• No results found

§ 1 Principes

1.3.001 Iedere renner moet erop toezien dat zijn uitrusting (fiets met accessoires en gemonteerde hulpmiddelen, valhelm, kleding, ...) door de kwaliteit, het gebruikte materiaal of de vormgeving geen gevaar kan inhouden voor hemzelf of voor anderen.

1.3.001 Iedere licentiehouder dient er voor te zorgen dat het materiaal dat hij gebruikt tijdens Bis weg, baan of veldritwedstrijden voldoet aan de specificaties volgens de keurings

protocollen volgens de regels welke zijn gepubliceerd op de UCI website (ingevoerd per 1.01.11)

1.3.002 De UCI is niet aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit de keuze van de uitrusting die door de licentiehouders wordt gebruikt, noch voor eventuele fouten of niet-naleving ervan. De gebruikte apparatuur moet moet voldoen aan alle relevante ISO-kwaliteits- en veiligheidseisen voor fietsen (waarnaar in de toelichting op de UCI-website wordt verwezen voor illustratiedoeleinden) en alle andere normen die van toepassing zijn in het land van het evenement.

Een licentiehouder moet het materiaal gebruiken die gecertificeerd is en voldoet aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen die door de fabrikant zijn verstrekt, zonder enige wijziging. Een licentiehouder is volledig en exclusief aansprakelijk voor elke wijziging aan het materiaal, met name in het geval van een incident, en kan onderworpen zijn aan disciplinaire sancties in overeenstemming met de UCI-voorschriften.

(gewijzigd per 1.04.07; 1.10.11; 1.01.19)

1.3.003 In geen geval mag het feit dat een renner in staat was deel te nemen aan de wedstrijden aanleiding geven tot aansprakelijkheid van de UCI; controles op uitrusting, welke worden uitgevoerd door de commissarissen of vertegenwoordigers of een instelling van de UCI, zijn voor zuiver sportieve en technische doeleinden en beperken zich tot de nakoming van de globale uitwendige verschijningsvorm. Waar dit is vereist, kunnen controles op uitrusting en materiaal, voor, tijdens en na de wedstrijd, op verzoek van de voorzitter van het college van commissarissen, door een expert van de UCI worden uitgevoerd.

Doelgericht kunnen de commissarissen en de UCI een inbeslagnemende controle uitvoeren, voor, tijdens en na de wedstrijd, ongeacht of dit materiaal is gebruikt.

Als het in beslag genomen materiaal niet blijkt te voldoen aan de eisen van de UCI-voorschriften, kan de UCI zo'n soort materiaal inhouden tot de sluiting van alle verwante tuchtprocedures.

(gewijzigd per 1.01.05; 1.07.10; 1.10.11; 6.02.17)

1.03.003 Ontduiken, weigeren of niet toestaan aan een commissaris of andere bevoegde

Bis instantie om een controle op het materiaal uit te voeren zullen als volgt worden bestraft:

Renner of ander teamlid: schorsing van één maand tot één jaar en/of een boete van CHF 1.000.- tot CHF 100.000.-

Team: schorsing tussen één en zes maanden en/of een boete van CHF 5.000,- tot CHF 100.000,-.

(gewijzigd per 6.02.17)

N

1.3.003.01 Camera’s

Een camera mag op de fiets gemonteerd worden volgens de voorwaarden zoals gesteld in artikel 1.3.024 ter.

De UCI en/of KNWU zijn niet verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit de keuze van de uitrusting gebruikt door de renner.

De officiële kwaliteits- en veiligheidsvoorschriften zijn onverkort van toepassing.

Bij een mondeling of schriftelijk protest kunnen de opnamen nationaal gezien niet als bewijslast worden aangedragen. Zij zullen bij de behandeling van het protest geen enkele rol spelen.

De verkregen opnamen hebben in beginsel een publicitair of promotioneel doel en kunnen niet gebruikt worden om een uitslag te beïnvloeden of te wijzigen.

De opnamen kunnen echter nationaal gezien wel worden gebruikt om een sanctie of straf op te leggen (zie ook Titel 12N, artikel N 12.11.001).

Wanneer de voorzitter/wedstrijdleider of disciplinaire commissie hierom verzoekt, dan dienen de beelden zonder pardon en onverwijld beschikbaar te worden gesteld.

Ook mogen verkregen camerabeelden door de KNWU worden gebruikt voor opleiding en promotionele doeleinden. Aan een verzoek hiertoe vanuit de KNWU dient altijd gehoor te worden gegeven.

(ingevoerd per 1.07.14, gewijzigd per 1.01.15; 1.01.16; 18.04.18; 1.01.20)

§ 2 Technische vernieuwingen

1.3.004 Uitgezonderd in mountain bike wedstrijden, mogen technische vernieuwingen van alles dat wordt gebruikt, gedragen of meegevoerd door een renner of licentiehouder tijdens de wedstrijd(en) (fietsen, daarop gemonteerde uitrusting, accessoires, helmen, kleding, communicatieapparatuur, etc.) alleen gebruikt worden na goedkeuring door het Uitvoerend bureau van de UCI. De aanvragen, samen met al de nodige documentatie, moeten ingediend worden bij de UCI voor 30 juni van ieder jaar. Bij goedkeuring mag de technische vernieuwing slechts worden toegepast vanaf 1 januari van het volgende jaar.

De participatie aan de onderzoekskosten moet door de kandidaat worden betaald en door de UCI bepaald Het Comité van het beheer vervolgens de ingewikkeldheid van de voorgelegde technische vernieuwing.

In opdracht van de Materiaal Commissie, bestudeert een uitvoerende dienst van de UCI de toelaatbaarheid van de technische innovatie op basis van een sportief

standpunt en antwoorden binnen 6 maanden na de datum van voorlegging. De technische vernieuwing wordt vanaf de goedkeuringsdatum van kracht.

De goedkeuring wordt alleen in aanmerking genomen als de technische vernieuwing aanvaardbaar is uit sportief oogpunt.

Er is geen sprake van technische vernieuwing in de zin van dit artikel als de innovatie geheel binnen de specificaties valt van deze reglementen.

(gewijzigd per 1.01.02; 1.01.04; 1.01.05; 1.02.11)

1.3.005 Als het college van commissarissen bij de start van een wedstrijd of etappe vaststelt dat een gebruikte technische vernieuwing of of een toebehoren nog niet werd aanvaard door de UCI, kan het een startverbod opleggen aan de renner die niet wil afzien van het gebruik van deze vernieu-wing.

Bij gebruik in de loop van de wedstrijd(en) wordt de renner uit de wedstrijd(en) genomen of gediskwalificeerd. De beslissing van het college van commissarissen kent geen beroeps-mogelijkheid.

Als de technische vernieuwing of toebehoren nog niet door de UCI zijn geaccepteerd en niet geconstateerd of bestraft wordt door het college van commissarissen, dan kan de disciplinaire commissie de diskwalificatie uitspreken. De disciplinaire commissie wordt ingeschakeld door de UCI, ofwel ambtshalve ofwel op verzoek van enig belanghebbende. De commissie doet pas uitspraak na advies van de materiaalcommissie.

Buiten de wedstrijden is het de UCI die beslist of het om een technische vernieuwing gaat en of de procedure voorzien in artikel 1.3.004 moet worden gevolgd.

(gewijzigd per 1.01.05; 1.02.12)

§ 3 Commercialisering (§ ingevoerd: 15.10.18)

1.3.006 Onderdelen moeten van het type zijn dat wordt verkocht voor gebruik door iedereen die aan het fietsen is als sport.

Alle onderdelen en accessoires in de ontwikkelingsfase en nog niet beschikbaar voor verkoop (prototype) moeten, alvorens het mag worden gebruikt, onderworpen worden aan een autorisatieverzoek aan de UCI Equipment Unit. Uitzondering alleen voor onderdelen en accessoires die in de laatste fase van de ontwikkeling zijn en waarvoor de commercialisering niet later dan 12 maanden na het eerste gebruik in de uitvoering, kan worden verleend. De fabrikant kan een enkele verlenging van het prototype status verzoeken indien dit gerechtvaardigd is om relevante redenen.

Bij het beoordelen van de staat van de uitrusting zal de UCI-uitrustingseenheid bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de apparatuur die ter autorisatie aan haar zal worden voorgelegd.

Het gebruik van een fiets, speciaal ontworpen voor het verwezenlijken van een bijzondere prestatie (record of iets anders) is niet toegestaan.

Als de bestelling wordt geplaats, zal deze binnen 30 dagen worden bevestigd en zal deze binnen een termijn van 90 dagen beschikbaar gesteld worden door de fabrikant

of distrubuteur. Bovendien zal de verkoopprijs van de apparatuur worden beperkt in de mate dat deze beschikbaar zal zijn voor het grote publiek en niet onredelijk hoger zal zijn dan de marktprijs voor apparatuur van een vergelijkbare onderdelen.

Alle onderdelen die niet in de handel verkrijgbaar zijn en niet zijn geautoriseerd (niet geautoriseerd door de UCI Equipment Unit of de geautoriseerde periode is verstreken), mag niet worden gebruikt bij wielerevenementen volgens de UCI-voorschriften. Elk dergelijk ongeoorloofd gebruik van onderdelen kan gesanctioneerd worden door diskwalificatie van de resultaten en / of een boete variërend van CHF 5.000 tot 100.000.

(gewijzigd per: 1.11.10; 1.10.11; 1.01.17; 15.10.18)