat privacy en techniek steeds vaker met elkaar in bot-sing komen. Zeker op het terrein van E-Discovery is dit een bekend probleem.

Maar ook op het terrein van het epd (het elektro-nisch patiënten dossier) gooit het privacy-aspect roet in het eten. De kans op een betere gezond-heidszorg tegen lagere kosten is vele malen groter op het moment dat een medische variant Watson toegang heeft tot alle medische dossiers, behande-lingen, methoden en uitkomsten. Als we geen goed antwoord vinden op het privacyvraagstuk dan blijft Watson spelletjes spelen, terwijl zinvolle toepassin-gen die veel kosten kunnen besparen en zelfs levens kunnen redden, buiten bereik blijven.

Datzelfde geldt onvermijdelijk voor de inzet van slimmere computers bij het zoeken naar de digitale waarheid. E-Discovery is een multidisciplinair gebied dat gekenmerkt wordt door vraagstukken die niet alleen opgelost kunnen worden door infor-maticaspecialisten, maar waarbij ook specialisten op gebied van rechten en archiefwetenschappen moet helpen. Overheden en organisaties moeten de discipline gaan opbrengen om duidelijke afspraken

De huidige informatiemaatschappij