• No results found

4. Analyse 32

4.3 Invloed OV chipkaart op toegankelijkheid openbaar vervoer 45

De derde deelvraag gaat erover wat voor invloed de OV chipkaart heeft gehad op de keuze, en dus het gebruik, van het openbaar vervoer. In de enquête is gevraagd of mensen het openbaar vervoer na de invoering van de OV chipkaart meer, minder of nog ongeveer in dezelfde mate gebruiken. Ook is er gevraagd of dit komt door de OV chipkaart. Wanneer mensen aangeven dat dit door de OV chipkaart komt, dan heeft de invoering van de OV chipkaart dus invloed op de keuze en dus het gebruik van het openbaar vervoer. Het is namelijk niet meteen zo dat als mensen nu anders gebruik maken van het openbaar vervoer dan dat ze dat voor de invoering van de OV chipkaart deden, dat dit ook daadwerkelijk door de OV chipkaart komt. Er kunnen namelijk ook andere redenen zijn waardoor men nu juist meer of minder gebruik maakt van het openbaar vervoer. Het is daarom van belang om te vragen of dit wel of niet komt door de invoering van de OV chipkaart.

Om dit te onderzoeken is er gekeken naar de vraag of mensen het openbaar vervoer na de invoering van de OV chipkaart meer, minder of nog ongeveer in dezelfde mate gebruiken. Daarna is er gekeken naar de vraag of dit door de OV chipkaart komt. Dit zou voor de verschillende groepen kunnen verschillen. Dit is onderzocht met behulp van een kruistabel en de Chi kwadraat toets. In bijlage 6 staan de frequentietabellen van beide vragen en de kruistabel waarin de twee vragen tegenover elkaar worden gezet.

We zien dat 56 respondenten het openbaar vervoer nu vaker gebruiken, 24 minder en 105 nog ongeveer net zo vaak. In totaal geven 50 mensen aan dat dit door de OV chipkaart komt en 135 mensen geven aan dat dit geen invloed heeft gehad. Wanneer we dan naar de kruistabel kijken, zien we dat van de 56 mensen die het openbaar vervoer nu vaker gebruiken 37,5% van de

mensen aangeven dat dit door de OV chipkaart komt. De overige 62,5% geeft aan dat dit niet door de OV chipkaart komt. Van de 24 mensen die het openbaar vervoer nu minder gebruiken, zien we dat 75% van deze mensen aangeven dat dit door de invoering van de OV chipkaart komt. De overige 25% geeft aan dat dit niet door de OV chipkaart komt. Ten slotte zijn er 105 mensen die het openbaar vervoer nu nog net zoveel gebruiken, hiervan geeft slechts 10,5% van de mensen aan dat dit door de invoering van de OV chipkaart komt. De grote meerderheid (89,5%) geeft dus aan dat de OV chipkaart hier geen invloed op heeft gehad. Hieronder in figuur 15 is de verdeling nog eens grafisch weergegeven.

- 46 -

Figuur 15: Staafdiagram gebruik openbaar vervoer en invloed OV chipkaart

De Chi kwadraat toets geeft een significant resultaat (0,000), wat aangeeft dat er dus een

samenhang bestaat tussen de twee vragen. Er is dus een verband tussen het meer, minder of nog ongeveer in dezelfde mate gebruiken van het openbaar vervoer en de invloed van de OV

chipkaart hier op. Zoals we dus hebben gezien zijn de mensen die het openbaar vervoer nu nog in dezelfde mate gebruiken, niet echt beïnvloed door de invoering van de OV chipkaart. Van de mensen die het openbaar vervoer nu vaker gebruiken is de meerderheid ook niet beïnvloed door de invoering van de OV chipkaart, maar toch meer dan 1/3 wel. Van de mensen die het openbaar vervoer nu minder gebruiken, geeft de meerderheid aan dat de invoering van de OV chipkaart hier invloed op heeft gehad. Voor de meerderheid van deze mensen heeft de OV chipkaart er dus voor gezorgd dat ze het openbaar vervoer nu minder vaak gebruiken. We zien dus dat de

invoering van de OV chipkaart wel effect heeft gehad op het gebruik van, en dus de keuze voor, het openbaar vervoer.

De meerderheid van de respondenten die het openbaar vervoer nu minder vaak gebruiken, zijn dus beïnvloed door de OV chipkaart. Voor deze groep die het openbaar vervoer nu minder vaak gebruikt, is onderzocht of er verschil zit op basis van de gemiddelde scores op de factoren tussen degene die aangeven dat het minder gebruik door de OV chipkaart komt en tussen degene die hebben aangegeven dat het niet door de OV chipkaart komt. Dit is onderzocht met behulp van de

- 47 -

independent samples t-test, omdat hiermee twee groepen vergeleken kunnen worden. De uitwerking hiervan is ook te vinden in bijlage 6. Hieruit blijkt dat degene die aangeven dat het minder gebruiken van het openbaar vervoer door de OV chipkaart komt op alle factoren negatiever reageren in vergelijken met degene die aangeven dat het minder gebruiken van het openbaar vervoer niet door de OV chipkaart komt. Echter is alleen het verschil tussen deze twee groepen bij de factor sociale invloed significant. De verschillen bij de overige factoren zijn dus niet significant. Het is dus niet goed te zeggen door welke factoren dit komt. Het is echter wel

interessant om te zien dat er dus verschillen zijn en dat de groep mensen die aangeeft dat het minder gebruiken van het openbaar vervoer door de OV chipkaart komt, dus op alle factoren gemiddeld negatiever reageert.