• No results found

In dit hoofdstuk behandelen we het verblijf waarbij we ingaan op de cijfers en de knelpunten die zich manifesteren tijdens het verblijf. Daarbij hebben we specifiek aandacht voor de gevolgen die zorgaanbieders ervaren na de aanpassing voorschrift zorgtoewijzing 2019. Met verblijf bedoelen we het moment dat cliënten met een LVG-zorgprofiel zijn opgenomen voor integrale verblijfszorg in een behandelsetting. In dit hoofdstuk geven we antwoord op onderzoeksvraag 14 en 15. Daarnaast besteden we aandacht aan knelpunten die geen antwoord geven op een onderzoeksvraag, maar waarvan we inschatten dat ze relevant zijn voor de hoofdvraag.

5.1 Verblijf in cijfers

Uit cijfers van het ministerie van VWS blijkt dat de gemiddelde opnameduur bij LVG2 en LVG3-zorgprofielen in 2018 is gestegen ten opzichte van 2015. De gemiddelde opnameduur bij LVG4 en LVG5-zorgprofielen in 2018 is gedaald ten opzichte van 2015. In 2018 was, gemiddeld genomen, de minimumduur van alle LVG-zorgprofielen zes dagen en de maximumduur 2.103 dagen. De maximumduur is sterk gestegen ten opzichte van de 1.459 dagen in 2015.

Uit deze cijfers is op te maken dat de verblijfsduur van drie jaar

behorend bij een LVG-zorgprofiel niet altijd volledig benut wordt. Voor sommige cliënten is een verblijfsduur van drie jaar te kort. Er zijn echter geen cijfers bekend over het aantal heropnames en de gemiddelde verblijfsduur is berekend over alle opnames.

7 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bron: CBS/ZINL

Grafiek 6: Gemiddelde duur laatste aaneengesloten opname in dagen7 Dit onderzoek heeft inzichtelijk gemaakt dat er niet één richtlijn wordt gehanteerd aangaande de zorginhoudelijke behandelduur of dat deze niet bekend is. Zo gaf een zorgaanbieder aan de indicatie als richtlijn te gebruiken. Een andere zorgaanbieder gaf aan een eigen methode (Homerun) te hanteren waarbij de behandelduur tussen de twee à drie jaar geschat wordt.

760

965 989

895

624 651 652 635

600

435 440

569 606

368

565 592

0 200 400 600 800 1000 1200

2015 2016 2017 2018

Gemiddelde duur laatste aaneengesloten opname

LVG01 LVG02 LVG03 LVG04 LVG05

5.2 LVG-zorgprofielen verzilveren

Uit de uitvraag die we voor het voorliggende onderzoek hebben verricht blijkt dat na de aanpassing voorschrift zorgtoewijzing 2019 41% van de zorgaanbieders die tot 1 januari 2019 LVG-zorgprofielen heeft verzilverd dat niet meer mag of daarover nog in gesprek is met het zorgkantoor.

Van deze 41% geeft iets minder dan de helft van de zorgaanbieders aan wel in staat te zijn om LVG1, LVG2 en LVG3-zorgprofielen te kunnen leveren.

Grafiek 7: Zorgaanbieders die LVG-zorgprofielen mogen verzilveren na 1 januari 2019

Uit zowel de interviews als uit de uitvraag blijkt dat het niet voor alle zorgaanbieders duidelijk is aan welke criteria zij moeten voldoen om LVG-zorgprofielen te mogen verzilveren. Volgens de beschrijving in het Beleidskader contratering Wlz is het mogelijk om deze zorg vanuit elke zorgaanbieder te leveren (als je kunt aantonen dat je de integrale zorg en behandeling kunt leveren), maar in enkele gevallen verschilt de wijze waarop dit geïnterpreteerd wordt tussen zorgkantoren en zorgaanbieders.

Grafiek 8: Criteria verzilvering LVG-zorgprofielen helder

5.3 Knelpunten verblijf

Ten aanzien van het verblijf ervaren zorgaanbieders diverse knelpunten.

Wachtlijsten

Het is niet meer vanzelfsprekend dat zorgaanbieders die voorheen integrale LVG-behandelzorg aanboden dat nog steeds mogen. Enkele zorgaanbieders die nu integrale verblijfszorg en behandeling bieden aan cliënten met een LVG-zorgprofiel hebben aangegeven dat na de

aanpassing voorschrift zorgtoewijzing 2019 niet meer te mogen. Dit zou kunnen leiden tot een vermindering van de capaciteit en daarmee tot een verdere groei van de wachtlijsten.

35%

24%

41%

LVG-indicaties verzilveren na 1 januari 2019

LVG1, 2, 3, 4 en 5 LVG1, 2 en 3 Nee

82%

18%

Criteria verzilvering LVG-indicaties helder

Ja Nee

Bij deze doelgroep is vaak multiproblematiek aanwezig waardoor het werken met de doelgroep om specifieke kennis en expertise vraagt van zorgaanbieders. Vanwege verloop van medewerkers is de benodigde kennis en expertise niet altijd aanwezig. Redenen voor verloop van medewerkers: zware fysieke en mentale belasting, gebrek aan perspectief voor cliënten en concurrentie met de GGZ waar de lonen hoger liggen.

Weigering aan de voordeur

Bij enkele zorgaanbieders die LVG-zorgprofielen mogen verzilveren heerst terughoudendheid in het opnemen van cliënten met een LVG-zorgprofiel vanwege de onzekerheid of cliënten kunnen doorstromen met een VG-zorgprofiel. Deze onzekerheid komt voort uit de discussie welke problematiek, licht verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek, bij cliënten voorliggend is. Het komt voor dat cliënten geen VG-zorgprofiel krijgen, omdat de psychiatrische problematiek voorliggend lijkt te zijn en de betreffende cliënten daardoor geen Wlz-indicatie krijgen (het is onduidelijk of deze situatie per 1 januari 2021 gaat veranderen voor mensen met een psychische stoornis, omdat bij deze cliënten niet altijd sprake zal zijn van een blijvende behoefte aan toezicht/nabijheid van zorg). Het gaat hierbij om cliënten die instromen vanuit de Jeugdwet. Voor nieuwe instroom heeft het CIZ de grondslag VG al vastgesteld bij de indicatie voor een Lzorgprofiel. Om een VG-zorgprofiel te krijgen moet het aannemelijk gemaakt kunnen worden dat de licht verstandelijke beperking voor het 18e levensjaar ontstaan is.

Dit is echter niet altijd het geval. Zorgaanbieders voor de geestelijke gezondheidszorg zijn echter terughoudend in het opnemen van cliënten met een licht verstandelijke beperking vanwege de lage ontwikkelings-leeftijd. Het gevolg hiervan is dat zorgaanbieders bij de voordeur

selecteren waarbij cliënten die naar verwachting moeizaam een vervolgplek kunnen krijgen geweigerd worden.

Op- en afschaal mogelijkheden

Zorgaanbieders ervaren onvoldoende mogelijkheden om gedurende de verzilvering van LVG-zorgprofielen op- en af te schalen. Mogelijkheden voor op- en afschalen zijn voor cliënten van belang voor een soepele overgang. Bij sommige cliënten wordt in de looptijd van het LVG-zorgprofiel geconstateerd dat behandeling geen effect meer heeft en dat de betreffende cliënten een VG-zorgprofiel nodig hebben.

Zorgaanbieders ervaren dat het in deze situatie moeilijk is om de LVG-zorgprofiel om te zetten in een VG-LVG-zorgprofiel. Om dit te kunnen doen vraagt het CIZ vaak om een uitgebreider zorgdossier (inclusief

verantwoording) dan zorgaanbieders kunnen leveren. Tevens zijn er ook cliënten die gedurende de looptijd van de LVG-zorgprofiel alle doelen behaald hebben. Zorgaanbieders ervaren moeilijkheden met het verkrijgen van ondersteuning vanuit de Wmo, omdat gemeenten geen indicaties afgeven zolang er nog een geldige Wlz-indicatie is. Op het moment dat cliënten niet op- en af kunnen schalen komt het voor dat cliënten onrechtmatig gebruikmaken van hun LVG-zorgprofiel bij de zorgaanbieder die de betreffende cliënten LVG-zorg levert.

Tevens komt het voor dat problemen bij cliënten gestabiliseerd waren, maar tijdens opname met een VG-zorgprofiel of ondersteuning vanuit de Wmo toch weer gaan opspelen waardoor cliënten opnieuw

opgenomen moeten worden bij een zorgaanbieder met integrale LVG-behandelzorg waarvoor een nieuwe LVG-zorgprofiel nodig is. In het huidige systeem dienen zorgaanbieders voor iedere op- of afschaling een nieuwe indicatie aan te vragen. Op het moment dat cliënten een nieuwe indicatie krijgen verliezen zij het recht op oude indicaties

waardoor het proces moeizaam verloopt. Zorgaanbieders zijn hierdoor terughoudend met het aanvragen van een nieuwe of herindicatie binnen de Wlz, omdat zij geen garanties hebben dat cliënten weer terug

kunnen vallen op oude indicaties.

5.4 Oplossingsrichtingen

Respondenten noemen een aantal oplossingsrichtingen:

• Trajectindicaties realiseren: Trajectindicaties inzetten, zodat op- en afschalen makkelijker realiseerbaar wordt. Cliënten behouden gedurende een aantal jaren (tot de leeftijd van 23 jaar) het recht op oude indicaties waardoor tussentijds geen toets van het CIZ of de gemeente noodzakelijk is.

• Vpt mogelijk maken: Tijdens de laatste fase van het LVG-zorgprofiel Vpt mogelijk maken, zodat cliënten onder goede begeleiding kunnen oefenen met zelfstandigheid.

• Consultatie CIZ: Het CIZ in een vroeg stadium consulteren over de verwachte uitstroomindicatie, zodat zorgaanbieders de zorg daarop kunnen aanpassen.

• LVG-zorgprofiel omkatten: Mogelijkheid creëren om een LVG4 en LVG5-zorgprofiel om te katten naar een LVG3-zorgprofiel. Hierdoor wordt het mogelijk om zorg te leveren die aansluit bij de zorgvraag, ook wanneer de zorgvraag tijdens de duur van de indicatie is veranderd. Daarnaast wordt het mogelijk om zorg te leveren op een locatie die niet voldoet aan de eisen om een LVG4 of

LVG5-zorgprofiel te verzilveren, maar wel aan de eisen om een LVG3-zorgprofiel te verzilveren.

• Inzetten van een casemanager: Een casemanager kan ervoor zorgen dat alle stakeholders gedurende het verblijf aangehaakt zijn, zodat een soepele door- en uitstroom georganiseerd kan worden.

Stakeholders kunnen in een vroeg stadium rekening houden met en voorbereidingen treffen voor de door- en uitstroom.

In dit hoofdstuk behandelen we de door- en uitstroom waarbij we ingaan op de door- en uitstroom in cijfers en de verklaringen, gevolgen en oplossingen voor de vertraagde door- en uitstroom. Hiermee geven we antwoord op onderzoeksvragen 4 tot en met 15. Met de doorstroom bedoelen we het moment dat cliënten geen LVG-zorgprofiel meer nodig hebben of het moment dat deze verlopen is en doorstromen naar de Wlz met een VG-zorgprofiel. Met uitstroom bedoelen we de uitstroom naar de Wmo.

6.1 Door- en uitstroom in cijfers

Uit cijfers van het ministerie van VWS blijkt dat het totaal aantal cliënten bij wie de opname in 2017 beëindigd is gedaald naar 400 ten opzichte van 600 in 2015.

Grafiek 9: Cliënten bij wie de opname beëindigd is8

8 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bron: CBS/ZINL

De doorstroom naar de Wlz is gedaald van 155 in 2015 naar 105 in 2017 waarbij de meeste cliënten een VG6-zorgprofiel toegewezen hebben gekregen. In 2018 is het aantal cliënten gestegen naar 140.

Grafiek 10: Doorstroom Wlz8

Ten aanzien van de uitstroom naar de Wmo is een daling te zien van 65 in 2015 naar 40 in 2018. Met name ondersteuning vanuit de Wmo voor voorzieningen daalt sterk. In deze cijfers is geen onderscheid gemaakt

5 5 0

Cliënten bij wie de opname beeindigd is

LVG01 LVG02 LVG03 LVG04 LVG05

35

2015 2016 2017 2018

Doorstroom Wlz

VG3 VG4 VG5 VG6 VG7