• No results found

4. Analyse 32

4.4 Verschil tussen groepen 47

4.4.1 Verschillen met betrekking tot de factoren 47

De verschillende factoren die in dit onderzoek zijn onderzocht hebben te maken met de mening en het gedrag van mensen. Verschillende persoonlijke kenmerken van mensen kunnen hier invloed op hebben, zoals bijvoorbeeld leeftijd en geslacht (Venkatesh et al., 2012). Voor de factoren is er dus gekeken of er scores tussen verschillende groepen mensen, significant verschillen.

In dit onderzoek zijn de respondenten ingedeeld in vier leeftijdscategorieën. De eerste categorie is van 14 t/m 29 jaar, de tweede categorie is van 30 t/m 44 jaar, de derde categorie is van 45 t/m 59 jaar en de vierde categorie is van 60 t/m 74 jaar. De categorieën hebben dus allen een gelijk leeftijdsverschil. Het aantal respondenten per categorie is wel niet gelijk verdeeld, hier moet rekening mee worden gehouden wanneer er uitspraken worden gedaan.

Omdat er bij leeftijd sprake is van meer dan twee categorieën, kan er geen t-toets worden uitgevoerd. Er is daarom een variantieanalyse uitgevoerd, omdat daarmee meer dan twee groepen tegelijkertijd kunnen worden vergeleken. In dit onderzoek is de One-Way Anova gebruikt. Bij deze variantieanalyse zijn er op basis van één variabele meerdere groepen

- 48 -

onderscheiden. Bij het geslacht is er slechts sprake van twee categorieën, namelijk mannen en vrouwen. Hiervoor is dus wel een t-toets uitgevoerd. Met behulp van de independent samples t- test kunnen we zien of er significante verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen. In bijlage 7 zijn de complete analyses opgenomen. Hieronder is per factor aangegeven wat de uitkomsten zijn.

Gebruiksgemak

De factor gebruiksgemak heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 1,79. Mensen zijn het dus in het algemeen ‘zeer eens’ tot ‘eens’ met het gebruiksgemak van de OV chipkaart. Er kunnen echter wel verschillen zijn tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de verschillende leeftijdscategorieën met betrekking tot hun mening over het gebruiksgemak van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar, tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 45 t/m 59 jaar en tussen de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar en 60 t/m 74 jaar. Respondenten uit de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar zijn gemiddeld positiever over het gebruiksgemak van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorieën van 30 t/m 44 jaar en 45 t/m 59 jaar. Ook zijn de respondenten uit de leeftijdscategorie van 60 t/m 74 jaar gemiddeld positiever over het gebruiksgemak van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t- test. Hieruit blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun mening over het gebruiksgemak van de OV chipkaart.

Bruikbaarheid

De factor bruikbaarheid heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 2,23. Mensen zijn het dus in het algemeen ‘eens’ met de bruikbaarheid van de OV chipkaart. Er kunnen echter wel verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de verschillende

leeftijdscategorieën met betrekking tot hun mening over de bruikbaarheid van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar en tussen de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar en 60 t/m 74 jaar. Respondenten uit de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar zijn gemiddeld positiever over de bruikbaarheid van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Ook zijn de respondenten uit de leeftijdscategorie van 60 t/m 74 jaar gemiddeld positiever over de bruikbaarheid van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de

- 49 -

mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t-test. Hieruit blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun mening over de bruikbaarheid van de OV chipkaart.

Houding

De factor houding heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 2,24. Mensen hebben dus in het algemeen een positieve houding ten opzichte van de OV chipkaart. Er kunnen echter wel verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de verschillende

leeftijdscategorieën met betrekking tot hun houding ten opzichte van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar en tussen de

leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar en 60 t/m 74 jaar. Respondenten uit de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar hebben gemiddeld een positievere houding ten opzichte van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Ook hebben de respondenten uit de leeftijdscategorie van 60 t/m 74 jaar gemiddeld een positievere houding ten opzichte van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t- test. Hieruit blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun houding ten opzichte van de OV chipkaart.

Sociale invloed

De factor sociale invloed heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 2,48. Mensen hebben dus gemiddeld wel sociale invloed ten opzichte van de OV chipkaart. Er kunnen echter wel verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de verschillende

leeftijdscategorieën met betrekking tot hun mening over de sociale invloed ten opzichte van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar en tussen de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar en 60 t/m 74 jaar. Respondenten uit de

leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar hebben gemiddeld meer sociale invloed ten opzichte van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Ook hebben de

respondenten uit de leeftijdscategorie van 60 t/m 74 jaar gemiddeld meer sociale invloed ten opzichte van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t-test. Hieruit blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun mening over de sociale invloed ten opzichte van de OV chipkaart.

- 50 - Verenigbaarheid

De factor verenigbaarheid heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 2,26. Mensen zijn het dus gemiddeld ‘eens’ met de verenigbaarheid van de OV chipkaart in hun leven. Er kunnen echter wel verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de

verschillende leeftijdscategorieën met betrekking tot hun mening over de verenigbaarheid van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar. Respondenten uit de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar zijn het dus gemiddeld meer eens met de verenigbaarheid van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar. Zij vinden de OV chipkaart dus beter ‘passen’ in hun leven. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t-test. Hieruit blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun mening over de verenigbaarheid van de OV chipkaart.

Kosten

De factor kosten heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 3,45. Mensen zijn dus gemiddeld ‘neutraal’ tot ‘oneens’ met de stelling dat de kosten van de OV chipkaart niet hoog zijn. Er kunnen echter wel weer verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de verschillende leeftijdscategorieën met betrekking tot hun mening over de kosten van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar, tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 45 t/m 59 jaar, tussen de leeftijdscategorie van 30 t/m 44 jaar en 60 t/m 74 jaar en tussen de leeftijdscategorie van 45 t/m 59 jaar en 60 t/m 74 jaar. Respondenten uit de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar hebben gemiddeld een meer neutrale mening ten opzichte van de kosten van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorieën van 30 t/m 44 jaar en 45 t/m 59 jaar. Ook hebben de respondenten uit de leeftijdscategorie van 60 t/m 74 jaar een meer neutralere en positievere mening ten opzichte van de kosten van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorieën van 30 t/m 44 jaar en 45 t/m 59 jaar. Dat de oudste leeftijdscategorie het minst negatief is over de kosten, zou kunnen komen doordat zij vaak voor minder geld van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken. In de jongste

leeftijdscategorie is men ook neutraler ten opzichte van de kosten en dit zou bijvoorbeeld kunnen komen doordat zij vaak gratis kunnen reizen met hun ‘studentenreisproduct’. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t- test. Hieruit blijkt dat er een significant verschil is tussen mannen en vrouwen met betrekking tot

- 51 -

hun mening over de kosten van de OV chipkaart. Mannen hebben een meer neutralere mening met betrekking tot de kosten van de OV chipkaart, vrouwen zijn hier negatiever over.

Eerdere ervaring

De factor eerdere ervaring heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 3,01. Mensen zijn dus gemiddeld ‘neutraal’ met betrekking tot hun eerdere ervaring ten opzichte van de OV chipkaart. Er kunnen echter wel weer verschillen zitten tussen de verschillende

leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er geen significant verschil zit tussen de verschillende leeftijdscategorieën met betrekking tot hun eerdere ervaring ten opzichte van de OV chipkaart. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t-test. Hieruit blijkt dat er ook geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun mening over hun eerdere ervaring ten opzichte van de OV chipkaart. Dat er geen verschillen zijn te vinden bij deze factor, geeft aan dat de meeste respondenten hier neutraal op reageren en dat er dus niet echt groepen zijn die echt al ervaring hadden met iets als de OV chipkaart.

Vertrouwen

De factor vertrouwen heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 2,45. Mensen zijn dus gemiddeld ‘eens’ tot ‘neutraal’ met betrekking tot hun vertrouwen in de OV chipkaart. Er kunnen echter wel weer verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er geen significant verschil zit tussen de verschillende leeftijdscategorieën met betrekking tot hun vertrouwen in OV

chipkaart. Er is ook getoetst of er verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t-test. Hieruit blijkt dat er ook geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot hun vertrouwen in de OV chipkaart. De

respondenten verschillen dus niet van elkaar met betrekking tot het vertrouwen wat ze hebben in de OV chipkaart.

Risico

De factor risico heeft in het algemeen een gemiddelde score van ongeveer 2,40. Mensen zien dus gemiddeld geen risico’s of zijn ‘neutraal’ ten opzichte van de OV chipkaart. Er kunnen echter wel weer verschillen zitten tussen de verschillende leeftijdscategorieën. In de bijlage is hiervoor een One-Way Anova uitgevoerd en hieruit blijkt dat er verschil is tussen de verschillende

leeftijdscategorieën met betrekking tot de risico’s die ze zien ten opzichte van de OV chipkaart. Dit verschil zit tussen de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 30 t/m 44 jaar en tussen de

- 52 -

leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar en 45 t/m 59 jaar. Respondenten uit de leeftijdscategorie van 14 t/m 29 jaar zien dus gemiddeld minder risico’s ten opzichte van de OV chipkaart in vergelijking met de leeftijdscategorieën van 30 t/m 44 jaar en 45 t/m 59 jaar. Er is ook getoetst of er

verschillen zijn tussen de mannen en de vrouwen met behulp van een independent samples t- test. Hieruit blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot de risico’s die ze zien ten opzichte van de OV chipkaart.

4.4.2 OV chipkaart een belemmering voor gebruik openbaar vervoer: verschil tussen