• No results found

Vergroten bereik peuters

Wat gaan we doen?

Het Rijk stelt middelen beschikbaar aan gemeenten om ervoor te zorgen dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan. Deze middelen zijn bedoeld voor de peuters die daar nu geen gebruik van maken. Het Rijk schat in dat het 15% van de peu-ters betreft. Voor Buren gaat het om circa 80 peupeu-ters2 per jaar. Met deze middelden kunnen we een grotere groep peuters bereiken.

Doel

Doel is dat zo veel mogelijk peuters naar een voorschoolse voorziening gaan. We willen bereiken dat peuters voldoende vaardig worden om zo goed mogelijk deel te nemen aan het basisonderwijs. De bedoeling van de nieuwe regeling is om meer peuters van één-verdieners te bereiken.

Ouders die tweeverdieners zijn kunnen namelijk een beroep doen op kinderopvangtoe-slag van de belastingdienst waardoor het voor hen financieel aantrekkelijk is om hun kind naar de kinderopvang te brengen. Voor ouders die éénverdieners zijn ligt dat anders.

Voor deze ouders is er geen landelijke financiële regeling. Met de extra middelen wil de gemeente deze ouders stimuleren om hun peuter naar een voorschoolse voorziening te brengen.

Behoefte ouders

Om erachter te komen van welke opvang ouders gebruik maken of wat redenen zijn dat ze geen opvang voor hun peuter hebben, deden we een oriënterend onderzoek onder ouders die op het consultatiebureau kwamen. Daarbij vroegen we aan ouders wat hen zou helpen om wel gebruik te maken van een voorschoolse voorziening. We spraken in totaal 43 ouders.

De meesten gaven aan dat ze hun peuter naar een voorschoolse voorziening brengen zoals de kinderopvang en de peuterspeelzaal. Van de 43 ouders die we spraken maken 36 gebruik van een vorm van de voorschoolse voorziening in onze gemeente of een na-burige gemeente. Deze ouders vinden dit belangrijk voor de ontwikkeling van hun kind en als voorbereiding op de basisschool. Op het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal leren kinderen op een speelse manier andere dingen die ze thuis of bij de familie mee-krijgen. Bovendien komen ze in aanraking met veel andere kinderen en leren ze daarmee spelen.

Een deel van de ouders maakt geen gebruik van een voorschoolse voorziening via de kinderopvangorganisaties. Ze regelen de opvang via een kennis, familie of gastouder.

Vrijwel al deze ouders noemen de kosten van de kinderopvang en peuterspeelzaal als belemmering om daar gebruik van te maken. De meesten zouden wel willen dat hun kind naar een voorziening gaat . Dat vinden ze belangrijk voor de (sociale) vaardigheden van hun kind.

Enkele ouders gaven aan dat hun kind zich goed ontwikkelt, waardoor ze het niet nodig vinden dat hun kind naar een voorschoolse voorziening gaat.

Tabel 1. Uitkomsten gesprekken met ouders

Voor de voorbereiding voor deze notitie nodigden we de kinderopvangorganisaties, de scholen en de jeugdgezondheidszorg uit om mee te denken en gezamenlijk tot aanbeve-lingen te komen om het bereik te vergroten. De werkgroep bestaande uit de vertegen-woordigers van CBS de Hoeksteen, OBS de Sterappel, Kinderdagverblijf de Buitenpret, KRBV, SKLM en Heisa Hop en twee jeugdverpleegkundigen van het consultatiebureau hield een brainstormsessie over mogelijkheden voor een groter bereik van peuters.

De werkgroep formuleerde de volgende aanbevelingen:

- Geef meer bekendheid over de werkwijze op de speelleergroepen op de kinderdag-verblijven (door de jeugdgezondheidszorg, gemeente, kinderopvang en scholen) - Informeer ouders gericht over het aanbod en de mogelijkheid van de

speelleer-groep via een brief (door de gemeente) - Maak de ouderbijdrage inkomensafhankelijk

- Maak het financieel aantrekkelijker voor ouders met peuters met indicatie ten op-zichte van peuters zonder indicatie

- Besteed meer aandacht aan dit onderwerp tijdens gesprekken op het consultatiebu-reau

- Vertaal informatiematerialen naar andere talen Omvang groep in Buren

In Buren zijn op dit moment ongeveer 530 peuters (cijfer per 1-7-2016). Uit de inventa-risatie onder de kinderopvangorganisaties in Buren, blijkt dat ruim 380 van deze peuters een voorschoolse voorziening bezoeken. 150 peuters gaan niet naar een voorschoolse voorziening of gaan naar een voorschoolse voorziening die gevestigd is in een andere gemeente. We weten niet hoeveel van deze peuters naar een voorziening elders gaan.

Het is ook niet bekend hoeveel van deze peuters naar een gastouder gaan die met een gecertifieerd programma3 werkt.

Omdat we op dit moment niet in beeld hebben hoeveel peuters thuis blijven of door de familie opgevangen worden gaan we uit van de inschatting van het Rijk, nl. dat circa 15% van de peuters naar geen enkele voorziening gaat. Voor Buren zijn dat circa 80 peuters per jaar.

Ons gebied heeft de komende jaren te maken met de krimp. Pronexus stelde in 2016 een prognose op voor de aantallen kinderen in onze gemeente. Uit het onderzoek van april 2016 blijkt dat het aantal kinderen tussen 2016 en 2020 licht afneemt. De cijfers uit dit onderzoek laten zien dat de sterke krimp in de afgelopen jaren momenteel afneemt.

Door de landelijke afspraken over de plaatsing van de statushouders verwachten we

3Gastouders zijn niet verplicht om met een speciaal programma voor peuters te werken. We weten dat sommige gastouders daarin opge-leid zijn en een dergelijk programma wel bieden.

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters 2017-2020 6

nieuwe gezinnen die zich in Buren gaan vestigen. De komst van deze gezinnen kan (deels) een daling van het aantal kinderen compenseren. Daarom gaan we op dit mo-ment uit van het huidige aantal peuters.

Ons plan

Om het bereik van het bestaande programma te vergroten, gaan we het volgende doen.

1. Aanbod voor peuters van éénverdieners

We brengen eerst onze doelgroep beter in beeld. Op dit moment schatten we in dat in Buren ongeveer 80 peuters niet naar een voorschoolse voorziening gaan.We gaan via de consultatiebureaus preciezer bepalen wat onze doelgroep is.

We zetten budget in voor peuters van ouders die tot de groep van éénverdieners beho-ren. Dit zijn dus peuters met indicatie voor een (risico op) achterstand en peuters zonder indicatie. Daarbij maken we het onderscheid in het aanbod voor peuters met indicatie en peuters zonder indicatie. Peuters bij wie een achterstand is gesignaleerd krijgen het pro-gramma voor 10 uur per week. Het ministerie adviseert een peuterpropro-gramma van mi-nimaal 2 dagdelen (tussen 6 en 7 uur). Peuters zonder indicatie krijgen het programma voor 6 uur per week aangeboden.

2. Voorlichting

We zorgen voor goede voorlichting van ouders over de werkwijze van de speelleergroep en het belang van deelname daaraan. Dat doen we door aandacht aan dit onderwerp te besteden via verschillende kanalen (krant, magazine, internet, social media).

We zorgen voor aansprekende folders en posters die consultatiebureaus, kinderopvang-organisaties en scholen aan ouders kunnen geven. We zorgen er voor dat folders ook in andere talen beschikbaar zijn. Daarnaast zoeken we naar manieren om ouders te berei-ken die laaggeletterd zijn. We denberei-ken aan filmpjes en ‘ambassadeurs’ die deze ouders over de speelleergroep kunnen vertellen.

Daarnaast benaderen we ouders gericht per brief om hen tijdig te informeren over het aanbod voor peuters en de mogelijkheden om daar gebruik van te maken.

2. Bewustwording jonge ouders

We zetten extra in op bewustwording van jonge ouders. Deze rol kunnen de verpleeg-kundigen het beste spelen. De jeugdverpleegverpleeg-kundigen zien de ouders van de peuters op verschillende momenten. Dan gaan ze het belang van de deelname aan de speelleer-groep bespreken en de ouders stimuleren om daar gebruik van te maken.

3. Inkomensafhankelijke bijdrage

We maken de ouderbijdrage inkomensafhankelijk. Om het gebruik van de voorschoolse voorzieningen te stimuleren passen we de huidige ouderbijdragen aan. En dan zodanig dat ouders uit de laagste inkomensgroepen (minder dan 120% van het minimumloon) geen bijdrage hoeven te betalen. Op dit moment staat de bijdrage van minima op nul.

Aan ouders die door omstandigheden niet in staat blijken te zijn om deze ouderbijdrage te betalen bieden we een maatwerkvoorziening.

GERELATEERDE DOCUMENTEN