• No results found

Verslag Belanghebbendenorgaan Kring AFM

2020 Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Totaal Per deelnemer

3.18 Verslag Belanghebbendenorgaan Kring AFM

Het Belanghebbendenorgaan (BO) vertegenwoordigt de actieven, slapers en gepensioneerden van de AFM.

Rol BO

Het BO heeft als rol om gevraagd en ongevraagd advies te geven aan het bestuur. Ook kan zij het bestuur bevragen over zijn bestuurlijke taken, waaronder (voor)genomen besluiten. Daartoe ontvangt het BO doorlopend en op verzoek informatie, waaronder ten aanzien van de beleggingen en dekkingsgraadontwikkelingen. Als BO streven wij ernaar om de scheiding van rollen zuiver te houden. Dat betekent dat wij besluiten van het bestuur niet zelf opnieuw willen nemen, maar ons concentreren op de beweegredenen van het bestuur zodat we recht kunnen doen aan onze adviserende rol. Daarnaast geeft het BO goedkeuring aan bepaalde in de wet omschreven besluiten.

Samenstelling BO

De leden van het BO zijn begin 2020 als volgt:

Naam Geboortedatum Vertegenwoordiger namens

Datum (her) benoeming

Datum teruggetreden De heer A.P.F. Voogd 07-02-1987 Actieve deelnemers, voorzitter 02-10-2019

De heer J. Koelewijn 11-05-1956 Pensioengerechtigden, vice voorzitter 02-10-2019 28-09-2020

De heer R.D.F. Laros 26-04-1986 Actieve deelnemers 02-10-2019 01-03-2020

De heer S. Baars 11-06-1976 Werkgever 13-03-2018

Mevrouw G.C.M. Majoor 11-07-1965 Werkgever 13-03-2018

De heer H.W.O.L.M. Korte 25-03-1956 Werkgever 14-01-2020

In 2020 zijn twee leden van het BO teruggetreden. In januari is de heer Laros teruggetreden als vertegenwoordiger van de actieve deelnemers. De ondernemingsraad heeft de heer Van de Steeg voorgedragen, welke inmiddels door DNB is goedgekeurd (getoetst) en door het BO is benoemd als lid van het BO.

Daarnaast is in de tweede helft van 2020 de heer Koelewijn teruggetreden als vertegenwoordiger van de gepensioneerden. Hierna is een verkiezing gehouden onder de gepensioneerden. Naar aanleiding van deze verkiezing is de heer Bosboom in 2021 door DNB goedgekeurd (getoetst) en door het BO is benoemd als lid van het BO namens de gepensioneerden.

Het BO is de heren Laros en Koelewijn erkentelijk voor hun inbreng en betrokkenheid.

Behandelde onderwerpen

In 2020 heeft het BO door de coronamaatregelen voornamelijk digitaal vergaderd. Over de volgende grotere onderwerpen is vergaderd:

– Ontwikkeling van de dekkingsgraad;

– Verlenen van goedkeuring voor de verlaging van de premiedekkingsgraad;

– Vaststelling van de begroting;

– MVB-beleid;

– Beleggingsbeleid;

– Herstelplan;

– Verlagingen van pensioenopbouw;

– Jaarwerk;

– Risicobereidheidsonderzoek;

– Gedragscode (herzien);

– Vergoeding van BO-leden;

– Deelnemersonderzoek (status);

– Reglement en uitvoeringsovereenkomst;

– Actualisering van overige beleidsdocumenten.

Het BO heeft bij deze onderwerpen waar van toepassing positief geadviseerd of ingestemd. Het BO heeft op meerdere onderwerpen vragen gesteld of (ongevraagd) advies gegeven.

Verder heeft het BO ook een zelfevaluatie onder externe begeleiding uitgevoerd. De afdronk hiervan was dat het BO goed functioneert, al kan het efficiënter en op termijn met meer focus op de strategische besluiten van het APF. Uit deze zelfevaluatie zijn diverse

actiepunten voortgekomen, om op te volgen in 2021. Een voorbeeld hiervan is dat onderwerpen worden toebedeeld door middel van een portefeuilleverdeling.

Een onderwerp dat in 2020 veel tijd in beslag nam, zag op het volgende. In 2020 heeft het BO uitvoerig met het uitvoerend bestuur stilgestaan bij de afronding van de transitie naar het APF. Daarbij is veel aandacht uitgegaan naar de afspraken tussen de werkgever en het APF over de vergoeding van de transactiekosten die gepaard gingen met de transitie. Het BO en het uitvoerend bestuur verschillen van mening over de vraag welke kosten precies onder deze afspraken vallen. Naar mening van het BO, horen de transactiekosten die gemaakt zijn door een deel van het vermogen dat nog niet belegd was conform transitieplan, maar na verloop van tijd wel geheralloceerd was, ook onder deze afspraken. In dat geval zouden die kosten niet in mindering gebracht mogen worden op het vermogen van de kring. Dat is echter wel gebeurd.

Als argument heeft het BO onder meer gehoord dat de herallocatie voor alle kringen, voor zover relevant, is doorgevoerd conform het mandaat dat het bestuur daartoe heeft. Naar mening van het BO doorkruist die opvatting echter de kring specifieke afspraken. Die kring specifieke afspraken zijn bedoeld om de eerste transactiekosten na overgang naar het APF niet te beleggen bij de deelnemers, slapers en gepensioneerden van onze kring. Bij een dergelijke beslissing, hadden deze kring specifieke afspraken op zijn minst meegewogen moeten worden.

Het BO betreurt dat in deze kwestie geen bevredigende uitkomst voor alle betrokken partijen is gevonden. Het terughalen van de kosten zou naar verwachting niet opwegen tegen de mogelijke (juridische advies) kosten. Het BO ziet een dergelijke juridische route dan ook niet in het belang van de deelnemers, slapers en gepensioneerden van onze kring.

Conclusie 2020

Het BO kijkt al met al positief terug op het functioneren van het bestuur en het niet-uitvoerend bestuur.

Reactie bestuur

Het bestuur heeft met waardering kennis genomen van het verslag van het belanghebbendenorgaan Kring AFM. Als bestuur van De Nationale APF betreuren wij het ten zeerste dat wij het over de afronding van de transitie niet tot elkaar zijn gekomen. Het verschil in inzicht moet worden gezocht in de opvatting over tot wanneer een transitieplan moet worden uitgevoerd en hoe dat samenloopt met regulier portefeuilleonderhoud. Voor de toetreding tot het niet-beursgenoteerd vastgoed waren de wachttijden lang, voor de beoogde belegging uiteindelijk zelfs meer dan 18 maanden. In de periode tussen daadwerkelijke overgang van het pensioenfonds AFM naar De Nationale APF, maar vóór de toetreding tot het oorspronkelijk beoogde niet-beursgenoteerd vastgoedfonds, is het beleid voor deze specifieke asset categorie voor De Nationale APF-breed herzien. Het beleid voorzag in een gelijke verdeling over twee niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen in plaats van een. Het doel was een betere (risico)spreiding over categorieën en regio’s te bewerkstelligen.

Het niet gelijktijdig betrekken van de asset allocatie van Kring AFM, zou resulteren in dubbele transactiekosten en daarmee een niet prudent resultaat.

In de afspraken met de werkgever is voorzien in een compensatie door de werkgever voor kosten die gepaard gaan met het omzetten van beleggingen als gevolg van de overgang van pensioenfonds AFM naar De Nationale APF. Deze compensatie was gemaximeerd tot een bedrag dat uiteindelijk ook door de werkgever is uitgekeerd.

Het bestuur staat voor de belangen van alle deelnemers van de kring. Het bestuur is ervan overtuigd dat het in het belang van de deelnemers heeft gehandeld. Hoewel het optimaliseren van de beleggingsportefeuille binnen het mandaat een van de taken is van het bestuur, had het bestuur het belanghebbendenorgaan meer op de hoogte kunnen stellen van de plannen. We zijn ons ervan bewust dat het in deze casus aan communicatie tussen het belanghebbendenorgaan en het bestuur heeft geschort. Dat neemt het bestuur ter harte en het beleid is daarop aangepast.

Het is goed te zien dat het belanghebbendenorgaan desalniettemin positief terugkijkt op het functioneren van het bestuur.

Het bestuur dankt het belanghebbendenorgaan hiervoor en ook voor haar inbreng en grote betrokkenheid bij het fonds.