• No results found

VERWIJDERING AFZONDERLIJKE COMPONENTEN .1 OVERZICHT MEDICIJNEN EN GIDSSTOFFEN

VERWIJDERINGSRENDEMENT INCLUSIEF RWA BYPASS

4.4 VERWIJDERING AFZONDERLIJKE COMPONENTEN .1 OVERZICHT MEDICIJNEN EN GIDSSTOFFEN

De waarden die genoemd zijn in het vorige hoofdstuk 4.3. betreffen steeds gemiddelde verwij­ deringsrendementen van alle geselecteerde medicijnen of gidsstoffen tezamen.

In de bijlagen 14 en 22 zijn de analyseresultaten voor de afzonderlijke componenten in grafiekvorm weergegeven voor alle meetdagen, inclusief de hieruit berekende verwijderings­ rendementen. Dit is gedaan voor zowel de toe­ en afvoer van de rwzi als ook voor beide oxida­ tieve technieken.

TABEL 4.3 GEMIDDELD VERWIJDERINGSRENDEMENT VAN AFZONDERLIJKE COMPONENTEN IN DE RWZI, IN DE OXIDATIEVE TECHNIEKEN EN IN DE COMBINATIE VAN RWZI + OXIDATIEVE TECHNIEKEN, GEDURENDE DE VERGELIJKENDE TEST (20 NOVEMBER 2018 T/M 15 JANUARI 2019). GIDSSTOFFEN ZIJN MET HOOFDLETTERS GESCHREVEN. DE RENDEMENTEN VAN CLINDAMYCINE EN PROPANOLOL ZIJN NIET WEERGEGEVEN OMDAT DE CONCENTRATIES ONDER DE RAPPORTAGEGRENS LIGGEN

Gemiddeld verwijderingsrendement (%) t.o.v. influent

Gemiddeld verwijderingsrendement (%) t.o.v. effluent

RWZI RWZI + UV + H2O2 RWZI + O3 UV + H2O2 O3

1,2,3-BENZOTRIAZOOL 74 90 94 60 79 CARBAMAZEPINE 44 64 99 36 98 CLARITHROMYCINE 38 60 97 28 94 Clindamycine - - - - -Clozapine 22 72 94 62 92 DICLOFENAC 3 92 98 92 98 Gabapentine 39 57 79 23 66 HYDROCHLOORTHIAZIDE 27 55 93 37 91 Irbesartan 16 46 86 35 83 Lidocaïne 14 43 94 28 94 METHYLBENZOTRIAZOOL 71 88 98 54 88 Metformine 98 98 97 3 25 METOPROLOL 31 59 93 35 90 Oxazepam 20 48 82 33 78 PROPANOLOL - - - - -SOTALOL 55 78 95 50 90 SULFAMETHOXAZOL 91 98 98 85 85 TRIMETHOPRIM 22 52 94 35 92 Valsartan 86 93 98 34 82

Deze tabel 4.3 is een samenvatting van de resultaten die in bijlagen 14 en 22 grafisch zijn weergegeven. Met deze tabel kan snel een beeld verkregen worden over de gemiddelde afbraak van een specifieke component in de rwzi en/of in beide oxidatieve technieken. Zo blijkt bijvoorbeeld dat metformine vrijwel volledig in de rwzi wordt verwijderd en nauwelijks wordt verwijderd met de oxidatieve technieken. Daarentegen wordt diclofenac nauwelijks in de rwzi afgebroken, maar vindt de afbraak voornamelijk plaats in de oxidatieve techniek.

4.4.2 VERGELIJKING OXIDATIEVE TECHNOLOGIEËN

Voor beide oxidatieve technieken is het gemiddelde verwijderingsrendementen van alle meetdagen van de afzonderlijke componenten ook nog eens weergegeven in figuur 4.6.

FIGUUR 4.6 GEMIDDELD VERWIJDERINGSRENDEMENT VAN AFZONDERLIJKE COMPONENTEN MET UV + H2O2 EN MET O3 + BIOREACTOR VANUIT HET EFFLUENT VAN DE RWZI AARLE-RIXTEL, GEDURENDE DE VERGELIJKENDE TEST (20 NOVEMBER 2018 T/M 15 JANUARI 2019). DE RENDEMENTEN VAN CLINDAMYCINE EN PROPANOLOL ZIJN NIET WEERGEGEVEN OMDAT DE CONCENTRATIES ONDER DE RAPPORTAGEGRENS LIGGEN

Uit figuur 4.6 blijkt dat het verwijderingsrendement van O3 voor alle componenten hoger ligt dan UV + H2O2. Dat komt overeen met het beeld dat het gemiddelde verwijderingsrendement van de geselecteerde medicijnen en gidsstoffen bij O3 veel hoger lag dan bij UV+H2O2 met de geteste instellingen in de pilottest.

Voor een aantal componenten (diclofenac, sulfamethoxazol) zijn de verwijderingsrende­ menten voor beide technologieën vergelijkbaar.

Ook blijkt uit de figuur dat het rendement van afzonderlijke componenten onderling sterk kan wisselen. Zo wordt diclofenac zeer goed (>90%) verwijderd door zowel O3 als UV + H2O2. Daarentegen wordt metformine door beide technologieën slechts in beperkte mate verwijderd (0­25%).

4.4.3 VERWIJDERING MET O3-TECHNOLOGIE: AANDEEL O3 EN AANDEEL BIOREACTOR

In de O3­pilot installatie kan verwijdering van medicijnen plaatsvinden door de reactie met ozon, maar ook door biologische omzetting in de bioreactor. Om de bijdrage van de O3 behan­

FIGUUR 4.7 GEMIDDELD VERWIJDERINGSRENDEMENT PER COMPONENT UITGESPLITST IN BIJDRAGE DOOR O3-BEHANDELING EN DOOR BIOLOGISCHE NABEHANDELING TIJDENS DE VERGELIJKENDE TEST (6 BEMONSTERINGSDAGEN)

In deze figuur betekent een oranje blokje bovenop de blauwe balk een positief aanvullend verwijderingsrendement van de biologische nabehandeling bovenop het rendement van ozon. Een negatief oranje blokje onder de x­as betekent dat de biologische nabehandeling het overall verwijderingsrendement verlaagd. Uit deze figuur blijkt dat de biologische behan­ deling, zoals die gerealiseerd is in de pilottest (MBBR), geen aantoonbaar effect heeft op het verwijderen van medicijnen.

De MBBR is geënt met actief slib uit de rwzi Aarle­Rixtel, en op het dragermateriaal is aangroei van biomassa geconstateerd. De bioreactor is niet specifiek bedoeld om medicijnen te verwij­ deren (anders waren deze in de aeratietank van de rwzi al afgebroken), maar is vooral bedoeld om eventueel gevormde (schadelijke) metabolieten en bij ozonbehandeling gevormde BZV om te zetten. Het nut van de bioreactor zou dan uit de biologische effectmetingen (Simoni) moeten blijken. De bioreactor kan ook een rol spelen bij nutriëntenverwijdering, met name door verdere afbraak van (geoxideerde organische) stikstofhoudende verbindingen en nitrifi­ catie.

4.4.4 VERWIJDERING MET UV + H2O2-TECHNOLOGIE: AANDEEL UV + H2O2 EN AANDEEL

KATALYSATOR

In de UV + H2O2 pilot wordt het behandelde water na de UV­reactor door een katalysatorbed geleid om de overmaat aan H2O2 te verwijderen. Om te bepalen of er ook verwijdering van medicijnresten in het katalysatorbed optreed, is de toe­ en afvoer van het katalysatorbed enkele keren bemonsterd en geanalyseerd op medicijnresten. Hieruit blijkt dat het kataly­ satorbed geen aantoonbaar effect heeft op het verwijderen van medicijnen. Dit was ook de verwachting.

4.5 RÖNTGENCONTRASTMIDDELEN

Omdat de verwachting was dat röntgencontrastmiddelen beter verwijderd worden door UV + H2O2 dan door O3 + Bio, zijn de verwijderingsrendementen van de geanalyseerde röntgen­ contrastmiddelen in onderstaande tabel 4.4 weergegeven voor beide technieken. De röntgen­ contrastmiddelen waarvoor in de tabel geen percentage staat ingevuld zijn wel meegenomen in het analyseprogramma. Echter liggen de concentraties van deze röntgencontrastmiddelen in het effluent van de rwzi onder de rapportagegrens en zijn de rendementen hierdoor niet te bepalen.

TABEL 4.4 GEMIDDELD VERWIJDERINGSRENDEMENT VAN RÖNTGENCONTRASTMIDDELEN MET UV + H2O2 EN MET O3 + BIOREACTOR T.O.V. EFFLUENT RWZI, GEDURENDE DE VERGELIJKENDE TEST (20 NOVEMBER 2018 T/M 15 JANUARI 2019)

UV + H2O2 O3 + Bio verwijd. (%) verwijd. (%) Amidotrizoïnezuur - -Johexol - -Jomeprol 83 52 Jopamidol - -Jopromide 80 56 jotalaminezuur - -joxitalaminezuur 83 38

Uit deze tabel blijkt het verwijderingsrendement van de röntgencontrastmiddelen met UV + H2O2 inderdaad veel hoger te liggen dan O3 + Bioreactor, ondanks dat het gemiddelde verwij­ deringsrendement van de geselecteerde medicijnen en gidsstoffen bij UV + H2O2 juist veel lager lag in de pilottest dan bij O3 + Bioreactor. Deze röntgencontrastmiddelen maken geen deel uit van het lijstje gidsstoffen en ook niet van de het lijstje geselecteerde medicijnresten