• No results found

5. Passie en Schaamte

5.4 Verbergen van schaamte

Schaamte is een lastig onderwerp voor sociaal onderzoek omdat mensen niet graag praten over dingen waar ze zich voor schamen.

The past life and current round of activity of a given person typically contain at least a few facts which, if introduced during the performance, would discredit or at least weaken the claims about self that the performer was attempting to project as part of the definition of the situation. These facts may involve well-kept dark secrets or negatively-valued characteristics that everyone can see, but no one refers to. When such facts are introduced, embarrassment is the usual result (Goffman 1959: 204).

Mensen zullen, als onderdeel van impression management, onderwerpen waar ze zich voor schamen het liefst vermijden. ‘Shame might also be warded off by concealment of sources of shame, concealment of feelings of shame, avoidance of certain encounters or conversation topics and strategic withdrawals’ (Goffman in Leeming and Boyle 2004: 388). Volgens Goffman is het individu, die hij een performer noemt, constant bezig met de regie houden over zijn of haar eigen karakter om een zo goed mogelijke impressie achter te laten bij anderen, de toeschouwers. De performer heeft volgens Goffman allerlei tactieken om de impressie die hij of zij achterlaat bij de toeschouwers een zo goed mogelijke te laten zijn. Dit noemt hij impression management (Goffman 1959). Een onderdeel hiervan is het verbergen van hetgeen waar we ons voor schamen.

Thomas, 27 jaar. Thomas heeft een full time (4 dagen per week) bijbaan als chauffeur in

Zetten, waar hij ook woont. Dat ligt tussen Tiel en Arnhem.

Hij heeft in het afgelopen jaar tussen de 100 en 150 sollicitaties verstuurd in Nederland en het buitenland. Hij is slechts één keer op gesprek uitgenodigd in Oostenrijk. Hij heeft alleen open sollicitaties verstuurd, want er zijn geen vacatures, ‘dus dan houdt het snel op’.

In januari 2013 is hij een bedrijfje begonnen. Hij is dus ZZP’er, ‘maar je zou het ook ZZW’er kunnen noemen’, want hij krijgt maar weinig opdrachten. Het is een designbureau wat van alles doet. Kleinere dingen zoals meubels, fotografie, websites. Hij is nog zoekende, maar wil uiteindelijk een eigen architectenbureau opstarten.

Het stond voor hem al jaren vast dat hij bouwkunde zou gaan studeren. Hij hield van tekenen en bouwen. Toen hij begon zag het er ook nog rooskleuriger uit. Hij heeft geen spijt van zijn keuze destijds, maar vind het wel jammer dat het nu zo loopt. Hij zou graag baanzekerheid willen hebben.

Naast zijn baan als chauffeur probeert hij zijn bureau van de grond te krijgen. Hij zoekt bijvoorbeeld naar prijsvragen om aan mee te doen. Hij wil niet het risico lopen om te lang uit de roulatie te zijn en het vak niet meer te beheersen. Ook stelt hij dat het er op zijn CV beter uit ziet dat hij nog met het vak bezig is en zelf iets van de grond probeert te krijgen dan dat er bij de afgelopen 2 jaar alleen chauffeur zou staan. Hij hoopt dat hij zich door middel van bezig te zijn met zijn eigen bureau zich beter kan presenteren naar werkgevers toe.

Tijdens zijn studie heeft hij 1,5 jaar bij een bureau in Delft gewerkt. Daar had hij tijd voor omdat hij sommige vakken moest inhalen, waardoor hij maar weinig contacturen had op de TU Delft. Tussen zijn bachelor en zijn afstuderen heeft hij een paar maanden door India gereisd. Zo is hij ook aan zijn eigen bedrijfje begonnen. Omdat dat bureau niemand kon aannemen, maar wel iemand kon inhuren om op projectbasis te helpen. Daar moest hij ZZP’er voor worden.

Hij is in Zetten gaan wonen omdat hij daar al bij zijn bijbaan als chauffeur werkte, eerst alleen op zaterdag, nu dus full time. Hij zag in de Randstad (Delft en Rotterdam) al zijn vrienden aan het werk gaan en naar het buitenland vertrekken. Hij had het gevoel dat als hij toch geen baan kon krijgen, hij er ook niet zoveel meer te zoeken had. Omdat hij in Zetten zijn parttime baan fulltime kon maken en zijn ouders daar ook wonen is hij daar naar terug verhuisd.

Volgens Sennett is ‘falen’ een groot modern taboe (Sennett 1998: 118). ‘Coming to terms with failure, giving it a shape and a place in one’s life history, may hunt us internally but seldom is discussed with others’ (Ibid.). Thomas heeft het afgelopen jaar heel veel sollicitaties verstuurd, maar is slechts één keer op gesprek uitgenodigd. Hij is zijn eigen bedrijfje

begonnen, wat niet echt goed loopt en hij is weer bij zijn ouders gaan wonen. Hij zegt wel dat hij dit allemaal heel jammer vindt, maar zijn emoties bespreekt hij niet.

Susan bespreekt de emoties de ze had in de tijd dat ze werkloos was wel. Zij heeft inmiddels een carrière opgebouwd en blikt terug op de periode dat ze werkloos was. Inmiddels kan ze een positieve draai geven aan die periode, omdat het uiteindelijk is goed gekomen.

Dat je alles moet aannemen en moet slikken, en daar ben ik niet de beste voor. Dat is echt heel erg naar. Dat heeft me uiteindelijk misschien wel meer empathie gegeven ten opzichte van mensen die in een situatie zitten of de keuze er even niet is of even niet lijkt te zijn. En het heeft me heel vasthoudend gemaakt op het moment dat ik die subsidie kreeg.

Ik heb in die zin een hele kale situatie gehad waarin je wel moest en dat is wel een goede drijfveer om iets uit de grond te trekken uiteindelijk.

Susan gebruikt de periode van werkloosheid in haar narratief om duidelijk te maken dat ze uit een diep dal is geklommen. Door nadruk te leggen op deze periode geeft ze haar verhaal een extra positieve klank. Het individu past als het ware zijn of haar levensverhaal aan naar aanleiding van de verwachtingen die voortkomen uit de samenleving ‘. …people appropriate and negotiate society’s master narratives in the making of self’(McAdams 2011: 16). Susan maakt van haar werkloze periode, een periode waarin ze niet voldeed aan het grote narratief van de samenleving, iets positiefs door te stellen dat ze er van geleerd heeft. Ze heeft geleerd meer empathie op te brengen, het heeft haar vasthoudend gemaakt en is de drijfveer geweest iets uit de grond te trekken.

Op het moment dat het individu nog middenin een bepaalde gebeurtenis zit waar hij of zij zich voor schaamt, is het moeilijk het narratief op deze manier een positieve noot mee te geven. In plaats daarvan wordt een bepaald onderdeel van het narratief vermeden door er niet over te praten. Misschien is het in zo’n geval makkelijker te praten over de passie die je hebt jegens je vakgebied dan over de moeilijkheden die het met zich mee brengt.

6. Conclusie

Toen de architecten die in de voorgaande hoofdstukken aan het woord komen begonnen met hun studie bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft ging het goed met de

Nederlandse economie en de woningbouw. Als ze eenmaal waren afgestudeerd zouden ze zo aan het werk kunnen. Helaas heeft de economische crisis die in 2008 begon die situatie veranderd. Het is niet langer makkelijk om aan werk te komen als architect. En als ze al aan het werk komen, is dat vaak onder een flexibel contract. Een aantal van de architecten die ik heb gesproken zijn in een poging de onzekerheid die de flexibele arbeidsmarkt met zich mee brengt te omzeilen, voor zichzelf begonnen. Maar ook dat geeft ze lang niet altijd de

zekerheid waar ze naar op zoek zijn.

Ik heb geprobeerd in kaart te brengen hoe recent afgestudeerde architecten omgaan met de arbeidsmarkt in tijden van economische crisis. Ik heb laten zien wat de effecten zijn van de flexibele arbeidsmarkt, de zoektocht naar werk en andere precaire arbeidsomstandigheden en hoe deze dingen invloed hebben op de gemoedstoestand en identiteitsvorming van de jonge architecten.

Het zou interessant zijn om uitgebreider onderzoek te doen naar de invloed die de flexibele arbeidsmarkt heeft op het leven en de gemoedstoestand van werknemers. Als hier meer zicht op is kan er wellicht gewerkt worden aan een manier waarop de wetgeving omtrent flexibele arbeid kan worden aangepast zodat werknemers meer zekerheid geboden kan worden. Verder onderzoek zou ook meer zicht kunnen geven op de manier waarop moderniteit en flexibel kapitalisme invloed hebben op het individu. Wellicht dat mensen uiteindelijk hun lange termijn doelen aanpassen aan de korte termijn doelen van de moderne economie.

Dit onderzoek heeft bevestigd dat een carrière een belangrijk onderdeel is van de manier waarop het individu zin en betekenis geeft aan zijn of haar leven.

Veel van de jonge architecten hebben de behoefte om hun carrière op een logische manier op te bouwen en zo meer zekerheden te creëren in hun leven.

De meeste hebben al tijdens hun studie stages gelopen om werkervaring op te doen met de hoop op die manier sneller aan een baan te kunnen komen. Maar er zijn maar weinig openstaande vacatures. Zo weinig zelfs dat veel van de architecten alleen nog open sollicitaties versturen. Dit houdt in dat ze hun CV en portfolio naar mogelijke werkgevers sturen met de hoop dat ze opvallen en er aan ze gedacht wordt op het moment dat er nieuwe werknemers nodig zijn. Omdat veel werkgevers in de architectenbranche, zoals

architectenbureaus, vaak geen zicht hebben op hoeveel opdrachten ze krijgen en hoe groot deze opdrachten zullen zijn wordt er veel gewerkt met flexibele contracten. Dit houdt in dat de werknemer een tijdelijke aanstelling krijgt. Na drie tijdelijke aanstellingen heeft de werknemer recht op een vast contract. Die worden echter vaak niet aangeboden omdat dit in een economisch onzekere tijd een groot risico is voor de werkgever. De flexibele

arbeidsmarkt brengt dus onzekerheid met zich mee. Wie onder flexibele contracten werkt weet immers nooit zeker of er in de toekomst nog werk is. Niet alle architecten die ik heb gesproken vinden dit erg. Zij hebben minder behoefte aan zekerheid en vinden het juist fijn ruimte te hebben voor hun eigen creativiteit. Ze zouden juist liever niet voor langere tijd aan één bedrijf vast willen zitten. Dit zijn vaak wel de architecten die jonger zijn en nog niet zo lang zijn afgestudeerd.

Richard Florida stelt dat de creatieve sector de sleutel is voor economische groei, juist omdat deze sector zo flexibel is. Architecten vallen ook binnen de creatieve sector (Florida 2003). Het idee dat de creatieve sector zorgt voor economische groei en als voorbeeld moet dienen voor andere sectoren, mede doordat flexibiliteit een grote rol speelt binnen deze sector, is door beleidmarkers over de hele wereld overgenomen. Wat hierbij vaak over het hoofd gezien wordt is dat de flexibiliteit zorgt voor precaire arbeidsomstandigheden. Het werk is vaak gebaseerd op opzichzelfstaande, losse klussen. Werknemers weten dan niet wanneer en voor hoe lang er werk voor ze zal zijn. Dit kan het logische narratief wat mensen van hun carrière willen maken onderbreken.

Een van de manieren waarop het individu betekenis geeft aan zijn of haar leven is door levensverhalen te construeren en internaliseren (McAdams 2011: 15). Voor velen is een carrière een belangrijk onderdeel van het levensverhaal. We hebben de behoefte om van het narratief van onze carrière een logisch verhaal te kunnen maken. Moderniteit en de flexibele arbeidsmarkt maken dit moeilijk. Werkloosheid of onzekerheid over het hebben van werk in de toekomst onderbreken de lineair oplopende, logische verhaallijn die we graag van onze carrière willen maken. Moderniteit en de flexibele arbeidsmarkt richten zich op doelen die binnen een korte termijn realiseerbaar moeten zijn. Dit staat haaks op de manier waarop een individu een carrière opbouwt. Het individu stelt zich, misschien al tijdens de studie of zelfs al op de middelbare school, bepaalde doelen voor betreffende zijn of haar carrière, die gericht zijn op de lange termijn. De flexibele arbeidsmarkt maakt het moeilijk om op een logische manier naar deze doelen toe te werken.

Marion von Osten stelt echter dat mensen ook bewust kunnen kiezen voor precaire

Dit zagen we bijvoorbeeld bij Floris, die zich absoluut niet voor langere tijd aan één bedrijf wil binden om ruimte over te kunnen houden voor zijn eigen projecten. Bij Jasper zagen wie iets soortgelijks. Hij is voor zichzelf begonnen om de moeilijke omstandigheden op de arbeidsmarkt te ‘omzeilen’.

Volgens Judith Butler is het leven altijd een precaire aangelegenheid omdat we altijd afhankelijk zijn van de ‘ander’, de sociale wereld om ons heen, om te overleven (Butler 2012). Omdat deze wereld onvoorspelbaar kan zijn bestaat er altijd onzekerheid over de toekomst.

Ik denk dat werk een van de manieren is waarop het individu de onzekerheid over de toekomst zoveel mogelijk probeert in te perken. Ons leven wordt minder precair als we een bepaalde zekerheid hebben dat er elke maand salaris op onze rekening wordt gestort. De flexibele arbeidsmarkt neemt deze zekerheid weg.

Een aantal van de jonge architecten die ik gesproken heb is voor zichzelf begonnen. In

sommige gevallen is dit een realisatie van een lang gekoesterde droom. In dat geval past het in het narratief van de carrière. Vaak lijkt het meer een manier om een CV op te vullen en zo meer kans te maken op het krijgen van een baan. In dat geval zou het ook een strategie kunnen zijn om het narratief van de carrière lopende te houden. Werkloosheid voldoet niet aan de verwachtingen die de architecten van zichzelf hebben en de samenleving heeft richting mensen die zijn afgestudeerd van een universitaire studie. Zelf een bedrijf beginnen kan een strategie zijn om toch enigszins aan de verwachtingen te kunnen voldoen.

Wanneer verwachtingen niet waargemaakt kunnen worden leidt dit tot gevoelens van schaamte. Deze schaamte kan tegenover zichzelf of tegenover anderen ervaren worden. De schaamte komt voort uit de angst niet toereikend genoeg te zijn in het leven.

Schaamte is een lastig onderwerp voor sociaal onderzoek. Wanneer iemand zich ergens voor schaamt, ontwijkt diegene het onderwerp. Dit is onderdeel van impressiemanagement. Het individu is constant bezig een zo goed mogelijke impressie achter te laten bij anderen. Een van de manieren dit te doen is het verbergen van de dingen waar men minder trots op is. Ik heb tijdens dit onderzoek gezien dat wanneer iemand reflecteert op een periode waarin iemand schaamte heeft gevoeld diegene hier wel over kan praten. Deze periode kan dan zelfs gebruikt worden om extra nadruk te leggen op het feit dat het allemaal is goed gekomen. Op die manier wordt de periode waarin schaamte is gevoeld gebruikt om van een verhaal een succesverhaal te maken.

Wat ik erg opvallend vond tijdens dit onderzoek is de passie die de afgestudeerden hebben voor architectuur. Je zou kunnen verwachten dat ze de architectuur de rug toe zouden keren

nu het zo moeilijk blijkt carrière te maken. Maar dat doen ze geen van allen. Ze blijven volhouden, ondanks de moeilijke omstandigheden. Ze hebben de hoop dat de situatie waar ze nu in zitten tijdelijk is, en ze wanneer de economie aantrekt wel een mooie carrière kunnen opbouwen. En misschien hebben ze daar ook wel gelijk in. Toevallig staat er op de dag dat ik dit schrijf een bericht in de Volkskrant waar in staat dat het CBS heeft berekend dat het aantal

ontwerpopdrachten in het derde kwartaal van 2013 met een derde is toegenomen14.

Een blauwdruk werd vroeger gebruikt in de bouw om technische tekeningen te kopiëren. Tegenwoordig is het alleen nog een figuurlijke uitspraak die staat voor een goed plan van aanpak. Helaas voor sommige van de jonge architecten in deze scriptie, bestaat er geen blauwdruk voor een goede carrière.

Bibliografie

Boeken en artikelen

Architectuurnota

2009-2012 Een cultuur van ontwerpen. Visie op architectuur en ruimtelijk ontwerp

Boeije, H.

2005 Analyseren in kwalitatief onderzoek. Denken en doen. Boomonderwijs.

Botton de A.

2009 Ode aan de arbeid. Londen: Hamish Hamilton.

Bryman, A.

2004 Social research methods. New York: Oxford University Press.

Butler J.

2012 Precarious Life, Vulnerability, and the Ethics of Cohabitation. Journal of

speculative philosophy. 26(2) pp. 134-151

CBS

2011 Werkgevers over de crisis, CBS

Cövers, F. Euwals, R. Grip de A,

2011 Labour Market Flexibility in the Netherlands. The role of contracts and

self-employment.CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis. Den

Haag: De Swart. Florida R.

2003 Cities and the Creative Class. City & Community 2(1) pp.3-19 Giddens, A.

1990 Modernity and Self-Identity: Self and Society in the Late Modern Age. Cambridge: Polity Press.

Gill, R. Pratt, A.

2008 In the Social Factory? Immaterial Labour, Precariousness and Cultural Work.

Goffman, E.

1959 The presentation of self in everyday life. London: the Penguin Group.

Hammersley, M. Paul. A.

1995 Ethnography. Principles in practice. London and New York: Routledge

Ibelings, H.

2010 The end of an era. A10. New European architecture. (33): 60-62

Leeming, D. Boyle, M.,

2004 Shame as a social phenomenon: A critical analysis of the concept of dispositional shame. Psychology and Psychotherapy: theory research and practice. (77): 375-396

McAdams, D.P.

2011 ExploringPsychologicalThemesThroughLife-

NarrativeAccounts.InJ.A.Holstein&J.F.Gubrium(Eds.),Varieties of Narrative &Analysis. Sage Publications, Inc.pp.15-32

Minesterie van Sociale Zaken

2011 Flexibele arbeid en uitstroom. Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Inspectie Werk en Inkomen.

Neilson B., Rossiter R.

2008 Precarity as a Political Concept, or, Fordism as Exception. Theory, Culture &

Society 25(7)-8 pp. 51-72

Osten, von M.

2011 Unpredictable Outcomes/Unpredictable Outcasts: On Recent Debates over Creativity and the Creative Industries. In: Critique of Creativity Precarity,

Subjectivity and Resistance in the ‘Creative Industries’ Edited by Raunig, G. Ray, G.

Wuggenig, U. MGP bookgroup. UK. Peuter de G.

2011 Creative Economy and Labor Precarity: A Contested Convergence. Journal of

Raad voor Werk en Inkomen

2011 Arbeidsmarktanalyse, RWI

Sennett, R.

1998 The corrosion of character. The personal consequences of work in the new capitalism. New York: W.W. Norton & Company, Inc.

WO-monitor

Internetbronnen Cijders TU Delft http://www.tudelft.nl/studeren/bacheloropleidingen/overzicht-opleidingen/bouwkunde/studie- in-cijfers/ (01-02-2014) http://www.tudelft.nl/nl/over-tu-delft/feiten-en-cijfers/onderzoek/ (01-01-2014) Geschiedenis TU Delft http://www.tudelft.nl/over-tu-delft/geschiedenis/ (03-02-2014) Cijfers werkloosheid CBS http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71738NED&D1=22,26 &D2=a&D3=0&D4=0&D5=6,11,16,21,26,31,36,41,46,51,60,l&HD=130311- 0953&HDR=T,G1&STB=G3,G2,G4 (09-02-2014) http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71738NED&D1=22,26 &D2=0&D3=0&D4=a&D5=31,36,41,46,51,60,l&HD=130311- 0954&HDR=T,G4&STB=G2,G1,G3 (09-02-2014)

Cijfers opdrachten architecten CBS

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/financiele-zakelijke-diensten/publicaties/monitor- zakelijke-diensten/architecten-ingenieursbureaus/archief/2013/2013-k2-a.htm (09-02-2014) Rijksgebouwendienst http://www.rgd.nl/onderwerpen/themas/architectuurbeleid/architectuurnota/ (03-02-2014)

Bijlagen

Overzicht interviews

datum Geslacht Leeftijd Locatie

GERELATEERDE DOCUMENTEN