• No results found

Algemeen deel

Artikel 3.46. Vermelding profiel en leerweg op diploma Eerste en tweede lid

Nadat de rector of directeur en de secretaris van het eindexamen de definitieve uitslag hebben vastgesteld (zie artikel 3.37), reikt de rector of directeur op grond daarvan aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat het diploma uit, waarop is vermeld in welk profiel of in welke profielen ze examen hebben gedaan. Op vmbo -diploma’s wordt ook de leerweg vermeld waarvoor de kandidaat was ingeschreven. Ook kandidaten die examens hebben gedaan in het derde tijdvak (bij het CvTE) ontvangen hun diploma van de rector of directeur van de school waar ze zijn ingeschreven.

Derde lid

Op zowel de cijferlijst als het diploma moet een handtekening staan van de rector of directeur en de secretaris van het eindexamen van de school waar de leerling was ingeschreven.

Artikel 3.47. Judicium cum laude vwo en havo

158 Dit artikel regelt de voorschriften waaraan het eindexamen vwo of havo van een

kandidaat moet voldoen om op het diploma van een kandidaat die is geslaagd het judicium cum laude te vermelden. Voor het vmbo is dit geregeld in artikel 3.48.

Voor vrijwel alle schoolsoorten en leerwegen geldt dat de kandidaat voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling ten minste het eindcijfer 6 (vwo eindcijfer 7) of

minimaal de beoordeling ‘voldoende’ moet hebben behaald.

Als een examenonderdeel op een hoger niveau is afgelegd dan is voorgeschreven voor het examen (bijvoorbeeld binnen het eindexamen havo het vak wiskunde op vwo -niveau), dan kan ook het examenonderdeel op dat hogere niveau meetellen bij de vaststelling van het judicium cum laude.

Voor zowel kandidaten in het vwo als kandidaten in het havo geldt dat ze om het judicium cum laude te verkrijgen ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 of hoger moeten hebben behaald voor de vakken in het gemeenschappelijke deel van het profiel, het combinatiecijfer, de vakken in het profieldeel en het hoogst behaalde eindcijfer voor een vak uit het vrije deel. Daarnaast moeten vwo-kandidaten voor de overige vakken minimaal een 7 of de kwalificatie ‘voldoende’, terwijl havo-kandidaten voor deze overige vakken minimaal een 6 of de kwalificatie ‘voldoende’ behaald moeten hebben.

Artikel 3.48. Judicium cum laude vmbo

Om het judicium cum laude te behalen in de theoretische leerweg van het vmbo, moet de kandidaat ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 of hoger hebben behaald voor de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, de algemene vakken van het profieldeel en het vak uit het vrij deel waarvoor het hoogste eindcijfer is behaald.

Voor het verkrijgen van het judicium cum laude in de basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg, moet de kandidaat ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 of hoger hebben behaald voor de eindcijfers voor het profielvak, de twee algemene vakken van het profieldeel, en het combinatiecijfer (het gemiddelde van de eindcijfers van alle beroepsgerichte keuzevakken).

In de gemengde leerweg ten slotte moet om het judicium cum laude te krijgen ten minste het gemiddelde eindcijfer van 8,0 zijn behaald voor de vakken Nederlandse taal, Engelse taal, maatschappijleer, de algemene vakken van het profiel en het algemene vak uit het vrije deel of het combinatiecijfer.

Voor alle leerwegen geldt verder dat ten minste het eindcijfer 6 of de kwalificatie

‘voldoende’ moet zijn behaald voor alle overige vakken die meetellen bij de

uitslagbepaling en – voor de gemengde en theoretische leerweg – het profielwerkstuk.

Artikel 3.49. Voorlopige cijferlijst

Artikel 3.49 regelt de voorlopige cijferlijst. In alle gevallen waarin sprake is van het afleggen van een examen zonder dat het eindexamen aan de school wordt voltooid, wordt de voorlopige cijferlijst verstrekt aan de kandidaat die de vo -school verlaat voordat hij het diploma heeft behaald. Ook kandidaten die hun centraal examen gespreid over twee of meer leerjaren afleggen en de school verlaten voordat het

volledige eindexamen is afgerond, ontvangen dus een voorlopige cijferlijst, zodat ze hun resultaten kunnen inzetten als ze op hun nieuwe school examen doen.

Voorlopige cijferlijsten kunnen verder worden ingezet bij het afleggen van het

eindexamen via het vavo, dan wel via het staatsexamen. Ze hebben net als de reguliere cijferlijsten een beperkte geldigheidsduur van 10 jaar.

159 De zelfstandige betekenis van de voorlopige cijferlijst vervalt op het moment dat de cijfers die daarop zijn vermeld worden opgenomen op de cijferlijst bij een volledig afgelegd eindexamen. Zodra het eindexamen volledig is afgelegd e n de kandidaat een cijferlijst ontvangt op grond van artikel 2.58, eerste lid, WVO 2020, kunnen aan de voorlopige cijferlijst geen rechten meer worden ontleend.

Als een kandidaat in één of meer vakken doet eindexamen in een eerder leerjaar en niet tot het volgende leerjaar is bevorderd, vervallen de resultaten van het centraal examen in het desbetreffende leerjaar van rechtswege (zie artikel 3.36, tweede lid). De

kandidaat ontvangt de voorlopige cijferlijst alleen voor de vakken waarin hij of zij eindexamen doet als het betreffende jaar niet is of wordt overgedaan.

In het tweede lid wordt gesproken over het “afsluitend schoolexamen”. Daarmee wordt het schoolexamen bedoeld in vakken of programmaonderdelen die geen centraal

examen kennen, maar alleen met een schoolexamen worden afgesloten. Voor de nieuwe school moet kenbaar zijn dat de kandidaat al één of meer vakken of

programmaonderdelen (denk aan het profielwerkstuk) heeft afgerond. De cijfers of beoordelingen op de voorlopige cijferlijst moeten door de nieuwe school worden overgenomen.

De voorlopige cijferlijst heeft een vaste vorm: er moet een model voor worden gebruikt dat door de minister is vastgesteld in de Regeling modellen diploma’s VO.

Artikel 3.50. Certificaat voor vakken eindexamen vmbo bij afwijzing eindexamen

Dit artikel regelt wat er moet worden vermeld op de certificaten die – op grond van artikel 2.58, eerste lid, onderdeel d, WVO 2020 – worden uitgereikt aan

examenkandidaten die zijn afgewezen voor het eindexamen vmbo, met goed gevolg een of meer vakken van dat eindexamen heeft afgesloten en de school verlaat. Vakken die ze met een zes of hoger hebben afgesloten, moeten worden vermeld, evenals het thema van het profielwerkstuk, als dat met de beoordeling ‘goed’ of ‘voldoende’ is beoordeeld.

Deze kandidaten kunnen het certificaat inzetten wanneer zij via het vavo of het staatsexamen opgaan voor het diploma.

Artikel 3.51. Duplicaten, afgifte verklaringen en vervangende opleidingsdocumenten

Dit artikel is deels niet van toepassing in Caribisch Nederland, zie artikel 9.12.

Diploma’s, certificaten, bewijzen van ontheffing en cijferlijsten mogen slechts één keer worden verstrekt. Dit beperkt de mogelijkheid om ermee te frauderen. Op grond van het eerste lid mogen geen duplicaten (kopieën) worden verstrekt. Wel kan een ‘verklaring afgelegd examen’ worden aangevraagd bij de minister, bijvoorbeeld als de documenten kwijt zijn geraakt of verloren zijn gegaan. Een ‘verklaring afgelegd examen’ wordt verstrekt door DUO, en heeft dezelfde waarde als het document waarop de verklaring ziet. Een bewijs van ontheffing kan niet worden vervangen.

Op grond van het derde lid kan sinds enige tijd ook een zogenoemd ‘vervangend opleidingsdocument’ worden verstrekt. Personen die hun voornamen of geslachtsnaa m hebben laten wijzigen, kunnen op grond van dit lid een vervangend opleidingsdocument verkrijgen. Verzoeken daartoe moet worden ingediend bij DUO. DUO verstrekt de aangepaste documenten namens de minister.

Het vervangend opleidingsdocument moet gelijkwaardig zijn aan het originele

opleidingsdocument, en daartoe de volgende kenmerken hebben: een uniek watermerk,

160 een unieke nummering in de vorm van een laserperforatie, UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag die verkleurt bij mechanische of

chemische aantasting. Ook moet de tekst op het vervangend opleidingsdocument zoveel mogelijk overeenkomen met het origineel. Het vervangende document is echter niet exact hetzelfde als het originele opleidingsdocument. De ondertekening wijkt af van het origineel, om mogelijk misbruik, namaak en vervalsing te voorkomen. Op het

vervangend opleidingsdocument wordt de datum van uitreiking van het originele diploma vermeld. De ondertekening vindt plaats door DUO, namens de minister.

Het vervangend opleidingsdocument en de verklaring afgelegd examen kunnen alleen schriftelijk of per e-mail worden aangevraagd door de persoon die op het originele opleidingsdocument staat vermeld. Bij de aanvraag moeten e en kopie van het originele opleidingsdocument, een kopie van een uittreksel uit de basisregistratie personen en een kopie van een identiteitsbewijs worden gevoegd. Daarnaast moet een bewijs van

naamswijziging worden bijgevoegd.

Paragraaf 6. Specifieke voorzieningen eindexamen

Artikel 3.52 Eindexamen VSO-leerling aan vbo-school in een of meer vakken