• No results found

5. Invariante semantische kern

5.3 Verhaal en personages

Het verhaal wordt verteld in de derde persoon. Daardoor wordt het verhaal gelezen vanuit het perspectief van de hoofdpersoon. De hoofdpersoon spreekt de lezer nooit direct aan. De tekst bevat omschrijvingen van de omgeving, gedachten en gebeurtenissen en dialogen in de directe rede. Er zijn twee belangrijke personages in het korte verhaal aanwezig. De eerste, de hoofdpersoon is de gepensioneerde Piet Kee. Een immanent onderdeel van Piet Kees innerlijke wereld vormen de

herinneringen aan zijn overleden vrouw Beppie.

De naam van de hoofdpersoon heeft ook een connotatieve betekenis. Een kee is “het hok waarin op een vissersvaartuig de gevangen vis in het ijs gelegd wordt.” (van Dale). Die betekenis is in de DT niet aanwezig. De schrijver gebruikt de naam Piet Kee vijf keer in de hele tekst (op p. 7, 10, 14 en 17). Zijn achternaam komt meestal voor bij het gebruik in de directe rede. als bijvoorbeeld een van de personages over of met hem praat “meneer Kee”. Of als hij zichzelf moet voorstellen (Mijn naam is Kee. (p. 10) en Hallo, met Kee. (p. 28). Het hele verhaal door wordt naar de

hoofdpersoon verwezen met het persoonlijk voornaamwoord “hij” (bv. Hij ijsbeerde…, Hij nam de bus… enz.). Dit karakteristieke kenmerk van het verhaal is verbonden

met cohesie en heeft ook mijn vertaling beïnvloed.

De tweede belangrijke persoon van het verhaal is het 15-jarige meisje Mirjam. Mirjam heeft twee vrienden, Erik en Johnny. Erik en Johnny zijn twee tegengestelde karakters. De een is een nette jongen, die verliefd is op Mirjam. De tweede is een avonturier en een ‘klier’ (p. 21). De jongeren gedragen zich alsof ze volwassenen zijn, maar ze ‘vallen keer op keer uit hun rol’ (p. 10). Bovendien lijkt het alsof de jongens ook twee kanten van Piet Kees karakter symboliseren. Johnny zijn hedonistische verlangen en Erik zijn fatsoen.

Wat Piet en Mirjam onderscheidt, is hun leeftijd en geslacht, maar ze hebben veel gemeen. Beiden leven tussen hun ideale en reële wereld. Piet had een saaie

en Piet is na haar dood alleen gebleven. Nu verlangt hij naar het idealistische, spanning gevende maar onvervulde verleden; reizen met Beppie en fictief werk op een cruiseschip. Tot slot schikt hij zich toch in zijn lot, met de realiteit zoals die was en is.

Voor Mirjam is het leven tussen het idealistische en het reële verbonden met haar onzekere toekomst. Zij verlangt naar liefde. De liefde die zij niet bij haar ouders vindt, compenseert ze met de ‘volwassen’ fysieke liefde. Ze kan kiezen tussen Erik en Johnny. Tussen een net, saai, maar reëel bestaan, of een spannend, onzeker, maar ideaal of idealistisch bestaan. Ze koos voor Johnny.

In de verhaallijn zijn verschillende metaforen verweven, met veel van de Bernlef- thema's. Zoals muziek, zee en zeilen, fotografie, toeval, desoriëntatie enz. Er zijn twee cruciale macrotekstuele elementen aanwezig die de compositie van het verhaal beïnvloeden. Het eerste is de practical joke en het andere is de thematische

balancering tussen erotiek en vriendschap. Het thema practical joke behandel ik in het hoofdstuk Humor.

Erotiek is eveneens een dominant thema in het verhaal. Bernlef balanceert tussen intimiteit en pornografie, tussen partnerschap en pedofilie, tussen vriendschap en liefde. Vanuit het perspectief van de vertaler vormen de thematische elementen een belangrijk onderdeel van de woordenschat. De lichaamsdelen (bv. de felwitte huid - bieloskvúcu pokožku), kleding en onderdelen van kleding (bv. parelmoeren knoopjes - perleťové gombičky, korenblauwe jurk - nevädzovomodrých šatočkách enz.),

emoties (hernieuwde waardigheid - znova našiel svoju dôstojnosť) enz. De juiste keuze balanceert tussen de algemene en de concrete termen (bv. koža - pokožka, šaty - šatočky, enz.) Een bepaalde woordenselectie maakt een vertaalde tekst beschrijvend of emotioneel. Daardoor kan een DT als saai of interessant ervaren worden. De goede keuze maakt duidelijk of een vertaling ook artistieke waarde heeft of het ‘alleen' een ambachtelijk voldoende vertaling is - of een amateuristische. Dit feit benadrukt ook Levý (1963, p. 92-98).

Een ander thema van Bernlef is muziek. Moderne ‘rock’ en ‘licht klassiek’ zijn

verbonden met de twee hoofdpersonages van het verhaal en benadrukken de verschillen tussen twee generaties. De muziek van jongeren ‘dreunt hard’ (ťažko duní) in tegenstelling tot de ‘maat van een Engelse wals’ (rytmom anglického valčíka) of een tango.

De twee titels van Engelstalige liedjes die in het verhaal worden genoemd zijn in dezelfde vorm ook in de DT overgenomen. De eerste is ‘Love you madly all the way’ (p. 7) en ‘Doggy in the window’ (p. 27). (Zoals andere anderstalige elementen: Helblond, University of Minnesota, Grabbers Fun, (p. 7) en Halbstarke (p. 10, 21). Maar die zijn niet met muziek verbonden.)

‘zee en zeilen’-metafoor vormt een rode draad door de hele tekst. De straat-, plaats- en andere namen (bv. Zeewijk, Havenkade, Kee, Dokker…), de omgeving waarin

zich de hoofdpersoon bevindt of bevond (bv. cargadoorskantoor, strand, sluis, haven…), de aanwezige objecten (trawler, marineblauw geschilderde buizen, foto van een cruiseschip, … ) zijn met Piet Kee verbonden en vertegenwoordigen zijn wereld waarin hij tussen de realiteit en het ideaal, tussen de werkelijkheid en de droom balanceert. Bovendien verwijst de maritieme woordenschat veel naar realia en daardoor ook naar Nederland.