7 Resultaten stochastenberekening 7.2 Vergelijking waargenomen en gesimuleerde gebeurtenissen De normafvoeren op basis van stochastenberekening zijn in Tabel 7-2 duidelijk gemaakt. Tabel 7-2: Normafvoeren (m3/s) gebaseerd op stochastenberekeningen De Smakt Venrayse Broek T=10 4,87 2,18 T=25 6,32 2,83 T=50 7,15 3,25 T=100 7,78 3,45 7.1.3 Vergelijking normen van wateroverlast Wanneer de normafvoeren van de stochastenberekening worden vergeleken met die van de metingen is het duidelijk dat de normafvoeren gebaseerd op de stochastenberekening lager liggen (Figuur 7-3 en Figuur 7-4). Bij meetlocatie De Smakt is dit verschil zo’n 20%, terwijl bij Venrayse Broek de normafvoeren ongeveer 12% lager liggen. De variatie van deze procentuele verschillen is per herhalingstijd klein. 7.2 Vergelijking waargenomen en gesimuleerde gebeurtenissen Naast het vergelijken van de normen van wateroverlast (7.1) is een vergelijking gemaakt tussen de waargenomen en gesimuleerde gebeurtenissen. Dit is gedaan door de hydrologische en meteorologische kenmerken van de waargenomen gebeurtenissen te vergelijken met de kenmerken van de gesimuleerde gebeurtenissen. Bij het bepalen van de meteorologische kenmerken is gebruik gemaakt van radargegevens, dit omdat de nauwkeurigheid van deze gegevens zowel in tijd als plaats groter is als de gegevens van meetstation Venray. Wanneer er geen radargegevens beschikbaar zijn, is gebruik gemaakt van de neerslagdaggegevens van KNMI- meetstation Venray. Omdat dit onderzoek een focus heeft op gebeurtenissen met een herhalingstijd van minimaal eens in de 10 jaar, zijn voor de vergelijking van waargenomen en gesimuleerde gebeurtenissen alleen de gebeurtenissen gebruikt waarvan de gemeten afvoer een herhalingstijd heeft van minimaal 10 jaar (bepaald op basis van de Gumbelverdeling in 7.1.1). Door de beperkte beschikbaarheid aan metingen betekent dit echter dat er slechts enkele waargenomen neerslaggebeurtenissen zijn geanalyseerd. Voor meetlocatie De Smakt gaat het om de gebeurtenissen in oktober 1998 en januari 2003. De gemeten afvoeren van deze gebeurtenissen hebben een herhalingstijd van respectievelijk 67 en 18 jaar (7.1.1). Voor de gebeurtenis in 2003 zijn geen radargegevens beschikbaar. Bij Venrayse Broek is in 1995 een afvoer gemeten met een herhalingstijd van eveneens 18 jaar (7.1.1). Door het ontbreken van radargegevens is ook voor deze gebeurtenis gebruik gemaakt van de gegevens van KNMI- meetstation Venray. Opvallend is dat de hoogst gemeten afvoerpiek bij De Smakt in 1998 in veel mindere mate is waargenomen bij meetlocatie Venrayse Broek. Bij Venrayse Broek heeft deze gebeurtenis een herhalingstijd van negen jaar. De hydrologische en meteorologische kenmerken van neerslaggebeurtenissen maken duidelijk dat geen enkele gebeurtenis volledig tijdens het groeiseizoen heeft plaatsgevonden (Tabel 7-3). Alleen de gebeurtenis in 1998 heeft gedeeltelijk tijdens het groeiseizoen plaatsgevonden, namelijk op 31 oktober en 1 november. Omdat de afvoerpiek vooral het gevolg is van neerslag in oktober, is de gebeurtenis opgevat als een gebeurtenis gedurende het groeiseizoen. De neerslagverdelingen van de gebeurtenissen 72 laten zien dat geen enkele waargenomen gebeurtenis een gepiekt patroon heeft (Tabel 7-3 en Figuur 7-5). Tabel 7-3: Kenmerken neerslaggebeurtenissen Januari 1995 Oktober 1998 Januari 2003 Gemeten afvoer (m3/s) 2,92 8,70 7,02 Afvoermeetlocatie (-) Venrayse Broek De Smakt Venrayse Broek Seizoen (-) Winter Groeiseizoen Winter Neerslagvolume (mm) 116 43 91 Neerslagpatroon (-) Lang Laag Kort Neerslagduur (dagen) 9 1 6 Figuur 7-5: Neerslagverdeling waargenomen gebeurtenissen 7.2.1 Neerslaggebeurtenis januari 1995 In de winter van 1995 is bij Venrayse Broek een afvoer gemeten van 2,92m3/s. Een desbetreffende afvoer heeft een herhalingstijd van ongeveer 18 jaar (7.1). De gemeten afvoer wordt veroorzaakt door een negendaagse neerslaggebeurtenis. Bij de stochastenberekening zijn geen negendaagse neerslaggebeurtenissen gesimuleerd, waardoor het niet mogelijk is om een één-op-één vergelijking te maken met een gesimuleerde gebeurtenis. Om deze reden is de keuze gemaakt om de waargenomen gebeurtenis te benaderen door het gesimuleerde vierdaagse neerslagvolume van 90mm te gebruiken. Dit volume heeft een overeenkomstige kans als een neerslagvolume van 116mm gedurende negen 73 dagen. Bij het bepalen van de maatgevende neerslagduur is echter wel vastgesteld dat neerslagduren van meer dan vier dagen bij gelijkmatige verdeelde patronen resulteren in lagere afvoeren (6.2). Het verschil tussen vier en negen dagen is ongeveer 10%. De intiële bodemconditie bij het ingaan van de negendaagse neerslaggebeurtenis is vergelijkbaar met een natte begintoestand gedurende de winter. Deze bevinding is gebaseerd op het verloop van de bergingstoestanden in de periode 1994-2004 (Figuur 6-1). Een neerslagvolume van 90mm, patroon “LANG” en een initieel natte bodem geeft volgens de stochastenberekening een afvoer 2,44m3/s. Deze hoeveelheid is ongeveer 20% lager dan de gemeten afvoer. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat afvoerpieken bij Venrayse Broek met ongeveer 20% worden onderschat. 7.2.2 Neerslaggebeurtenis oktober 1998 Op 1 november 1998 is bij meetlocatie De Smakt een afvoer gemeten van 8,70m3/s. Een desbetreffende afvoer heeft een herhalingstijd van ongeveer 67 jaar (7.1). De afvoer is het gevolg van een ééndaagse neerslaggebeurtenis met een volume van 43mm (Tabel 7-3). Voorafgaand aan deze gebeurtenis is zeer veel neerslag gevallen. Deze bevinding is gebaseerd op de verzadigde bodem bij het ingaan van de gebeurtenis (Figuur 6-1). De beschikbare berging in de bodem aan het begin van de neerslaggebeurtenis was ongeveer 450m3. De kans dat een desbetreffende bergingshoeveelheid tijdens de winter wordt overschreden is ongeveer 0,01. Voor het groeiseizoen is de overschrijdingskans zelfs bijna verwaasloosbaar (Figuur 6-2). Door de zeer natte beginconditie is het niet mogelijk de neerslaggebeurtenis in 1998 te herleiden naar een gesimuleerde neerslaggebeurtenis. Zoals eerder vermeld is de hoge afvoer alleen waargenomen bij meetlocatie De Smakt en niet bij Venrayse Broek. Dit wordt mogelijk verklaard doordat de bodemverzadiging nabij meetlocatie Venrayse Broek veel minder was. De bergingstoestanden van de bodem (Figuur 6-1) zijn namelijk gebiedsdekkend en niet locatiespecifiek. Het is echter niet mogelijk te bepalen of de ruimtelijke differentiatie van bodemverzadiging de oorzaak is van het grote verschil in gemeten afvoer. 7.2.3 Neerslaggebeurtenis januari 2003 In januari 2003 is bij meetlocatie De Smakt een afvoer gemeten van 7,02m3/s. Volgens de berekeningen heeft een desbetreffende afvoer een herhalingstijd van ongeveer 18 jaar (7.1). Bij de stochastenberekening zijn geen zesdaagse neerslaggebeurtenissen gesimuleerd, waardoor het niet mogelijk is om een één-op-één vergelijking te maken met een gesimuleerde gebeurtenis. Om deze reden is de keuze gemaakt om de waargenomen gebeurtenis te benaderen door het gesimuleerde vierdaagse neerslagvolume van 75mm te gebruiken. Dit volume heeft een overeenkomstige kans als een neerslagvolume van 91mm gedurende zes dagen. Bij het bepalen van de maatgevende neerslagduur is echter wel geconstateerd dat neerslagduren van meer dan vier dagen bij gelijkmatig verdeelde patronen resulteren in lagere afvoeren (6.2). De mate hiervan ten opzichte van zes dagen is ongeveer 5%. De initiële bergingstoestand bij het ingaan van de neerslaggebeurtenis is natter dan de voor de simulatie toegekende natte bergingstoestand voor de winter (Figuur 6-1). In document Stochastenmethode in regionaal waterbeheer: Het beoordelen of met de stochastenmethode een goede indicatie van normafvoeren kan worden gegeven door gebruik te maken van een hydrologisch Simgro-model (pagina 73-76)