• No results found

Vertaalde poëzie

In document De Tweede Ronde. Jaargang 3 · dbnl (pagina 123-179)

Gedichten* W.H. Auden

(Vertaling Marko Fondse, W. Hogendoorn en Peter Verstegen)

Schoolkinderen

Elke vorm van gevangenschap hier, de cellen zijn net zo echt, maar zij lijken niets op gevangenen die wij kennen,

die woedend zijn of verkommeren of met grappen berusten of de hele boel de wereld uit wensen.

Want zij protesteren zo weinig, zo bijna tevreden

met het stomme spel van honden, met likken en rennen; zo sterk zijn de tralies van liefde, hun samenzweren

is zwak als dronkemanseden.

Hun vreemdheid maakt het zelfs moeilijk om naar ze te kijken: de veroordeelden zien alleen de bedrieglijke engelen

van een visioen, zo moeiteloos komt hun glimlach; het beest van de roeping is bang.

Maar zie ze in 't licht van ons tijdsbesef, onze maat, hun bijna geslachtsloze, enigszins lompe volmaaktheid; want ze hebben een sexe, de stukke veter is echt stuk:

onwaar de droom van de professor.

Maar de tirannie is zo simpel. Een ongepast woord op een fontein gekalkt, is dat al hun rebelsheid? Een storm van tranen in een hoekje vergoten, is dat

van een nieuw leven het zaad?

Schoolchildren

Here are all the captivities, the cells are as real, but these are unlike the prisoners we know, who are outraged or pining or wittily resigned

or just wish all away.

For these dissent so little, so nearly content

with the dumb play of dogs, with licking and rushing; the bars of love are so strong, their conspiracies

weak like the vows of drunkards.

Indeed, their strangeness is difficult to watch:

the condemned see only the fallacious angels of a vision, so little effort lies behind their smiling,

the beast of vocation is afraid.

But watch them, set against our size and timing their almost neuter, their slightly awkward perfection;

* Marko Fondse vertaalde ‘As I Walked Out One Evening’ en ‘A Healthy Spot’; W. Hogendoorn ‘Musée des Beaux Arts’ en ‘Fall of Rome’; de overige vertalingen zijn van mij; er is wederzijds overleg geweest bij het vertalen, maar van collectief vertalen kan niet gesproken worden. (PV)

Yet the tyranny is so easy. An improper word scribbled upon a fountain, is that all the rebellion? A storm of tears wept in a corner, are these

the seeds of a new life?

May 1937

Die avond dat ik de stad inliep

Die avond dat ik de stad inliep Voor een ommetje uitgegaan, Waren de mensendrommen

Velden oogstrijp graan. En nabij de rivier die hoog stond,

Onder een boog van het spoor Hoorde ik een minnaar zingen:

‘De Liefde zal altijd doorgaan. Ik houd van je, lief, en dat zal ik tot

De rivier over bergen springt, Tot Afrika ligt naast China

En de zalm in de straten zingt: Dat zal ik totdat de diepzee

Aan de waslijn hangt en droogt, En het zevengesternte overvliegt, Gakkend als ganzen omhoog. Laat de jaren maar rennen als hazen,

Want de Bloem aller Tijden heb ik in Mijn armen gesloten, de eerste

Liefde sinds werelds begin.’ Maar alle klokken in het centrum

Sloegen toen gonzend aan: ‘O hoed je voor Tijd de bedrieger

Want Hem kan geen verslaan. In de Nachtmerrie met haar krochten

Waar naakt de Gerechtigheid gaat, Kucht waaks de Tijd uit de schaduw

Als jij voor de kus klaar staat.

As I Walked Out One Evening

As I walked out one evening. Walking down Bristol Street, The crowds upon the pavement

Were fields of harvest wheat. And down by the brimming river

I heard a lover sing Under an arch of the railway:

Love has no ending I'll love you, dear, I'll love you

Till China and Africa meet,

And the river jumps over the mountain And the salmon sing in the street.

And the seven stars go squawking Like geese about the sky. The years shall run like rabbits.

For in my arms I hold The Flower of the Ages,

And the first love of the world. But all the clocks in the city

Began to whirr and chime: ‘O let not Time deceive you,

You cannot conquer Time. ‘In the burrows of the Nightmare

Where Justice naked is. Time watches from the shadow

And coughs when you would kiss.

[Nederlands]

In tobberijen en koppijn Versijpelt het leven, vaag, En Tijd komt aan zijn trekken,

't Zij morgen of vandaag. Bar is de sneeuw die zo menig

Bloesemend dal overtoog;

En Tijd breekt het snoer van dansen En de duiker zijn heerlijke boog. O dompel diep je handen

In 't water bij de kraan; Staar in de wasbak, stilstaand

Bij wat je is ontgaan.

De gletscher kraakt in de hangkast, De woestijn zucht in 't ledikant En de barst in de theekop opent Een laantje naar dodenland. Waar bedelvolk loot om papiergeld

En Hans door de Heks wordt verleid, De Kleine Lord een Rabauw is

En Grietje de benen spreidt. O kijk, kijk in de spiegel,

Kijk in je zorg en pijn; Leven blijft een zegen

Al kun jij het niet zijn.

O ga dan staan aan het venster Als de hete traan je benart;

Gij zult uw kromme naaste beminnen Al met uw kromme hart.’

Laat was het, laat in de avond, Gegaan was het liefdespaar;

De klokken hadden hun luiden gestaakt en De diepe stroom vloeide maar.

[Engels]

‘In headaches and in worry Vaguely life leaks away, And Time will have his fancy

To-morrow or to-day. ‘Into many a green valley

Drifts the appalling snow; Time breaks the threaded dances

And the diver's brilliant bow.

Stare, stare in the basin

And wonder what you've missed. The glacier knocks in the cupboard.

The desert sighs in the bed. And the crack in the tea-cup opens

A lane to the land of the dead.

‘Where the beggars raffle the banknotes And the Giant is enchanting to Jack, And the Lily-white Boy is a Roarer,

And Jill goes down on her back. ‘O look, look in the mirror,

O look in your distress; Life remains a blessing

Although you cannot bless. ‘O stand, stand at the window As the tears scald and start;

You shall love your crooked neighbour With your crooked heart.’

It was late, late in the evening, The lovers they were gone;

The clocks had ceased their chiming. And the deep river ran on.

November 1937

Musée des Beaux Arts

Het lijden wisten zij perfect te plaatsen, De Oude Meesters; zij begrepen zo goed Waar het bij ons thuis hoort; hoe het gebeurt

Terwijl een ander eet, een venster open zet of rustig een ommetje doet; Hoe, als de bejaarden vol eerbied en hartstocht te wachten staan Op de wonderbare geboorte, er almaar

Kinderen, die het verder tamelijk koud liet, moeten schaatsen Op een vijver aan de boszoom:

Nooit vergaten zij

Dat zelfs de gruwelijke marteling haar gang moet gaan Ergens in een hoek, een morsige negorij

Waar de honden blijven doen wat des honds is en het paard van de folteraar Zijn onschuldig achterste schurkt aan een boom.

In BreughelsIcarus bij voorbeeld: alles keert het ongeval Op zijn dooie gemak de rug toe; de ploeger zal

De plons, de verlaten kreet hebben gehoord,

Maar voor hem had dat falen geen belang; de zon volgde haar stiel, Zij scheen op de witte benen die verdwenen in het groen

Water; en het dure tere schip dat een vreemd visioen Gehad moet hebben, een jongen die uit de lucht viel, Had ook zijn bestemming en zeilde kalm voort.

Musée des Beaux Arts

About suffering they were never wrong, The Old Masters: how well they understood Its human position: how it takes place

While someone else is eating or opening a window or just walking dully along;

How, when the aged are reverently, passionately waiting For the miraculoue birth, there always must be

Children who did not specially want it to happen, skating On a pond at the edge of the wood:

They never forgot

That even the dreadful martyrdom must run its course Anyhow in a corner, some untidy spot

Where the dogs go on with their doggy life and the torturer's horse Scratches its innocent behind on a tree.

In Breughel'sIcarus, for instance: how everything turns away Quite leisurely from the disaster; the ploughman may

Have heard the splash, the forsaken cry,

But for him it was not an important failure; the sun shone As it had to on the white legs disappearing into the green Water; and the expensive delicate ship that must have seen Something amazing, a boy falling out of the sky,

Had somewhere to get to and sailed calmly on.

December 1938

In Memoriam W.B. Yeats († jan. 1939)

I

Hij is verdwenen in het holst van de winter:

De beken waren bevroren, de luchthavens welhaast verlaten, En de standbeelden van de stad waren door sneeuw mismaakt; In de mond van de stervende dag zakte het kwik.

Het werd door alle meetinstrumenten bevestigd: De dag van zijn dood was een koude donkere dag. Ver van zijn ziekte

Renden de wolven voort door de wouden van naaldhout, Werd de boerse rivier niet bekoord door beschaafde kaden; Rouwende tongen

Hielden de dood van de dichter voor zijn gedichten verborgen. Maar voor hem was die middag de laatste dat hij zichzelf was, Een middag van verpleegsters en van geruchten;

De provincies van zijn lichaam kwamen in opstand, Leeg waren de pleinen van zijn geest,

De voorsteden in bezit genomen door stilte,

De stroom van zijn gevoel viel uit; hij werd zijn bewonderaars. Nu is hij over een honderdtal steden verstrooid

En totaal uitgeleverd aan hem vreemde affecties, Om in een ander soort bos zijn geluk te vinden En te worden gestraft naar uitheemse gewetenscode. De woorden van een dode

Wijzigen zich in het binnenste van wie leeft.

In Memory of W.B. Yeats (d Jan. 1939)

I

He disappeared in the dead of winter.

The brooks were frozen. the airports almost deserted, And snow disfigured the public statues;

The mercury sank in the mouth of the dying day. What instruments we have agree

The day of his death was a dark cold day. Far from his illness

The wolves ran on through the evergreen forests,

The peasant river was untempted by the fashionable quays; By mourning tongues

The death of the poet was kept from his poems. But for him it was his last afternoon as himself, An afternoon of nurses and rumours;

Silence invaded the suburbs,

The current of his feeling failed: he became his admirers. Now he is scattered among a hundred cities

And wholly given over to unfamiliar affections, To find his happiness in another kind of wood

And be punished under a foreign code of conscience. The words of a dead man

Are modified in the guts of the living.

[Nederlands]

Maar in de gewichtigheid en het lawaai van morgen

Als de makelaars brullen als beesten in de grote zaal van de Bourse, En de armen het lijden verduren waaraan ze aardig gewend zijn, En elk in de cel van zichzelf bijna zeker is van zijn vrijheid, Zullen een paar duizend mensen denken aan deze dag Als aan een dag waarop je iets enigszins vreemds deed. Het werd door alle meetinstrumenten bevestigd:

De dag van zijn dood was een koude donkere dag.

[Engels]

But in the importance of noise of to-morrow*

When the brokers are roaring like beasts on the floor of the Bourse. And the poor have the sufferings to which they are fairly accustomed. And each in the cell of himself is almost convinced of his freedom. A few thousand will think of this day

As one thinks of a day when one did something slightly unusual. What instruments we have agree

The day of his death was a dark cold day.

II

Jij was even dwaas als wij; je gave doorstond het al: De parochie van rijke vrouwen, fysiek verval, Jezelf. Waanzinnig Ierland kwetste je tot gedichten. Nu heeft Ierland nog altijd zijn waanzin en zijn weer, Want poëzie laat niets gebeuren: ze weet te doorstaan In het dal van haar schepping waar directeuren zich Met niets bemoeien, stroomt naar het zuiden door

Vanuit boerenhoeven van isolement en het drukke verdriet, Rauwe steden waarin wij geloven en sterven; weet te doorstaan, Een wijze van gebeuren, een spraakorgaan.

II

You were silly like us; your gift survived it all: The parish of rich women, physical decay, Yourself. Mad Ireland hurt you into poetry.

Now Ireland has her madness and her weather still, For poetry makes nothing happen: it survives In the valley of its making where executives Would never want to tamper, flows on south From ranches of isolation and the busy griefs. Raw towns that we believe and die in; it survives, A way of happening, a mouth.

1939

* Andere edities geven and i.p.v. het eerste of.

In Memoriam Sigmund Freud († sept. 1939)

Nu er zo velen zijn om wie moet worden gerouwd, nu het verdriet zo publiek is, en aan de kritiek

van een heel tijdperk de onmacht, de zwakheid van onze pijn, ons geweten is blootgesteld, over wie spreken wij dan? Want elke dag sterven zij om ons heen, degenen die iets voor ons deden,

die wisten: het zal nooit genoeg zijn, maar die door te leven er iets aan probeerden te doen. Zo ook deze dokter: tachtig jaar oud wou hij nog denken over ons leven aan welks tegendraadsheid

menige heel geloofwaardige jonge toekomst dreigend of met vleierij gehoorzaamheid vraagt, maar zijn wens werd niet vervuld en hij sloot zijn ogen na het zien van dat laatste beeld, ons allen gemeen,

van problemen als een familie bijeen, afgunstig en in verwarring bij onze dood.

Want tot op het laatst waren om hem heen degenen die hij bestudeerd had, de nachtelijke fauna,

en schimmen die nog stonden te wachten tot ze de lichtkring van zijn inzicht in mochten gaan,

In Memory of Sigmund Freud (d. Sept. 1939)

When there are so many we shall have to mourn, when grief has been made so public, and exposed

to the critique of a whole epoch

the frailty of our conscience and anguish. of whom shall we speak? For every day they die among us, those who were doing us some good,

who knew it was never enough but hoped to improve a little by living.

Such was this doctor: still at eighty he wished to think of our life from whose unruliness

so many plausible young futures with threats or flattery ask obedience,

but his wish was denied him: he closed his eyes upon that last picture, common to us all,

of problems like relatives gathered puzzled and jealous about our dying. For about him till the very end were still

the bright circle of his recognition

[Nederlands]

gingen teleurgesteld elders op zoek terwijl hem het vruchtgebruik van zijn leven ontnomen werd om

tot de aarde weer te keren in Londen, een belangrijke jood die in ballingschap stierf. Alleen de Haat was blij toe, hoopte nu zijn praktijk flink uit te breiden, zijn armetierig soort klanten

die denken te genezen door te doden, waarna de as wordt uitgestrooid over de tuin. Zij leven nog, maar hij heeft hun wereld veranderd, gewoon doordat hij zonder valse spijt terugkeek;

hij deed niet anders dan zich herinneren als oude mensen, als kinderen eerlijk zijn. Hij was helemaal niet briljant: hij vroeg alleen maar het ongelukkig Heden, als op poëzieles,

het Verleden op te zeggen totdat het een keer zou haperen bij de regel waar ooit het beschuldigen was begonnen, lang geleden, om opeens te beseffen wie rechter was geweest,

hoe rijk het leven geweest was en hoe dwaas, om door het leven vergeven, nederiger

in staat te zijn als vriend de Toekomst te naderen zonder een hele kleerkast excuses en zonder

een star rechtschapenheidsmasker of een nogal gênant en al te gemeenzaam gebaar.

[Engels]

turned elsewhere with their disappointment as he was taken away from his life interest

to go back to the earth in London, an important Jew who died in exile. Only Hate was happy, hoping to augment his practice now, and his dingy clientele

who think they can be cured by killing and covering the gardens with ashes. They are still alive, but in a world he changed simply by looking back with no false regrets:

all he did was to remember

like the old and be honest like children. He wasn't clever at all: he merely told the unhappy Present to recite the Past

like a poetry lesson till sooner or later it faltered at the line where

how rich life had been and how silly. and was life-forgiven and more humble. able to approach the Future as a friend without a wardrobe of excuses, without

a set mask of rectitude or an embarrassing over-familiar gesture.

[Nederlands]

Geen wonder dat de oude culturen van hoogmoed in zijn methoden van ontregeling de val van

vorsten hebben voorzien, de ineenstorting van hun winstgevende frustratiesystemen: Als hij zou slagen zou het Veralgemeende Leven onmogelijk worden, de monoliet

van de Staat zou breken, de medewerking van wrekers zou dan niet langer verzekerd zijn. Natuurlijk riepen ze God aan, maar hij ging zijn weg, daalde af onder verdoemden, als Dante, tot in

de stinkende greppel waarin gekrenkten het smerig leven van verworpenen leiden, en hij toonde ons kwaad, niet zoals wij het zagen, daden die dienden bestraft, maar hoe klein ons geloof,

hoe vals onze zucht tot verloochening was, en de fysieke lusten van de verdrukker. Als een restje van de autocratische pose

de vaderlijke gestrengheid, door hem gewantrouwd, nog aan zijn uitingen en zijn trekken kleefde,

dan was dat een schutkleur, aangenomen door iemand die zo lang onder vijanden had moeten leven:

al was hij ook vaak abuis en bij tijden absurd, voor ons is hij niet langer een persoon, hij is een heel klimaat van opinie geworden

[Engels]

No wonder the ancient cultures of conceit in his technique of unsettlement foresaw

the fall of princes. the collapse of their lucrative patterns of frustration: if he succeeded, why, the Generalised Life would become impossible, the monolith

of State be broken and prevented the co-operation of avengers.

Of course they called on God, but he went his way down among the lost people like Dante, down

In document De Tweede Ronde. Jaargang 3 · dbnl (pagina 123-179)