• No results found

Bijeenkomsten van moreel beraad kunnen meer, minder of helemaal niet geslaagd zijn. De kwaliteit van een bijeenkomst hangt van veel factoren af, zoals de kwaliteiten van de gespreksleider, de helderheid, bruikbaarheid en kwaliteit van de ingebrachte casus, de samenstelling en inbreng van de deelnemers en de wijze waarop het proces van beraad en besluitvorming is doorlopen. Deze factoren zijn in het vorige hoofdstuk besproken. Daarnaast kan het ook zijn dat van een goed moreel beraad adequaat of juist minder adequaat verslag gedaan wordt. Het schriftelijk materiaal dat rondom een bijeenkomst beschikbaar is in de vorm van een casusbeschrijving, een registratieformulier en een eventuele evaluatie leent zich slechts in bewerkte vorm voor verdere archivering en ontsluiting voor professionals in de zorg. Niet alle materiaal is immers waardevol, van voldoende kwaliteit, helder en inzichtelijk, relevant en toepasbaar. De bewerking van het ruwe materiaal houdt in dat de beschikbare tekst wordt geanalyseerd, geordend, gestandaardiseerd, herwerkt en aangevuld met commentaar.

Deze bewerking dient vanuit een weloverwogen conceptueel schema en met een duidelijke doelstelling systematisch ter hand genomen te worden, want daarmee wordt de kans vergroot dat het empirisch materiaal ook betekenis krijgt voor hen die niet bij de bijeenkomst zelf aanwezig zijn geweest. Alvorens dit conceptueel schema (als uitwerking en aanvulling van het schema van Figuur 1) wordt getoond en toegelicht worden eerst de onderdelen van de verslaglegging benoemd en het geheel van activiteiten rond de verslaglegging geplaatst in het kader van het ontwikkelen van moresprudentie.

3.2.2 Onderdelen van de verslaglegging Hulpdocumenten

In de organisatie van moreel beraad wordt vaak gebruik gemaakt van hulpdocumenten om de deelnemers in te voeren in de inhoud van de bijeenkomst en de gehanteerde methodiek. In de casusbeschrijving wordt het thema van de bijeenkomst aangegeven en het kan zijn dat ook gebruik gemaakt wordt van een document waarin omschreven staat waar een welgevormde casus aan moet voldoen. Een ander document waarvan gebruik wordt gemaakt is een overzicht van belangrijke ethische begrippen of een lijst van belangrijke waarden. Ook kan gebruik worden gemaakt van een document waarin de methodiek van de bijeenkomst wordt toegelicht.

Registratie

Tijdens een moreel beraad wordt het besprokene op een gestructureerde en voor iedereen zichtbare wijze, vaak door de gespreksleider, geregistreerd. Met behulp van een registratieformulier (Format) worden de onderdelen van de gekozen methodiek stapsgewijs geregistreerd. De registratie dient een aantal doelen. Allereerst draagt de registratie eraan bij dat de deelnemers vertrouwd raken met de gekozen methodiek van moreel beraad. Zij worden ertoe aangezet om zich in hun bijdrage aan het gesprek te beperken tot de thema’s

de registratie ook de gespreksleider ondersteuning bij het leiden van de bijeenkomst en het doorlopen van de stappen van de gekozen methodiek. Een belangrijk doel van de registratie is ook het expliciet en zichtbaar maken van ieders bijdrage. Tot slot vormt de registratie een belangrijk onderdeel van het geheel van verslaglegging dat door de organisatoren, deelnemers en anderen geraadpleegd kan worden.

Evaluatie

De registratie van het besprokene kan aangevuld worden met evaluaties door deelnemers en organisatoren van inhoud, proces en resultaat. Evaluatie door deelnemers kan een vast onderdeel vormen van de bijeenkomsten. Daarnaast kunnen de gespreksleider en organisatoren de bijeenkomst naderhand evalueren en is het ook een mogelijkheid om deelnemers naderhand uit te nodigen voor een interview over de bijeenkomst. Met systematische evaluaties kan beoordeeld worden hoe de deelnemers en de gespreksleider de bijeenkomst hebben ervaren en wat de bijeenkomst hen heeft opgeleverd. Deze evaluatie helpt raadplegers van de verslaglegging bij het zich een beeld vormen van de besproken thematiek, het kunnen invoelen van de wijze waarop hierover in de groep is gesproken en het op waarde kunnen schatten van de besluiten die in de bijeenkomst zijn genomen. Samenvattend helpt de evaluatie de raadplegers van de verslaglegging om te beoordelen wat zij kunnen leren van de bijeenkomst.

Rapportage

De rapportage van een bijeenkomst heeft betrekking op de ordening van de casusbeschrijving, de registratie en de evaluaties (van de deelnemers en van de gespreksleider) tot een samenhangend geheel. De rapporteur (de gespreksleider of één van de organisatoren van de bijeenkomst) voert de eindredactie over alle onderdelen door middel van analyses, ordening, standaardisering en het plaatsen van commentaar en kanttekeningen. De rapporteur stelt de uiteindelijke verslaglegging van een bijeenkomst samen met het oog op toevoeging aan het archief.

Archivering

De archivering heeft betrekking op de ordening van de rapportages van de bijeenkomsten in een archief op zodanige wijze dat raadplegers zich een goed beeld kunnen vormen van de inhoud, het proces en de resultaten van de bijeenkomsten. Belangrijke kenmerken van een archief zijn: een heldere (gelaagde) structuur op basis van bepaalde ordeningsprincipes, toegankelijkheid die bevorderd wordt door mogelijkheden om het archief met zoekcriteria en vanuit diverse invalshoeken te doorzoeken, weloverwogen uitgangspunten van autorisatie (wie heeft toegang tot het archief en wie niet), inachtneming van privacy-overwegingen en een duidelijke doelstelling. Als hoofddoel van het opbouwen en actualiseren van een archief van moreel beraad kan gelden: het ontwikkelen van moresprudentie in de organisatie.

3.2.3 Moresprudentie

Het begrip moresprudentie is afgeleid uit de begrippen mores en prudens. Mores betekent niet alleen gewoonte, gebruik of de manier waarop 'we' het doen, maar verwijst ook naar iemands wil en de motivatie van zijn handelen. Prudens betekent naast bewust, kundig en zorgvuldig ook vooruitziend. Moresprudentie betekent kortom dat we met voorbedachte rade, kundig en zorgvuldig onze wil en manier van doen bepalen (Karssing en van Dartel,

'goede wil en manier van doen'. Zoals jurisprudentie als term wordt gebruikt voor de verslaglegging van de toepassingspraktijk van het recht, zo kan de term moresprudentie gebruikt worden voor de verslaglegging van de toepassingspraktijk van de professionele moraal (Website Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants).

Het ontwikkelen van moresprudentie vanuit moreel beraad hangt samen met activiteiten die gericht zijn op het vastleggen van inhoud, proces en resultaten van de bijeenkomsten. Deze activiteiten zijn erop gericht dat anderen er hun voordeel mee kunnen doen en de organisatie er profijt van heeft (Karssing en van Dartel, 2014). De ontwikkeling van moresprudentie is daarmee een proces waarbij op een systematische wijze kennis en inzichten worden verzameld over de manier waarop met lastige kwesties kan worden omgegaan (Karssing en van Dartel, 2014). Daarmee kan het professionals in de organisatie houvast bieden bij het omgaan met morele vraagstukken in de zorgpraktijk.

3.2.4 Conceptueel schema

De verslaglegging van moreel beraad vormt niet een doel in zichzelf maar is gericht op de ontwikkeling van moresprudentie in een reflectieve organisatie. Figuur 2 vat het volgende samen:

∑ verslaglegging wordt voorgesteld als een geheel van activiteiten tijdens en na afloop van bijeenkomsten van moreel beraad. Deelnemers, gespreksleiders en organisatoren zijn betrokken bij de registratie en de evaluatie van het beraad tijdens en mogelijk ook na afloop van de bijeenkomst. De rapportage en de ordening van het materiaal met het oog op archivering worden door de gespreksleider verzorgd. Ordeningsprincipes ten behoeve van de rapportage en de samenstelling van het archief kunnen worden ontleend aan het 7-fasenmodel en de 6 uitkomstdomeinen (zie ook Figuur 1). Deze ordeningsprincipes veronderstellen dat de bijeenkomsten worden geregistreerd aan de hand van het 7-fasenmodel en geëvalueerd aan de hand van de 6 uitkomstdomeinen.

∑ het geheel van activiteiten gericht op registratie, evaluatie, rapportage en archivering wordt in samenhang met de raadpleging van het archief van moreel beraad gezien als de ontwikkeling van moresprudentie. De versterking van ethische competenties door vastlegging van inhoud, proces en resultaat van moreel beraad is onderdeel van dit leerproces in een reflectieve organisatie.

Figuur 2 Conceptualisering van de verslaglegging van moreel beraad

Goede zorg

Ethische competenties

bijeenkomsten moreel beraad

Deelnemers

Evaluatie

Gespreksleiders

en organisatoren

3.3 Moreel beraad in Isala Zwolle