• No results found

: VERLOOP VAN DE WEDSTRIJDEN

(nummering artikelen gewijzigd per 1.01.05)

§ 1 Leiding van de organisatie en van de wedstrijd

1.2.077 De algemene materiële leiding van de wedstrijd ligt bij de organisator of zijn vervanger. De organisatorische problemen van puur materiële aard worden opgelost door de leiding van de organisatie, met inachtname van de reglementen die hierop van toepassing zijn en na raadpleging van het college van Commissarissen.

1.2.078 De voorzitter van het college van commissarissen, in samenwerking met de commissarissen, verzorgt de sportieve leiding en controle van de wedstrijd(en).

(gewijzigd per 1.01.05)

§ 2 Houding van de deelnemers aan wielerwedstrijden

1.2.079 Iedere licentiehouder moet te allen tijde een correcte uitrusting dragen en zich fatsoenlijk gedragen in alle omstandigheden, ook buiten de wedstrijden.

Hij moet zich onthouden van gewelddadigheden, beledigingen en ander onwaardig gedrag en van het in gevaar brengen van anderen.

Hij mag, in woorden, gebaren, geschriften of op een andere manier, geen schade berokkenen aan de reputatie of de eer van de andere renners, de officials, de sponsors, de federaties, de UCI of de wielersport in het algemeen. Kritiek uiten moet op een redelijke, gemotiveerde en gematigde manier gebeuren.

1.2.080 Elke licentiehouder zal, onder alle omstandigheden, deelnemen aan wielerwedstrijden op een sportieve en loyale manier. Hij zal loyaal zijn bijdrage leveren om de wedstrijd een sportief succes te maken.

1.2.081 De renners moeten op een sportieve manier hun kansen verdedigen.

Iedere afspraak of houding die de bedoeling heeft de competitie te vervalsen of te schaden, is verboden.

1.2.082 De renners moeten uiterst voorzichtig zijn. Zij worden verantwoordelijk gesteld voor de ongevallen die zij veroorzaken.

Zij moeten rekening houden met de wettelijke voorschriften van het land waar de wedstrijd plaatsvindt voor wat betreft hun gedrag in de wedstrijd.

1.2.083 In de competitie, is het bij zich hebben of het gebruik van glazen voorwerpen verboden.

N Deelname aan wedstrijden

1.2.083.01 Het is houders van een licentie, zoals omschreven in artikel 1.1.010, niet toegestaan deel te nemen aan -of uit te komen in- een wedstrijd of wielersportprestatie, waarbij op enigerlei wijze wordt gehandeld in strijd met de reglementaire bepalingen,

besluiten of instructies van de KNWU of haar organen. Een deelnemer is bevoegd inzage te verlangen in de wedstrijdlicentie van de organisator.

Houders van een KNWU-licentie die ook houder zijn van een licentie van een andere bond of federatie welke recht geeft op deelname aan een KNWU-wedstrijd, mogen in KNWU wedstrijden uitsluitend deelnemen op basis van –en in de categorie die vermeld staat op- de KNWU-licentie (uitzonderingen: zie artikel 1.2.014.08). Houders van een KNWU-licentie die inschrijven of deelnemen op basis van een andere dan de KNWU-licentie ontvangen een boete van minimaal € 100,-- tot maximaal € 200,--.

Houders van een licentie van een bij de Wieler Federatie Nederland (WFN) aangesloten bond hebben hetzelfde onderscheid in amateurcategorieën als de KNWU licentie.

Deze niet-KNWU licentiehouders kunnen onder dezelfde deelnamevoorwaarden voor KNWU wedstrijden inschrijven, met uitzondering van alle KNWU kampioenschappen.

(gewijzigd per 1.01.05; 1.01.11; 15.06.15; 10.05.17; 1.01.21)

N

1.2.083.02 Met uitzondering van de Professionals A en B en de Elite-Mannen (nationale aanduiding), is het voor alle houders van een wielrenlicentie nooit toegestaan om binnen een etmaal aan meer dan één wedstrijd deel te nemen, tenzij het wedstrijdonderdelen betreft welke tezamen één wedstrijd vormen (b.v. omnium) of als onderdeel van een meerdaagse wedstrijd.

(gewijzigd per 1.01.03)

N

1.2.083.03 Met uitzondering van de eliterenners, deel uitmakend van een UCI Team is voor elke deelname aan wedstrijden in het buitenland toestemming nodig van de betrokken sporttakcommissie.

Voor de categorieën beloften (M/V), elite en elite-vrouwen bestaat ontheffing op deze regel in geval van deelname aan ééndaagse wegwedstrijden in België en Duitsland.

Eén en ander met inachtneming van de aldaar geldende regels.

Verzoeken voor deelname aan wedstrijden in het buitenland moeten worden gericht aan het uniebureau d.m.v. een elektronische aanvraag.

Nieuwelingen (M/V) en Junioren (M/V) Buitenlandtoestemming:

Deelname aan een wegwedstrijd in het buitenland is voor álle Nieuwelingen en Junioren licentiehouders het hele jaar toegestaan, met uitzondering van:

1. de dagen dat er een regionale wedstrijd (criterium/omloop) voor de eigen categorie (Nieuwelingen of Junioren) staat gepland in het District van de vestigingsplaats van de vereniging van de renner. De vereniging staat vermeld op de licentie

(Bij wijziging van vereniging dient dit z.s.m. gewijzigd te worden op de licentie);

2. Op de dag van het districtskampioenschap waar de betreffende renner dient te rijden;

(NB: Met ingang van 2018 geldt de Woonplaats van de renner hier als leidraad voor het Districtkampioenschap).

Voor overige licentiehouders op de weg gelden geen restricties voor het deelnemen aan buitenlandse wedstrijden met uitzondering van de districtskampioenschappen.

(gewijzigd per 1.01.11; 1.01.13; 1.01.18; 1.01.19)

N

1.2.083.04 Met uitzondering van het gestelde in artikel N 1.2.041.02, pnt. 8a dient de deelnemer of zijn gerechtigde vertegenwoordiger tenminste 30 minuten voor de aanvang van de (eerste) wedstrijd, op de in de advertentie of het draaiboek aangegeven plaats zijn rugnummer(s) en eventueel mouw- en kadernummer(s), af te halen op vertoon van de licentie.

De deelnemers dienen tenminste 15 minuten voor de aanvang van de wedstrijd op de startplaats aanwezig te zijn in correcte, schone kleding (tricot, koersbroek, valhelm, sokken en raceschoenen) en het/de rugnummer(s) en ev. mouwnummers zichtbaar op de juiste wijze (niet gevouwen en/of verkleind) en plaats aangebracht, zodanig dat het voor de jury bij het passeren van de finish duidelijk zichtbaar is. Daar waar reglementair aangegeven dienen aan de fiets de bij de rugnummeruitreiking eveneens verstrekte kadernummers op de juiste wijze (niet vervormd of beschadigd) en plaats te zijn aangebracht.

Iedere licentiehouder verplicht zich eveneens om de verkregen chip op de juiste wijze te bevestigen.

(gewijzigd per 1.01.11)

N

1.2.083.05 Het is de deelnemers en/of de licentiehouders die behoren tot de begeleiding van een ploeg of deelnemer vóór, tijdens of na de wedstrijd ten strengste verboden:

a. zich incorrect te gedragen en/of onwelvoeglijke taal te gebruiken tegenover officials, organisatoren en hun medewerkers, andere deelnemers en publiek dan wel onjuiste informatie te verstrekken aan organisator en/of jury;

b. te hinderen, te snijden, aan de kleding of fiets te trekken of duwen of zich op een andere manier onsportief of onfatsoenlijk te gedragen tegenover andere deelnemers, officials, organisatoren en hun medewerkers en publiek.

N

1.2.083.06 De deelnemers en/of de licentiehouders die behoren tot de begeleiding van een ploeg of deelnemer zijn verplicht om, zowel bij de start als tijdens en na de wedstrijd, alle instructies van de jury, rechtstreeks dan wel via de microfonist of communicatieapparatuur bekend gemaakt, stipt op te volgen.

N

1.2.083.07 Deelnemers met ondeugdelijk materiaal en/of onbehoorlijke of incorrecte kleding kunnen door de jury van deelname worden uitgesloten.

N

1.2.083.08 Het is de deelnemers verboden zich op het parkoers te begeven terwijl daarop een andere wedstrijd of activiteit aan de gang is of verwacht wordt.

N

1.2.083.09 Met uitzondering van de beroepsrenners, is het de houders van een wielrenlicentie niet toegestaan in verband met de deelname financiële vergoedingen, anders dan de reis- en verblijfkosten, te vragen of aan te nemen.

N

1.2.083.10 Individuele houders met een geldige buitenlandse rennerslicentie, welke is afgegeven door een bij de UCI aangesloten federatie, welke niet lid zijn van een Nederlandse wielerclub, mogen starten in wedstrijden in Nederland, indien de consul en de organisator daartoe hun toestemming verlenen. Ongeacht de mogelijkheid / verplichting tot inschrijven, dient altijd te worden voldaan aan de hiervoor geldende

regels zoals het betalen van het bepaalde inschrijfgelden volgens het tarief zoals bepaald door de organisator of is vermeld in de jaarlijkse besluiten van het hoofdbestuur.

(gewijzigd per 1.01.09; 1.01.11; 1.01.18)

N

1.2.083.11 Deelnemers aan wedstrijden zijn aansprakelijk voor de gedragingen van hun al dan niet gelicentieerde begeleiders, helpers, mecaniciens, gangmakers, e.d. Van alle aan de niet gelicentieerde begeleiders toe te rekenen misdragingen zal de straf rechtstreeks aan de betrokken deelnemer worden opgelegd.

N

1.2.083.12 Deelnemers mogen zich slechts laten vertegenwoordigen door een wielrentrainer, jeugd(bege)leider (indien het jeugdcategorieën betreft) of een ploegleider, indien deze in het bezit is van een geldige KNWU-licentie voor de respectievelijke functie.

N

1.2.083.13 Indien tijdens of onmiddellijk voor of na het programma een geschil tussen de organisator en een deelnemer ontstaat, kunnen de wedstrijdcommissarissen eigener beweging of op verzoek van een van de partijen, na partijen te hebben gehoord, een voorlopige regeling treffen of maatregelen nemen tot zekerheidstelling van de rechten van partijen.

N

1.2.083.14 Elke deelnemer die in de uitslag van een wedstrijd of etappe als eerste, tweede of derde eindigt of leider is of wordt van een klassement, is verplicht zich na die wedstrijd/etappe te laten huldigen indien de organisator dat wenst en voor zover deze huldiging plaatsvindt binnen 30 minuten na aankomst van de winnaar en/of, in geval het leiders van een klassement betreft, binnen 15 minuten voor de start van de volgende wedstrijd/etappe.

N

1.2.083.15 [Vervallen per 1.01.11. Inhoud artikel vervat in de artikelen 2.2.024, 3.2.005, 4.1.038, 5.1.059 en 6.1.023]

§ 3 Ploegleider

1.2.084 Tijdens de wedstrijden zal iedere ploeg, behalve regionale- en clubploegen, geleid worden door een team manager, die voor dat doel is aangewezen.

(gewijzigd per 1.01.05)

1.2.085 De ploegleider zorgt ervoor dat zijn ploeg op het goede moment op de gevraagde plaatsen aanwezig is (handtekeningcontrole voor de start, start, anti-dopingcontrole, enz...).

Hij moet gevolg geven aan de oproepen van de voorzitter van het college van commissarissen of van de leiding van de wedstrijd.

1.2.086 De ploegleider moet de renners vertegenwoordigen voor het college van commissarissen.

§ 4 Ploegleidersvergadering

1.2.087 Niet meer dan 24 uur en niet minder dan 2 uur voor het begin van de wedstrijd(en), moet de organisator een vergadering samenroepen, in een geschikt lokaal, met de vertegenwoordigers van de organisatie, de ploegleiders, de commissarissen en, als er zijn, de chauffeurs van de neutrale wagens en de ordediensten. Op deze vergadering worden de taken gecoördineerd en worden, op ieders terrein, de bijzonderheden van de wedstrijd en de veiligheidsmaatregelen toegelicht.

Voor Wereldbeker veldrit evenementen moet de vergadering de dag voorafgaand aan de wedstrijd(en) plaatsvinden.

Bij Mountain Bike Wereldkampioenschappen, Wereldbekers, Continentale kampioenschappen, buitencategorie en klasse 1 etappewedstrijden moet deze vergadering gehouden worden de dag voorafgaand aan de start van de wedstrijd(en).

(gewijzigd per 1.01.04; 1.01.05; 1.01.06; 1.01.08; 1.01.09; 1.10.13; 1.01.15; 1.01.16;

1.01.18)

N

1.2.087.01 In de nationale klasse wedstrijden vindt de ploegleidersvergadering uiterlijk 2 uur voor aanvang van de wedstrijd plaats.

1.2.088 Tijdens deze vergadering zullen de commissarissen de reglementaire bepalingen die van toepassing zijn benadrukken, in het bijzonder met betrekking tot de kenmerken van de wedstrijd. De organisator dient de specifieke wettelijke bepalingen, die van toepassing kunnen zijn, bekend te maken, bijvoorbeeld met betrekking tot doping.

De vergadering zal verlopen volgens het schema dat de UCI daartoe heeft opgesteld.

(gewijzigd per 1.01.04; 1.01.05)

§ 5 Controle van de inschrijvingen

1.2.089 De organisator geeft de lijst met ingeschreven renners, die bevestigd werden als vaste renner of als reserve, tijdig aan het college van commissarissen (inschrijvingslijst).

(gewijzigd per 1.01.02)

1.2.090 Voorafgaand aan de ploegleidersvergadering, zoals omschreven in artikel 1.2.087, bevestigt de ploegleider of zijn vertegenwoordiger de identiteit van de deelnemende renners aan het College van Commissarissen d.m.v. ondertekening van het inschrijfformulier (art. 1.2.050) en door duidelijk de startende renners te vermelden.

Het College van Commissarissen controleert de licenties van deze renners en overtuigt zich ervan dat zij ook voorkomen op de inschrijvingslijst.

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de verordeningen van de UCI die anders bepalen, kunnen renners waarvan de deelname is bevestigd niet meer worden vervangen,

Het College van Commissarissen controleert tevens de machtiging tot deelname, verstrekt door de Nationale federatie, welke vereist is op grond van artikel 1.2.052.

De hierboven genoemde procedures moeten zodanig georganiseerd worden dat deze ten laatste 15 minuten voor aanvang van de ploegleidersvergadering zijn afgerond.

(gewijzigd per 1.01.02; 1.01.04; 1.01.05: 1.05.16; 1.05.17; 1.01.18)

1.2.091 Nadat de licentie van de renner is gecontroleerd, krijgt hij zijn identificatie nummer(s).

(gewijzigd per 1.01.05)

1.2.092 Een renner van wie de juistheid van zijn licentie niet kan worden gecontroleerd en van wie de status als niet geschorste licentiehouder niet op andere wijze kan worden vastgesteld kan niet starten en kan niet voorkomen in de uitslag van het evenement.

(gewijzigd per 1.01.05)

1.2.093 De controle van de licenties moet plaatsvinden in een ruimte die groot genoeg is en ontoegankelijk voor het publiek.

§ 6 Start van de wedstrijd

1.2.094 Bij wegwedstrijden en veldrit evenementen moeten de renners, voorafgaand aan de start, onder toezicht van een commissaris, de presentielijst tekenen.

(gewijzigd per 1.01.04; 1.01.05)

1.2.095 De start wordt gegeven bij middel van een pistool, een fluitje, een bel, een vlag of een elektronisch apparaat.

1.2.096 De start wordt gegeven door of onder toezicht van een commissaris (de starter) die de enige is die oordeelt over de geldigheid van het vertrek.

1.2.097 Een valse start wordt weergegeven door een dubbel signaal met het pistool, fluitje of bel.

1.2.098 De Commissarissen kijken na of de renners die zich aanmelden in de startzone, reglementair zijn uitgerust (fiets, kleding, identificatienummers, enz.).

(gewijzigd per 1.01.05)

§ 7 Finish

Finishlijn

1.2.099 De finishlijn bestaat uit een lijn van 4 cm breed, geschilderd in het zwart, op een witte baan die een breedte heeft van 72 cm, d.w.z. 34 cm aan iedere kant van de zwarte lijn. Bij Mountain Bike moet de witte baan 20 cm zijn, d.w.z. 8 cm aan iedere zijde van de zwarte lijn.

(gewijzigd per 1.01.04; 1.01.05)

1.2.100 De finish vindt plaats op het moment dat de band van het voorwiel het verticale vlak raakt aan het begin van de finishlijn. Daartoe is de finishfoto bepalend.

Tenzij anders bepaald, kan de finish ook worden waargenomen door gebruik van andere geschikte technische middelen voorzover die door het college van commissarissen worden aanvaard.

(gewijzigd per 1.01.04; 1.01.05)

1.2.101 Bij weg-, mountain bike-, BMX- en veldrit evenementen moet een spandoek met het opschrift “FINISH” opgehangen worden boven de finishlijn over de breedte van de weg of het parcours. In geval dit spandoek zou verdwijnen of beschadigd worden, wordt de aankomstlijn aangeduid met een vlag met witte en zwarte ruiten (dambord).

Een vlag wordt ook gebruikt bij iedere tussentijdse aankomst of doortocht voor een klassement alsook, tijdens wegwedstrijden, op de top van een berg. Ingeval deze vlag ontbreekt of in ongerede is geraakt, dan dient een valg met zwart en witte ruiten te worden gebruikt.

Voor wegwedstrijden kunnen in plaats van een vlag ook twee panelen aan ieder zijde van de weg geplaatst worden om een tussensprint of bergpassage aan te geven. De panelen moeten voldoende hoog zijn om te garanderen dat ze goed zichtbaar zijn voor renners en volgers.

(gewijzigd per 1.01.05; 1.07.11; 1.01.15)

1.2.102 (N) Fotofinish met elektronische tijdstrook is bij de volgende wedstrijden verplicht:

- Wegwedstrijden - Baanwedstrijden

- Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en wereldbeker mountainbike wedstrijden

- BMX wedstrijden

Bij Wereldbekerwedstrijden veldrijden is alleen een fotofinish verplicht.

(gewijzigd per 1.09.04; 1.01.05; 1.01.06)

N Indeling videofinish en/of radioapparatuur

1.2.102.01 In het wegseizoen worden wedstrijden aangewezen voor het verplichte gebruik van de KNWU-videofinish apparatuur en/of radio apparatuur. Indien tijdig aangegeven (direct na het vaststellen van de nationale kalender) kan een organisator zelf zorgdragen voor fotofinish- of videofinish apparatuur onder voorwaarde dat deze kwalitatief minimaal gelijk is aan de KNWU-videofinish apparatuur. Dit geldt niet voor de radio-apparatuur.

Voor het gebruik van de apparatuur dient de betrokken organisatie, naast betaling van het wedstrijdgeld de jaarlijks vastgestelde bijdrage voor videofinish apparatuur of radiocommunicatie apparatuur, aan de KNWU te voldoen, gelijktijdig met de aanvraag van de wedstrijdlicentie.

(gewijzigd per 1.01.11) Chipmeting

N Algemeen

1.2.102.02 In alle categorie 1 & 2 wedstrijden zal, naast de visuele en/of videofinish registratie een registratie van de uitslag(en) middels chip/transponder plaatsvinden. De chip/transponder registratie geldt als een belangrijk hulpmiddel bij de opmaak van de complete uitslag en kan in sommige gevallen doorslaggevend zijn. Zulks ter beoordeling van de aankomstrechter met inachtneming van hetgeen bepaald in de hierna volgende artikelen.

Iedere houder van een renner/ster licentie is verplicht een persoonlijke chip / transponder (ter verwerking van uitslagen) aan te schaffen respectievelijk te leasen via de KNWU op de wijze en tegen het tarief zoals in de officiële mededelingen van het hoofdbestuur is gepubliceerd. Enige uitzondering hierop is de licentiehouder die uitsluitend deelneemt aan de discipline BMX waarvoor een aparte regelgeving in Titel 6 wordt weergegeven.

Voor buitenlandse deelnemers/ploegen zullen op uitleenbasis of huurbasis in ieder district / afdeling een vooraf bepaald aantal chips/transponders aanwezig zijn. Bij een huur of uitlening wordt een borg geheven ter hoogte van de waarde der chip/transponder. Desgewenst kan ook de licentie of ander geldig legitimatiebewijs als borg te worden afgegeven.

(ingevoerd per 1.01.11; 1.01.14; 1.01.15)

N Chipmeting in wedstrijden

1.2.102.03 Met uitzondering van de discipline BMX is het voor organisatoren van alle categorie I wedstrijden (internationale kalender) verplicht om gebruik te maken van de chipverwerking middels een extern bedrijf welke aan alle UCI/KNWU eisen dient te voldoen en waar door de KNWU een afspraak mee is gemaakt. Dit/deze extern(e) bedrijf/bedrijven zal/zullen door het hoofdbestuur worden gepubliceerd dan wel rechtstreeks tijdig aan betrokkenen kenbaar worden gemaakt. De afhandeling zoals het verkrijgen en plaatsen van de chips/transponders, betaling en opmaak van de uitslag (conform de richtlijnen en reglementen van de UCI/KNWU) dient door de organisator rechtstreeks met deze firma te worden afgehandeld. Dergelijke richtlijnen(welke in overleg met de KNWU zijn opgesteld) zullen door deze firma in hun voorwaarden aan de organisator schriftelijk worden medegedeeld.

Met uitzondering van de discipline BMX is het bij alle categorie 2 wedstrijden verplicht de via de KNWU verkregen verplichte persoonlijke chip/transponder te plaatsen op het rijwiel.

Met uitzondering van hetgeen gesteld in artikel 5.1.001.03 (veldrijden) dient de chip/transponder op de voorvork en zo dicht mogelijk bij de as van het voorwiel te worden geplaatst. Deze plaatsing is de eigen verantwoording van de desbetreffende licentiehouder.

Iedere organisator in wiens wedstrijd(en) chipverwerking zal plaatsvinden, dient zorg te dragen voor voldoende ruimte en plaats betreffende de te plaatsen apparatuur en personeel. Tevens dient te worden voorzien in voldoende stroomaansluiting om de verwerking middels geautomatiseerde apparatuur optimaal te kunnen laten plaatsvinden.

(ingevoerd per 1.01.11)

N Controle uitslag chipverwerking

1.2.102.04 De aankomstrechter is de enig verantwoordelijke in de uiteindelijke uitslag van een wedstrijd, al dan niet in combinatie met andere (hulp)middelen.

Hij/zij dient de uitslagverwerking van de chipregistratie conform het gestelde in artikel 1.2.102.07 dan ook te controleren en fiatteren.

(ingevoerd per 1.01.11)

N Overdraagbaarheid chip/transponder

1.2.102.05 Iedere chip/transponder is persoons gebonden en wordt als zodanig geregistreerd.

Elke vorm van overdraging is zonder officiële registratie niet mogelijk en zal worden gezien als fraude (zie verder artikel N.1.2.102.08).

(ingevoerd per 1.01.11)

N Plaatsing chip/transponder

1.2.102.06 Iedere licentiehouder is zelf volledig verantwoordelijk voor het op de juiste wijze plaatsen van zijn/haar goed werkende chip/transponder, t.w. op de voorvork zo dicht mogelijk bij de as van het voorwiel. E.e.a. met uitzondering van hetgeen is gesteld in artikel 5.1.001.03 (veldrijden).

Het niet (juist) plaatsen/dragen van de chip/transponder of starten met een niet (goed) werkende chip/transponder betekent bij controle door of namens de jury voorafgaand aan de wedstrijd een startverbod terwijl, door nalatigheid van de renner, bij constatering tijdens of na de wedstrijd een boete van € 25,- (1e overtreding) respectievelijk € 50,- (2e overtreding) zal worden opgelegd. Hierop is geen protest mogelijk.

Let op ! Met uitzondering van de BMX is een boete niet van toepassing voor de jeugd.

Bij jeugdwedstrijden (uitgezonderd nieuwelingen/nieuweling-meisjes) zal de renner/renster wel mogen starten, maar geklasseerd worden als laatste in de uitslag.

Bij defect (b.v. lege batterij), verlies of diefstal is de licentiehouder zelf verantwoordelijk en dient op eigen kosten z.s.m. in vervanging (en registratie) te voorzien.

(gewijzigd per 1.01.15; 1.09.15; 1.01.16; 1.05.17; 1.10.17)

N Uitslagen middels chipverwerking

1.2.102.07 Met uitzondering van categorie I (internationale) wedstrijden waar de chip/transponder extern door tussenkomst van de organisatie zal worden verstrekt dient ingevolge artikel N.1.2.102.02 en N.1.2.102.03 op eigen verantwoording de persoonlijke chip/transponder te worden geplaatst.

Naast de chipverwerking zal voor het opmaken van de uitslag voor de eerst aankomenden (afhankelijk van het soort wedstrijd) eveneens een visuele respectievelijk videofinish uitslag worden opgemaakt. Eén en ander middels het volgende schema:

- Cat. 1 wedstrijden 1e 30 aankomenden

- Eén en meerdaagse Cat. 2 wegwedstrijden 1e 30 aankomenden - Overige Cat. 2 evenementen 1e 10 aankomenden

De vervolgens daarna aankomende renners/sters zullen worden geklasseerd volgens de chipopname. Hiertegen bestaat geen protest.

Ingeval tijdens de wedstrijd van rijwiel is gewisseld waardoor registratie middels chip/transponder niet mogelijk blijkt, dan zal de visuele respectievelijk videofinish opname van toepassing zijn bij de opmaak van de uitslag. Ook hiertegen bestaat geen

Ingeval tijdens de wedstrijd van rijwiel is gewisseld waardoor registratie middels chip/transponder niet mogelijk blijkt, dan zal de visuele respectievelijk videofinish opname van toepassing zijn bij de opmaak van de uitslag. Ook hiertegen bestaat geen