• No results found

Vergelijking Narrativiteit

Ordenen

In To the Moon (1999) en In the Shadow of the Moon (2007) wordt het lanceringsfragment aan de hand van een spanningsopbouw gestructureerd. In deze twee latere documentaires wordt met veel tijdsaanduidingen en de aftelling naar de lancering een deadline benadrukt. De spanning wordt daarnaast opgebouwd met muziek en een hoog ritme in montage. In Moonwalk One (1970) en Man on the Moon (1994) is deze spanningsopbouw veel minder aanwezig. Het lanceringsfragment is bij deze documentaires opgedeeld in verschillende kleine onderwerpen. Muziek en geluid is daarbij niet ingezet voor het creëren van spanning. Bij de aftelling in deze twee documentaires ligt het accent meer op het overbrengen van de technische aspecten en voorbereidingen van de lancering en niet op de spanning die ervaren werd zoals in de fragmenten van To the Moon en In the Shadow of the Moon.

De vertelinstantie

In Moonwalk One, Man on the Moon en To the Moon wordt gebruik gemaakt van een voice- over-verteller. De narrational authority ligt voornamelijk bij deze vertellers. In Man on the Moon hebben de geïnterviewden ook invloed op de interpretatie van de beelden. In de vierde documentaire, In the Shadow of the Moon, ligt deze narrational authority volledig bij de geïnterviewden, waardoor geen duidelijke leider van het verhaal aan te wijzen is. De geëmotioneerde action reports van de geïnterviewden in de laatste film steken sterk af tegen de schijnbare neutral narratives van de voice-over-vertellers in de ander drie films. In het maanlandingsfragment wordt alleen in Moonwalk One het show, don’t tell-principe

58 gedurende het gehele fragment toegegepast. Verder wordt het in elk fragment enigszins toegepast maar niet opvallend.

Indexicaliteit Beeldkwaliteit

In de fragmenten komen de herkenningspunten voor documentaire in verschillende verhoudingen en combinaties voor. Zo wordt bijvoorbeeld in alle fragmenten voor het grootste gedeelte gebruik gemaakt van archiefmateriaal. Omdat het onderwerp zich afspeelde in het verleden is dit niet meer dan logisch. In dit archiefmateriaal zijn vaak onvermijdelijke technische imperfecties aan te wijzen, zoals trillende beelden,

over/onderbelichting etc., die geassocieerd worden met het documentaire genre. Deze zijn meestal niet opgeschoond of weggelaten maar juist gebruikt als een teken van

authenticiteit. Veel identiek archiefmateriaal is in de verschillende documentaires gebruikt, maar anders bewerkt of verwerkt. Bij Moonwalk One en Man On the Moon wordt met name veel nadruk gelegd op de oudheid van het materiaal door opvallende fouten in de kwaliteit niet bij te werken. In de documentaire In The Shadow of the Moon lijkt juist qua kleur en scherpte veel bijgewerkt te zijn maar wordt wel een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de interviewbeelden en archiefbeelden door hun verschillende beeldformaten.

Plaatsing van de gebeurtenis in breder verband

Met het diverse archiefmateriaal suggereren de vier documentaires een veelzijdig en compleet beeld te geven van het onderwerp om te overtuigen. Dit wordt echter op

verschillende manieren gedaan. In Moonwalk One wordt de lancering in breder perspectief geplaatst door verband te leggen met wat in de rest van de wereld gebeurde. In Man on the Moon worden directe verbanden gelegd tussen de vele interviews en het archiefmateriaal dat visueel maakt wat wordt besproken. In het lanceringsfragment van To the Moon wordt enkel archiefmateriaal gebruikt en meer door de veelheid aan verschillende perspectieven op de lanceringsplek compleetheid gesuggereerd. In de fragmenten van In the Shadow of the Moon worden verbanden gelegd tussen de ervaringen van verschillende astronauten op eenzelfde soort moment van de missie. Hierdoor versterken de geïnterviewde astronauten

59 van de andere missies de getuigenis van de geïnterviewde Apollo 11 astronauten en

plaatsen die missie in het bredere ruimtevaartprogramma.

Liveness

Bij To the Moon wordt liveness van de landing nagenoeg niet nagestreefd. De tegenwoordige tijd waarin de voice-over-verteller in het lanceringsdeel spreekt, zorgt wel voor enige live ervaring. In het landingsfragment fungeert de eerste stap op de maan als een soort afsluiting van een hoofdstuk door muziek en de afsluitende concluderende teksten van de voice-over- verteller. Daarnaast wordt hier enkel het stukje gebruikt waarin Neil Armstrong zijn bekende zin uitspreekt. In In the Shadow of the Moon valt op dat er meer aandacht wordt besteed aan de tekst van Neil Armstrong en de archiefbeelden die daarbij horen. Dit wordt echter gedramatiseerd met muziek wat een liveness ervaring niet zal bevorderen. Bij de andere documentaires wordt geen of nauwelijks muziek toegevoegd bij de archiefbeelden met Neil Armstrong.

In de eerste twee documentaires wordt het live-karakter van de archiefbeelden meer ingezet als indexicaliteitsmiddel. In de eerste documentaire Moonwalk One wordt een live- gevoel bij de documentairekijker met name bij de eerste stap op de maan nagestreefd. Door relatief lang vast te houden aan één bron zonder toegevoegd commentaar kan een live- gevoel overgebracht worden op het documentaire publiek. Bij de fragmenten van Man on the Moon wordt minder gestreefd naar een liveness ervaring bij de documentairekijker zelf, maar ligt meer nadruk op het feit dat het een groots live televisie-evenement was. Zo wordt in het lanceringsdeel meer in chronologische volgorde een overzicht van de gebeurtenis gegeven via drie verschillende bronnen, die elkaar aanvullen: archiefmateriaal, voice-over- verteller en de geïnterviewden. De eerste stap op de maan wordt volledig in

archiefmateriaal getoondmaar hier wordt het live-gevoel doorbroken door commentaar van Buzz Aldrin.

Objectiviteit

De opzet van In the Shadow of the Moon is gebaseerd op het herbeleven via de persoonlijke herinneringen van de astronauten in combinatie met heldere archiefbeelden. Er is juist gekozen voor alleen de subjectieve kijk van Amerikaanse astronauten op de gebeurtenissen.

60 In Man on the Moon wordt, in tegenstelling tot in In the Shadow of the Moon, afstand

gecreëerd tussen de geïnterviewden en de kijker, hetgeen objectiviteit benadrukt. Daarnaast besteedt Man on the Moon als enige extra aandacht aan de protesten tegen de kosten van de ruimtevaart. Wat daar nog bijkomt is het Britse accent van de voice-over-verteller en de verwijzing naar de Britse bevolking als getuigen (via de live televisiebeelden) van de eerste stap op de maan. Deze aspecten zorgen ervoor dat Man on the Moon onpartijdig overkomt en daarmee de objectiviteit onderbouwt. In To the Moon wordt eenzelfde soort

onpartijdigheid gesuggereerd door op een neutrale manier aandacht te besteden aan de Russische ruimtevaartmissie. In Moonwalk One wordt gestreefd naar een gevoel van objectiviteit door de gebeurtenis in een breder kader te plaatsen door ook van de rest van de wereld een tijdsbeeld te geven en daarmee de toenmalige aandacht voor van de missie enigszins te relativeren.

Perspectief Pathetiek

De onderdelen aandacht en noodzaak van de motivated sequence worden in Moonwalk One en Man on the Moon vorm gegeven door de uitgebreide informatieverstrekking aan het documentaire publiek over de complexiteit en risico’s van de missie. Daarnaast wordt in Moonwalk One het belang van de gebeurtenis benadrukt door bij het lanceringsdeel ook mensen op andere plekken op de wereld in beeld te brengen waarbij de voice-over-verteller stelt dat ook voor hen dit een belangrijke gebeurtenis zal zijn al beseffen zij dat nog niet. In Man on the Moon wordt het belang van de missie benadrukt door veel verschillende mensen (die met de missie te maken hadden) getuigenissen te laten afleggen en te benadrukken hoeveel mensen over de hele wereld de lancering live volgden. Met name bij het

lanceringsfragment van Moonwalk One en Man on the Moon wordt veel nadruk gelegd op de vele getuigen en daarmee benadrukt dat dit een belangrijke gebeurtenis is. Daarmee wordt de aandacht van de kijker getrokken. In To the Moon wordt voor het krijgen van aandacht meer gebruik gemaakt van het oproepen van emotie om het publiek bij de

gebeurtenis te betrekken. Daarbij wordt aan de law of situational meaning voldaan door de mogelijkheid tot mislukken te benadrukken en daarmee de spanning te verhogen. Bij het publiek wordt daarmee ook bewondering voor de moed van de astronauten opgeroepen. In

61 In the Shadow of the Moon wordt emotie het meest gebruikt om het publiek te betrekken bij de documentaire. Dit wordt voornamelijk gedaan doordat wordt voldaan aan de law of situational meaning en de law of concern via betrokkenheid met de sociale actoren. Dit wordt vooral bereikt door alignment met de ouder geworden astronauten die hun persoonlijke verhalen recht in de camera vertellen.

Autoriteit en authenticiteit

Bij alle vier de documentaires is de status van de bronnen op een andere manier bevestigd. Dit komt vooral tot uiting in de verhouding tussen de documentairekijker en verteller(s). In de geanalyseerde fragmenten zijn bij Man on the Moon en In the Shadow of the Moon meerdere sprekers maar in Moonwalk One en To the Moon is enkel een voice-over-verteller te horen. In Moonwalk One is de stem van de voice-over-verteller neutraal maar etaleert veel kennis door zijn gebruik van veel cijfers en technische termen. Daarmee straalt hij autoriteit uit. Zijn weinig emotionele vertelwijze schept afstand tussen de kijker en de voice- over-verteller. In Man on the Moon wordt in het lanceringsgedeelte de autoriteit van de geïnterviewden benadrukt door vermelding van hun beroep. Zij worden op emotionele afstand gehouden van de kijkers door hun kijkrichting en de belichting. De voice-over-

verteller in deze documentaire wordt wederom niet voorgesteld, maar zijn Britse accent valt op en steekt af tegen het accent van de Amerikaanse geïnterviewden. Daarmee wordt hij nog meer ervaren als een buitenstaander en komt daardoor over als een meer objectieve bron van informatie. De voice-over-verteller in To the Moon spreekt zonder jargon, waardoor hij voor het publiek toegankelijker is en zo aan betrouwbaarheid wint. Doordat hij bijna alleen aan het woord is, komt hij over als een autoriteit waar de kijker op moet en kan vertrouwen. Recognition en alignment speelt in de fragmenten van In the Shadow of the Moon een grote rol, door de nadrukkelijke aanwezigheid van de zeer bekende astronauten, die niet in dezelfde mate terug te zien zijn in de andere drie documentaires. Door de wijze waarop de astronauten in In the Shadow of the Moon in beeld zijn gebracht en hoe zij met veel emotie en lichaamstaal vertellen, zorgt dat zij als authentiek overkomen en aan geloofwaardigheid winnen. Verder zou gesteld kunnen worden dat bij de eerste drie documentaires voornamelijk de gebeurtenis vanuit de betekenis voor de Amerikaanse- en wereldgeschiedenis benaderen terwijl bij In the Shadow of the Moon de lancering vanuit het

62 perspectief van de astronauten (die weliswaar allen Amerikaan zijn) beschrijft en daarmee een meer persoonlijke beschrijving geeft.

Stijl

Expository en observational

In alle documentaires is een mix van expository en observational stijl toegepast. Zo wordt in het lanceringsfragment van Moonwalk One voornamelijk de expository stijl toegepast en bij de maanlandingfragment observational stijl. In de keuze van archiefbeelden valt op dat tijdens het lanceringsgedeelte bij Man on the Moon en To the Moon veel meer gebruik is gemaakt van long shots vanuit de lucht of van horizontale afstand dan in de andere twee documentaires. Hier lijkt een totaalbeeld van de gebeurtenis meer van belang dan vele details. In Man on the Moon en To The Moon zijn bepaalde beelden in slow motion die beelden dramatiseert. Daarnaast is in alle fragmenten vaak muziek toegepast om momenten te dramatiseren. Het archiefmateriaal in Man on the Moon en In the Shadow of the Moon heeft een meer bewijs-leverende functie dan bij de andere documentaires door hun

ondergeschiktheid aan de woorden van de geïnterviewden. Het grote verschil is dat in Man on the Moon deze bewijslevering meer op kwantiteit en rationeel niveau is en in In the Shadow of the Moon op kwalitatief en emotioneel niveau.

63

Hoofdstuk 5: Conclusie

Zoals Roscoe en Hight al benadrukten verdient documentaire de status als bron voor kennis doordat het publiek deze status blijft erkennen (14). Om publiek te overtuigen van deze status moet impact gemaakt worden door retoriek op de juiste manier toe te passen, aangepast aan het publiek dat zij moeten overtuigen. Dit publiek wordt beïnvloed door veranderingen in de maatschappij en door technologische ontwikkelingen. Door deze ontwikkelingen zou het publiek kritischer kunnen worden en minder snel iets klakkeloos aannemen. Door de verandering van het publiek zou ook een verandering in methodes van overtuigen in documentaire zichtbaar moeten zijn. De eerste maanlanding als

hoofdonderwerp in de vier geanalyseerde documentaires maakt het overtuigend overbrengen extra uitdagend. De gebeurtenis kan niet zelf nagetrokken worden en is hoogstens door het publiek live via de televisie ervaren in 1969. Hierdoor is de overtuiging volledig afhankelijk van hoe de gebeurtenis wordt gerepresenteerd omdat niets vanuit de eigen werkelijkheid en ervaring van het publiek goed met deze maanlanding te vergelijken valt. Een ander aspect wat mogelijk invloed heeft gehad op de manier waarop deze

documentaires de maanlanding representeren is het ontstaan van theorieën en films waarin de echtheid van de maanlanding wordt betwist.

In mijn analyse heb ik mij beperkt tot twee momenten, het lanceringsmoment en het moment van de eerste stap op de maan, om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de vier documentaires. Deze heb ik geanalyseerd op documentaire aspecten en retorische aspecten die van belang zijn bij het overtuigen van het documentaire publiek. Voor de analyse heb ik deze aspecten gegroepeerd in vier overkoepelende groepen: narrativiteit, indexicaliteit, perspectief en stijl. Aan de hand van eenzelfde structuur heb ik de meest opvallende verschillen en overeenkomsten besproken in de laatste paragraaf “vergelijking”. Voor een goede analyse was deze groepering van aspecten noodzakelijk maar ook lastig omdat overlapping tussen de groepen onvermijdelijk bleek.

Bij het analyseren van fragmenten uit deze documentaires zijn grote verschillen in gebruik van retorische middelen vast te stellen, ondanks eenzelfde onderwerp en veel hetzelfde archiefmateriaal. Ten eerste lijkt indexicaliteit meer geaccentueerd in de eerdere documentaires. Zo wordt meer nadruk gelegd op het live karakter van de gebeurtenissen in Moonwalk One en Man on the Moon en wordt het publiek breed geïnformeerd. In

64 Moonwalk One en Man on the Moon komen de andere landen in de wereld meerdere malen ter sprake, wat nauwelijks of niet gebeurt in To the Moon en In the Shadow of the Moon. Een ontwikkeling is te zien in emotionele afstand tussen de vertellers en de kijker. Moonwalk One en Man on the Moon geven vooral veel informatie en werken minder met spanning en emotie om het publiek te overtuigen en mee te voeren in het verhaal. Dit komt bijvoorbeeld naar voren bij de aftelling voorafgaand aan de lancering. De aftellingen in de eerste twee documentaires, Moonwalk One en Man on the Moon, leggen het accent op het overbrengen van de technische aspecten en voorbereidingen van de lancering en niet op de spanning die ervaren werd, zoals in de fragmenten van To the Moon en In the Shadow of the Moon wordt gedaan. Het suggereren van objectiviteit door compleetheid en afstandelijkheid lijkt

zodoende steeds minder op de voorgrond te staan bij het overtuigen. Dit sluit aan bij de veronderstelling dat het publiek meer kritisch geworden is en minder overtuigd wordt door presentatie van feiten en meer behoefte heeft aan persoonlijke bevestiging door mensen. Het streven naar meer betrokkenheid van de toeschouwer bij de vertelinstantie(s) zijn in sterkere mate terug te vinden in de latere documentaires. Verder is voor de overtuiging via stijl geen duidelijke ontwikkeling te ontdekken. Zowel expository als observational aspecten worden gebruikt in alle vier de documentaires in ongeveer gelijke mate. Het show, don’t tell- principe wordt in de ene documentaire meer toegepast dan in de andere documentaire, maar er zijn geen grote verschillen te constateren. Dit is eveneens het geval voor de

narrational authority die op verschillende manieren (muziek, informatie via voice-over etc.) maar wel in gelijke sterkte de interpretatie van de kijker begrenst en beïnvloedt.

Het is uiteindelijk moeilijk te zeggen of de verschuiving van overtuigen met kennis en informatie naar het overtuigen met emoties en spanning, veroorzaakt wordt door

veranderingen in de maatschappij en technologische ontwikkelingen. Het kan ook zijn dat het publiek op andere manieren moet worden overtuigd omdat de gebeurtenis minder vers in het geheugen staat of omdat de gebeurtenis juist erg bekend is. Dit kan betekenen dat andere aspecten en invalshoeken meer accent moeten krijgen om de interesse van het publiek te wekken en het realiteitsgehalte te onderbouwen. Daarnaast zijn de verschillende achtergronden van de documentairemakers en productiebedrijven van invloed op de manier van overtuigen. Dit zou in verder onderzoek uitgesloten kunnen worden door meer reeksen aan documentaires over andere onderwerpen op eenzelfde manier te analyseren en te vergelijken. In ieder geval zou uit deze analyse geconcludeerd kunnen worden dat in de

65 eerdere documentaires voor de overtuiging meer nadruk ligt op het overbrengen van

informatie. In de latere documentaires lijkt voor het overtuigen een tendens zichtbaar naar meer gebruik en opbouw van spanning en andere emotionele aspecten. Dit suggereert dat emotionele overtuigingsmiddelen belangrijker zijn geworden dan rationele

66

Bibliografie

Anderson, Steve F. Technologies of History Visual Media and the Eccentricity of the past. Hanover, N.H.: Dartmouth College, 2011.

“Apollo 11 Moon landing: ten facts about Armstrong, Aldrin and Collins” Telegraph. 2009. 20 Nov 2015. <http://www.telegraph.co.uk/news/science/space/5852237/Apollo-11-Moon-landing- ten-facts-about-Armstrong-Aldrin-and-Collins-mission.html>

Bazin, Andre, and Hugh Gray. "The Ontology of the Photographic Image." Film Quarterly (1960): 4-9. Berardinelli, James. “In the Shadow of the Moon (United Kingdom/United States, 2007)” Reelviews. 20 Nov 2015 <http://www.reelviews.net/reelviews/in-the-shadow-of-the-moon>

Bernard, Sheila Curran. Documentary Storytelling: Making Stronger and More Dramatic Nonfiction Films. 2nd ed. Amsterdam: Focal, 2007.

Bondebjerg, Ib. "Documentary and Cognitive Theory: Narrative, Emotion and Memory." Media and Communication MaC 2:1 (2014): 13-22.

Branigan, Edward. Narrative Comprehension and Film. London: Routledge, 1992.

Comolli, J.-L., and P. Narboni. "Cinema/ldeology/Criticism." Movies and Methods 1:27 (1976): 27-38. Cowie, Elizabeth. “Introduction: The Spectacle of Actuality and the Desire for Reality." Recording Reality, Desiring the Real. London: University of Minnesota Press, 2011.

Crick, Nathan. "The Canons of Rhetoric." Rhetorical Public Speaking. Boston: Allyn & Bacon, 2011. Cunningham, Joel. “Nova: To the Moon (1999)” Digitally obsessed, 10 nov. 2000. <http://www. digitallyobsessed.com/displaylegacy.php?ID=680>

Currie, Gregory. "Visible Traces: Documentary and the Contents of Photographs." The Journal of Aesthetics and Art Criticism 57:3 (1999): 285-297.

Ebert, Roger. “In the Shadow of the Moon (2007)” Roger Ebert.com. 2007. 20 Nov 2015 <http://www.rogerebert.com/reviews/in-the-shadow-of-the-moon-2007>

Eitzen, Dirk. "When Is a Documentary?: Documentary as a Mode of Reception." Cinema Journal 35:1 (1995): 81-102.

---. "Documentary’s Peculiar Appeals." Moving Image Theory. Carbondale: Southern Illinois UP, 2005.

Eriksson, Per Erik. "Convergence Cameras and the New Documentary Image." Digital Creativity 23:3 (2012): 291-306.

Fludernik, Monika. "Towards a Natural Narratology." Journal Of Literary Semantics 25:2 (1996): 97-

GERELATEERDE DOCUMENTEN