• No results found

Verzending en vervoer»

V e r o o r d e e l d e n . Indienststellung van 12 Politieoppassers, speciaal voor het begeleiden van gevan-genen en veroordeelden over zee.

STAATSBLAD 1878 N o . 28.

BESLUIT van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië vau 10 Januari 1878 No, 7.

Is goedgevonden en verstaan :

Krachtens machtiging des Konings, speciaal voor het begeleiden van gevangenen en veroordeelden over zee, door den Indischen a r -chipel, met uitzondering van Atjeh, in dienst te stellen 12 (twaalf) politieoppassers, ieder op een bezoldiging van f 1 5 , - (vijftien gulden) 's maands, waarvan gestationneerd zullen zijn :

vijf te Batavia, vijf te Soerabaia, een te Padang en een te Riouw ;

met bepaling, dat de kosten van vervoer dezer oppassers over zee en ter reede zullen komen ten laste van den Lande.

Marschvoeding te verstrekken aan de geleiders van gevangenen.

STAATSBLAD 1849 N o . 29, zooals dit is gewijzigd bij Staatsblad 1856 No. 5 5 .

Artikel 6 van het Beglement voor de korpsen Pradjoerits op Java.

Wanneer pradjoerits tot geleide gebezigd worden, zijn op hen van toepassing de bepalingen, voorkomende bij het algemeen reglement voor de militaire administratie, voor zooveel betreft marcheerende troepen, en wordt hun derhalve een schadeloosstelling voor verpleging te. goed gedaan, volgens tarief N o . 16 bij dit reglement gevoegd.

Bij Staatsblad 1875 No- 55 is deze bepaling van toepassing ver-klaard op alle marcheerende politiedienaren. (1)

Idem bij Staatsblad 1884 No. 2 0 1 , artikel 1, op alle met 1 Sep-tember 1884 in dienst gestelde oppassers, belast met het vervoeren van gevangenen.

Idem bij Staatsblad 1896 No. 59, op alle met het vervoeren van gevangenen belaste justitie -oppassers en gevangenis- beambten, wanneer zij zich hebben te begeven naar plaatsen op meer dan acht paal van hunne standplaats verwijderd en door het betrokken politiehoofd van een marschorder voorzien worden.

Voorts is ten aanzien van de verstrekking van marschvoeding bij Staatsblad 1902 No. 282 bepaald, dat de ten behoeve van geleiders van gevangenen of van transporten in het algemeen vastgestelde in-demniteit voor marschvoeding wordt te goed gedaan, wanneer die geleiders, voorzien van een marschorder, afgegeven door het betrokken politiehoofd, zich hebben te begeven naar plaatsen welke, zoo per spoor of tram wordt gereisd op meer dan twaalf kilometer, of anders op meer dan acht Javapalen van hunne standplaats zijn verwijderd, kunnende de indemniteit mede worden toegelegd zoo dikwijls als de ge-leiders verplicht zijn geweest, binnen de bedoelde afstanden elders te overnachten.

(1) N. B. Vooi Jaya en Madoera is dete bepaling vervallen.

Ten slotte is bij Staatsblad 1897 No. 65 artikel IB bepaald, dat aan de politieoppassers voor wacht - en transportdiensten, bedoeld bij den staat Lt. B., gedurende de dagen, dat zij op marsch zijn, aan marschvoeding wordt toegekend een bedrag van f 0. 25 (vijf en twintig cent) per man en per dag.

Verzending van bannelingen naar plaat-sen, buiten Java en Madoera gele-gen.

STAATSBLAD 1834 No. 33.

RESOLUTIE van den Gouverneur-Generaal ad interim in Rade, van den 24sten Juli 1831.

Is goedgevonden en verstaan ;

Met alleratie, in zoover, der resolutie van den 12den September 1818 No. 5 (Staatsblad No. 63) en de latere beschikkingen dienaan-gaande, te bepalen, dat voortaan de fiskaals bij de Raden van Justitie te Batavia en Soerabaia, zullen zijn ontheven van alle bemoeienis met de verzameling en de verzending van bannelingen, naar plaatsen buiten Java en Madoera gelegen, en dat de daaraan verknochte werk-zaamheden geheel zuilen overgaan op de residenten van Batavia en Soerabaia.

Vervoer van gevangenen onder geleid«

van heerendienttplichtigen.

Bij Staatsblad 1877 No. 248, artikel 1, alinea 7, en bij Gouv.

Besluit van 23 Januari 1907 No. 27 (Bijblad No. 6953) is bepaald, dat respectievelijk ter Sumatra's West-en Oostkust het begeleiden van gevangenen aan heerendienstplichtigen kan worden opgedragen wanneer geen of niet genoeg politie-personeel voorhanden is.

Kosteloos vervoer van gevangenen.

Staatsblad 1895 No. 300. Algemeen reglement voor de spoor-wegdiensten in Nederlandsch-Indië.

Art. 12. Kosteloos vervoer in het belang van 's Lands dienst.

Voor zoover daaromtrent bij de voorwaarden, waarop de vergun-ning tot uitoefevergun-ning van den dienst is verleend, niet anders is bepaald, heeft het vervoer van personen onder geleide van het openbaar gezag en hunne geleiders reizende in wagens door de Regeering goedgekeurd of van Regeeringswege beschikbaar gesteld, kosteloos plaats.

Bijblad No. 563.- W w a n g a r h e i d e r s . Verzending.

B e s l u i t .

N°- 3- Buitenzorg, den 9den Mei 1838.

Gelezen enz.

Is goedgevonden en verstaan : Eersteiijk enz.

Ten tweede. De residenten en op zich zelf staande assistent-resi-denten op Java, in het algemeen aan te bevelen, om de in hunne re-sidentie of afdeeling tot d w a n g - of kettingarbeid gecondemneerd wor-dende persoon, aan wie elders eene strafplaats wordt aangewezen, zoo spoedig mogelijk naar hunne bestemming te verzenden en zich n i m -mer te veroorloven om dusdanige gecondemneerden zonder Gouverne-ments-autorisatie of zonder reden van ziekte aan te houden en hun daardoor eene andere bestemming te geven, dan door het Gouvernement voor hen is bepaald geworden.

Bijblad No. 5148. D w a n g a r b e i d e r s . Opzending nair de strafplaats.

CIRCULAIRE aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur in Nederlandsch-Indië.

No. 2473. Batavia, 14 April 1896.

Uit eene vergelijking van het aantal veroordeelden, dat in den oop eener maand op een bepaalde strafplaats aankomt, met liet aantal, aan hetwelk gemiddeld in eene maand die zelfde plaats als strafplaats wordt aangewezen, is mij gebleken, dat dikwerf een zeer groot percen-tage der veroordeelden de strafplaats niet bereikt. Hoewel natuurlijk steeds een zeker gedeelte wegens ziekete niet zal kunnen worden o p -gezonden, geven de uitkomsten van het gehouden onderzoek mij den indruk dat dikwerf veroordeelden ter plaatse der veroordeeling moeten zijn aangehouden geworden, die opgezonden hadden kunnen worden.

Een ander dergelijk onderzoek heeft verder aangetoond, dat met de opzending van valide veroordeelden niet altijd die voortvarend-heid wordt betracht, welke het Landsbelang vordert.

Bij het allerwege heerschend gebrek aan gedwongen werkkrach-ten en de groote behoefte, die daaraan werkkrach-tengevolge van de veranderde omstandigheden in Atjeh bestaat, vind ik in een en ander aanleiding UIIEdG. beleefd doch dringend te verzoeken geen veroordeelden tot dwangarbeid voor langer dan één jaar ter plaatse der veroordeeling aan te houden dan in gevallen van deugdelijk gestaafde ziekte of ongeschiktheid tot arbeid en voorts om, nadat de ter strafplaatsaanwij-zing aan mijn Departement ingediende vonnissen voorzien van de aan-teekening betreffende de strafplaats terug zijn ontvangen, steeds met den meesten spoed het noodige voor de opzendiug van den veroor-deelde te verrichten.

De Directeur van Justitie, J.C. MULOCK HOUVYEfi.

Bijblad No. 4883. » w a n g a r f e e i d e r s . Alleen voor den

arbeid geschikte v e r o o r d e e l d e n m o g e n w o r d e n opgezonden of doorgezonden n a a r d e h u n a a n -gewezen cirafplaaUen.

CIRCULA1EE aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur in Neder! andsch-Indië.

N o- 4 l 5 2- Batavia, den 7den Juni 1893.

Herhaaldelijk worden in den laatsten tijd weder klachten vernomen over opzending naar de hun aangewezen strafplaatsen van veroordeelden, welke tengevolge van ziekten of gebreken ongeschikt zijn voor arbeid.

Jk vind hierin aanleiding UHEdG. voor zooveel noodig, het in Bijblad No. 11 opgenomen voorschrift in herinnering te brengen, volgens hetwelk een veroordeelde niet mag worden op- of doorgezonden dan op een certificaat van den plaatselij ken geneesheer, dat hij niet ziekelijk en dus voor den arbeid geschikt is, welk voorschrift in dien zin behoort te worden opgevat, dat een veroordeelde, die niet voor gewoon koeliewerk geschikt is, ook al is hij overigens niet geheel ongeschikt voor arbeid, niet mag worden op- of doorgezonden.

Is het gebrek dat deze mindere validiteit veroorzaakt ongeneeslijk, dan dient een voorstel tot strafplaatswijziging te worden gedaan.

Aangenaam zal het mij zijn zoo in het vervolg hiermede rekening wordt gehouden.

De Directeur van justitie, W.A. ENGBLBRECHT.

t

ßijblad N o . 3 8 7 . G e v a n g e n e n of kettinggangers die getransporteerd worden. G e n e e s -kundige visitatie. Vervoer over z e e van bannelingenof veroordeelden

tot dwangarbeid.

B e s l u i t .

No. 15. Batavia, den Uden Maart 1851.

Gelet enz.

De Raad van Nederlandsen-Indië gehoord:

Is goedgevonden en verstaan :

Eerstelijk. Te bepalen, dat, behalve de geneeskundige examinatie, bedoeld bij besluit van 13 Juli 1836 No. 1 (Bijblad No. 11) de ge-vangenen of kettinggangers die getransporteerd worden en op hunnen weg plaatsen aandoen waar een geneesheer met den eivielen genees-kundigen dienst belast, aanwezig is, aldaar opnieuw onderzocht en, bij gebreken of ziekten, aangehouden zullen worden, totdat zij hersteld zullen zijn en dat voor de gezonden een bewijs zal worden afgegeven, dat zij in staat zijn hunne bestemming te volgen.

Bij opzending van veroordeelden naar de aangewezen sfrafplaats, bekend-stellen in de geneeskundige certi»

ficaten of zij lijdende zijn geweest aan beri-beri.

CIRCULAIRE van den Directeur van Justitie.

No. 9162. Batavia, 18 October 1902.

In het belang van een nauwkeurig geneeskundig onderzoek van veroordeelden die voor zware diensten moeten worden aangewezen, heb ik de eer ÜHEdG. beleefd te verzoeken om in de geneeskundige cer-tificaten, welke worden overgelegd bij de opzending van veroordeelden

163

naar de aargewezen strafplaats, te willen doen bekendstellen of de betrokkene vroeger al dan niet lijdende is geweest aan beri-beri, en zoo ja, wanneer hij van die ziekte genezen is.

De Directeur van Justitie, S.J. LAGERWEY.

Bijblad N o . 1 1 8 5 . G e v a n g e n e n . Geneeskundige visi-tatie Tan personen, die gevankelijk naar hunne woonplaats worden teruggevoerd.

Missive aan eenen Resident.

No, 939. Batavia, den 16den April 1862.

Bij missive van 8 Maart 1862 No, 633 wordt door UWEdG. de beslissing der Regeering verzocht omtrent een tusschen UWEdG. en den Resident van ontstaan verschil van gevoelen over de vraag of personen, die niet tot dwangarbeid zijn veroordeeld, maar gevankelijk naar hunne woonplaats in eene andere residentie worden op-gezonden, mede ingevolge artikel 1 van het besluit van 11 Maart 1851 No. 15 (Bb. No. 387), geneeskundig onderzocht en bij het bevinden van gebreken of ziekten, aangehouden moeten worden tot hunne herstelling.

Op bekomen last, heb ik de eer UWEdG. mede te deelen dat die vraag bevestigend moet worden beantwoord en zulks, vermits het voormeld besluit van 11 Maart 1851 No. 15 niet slechts het genees-kundig onderzoek beveelt van tot dwangarbeid veroordeelden, maar evenzeer van alle andere gevangenen die getransporteerd worden, terwijl de wenschelijkheid van zoodanig geneeskundig onderzoek in het oog springt, zoo ter voorkoming dat aan aanstekelijke ziekten lijdende gevangenen, hunne ziekten van gevangenis tot gevangenis voortplanten als in het belang van de zieken zelve, wier doorzending door de menschelijkheid wordt gewraakt.

De Gouvernements Secretaris, (w.g.) NEDERBURGH.

Zie ook Bijblad No. 2334.

Bijblad N o . 5 3 2 9 . D w a n g a r b e i d e r s . Extracten van vonnissen en arresten bij verzen-ding der veroordeelden naar de aangewezen strafplaatsen.

Buiten werking treding van Bijblad No. 624.

CIRCULAIRE aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur in Nederlandsch-Indië.

No. 7534. Batavia, 22 September 1898.

Bij de opzending van tot dwangarbeid veroordeelden naar de bun aangewezen strafplaats was het tot dusver gebruikelijk van de tegen de veroordeelden uitgesproken gewijsden volledige afschriften mede te ge-ven, welke na de aankomst der veroordeelden op hun strafplaats in-gevolge artikel 1 letter d van het besluit van 20 Juni 1847 No. 1 (Staatsblad No. 28) aan den Fiskaal bij den Raad van Justitie ter registralie worden overhandigd.

Krachtens de wijziging, welke de aangehaalde bepaling in Staats-olad 1847 No. 28 heeft, ondergaan bij artikel 2 van het besluit van 30 Juni 1898 No. 21 (Staatsblad No. 202), zuilen echter in het ver-volg aan den betrokken Fiskaal slechts extracten van de vonnissen en arresten behoeven te worden gezonden en in verband hiermede zal voortaan ook bij de opzending van tot dwangarbeid veroordeelden kunnen worden volstaan met extracten van de tegen hen uitgesproken gewijsden mede te geven, houdende het hoofd en het dispositief dei-gewijsden, met vermelding van den dag der uitspraak en, ingeval van berusting de aanteekening daarvan. Alleen voor het geval de veroor-deelde een gevaarlijk individu is, gelieve UHEdG. in het schrijven waarin van de opzending mededeeling wordt gedaan, daarvan melding te maken.

Door mededeeling van het vorenstaande, met verzoek dien over*

eenkomstig te willen handelenen onder aanteekening dat de Circulaire van den Procureur-Generaal bij het Hoog-Gereehtshof van Neder-landsch-Indië van 22 Mei 1858 No. 75-3/1246 (Bijblad No. 624) als

vervallen moet worden beschouwd, heb ik de eer aan een van de Regeering ontvangen opdracht te voldoen. (1)

De Directeur van Justitie, IAGERWEY.

Bijblad No. 2620. 'Veroordeelden. Passage-aanvragen en certificaten van aankomst*

CIRCULAIRE aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur op en buiten Java en Madoera der aan zee

gelegen gewesten.

No. 10895. Batavia,^ Juli 1872.

Bij het indienen der rekeningen der JNederlandsch-Indische Stoomvaartmaatschappij voor den overvoer van veroordeelden naar de plaatsen hunner bestemming, blijkt niet zelden dat de op de passage-aanvragen vermelde namen niet geheel overeenkomen met die, vermeld op de betrekkelijke certificaten van aankomst. De verschillen ontstaan hoofdzakelijk door foutieve spelling, of doordien deze of geene veroor-deelde wegens ziekte, ontstaan voor het aanvaarden der reis of om andere redenen, moet achter blijven en dan door een anderen veroor-deelde wordt vervangen, zoodat bij slot van rekening wel hetzelfde getal veroordeelden op de bestemmingsplaats aankomt maar niet al de personen, genoemd in de aanvraag om passage.

Het is mij voorgekomen - en die zienswijze wordt door de alge-meene rekenkamer gedeeld - dat de vermelding der namen van de veroordeelden tot de wettigheid der vordering wegens de vracht niets afdoet en het voldoende is, wanneer op de aanvragen om passage en de certificaten van aankomst alleen het getal veroordeelden, met ver-melding der klasse, waarin zij worden overgevoerd, wordt opgegeven.

(1) U, G. S. T » » SU Juni 1S98 Mo. 1588*.

Daarbij behoort echter in acht te worden genomen dat de fami-lieleden der gecondemneerden(met uitzondering van vrouw en kinderen), geene aanspraak op overtocht voor rekening van den lande hebben' en mitsdien de vrouwen en kinderen afzonderlijk moeten worden op-gegeven.

Onder mededeeling van het bovenstaande heb ik de eer UWEdG-te verzoeken, in den vervolge de bovenbedoelde aanvragen en certi-ficaten op de aangegeven wijze te doen inrichten.

De Directeur van Financien, BOOL.

Bijblad No. 3419. Vervoer van gevangenen door middel van den spoorweg.

B e s l u i t .

No. 31. Buifenzorg, 2 Mei 1879.

Gelezen enz.

Is goedgevonden en verstaan :

Te bepalen, dat zoolang voor het vervoer door middel van den spoorweg van gevangenen (veroordeelden) geen afzonderlijke rijtuigen van gouvernementswege worden beschikbaar gesteld, dat vervoer ge-schiedt in rijtuigen der 3de klasse ;

wordende aan de hoofden van gewestelijk bestuur de beslissing overgelaten in welke klasse van rijtuigen preventieve gevangenen bij rervoer langs spoorwegen worden overgebracht.

Bijblad No. 5338. G e v a n g e n e n e n v e r o o r d e e l -den. Opzending van gevangenen

en terugzending van ontslagen veroordeelden en gevangenen.

CIRCULAIRES aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur op Java en Madoera.

I.

No. 7003. Batavia 29 Augustus 1898.

Naar mij wordt bericht, komt liet meermalen voor dat gevangenen, bestemd voor afdeelingshoofdplaatsen in eenig gewest, en ontslagen veroordeelden en gevangenen, die naar de in de afdeelingen gelegen plaatsen van herkomst worden teruggezonden, naar de hoofdplaats der residentie worden gedirigeerd, instede van rechtstreeks naar de af-deelingshoofdplaatsen en zulks niettegenstaande deze hoofdplaatsen dichter bij de plaats van afzending zijn gelegen.

Het gevolg hiervan is, dat die personen weder naar de plaats van bestemming moeten worden teruggezonden, waardoor noodeloos trans-portkosten en kosten (marschvoeding) voor het vereischte politiege-leide worden betaald.

Dit nu moet worden voorkomen.

Met opzicht tot de ontslagen veroordeelden en gevangenen zij hier aangeteekend, dat bij hunne opzending naar de plaats van her-komst slechts in de gevallen, bedoeld bij de dezerzijdsche circulaire van 3 Augustus 1896 No. 5489 politiegeleide noodig is en zulks alleen, indien zij het zelf verkiezen.

Ik heb de eer UHEdG- te verzoeken bij voorkomende gevallen op het vorenstaande te willen letten en doen letten.

De Directeur van Justitie, LAGERWEY.

[I.

N o- "3i,m- Batavia, 3 Augustus 1896.

Ingevolge de gewijzigde concessievoorwaarden voor de lijnen Se-marang- Vorstenlanden en Batavia-Buitenzorg van de Nederlandsen- ïn dische Spoorwegmaatschappij worden in dienst zijnde beambten der justifie en politie en personen onder geleide van het openbaar gezag en hunne geleiders, mits niet in afzonderlijke rijtuigen, tenzij door den Staat zelf verstrekt, kosteloos vervoerd.

Dit beding zal ook worden gemaakt bij de vergunningsvoorwaar-den voor vergunningsvoorwaar-den aanleg en exploitatie van stoomtram wegen in Neder-landsch Indië.

Naar aanleiding daarvan heb ik de eer ÜHEdG. te verzoeken om bij het vervoer van ontslagen Inlandsche gevangenen en veroordeelden naar hunne vroegere woonplaatsen, indien van bovengenoemde spoor-weglijnen gebruik moet worden gemaakt, hen onder geleide te doen reizen, voor zoover die lijnen zich uitstrekken, tenzij die gevangenen of veroordeelden geen geleide verkiezen, in welk geval zij alsdan"voor eigen rekening moeten reizen.

De Directeur van Justitie, J.C, MÜLOCK HOUWER.

H s e r e n d l e n s t e m . Vervoer van ge-vangenen in de afdeelmg Mina-bassa der residentie Menado*

Voorschriften door den Goaver-neur=Generaal vastgesteld bij besluit -ran 20 September 1881 No. 1? tot uitvoering van de

ordonnantie van gelijke d a g t e -kening (Indisch Staatsblad 188Î So. 193) betreffende d® „—" in de afdeeling Minahacsa der resi-dentie Menado.

Bij de regeling en verdeeling der verschillende dienst™ wordt het volgende in acht genomen.

Â. Algemeene diensten enz.

B. Bijzondere diensten.

Ie. 2e, en Se enz.

4e. Vervoer van gevangenen. Uit de negorij naar de districts-hoofdplaats is het vervoeren van gevangenen een gemeentelijke dienst.

Het verder vervoer naar de hoofdplaats der afdeeling en van daar naar de hoofdplaats Menado behoort zooveel mogelijk te geschieden door op-passers. Alleen waar dit geleide onvoldoende is, dan wel geheel ont-breekt wordt daartoe over heerendienstplichtigen beschikt.

Voor het geleide mogen geen personen worden aangewezen die als getuigen in de zaak moeten optreden.

Opdat het getal geleiders zooveel mogelijk kunne worden beperkt, wordt steeds van goede handboeien of stangen gebruik gemaakt.

De tot begeleiding der gevangenen aangewezen dienstplichtigen worden om de zes palen of daaromtrent, naar gelang zulks met den afstand, der etappen uitkomt door anderen vervangen.

5e. Bewaken der districtsgevangenissen. Zoolang over oppassers ran het districtshoofd voor dezen dienst niet voldoende kan worden beschikt, behoort die aan de heerendienstplichtigen opgedragen te blijven. De heerendienstplichtigen behoeven daartoe echter niet dagelijks doch alleen dan uit te komen wanneer daaraau behoefte bestaat.

Extend

Bijblad No. 3838.

Bijblad. Nu. 326. G e v a n g e n e n . Vervoer.-Handboei-en. Missive van den fungee-renden Eersten Adjunct-Secre-taris van het Gouvernement aan den Procureur-Generaal bij het Hooggerechtshof van

Neder-landse!*-1rs die.

JNo. 2101. Batavia den 24sten November 1854.

Naar aanleiding van Uw rapport van 24 October jl. No. 1976/436 heeft de Gouverneur-Generaal afgezien van het denkbeeld, om de ge-vangenen op Java in daartoe bestemde voertuigen, naar hunne bestem-ming te doen dirigeeren.

Zijne Exellcentie laat het overigens aan UwEdG. over, de noodige maatregelen te nemen, om op de minst kostbare en voor de bevolking minst drukkende wijze, het verzenden van gevangenen te bevorderen.

Zoo daartoe het bezigen van handboeien met doorloopenden ketting mocht blijken nuttig te zijn, zal het gebruik daarvan door UwEdG. aan de hoofden van gewestelijk bestuur kunnen worden aanbevolen en die boeien zal UwEdG. op zoodanige wijze kunnen doen vervaardigen als het meest geraden voorkomt.

De fungeer ende 1ste Adjunct-Secretaris van het Gouvernement,

{w.g.) VAN DELDEN.

Bijblad No 2406. D w a n g a r b e i d . Tot „ - . " veroor-deelde vrouwen kunnen niet op 's lands kosten door hare echt-genooten naar de haar aangewezen strafplaats worden vergezeld.

Een inlander vroeg aan de regeering vergunning om zijne vrouw die tot de straf van dwangarbeid buiten cle plaats, waar het vonnis was gevallen, veroordeeld was voor 's lands rekening naar hare strafplaats te vergezellen.

Dit verzoek werd van de hand gewezen op grond van de volgende overweging. (1)

De bepaling, (2) dat vrouwen met hare kinderen hare veroordeelde mannen voor 's lands rekening naar de strafplaatsen mogen verge-zellen, is een liberaliteit, welke haren grond vindt in de vele jaren geleden door een geneeskundige geuite meening, dat de veroordeelden dikwerf, door een onweerstaanbaar verlangen naar vrouw en kinderen gedreven, her heimwee krijgen en ziek worden of voortdurend pogen te

De bepaling, (2) dat vrouwen met hare kinderen hare veroordeelde mannen voor 's lands rekening naar de strafplaatsen mogen verge-zellen, is een liberaliteit, welke haren grond vindt in de vele jaren geleden door een geneeskundige geuite meening, dat de veroordeelden dikwerf, door een onweerstaanbaar verlangen naar vrouw en kinderen gedreven, her heimwee krijgen en ziek worden of voortdurend pogen te