• No results found

Herstellen en behouden van spullen als sterke bron voor systeemtransformaties

HOOFDSTUK 1: probleemstellend hoofdstuk

1.3. Literatuur vanuit andere disciplines

1.3.3. Herstellen en behouden van spullen als sterke bron voor systeemtransformaties

In mijn zoektocht naar literatuur over ‘repair’ en ‘maintenance’ stootte ik op het artikel ‘Rethinking Repair’ (2013) van Steven J. Jackson. In tegenstelling tot de voorgaande auteurs heeft Jackson het niet rechtsreeks over de rol die ‘deeleconomische’ initiatieven (kunnen) spelen in een maatschappelijke transitie. Wel gaat hij in op de rol die kringloop- en herstel-activiteiten spelen in de technologische innovatiecyclus en bij uitbreiding de manier waarop socio-technische systemen transformeren. Volgens Jackson zijn ‘breakdown’, ‘maintenance’ en ‘repair’ centrale maar vergeten momenten in ons hedendaagse, westerse denken en verhouden tot technologie/artefacten. In feite zijn momenten van repareren, hergebruiken, uit elkaar halen en aanpassen van (verouderde) technologie zeer gangbare momenten in het industrieel proces en in processen van technologische innovatie. Maar vandaag zijn momenten van ‘maintenance’ en ‘repair’ niet erg zichtbaar. We hebben die momenten in een westerse industrie en in ons westers innovatiedenken meer en meer in de marge geplaatst. Recyclage van de kostbare materialen uit onze technologieën gebeurt in zuiderse landen (omdat de regelgeving er minder strikt is). Door die onzichtbaarheid van herstel- en kringloopprakijken, zijn we vernieuwing van onze technologische wereld gaan zien als grote innovatieve uitvindingen, die als het ware top-down plaatsvinden, in plaats van een voortbouwend proces dat zich organiseert rond problemen. Jackson toont aan dat de grote uitvindingen in de geschiedenis niet in de eerste plaats zijn ontstaan vanuit grote ideeën, verhalen en doorbraken, maar wel vanuit kleine verbeteringen die ontstaan wanneer mensen om bepaalde obstakels heen werken. Het internet, bijvoorbeeld, ontstond door tegen limieten van bepaalde protocollen op te botsen en hieromheen te werken, zodat er (per ongeluk) eigenschappen ontstonden die we nu beschouwen als hoofdkenmerken van het internet. Op die manier krijgt de herstel-activiteit een centrale plaats in de manier waarop socio-technische systemen transformeren. De mogelijkheid tot maatschappelijke transformatie ligt bij mensen die met velen bezig zijn aan het weerbaar maken van hun wereld.

Jackson stelt dat door de gehele levens- en innovatiecyclus van technologie meer zichtbaar te maken, door meer theoretische en empirische betrokkenheid bij activiteiten van ‘repair’ en ‘maintenace’, we anders kunnen nadenken over en ons anders kunnen verhouden tot technologie/artefacten en hun rol in de wereld. In een zogenaamd “Broken World Thinking” (Jackson, 2013, p. 221) nemen we het verval als startpunt van ons denken over en handelen in socio-technische systemen.

Herstel- en behoudactiviteiten hebben volgens Jackson invloed op ons kennisperspectief doordat ze een licht kunnen werpen op de manier waarop orde, betekenis en waarde in complexe socio- technische systemen behouden blijft en getransformeerd wordt. Het stuk gaan van technologieën en de weerbarstigheid van de artefacten in het herstelproces, verstoren de manier waarop we naar die technologieën kijken als stabiele ‘objecten’, los van onze sociale wereld. Vanuit het kennisperspectief

16

van de hersteller zijn die spullen verweven in een voortdurend proces van arbeid, macht en belangen. Maar de herstelactiviteit werpt niet enkel een licht op de grenzen en de fragiliteit van onze socio- technische wereld met haar bijbehorende verhalen en gevestigde ordes. Broken World Thinking verbindt die ‘wereld in constant verval’ in éénzelfde (herstel)beweging met een wereld van nieuwe mogelijkheden. Tegelijk met het verstoren van de ‘routine’ in de oude wereld, ontsluit de herstel- activiteit een wereld van mogelijkheden en zet ze die mogelijkheden in beweging. In herstel-activiteit ontstaan mogelijkheden tot kritiek en verandering, tot ontwikkeling van nieuwe verhalen en ordes of tot restauratie van de gevestigde orde. De herstelactiviteit is dus de spil die twee werelden verbindt.

“Here, then, are two radically different forces and realities. On one hand, a fractal world, a centrifugal world, an always-almost-falling-apart world. On the other, a world in constant process of fixing and reinvention, reconfiguring and reassembling into new combinations and new possibilities—a topic of both hope and concern. It is a world of pain and possibility, creativity and destruction, innovation, and the worst excesses of leftover habit and power. The fulcrum of these two worlds is repair: the subtle acts of care by which order and meaning in complex sociotechnical systems are maintained and transformed” (Jackson, 2013, p. 222)

Het is in het benoemen van de herstelactiviteit als ‘subtle acts of care’, dat het bijzondere karakter van de herstelactiviteit als spilmoment tot uiting komt. Want de mogelijkheden die ontsloten worden, komen niet zomaar voort uit een bepaald kennisperspectief, maar ze zijn het gevolg van een bepaalde relatie met onze artefacten. Herstellen heeft immers implicaties voor het soort van relaties dat we aangaan met onze artefacten. De herstelactiviteit vestigt de aandacht op artefacten als artefacten die een zorg behoeven. We herstellen artefacten, dus we dragen zorg voor die artefacten. We zijn moreel betrokken op onze spullen. Jackson spreekt over een “ethics of care” (Jackson, 2013,

p. 231). Spullen vragen 'zorg' vanuit een post-humaan perspectief op 'ethische zorg'.

"Is it possible to love, and love deeply, a world of things? Can we bear a substantive ethical, even moral, relationship to categories of objects long consigned to a realm of thin functionalism (a mistake that many of the dominant language of technology research and design — “usability,” “affordances,” and so on — tends to reify)? What if we can build new and different forms of solidarity with our objects (and they with us)? And what if, beneath the nose of scholarship, this is what we do every day?" (Jackson, 2013, pp. 232-233)

Jackson stelt dat die zorgrelatie met onze artefacten een rol speelt in de voortdurende ontwikkeling van een meer humane, rechtvaardige en duurzame wereld.

“Moving maintenance and repair back to the center of thinking around media and technology may help to develop deeper and richer stories of relationality to the technological artifacts and systems

17

that surround us, positioning the world of things as an active component and partner in the ongoing project of building more humane, just, and sustainable collectives.” (Jackson, 2013, p. 235)

Praktijken van ‘herstel’ of ‘behoud’ zijn interactieve praktijken, waarbij spullen en mensen elkaar beïnvloeden en waar er op die manier nieuwe mogelijkheden ontstaan.

Jackson biedt in zijn benadering van ‘repair’ en ‘maintenance’ een aanknopingspunt om dieper in te gaan op de activiteiten die in de drie cases centraal staan. Het anders omgaan met wegwerpgoederen, door ze te herstellen of via een kringloopprincipe te behouden, zijn centrale praktijken in de Repair Cafés, de geefpleinen en de weggeefwinkel. Die activiteiten zijn een dynamische bron voor verandering, aangezien ze een andere manier van denken, handelen en verhouden ten opzichte van onze socio-technische wereld impliceren. Door de herstelactiviteit centraal te plaatsen in de socio- technische evolutie van de wereld, legt Jackson de focus op de veerkracht van mensen om de wereld meer duurzaam te maken. Die veerkracht kunnen we zien als de herstelactiviteit zelf, waarin mensen op constante basis hun wereld aanpassen aan de problemen die zich voortdurend stellen. Daarbij zijn de spullen een actieve component.