• No results found

Verstaan van de transformatieve kracht van de praktijken als maatschappelijk fenomeen, via

HOOFDSTUK 5: algemene conclusie

5.2. Verstaan van de transformatieve kracht van de praktijken als maatschappelijk fenomeen, via

Maar vanuit onze onderzoeksinteresse, waren we niet enkel benieuwd naar de transformatieve kracht van de praktijken als pedagogische praktijken. De Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel zijn immers praktijken die opgezet zijn rond bepaalde maatschappelijke problemen, ze treden op in de realiteit van een politieke discussie. Hoe kan de pedagogie van deze praktijken zich dan verhouden ten opzichte van deze maatschappelijke betrokkenheid? Met andere woorden, wat betekent deze pedagogie van het anders omgaan met spullen in Repair Cafés, geefpleinen of weggeefwinkels als publieke pedagogie?

We hebben gezien dat de pedagogie van deze praktijken een hybride pedagogie is, waarin een instrumentele pedagogie aan het werk is met duidelijk instructieve en normerende karakteristieken over wenselijkheid van die sociale praktijken. Maar we zagen dat de voorwaarde voor echte, emergente verandering juist te maken heeft met de veelheid aan private ‘deel’logica’s die in de praktijken kunnen bestaan. Het is juist de pluraliteit aan waarde- en rolinvullingen en de voortdurende onderbreking van private logica’s die wees op een ruimte voor emergentie, die mogelijk gemaakt wordt in de Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel. Deze pluraliteit duidt op de mogelijkheid van echte verandering, omdat het echt alle mogelijkheden openhoudt van wat een ‘deeleconomie’ zou kunnen zijn. Een instrumentele pedagogie is op zichzelf beperkend, omdat ze die pluraliteit ten opzichte van de toekomst opheft. Daarom focusten wij op de emergente karakteristieken van een zorgzaam omgaan met spullen. We zagen dat de spullen in de cases als ‘Dingen’ een centrale rol speelden in het tot stand brengen van een ruimte voor emergentie. Met Biesta (2012) kunnen we zeggen dat de Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel niet enkel openbare plekken zijn (zoals we zagen in hoofdstuk drie), maar ook ‘publieke plekken’. De ‘deel’praktijken hebben namelijk een bepaalde invloed op de kwaliteit van de menselijke interactie in het Repair Café, geefplein en weggeefwinkel. Die zorg voor de kwaliteit van een publieke ruimte is wat Biesta noemt: een pedagogie die zich richt op 'publicness'. De pedagogie van het anders omgaan met spullen neemt het omgaan met verschil als een voorwaarde voor subjectivering.

De Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkels slagen erin om een brug te slaan tussen politiek (maatschappelijke verandering) en pedagogie (persoonlijke transformatie) via een pedagogie van 'publicness'.

Het zijn enerzijds socio-politieke experimenten die een oefening bieden voor wat deeleconomie kan zijn. Maar anderzijds zijn het pedagogische plekken omdat de zorg voor 'Dingen' een pedagogie is die niet gebaseerd kan worden op een 'leren' omgaan met spullen op een juiste manier, noch op het gezamenlijk vinden van die juiste manier. Want die mogelijkheden liggen open. De ervaring van deze

78

vrijheid van handelen is wat de transformatiekracht uitmaakt van deze praktijken. Het Repair Café, geefplein en weggeefwinkel zijn zelf geen politieke activiteiten, maar dragen op deze wijze wel bij tot het voorbereiden van politieke activiteiten en van nieuwe maatschappelijke afspraken voor de deeleconomie.

We zien ook de worsteling met publicness in de omgang met 'graaiers'. Mensen die zich verenigen rond een gemeenschappelijk project van delen van spullen, hebben een probleem met mensen die de spullen in grote hoeveelheden ‘meegraaien’. Dit lijkt immers ook buiten de praktijk te staan van zorg voor spullen als een gemeenschappelijk object, een Ding. We kunnen ons dus afvragen wat de plek van de ‘graaiers’ is in de ‘deel’praktijken. Al tijdens de gesprekken met Magda en Jan, konden we begrijpen dat ‘graaien’ een term is met een negatieve connotatie, die eigen is aan een instructieve pedagogie waarin mensen zich moeten aanpassen naar een bepaalde ‘goede’ manier van geven en nemen. In de taal van de post-humanisten is de manier waarop we samenkomen rond dingen steeds een bepaalde (her)configuratie die ook bepaalde grenzen trekt. Deze grenzen worden wel heel duidelijk wanneer er over ‘graaiers’ gesproken wordt, die ‘het niet snappen’ en aan wie we het moeten ‘uitleggen’. Heeft het appèl van de ‘graaier’ dan geen pedagogisch karakter? Niet zolang we de graaier blijven bestempelen als ‘graaier’. Hoe houden we het her-configuratieproces ook open naar nieuwkomers met een andere achtergrond, ook als die interactie het experiment zelf bedreigt? Wanneer de spulletjes worden weggegrist dan is er weinig kwaliteit van interactie. Andere deelnemers raken ook ontmoedigd.

De herstel- en doorgeefactiviteit kan frustrerend zijn, wanneer de mensen hun oorspronkelijke intenties zien botsen op de intenties van anderen, maar uiteindelijk staat de ervaring om doorheen deze interacties een nieuwe bestemming aan het spul te ‘kunnen’ geven centraal. Een deelnemer van het geefplein beschrijft: "Leren geven en leren nemen. Geven zonder invloed te hebben op hoe genomen wordt. We hebben alleen ons eigen geven onder controle” (Adriaensens, 2014)

Het garanderen van de publicness van het Repair Café, geefplein en weggeefwinkel is een worsteling. Ze stoot op de kwetsbaarheid van deze praktijken in de intersectie van een zoekende pedagogische praktijk en een zoekend politiek project. Daarbij is een heen en weer tussen nieuwe consensus (afspraken over verantwoordelijk omgaan met spullen) en nieuwe dissensus (in vraag stellen daarvan) een onvermijdelijk gegeven.

Toch is het van belang opnieuw te herhalen wat de pedagogische literatuur ons voorhoudt over het politiek belang van publiek pedagogische experimenten zoals Repair Cafés, geefpleinen en weggeefwinkel. Niet zozeer de boodschap over de deeleconomie zelf, maar wel de mobilisatie van het transformatief potentieel van de deelnemers in deze experimenten, om zelf aan de slag te gaan en

79

hun unieke bijdrage te leveren. Want dit vormend karakter van dergelijke initiatieven is de basis van een breder politiek project.