• No results found

Vereisten voor het uitvoeren van Technisch Applicatiebeheer

Overzicht in QlikView applicatie

Bijlage 5: Vereisten voor het uitvoeren van Technisch Applicatiebeheer

V E R E I S T E N V O O R H E T U I T V O E R E N V A N T E C H N I S C H

A P P L I C A T I E B E H E E R

Bijlage 5: Vereisten voor het uitvoeren van Technisch Applicatie beheer LXVI

Santosh Mes woensdag 17 juni 2009

1 Inleiding

In dit document staat een opsomming van de richtlijnen die Ctac Managed Services hanteert bij het "in beheer nemen" van een SAP omgeving van een klant.

Allereerst volgen hier nu twee definities:

1. "in beheer nemen": de start van het ondersteunen van de klant bij incidenten, wijzigingen, problemen en informatieverzoeken op het gebied van SAP, zoals vastgelegd in een Service Level Agreement.

2. SAP omgeving: de ingerichte (of nog in te richten) SAP systemen, eventueel aangevuld met aan SAP gerelateerde of gekoppelde systemen. Ook hiervoor geldt dat alles zal worden vastgelegd in een Service Level Agreement.

Om dit beheer uit te kunnen voeren op de wijze waarop dat met de klant is overeengekomen, hanteert Ctac Managed Services bepaalde richtlijnen. Deze richtlijnen beschrijven voornamelijk de documentatie, maar ook komen bijvoorbeeld technische eisen aan de orde en bekendheid van contactpersonen.

De richtlijnen kunnen worden gelezen als eisen; als hieraan niet wordt voldaan, kan Ctac Managed Services het beheer niet op een adequate manier uitvoeren. Sommige richtlijnen hebben betrekking op de tijd die nodig is om bepaalde taken uit te voeren; de aanwezigheid van goede testscripts kan bijvoorbeeld de doorlooptijd van een upgrade traject aanzienlijk verkorten.

De richtlijnen worden onderverdeeld in drie categorieën:

1. Technisch applicatiebeheer; SAP infrastructuur

2. Functioneel applicatiebeheer; inrichting SAP modules en development 3. Service management; ingeregelde beheerprocessen

In dit document worden de richtlijnen voor Technisch Applicatiebeheer beschreven, voor de beide andere disciplines zijn afzonderlijke documenten opgesteld.

Het beheren van klantsystemen is alleen mogelijk als de daarvoor benodigde kennis bij consultants aanwezig is. Als er sprake is van het in beheer nemen van een SAP systeem waarvoor die kennis niet aanwezig is, kunnen afspraken worden gemaakt die ervoor zouden zorgen dat op het moment van in beheer nemen die kennis alsnog beschikbaar zal zijn.

Voor een goede beheersituatie is het belangrijk dat ook bij de klant het beheer op een juiste manier is ingericht. Key users die snel vragen op de werkvloer kunnen beantwoorden, en functioneel beheerders die eerste- en tweedelijns ondersteuning kunnen bieden, waarbij meldingen op een efficiënte wijze geregistreerd worden.

Zowel de klant als de beheerpartner hebben belang bij actuele en grondige documentatie, en er zullen dan ook afspraken moeten worden gemaakt voor het bijhouden en beheren ervan.

Richtlijnen voor documentatie maken hieronder geen onderscheid tussen documenten voor functioneel beheer (bij de klant), en functioneel applicatiebeheer (bij Ctac Managed Services).

Bij het in beheer nemen zal worden gekeken of is voldaan aan de hieronder beschreven richtlijnen, en wat de kwaliteit is van de documentatie. Steekproefsgewijs zal worden getoetst of deze overeenkomt met de inrichting van het systeem. Ook zal worden gekeken naar dubbele, overlappende of afwijkende documentatie.

Kennis van key users en functioneel beheerders heeft uiteraard ook invloed op het beheerproces,

Bijlage 5: Vereisten voor het uitvoeren van Technisch Applicatie beheer LXVII

Santosh Mes woensdag 17 juni 2009

2 Technische richtlijnen

De technische richtlijnen zijn onderverdeeld in 5 categorieën, namelijk een algemeen gedeelte, de hardware, het operating system, de database en SAP.

Het algemene gedeelte heeft betrekking op documentatie en procedures. Het database gedeelte bevat een aantal richtlijnen die voor alle databases gelden maar ook een aantal richtlijnen voor bepaalde typen database.

2.1 Algemeen

Installatiedocument

Er dient een installatiedocument te zijn waarin is beschreven welke beslissingen er zijn genomen tijdens de installatie. Tevens dient de filesystem/diskindeling te zijn beschreven.

Landschapsbeschrijving

Het hele SAP-landschap moet zijn beschreven (plaatje in visio of ppt).

Alle interfaces moeten zijn gedocumenteerd. Er dient te zijn beschreven op welke omgevingen de interfaces betrekking hebben en welke actie dient te worden ondernomen bij het foutlopen van de interfaces.

Calamiteiten

Er moet zijn vastgelegd hoe belangrijk het SAP-landschap is voor de klant. Hoe lang kan/mag SAP uit de lucht zijn en welke maatregelen zijn er genomen om deze tijd te halen. Er kan bijvoorbeeld een uitwijk van het landschap zijn geregeld, of een cluster of standby database.

Als er maatregelen zijn getroffen voor de hogere beschikbaarheid van het SAP-landschap moeten deze zijn getest.

Er moet altijd een restoreprocedure zijn die ook is getest. Voor complexe SAP-landschappen is dit zeer belangrijk.

Standaard users

Van alle standaard users (OS, DB en SAP) dienen de default passwords te zijn gewijzigd.

Verbinding

De netwerkverbinding tussen Ctac en de klant moet zijn gemaakt.

2.2 Hardware

Hardware gecertificeerd

De gebruikte hardware moet hardware zijn die door SAP is gecertificeerd.

Sizing

De hardware moet voldoende zijn gesized. Hiervoor kan de Quicksizer op Sapnet worden gebruikt.

Bijlage 5: Vereisten voor het uitvoeren van

Technisch Applicatie beheer LXVIII

Santosh Mes woensdag 17 juni 2009

2.3 Operating System

Hostnaam

De hostnaam moet uniek zijn. Probeer hier de klantnaam in te verwerken.

Systeembackup

Er moet een backup zijn gemaakt van de systeemdisk van de server. Deze backup moet periodiek opnieuw worden gemaakt, maar vooral voor en na systeemwijzigingen.

Backup van OS

Er moet een filesystembackup van alle filesystems, behalve de database en de systemdisk, zijn gemaakt en ingepland.

OS versie

De laatste, door SAP ondersteunde, OS versie moet zijn geïnstalleerd, inclusief patches.

Filesystemindeling

De filesystems moeten zijn ingedeeld volgens de SAP normen, zie hiervoor SAP installatie guide en OS dependencies.

Op de systemdisk mag geen applicatiesoftware zijn geinstalleerd.

2.4 Database

Backup

De backup van de database en van de database-logfiles moet zijn ingepland.

Voor produktie-omgevingen geldt dat er elke werkdag een backup moet worden gemaakt en meerdere malen per dag een database-logbackup.

Voor test- en ontwikkelomgevingen is 1 databasebackup per week voldoende. Wel dient de logbackup minimaal 1 maal per dag te worden gemaakt.

Restore

Voor de livegang moet er een restoretest zijn uitgevoerd om zekere te weten dat de gemaakte backups bruikbaar zijn.

De laatste, door SAP ondersteunde, database versie moet zijn geinstalleerd, inclusief patches.

Jobs

Voor elke database zijn er jobs die behoren te draaien, deze moeten zijn ingepland.

Database parameters

De database parameters moeten zijn gezet volgens de voor de betreffende database geldende SAP note.

Oracle specifiek

Archivelogs 2X op tape (brarchive optie –cds) Locally Managed Tablespaces

Autoextend van tablespaces/datafiles uit

Bijlage 5: Vereisten voor het uitvoeren van Technisch Applicatie beheer LXIX

Santosh Mes woensdag 17 juni 2009

Parameters volgens SAP note gezet (voor Oracle 10 notenr. 871096).

MSSQL specifiek

Meerdere malen per dag een transactielogbackup

Parameters volgens SAP note gezet (voor MSSQL 2005 notenr. 879941)

2.5 SAP

Systemid en instancenummer

De SAP Systemid bestaat uit 3 posities waarvan de eerste 2 posities het systeemtype aangeven en de laatste positie de rol in het landschap (D=development, Q=quality assurance en P=production).

Voor bijvoorbeeld een CRM omgeving wordt dat dan CRD, CRQ en CRP.

De standaard instancenummers zijn: 00 voor development, 10 voor quality assurance en 20 voor production.

Standaard jobs gescheduled met een batchuser

De standaard onderhoudsjobs (bv reorg spool en reorg jobs) moeten zijn ingepland. Er kunnen per type omgeving specifieke jobs worden ingepland.

Alle deze jobs moeten worden ingepland met een batch-user.

Laatste versie SAP, inclusief support packages en kernel geinstalleerd

Het is wenselijk om van de SAP software de laatste versie geinstalleerd te hebben. Dit is niet altijd mogelijk voor de SAP release en de support packages, maar de SAP kernel zou wel de laatste versie moeten zijn.

EWA ingericht

Voor de produktie omgeving moet de Early Watch Alert zijn ingericht.

Transportmechaninsme ingericht

Het transportmechanisme moet zijn ingericht met een gezamelijke transportdirectory op de productie-omgeving.

Transportprocedure aanwezig

Om het overzetten van transporten zo soepel en veilig mogelijk te laten verlopen is het belangrijk om vast te leggen wie transporten mogen maken en overzetten.

Productiemandant dicht voor customizing en repositorywijzigingen

In produktie omgevingen mag niet worden gecustomized of ontwikkeld. Hiervoor dienen het systeem en de produktiemandant te worden dichtgezet voor wijzigingen.

Permanente Saplicense geinstalleerd

Er moet een permanente licentie zijn geinstalleerd en geen tijdelijke, zodat er later geen problemen kunnen ontstaan dat de licentie gaat/is verlopen.

Bijlage 5: Vereisten voor het uitvoeren van Technisch Applicatie beheer LXX

Santosh Mes woensdag 17 juni 2009

Minimaal 1 printer geinstalleerd en getest