• No results found

VERANDEREN VRAAGT MOED EN VERTROUWEN

In document Bulletin WKO IN BEWEGING. In beweging (pagina 24-28)

Veranderen is moeilijk

Veranderen hoort dus bij het (gelovige) leven. Maar het gaat niet vanzelf. We hebben als mensen ook moeite met veranderen. Als je huisgenoot de kamer verbouwt terwijl jij weg bent, vind je dat niet prettig. Als er iets verandert in de kerk, met name in de eredienst, ook al is het het een kleinigheid, levert dat altijd commotie op. Veranderen ligt gevoelig, iets kleins blijkt groot te zijn.

Wat maakt veranderen zo lastig? We houden als mensen van het vertrouwde. Gewoonte, zekerheid in het leven, het geeft een basis, die helpt om voort te gaan. Iedereen wordt onrustig, als de grond onder je voeten lijkt te schuiven. Als het letterlijk gebeurt, in een aardbeving, kan er paniek ontstaan. Een mens heeft ook behoefte aan duidelijkheid, voorspelbaarheid en (emotionele) rust.

Ds. Hans van Ark vertelt vaak hoe op de eerste Pinksterdag (Handelingen 2) 3000 mensen werden toegevoegd aan de kleine groep gelovigen. Hij stelt zich voor hoe Petrus en Johannes op de avond van die dag op een bankje zitten, diep zuchten en zeggen: ‘Het wordt nooit meer hetzelfde.’ Natuurlijk, er is grote vreugde.

Tegelijk kan ook een heel positieve, vreugdevolle verandering moeite geven.

De geschiedenis van een mensenleven of organisatie speelt ook een rol in veranderingsprocessen. Als iemand al veel veranderingen achter de rug heeft, kan er niet veel meer bij. Zo sprak een ouderling: ‘Ik heb al zoveel ingeleverd, zoveel veranderingen meegemaakt in de kerk,

niet nóg meer alsjeblieft, dan is het mijn kerk niet meer’.

Als mensen zich niet meer herkennen in de voorgestelde veranderingen, gaat er ook iets mis. Soms zijn er

gevoeligheden in de geschiedenis die worden getriggerd door een voorgestelde verandering. ‘Dat hebben we eerder bij de hand gehad, alsjeblieft, niet wéér!’

Omgaan met veranderingen

Sommige veranderingen zijn onontkoombaar. Ze hangen samen met het leven zelf. Ouder worden bijvoorbeeld.

Dat geldt ook in een kerk. Een kerkgebouw slijt. Er is onderhoud nodig. Veel kerken vergrijzen, er is krimp.

Dat is een verandering die je niet zomaar stopt. Tegelijk is waar, dat je met het oog op de toekomst na kunt denken over vernieuwing, van je kerkgebouw en van je kerkgemeenschap. Hoe voldoen we aan de eisen van de tijd? Is het mogelijk het tij te keren? Kan het ook anders? Dan gaat het om nieuwe wegen zoeken, die veranderingen met zich meebrengen. Dat roept hoe dan ook reacties op, emoties en bezwaren.

Zorgvuldig met elkaar omgaan

Hoe gaan we op een verstandige, wijze manier om met die veranderingen? Daar zijn vele boeken over geschreven, vol tips en wetenswaardigheden. De belangrijkste tip is wellicht wel: houdt rekening met mensen. Luister. Ga zorgvuldig met elkaar om en neem geen beslissingen over de hoofden van mensen heen. Dat klinkt simpel, maar is het lang niet altijd. Het betekent dat je de tijd neemt. Het betekent dat je mensen met bezwaren niet ziet als mensen die dwarsliggen of zeuren, maar als mensen die misschien wel een punt hebben.

Niet iedere verandering is een verbetering, immers. Soms zijn bezwaren reëel. Ze kunnen ook helpen een genomen besluit te verbeteren of helemaal niet te nemen.

En-en durven zeggen

Rekening houden met mensen, met hun bezwaren en emoties, is dus belangrijk. Luisteren en goed communi- ceren hoort daarbij. Soms lijken partijen pal tegenover elkaar te staan omdat ze tegengestelde belangen hebben.

De één wil meer geld voor missionaire en diaconale activiteiten en kerkvernieuwing, de ander wijst erop dat het dak van de kerk moet worden hersteld en dat de dominee ook betaald moet worden. Voor je het weet staan beide stemmen tegenover elkaar,

ontstaan er partijen in de kerkenraad en een

conflictueuze sfeer. De idealisten tegenover de realisten, de veranderaars tegenover de mensen die altijd maar op de rem trappen. Dan kan het helpen om béiden gelijk te geven. Ze hebben immers beide een punt. Geef als gespreksleider of voorzitter dat gelijk royaal toe, ook al voel je je wellicht meer thuis bij een van beide.

Als mensen zo het gevoel krijgen dat hen recht wordt gedaan, kan er ook bereidheid groeien om te zoeken naar een creatieve oplossing, wat iets anders is dan een slap compromis. In de kerk zeggen we te vaak of-of. Maak er eens en-en van en durf het aan om de spanning die dat geeft uit te houden. Dan heb je kans dat er construc-tiever gezocht wordt en er een kwalitatief betere en gedragen verandering groeit en mogelijk wordt.

Besluiten

Uiteindelijk zullen er besluiten moeten vallen. Goede communicatie is dan opnieuw belangrijk, zeker voor de mensen die het er niet mee eens zijn. Vaak lukt het dan prima om samen verder te gaan, soms wordt dat moeilijk.

Hoewel iedereen begrijpt dat je niet iedereen tevreden stellen, kunnen er situaties zijn waarin mensen afhaken.

Dat geldt vooral als het gaat om besluiten waarbij geen compromis mogelijk of wenselijk is. Gevoelige besluiten rond het toelaten van kinderen aan het avondmaal en het zegenen van homohuwelijken raken mensen diep. Je kunt zo’n besluit niet half of een beetje nemen. De emoties kunnen dan hoog oplopen. Soms kondigen mensen aan dat ze de kerk zullen verlaten, als dit of dat wordt besloten. Daar schrikken we van. Terecht. Tegelijk kunnen we ons beleid niet laten bepalen door dreigementen. Een dreigement komt voort uit een combinatie van boosheid, pijn en vooral onmacht. Lukt het om daarover in gesprek te zijn? Een (voorgenomen) besluit te bespreken en de emoties erover te horen? Soms gaat dat niet (meer).

Mensen voelen zich in de steek gelaten, niet serieus genomen, verdrietig en boos over de kerk die in hun ogen dwaalt. Soms vertrekken ze inderdaad naar elders.

Dat is pijnlijk, maar kan onontkoombaar zijn.

De lieve vrede

We proberen het in de kerk altijd zo lang mogelijk met elkaar uit te houden. De vrede en de rust en de verbinding staan hoog op de agenda. Conflicten zijn bedreigend. Boosheid wordt bezworen. Zo’n houding is

te begrijpen en deels te prijzen, want in onze samenleving wordt al genoeg in bubbels geleefd, zonder verbinding, zonder echt gesprek.

‘Mensen verketteren elkaar en zoeken elkaar niet meer.

Laat de kerk dan een plek zijn waar we het lang met elkaar uithouden, volhardend het gesprek zoeken, besluiten wegen en rekening houden met minderheden.’

Geen simpel ‘de helft plus één’, wat overigens ook in de democratie niet het enige principe hoort te zijn. Tegelijk kan het ook zijn, dat ‘de lieve vrede’ zó lief gevonden wordt, dat we het gesprek gaan mijden, dat we lastige kwesties uit de weg gaan en niet meer durven te spreken over wat ons drijft, laat staan over vernieuwing en verandering. ‘Laten we het maar niet gaan hebben over wat we geloven, dan krijgen we ruzie’ merkt een kerkenraadslid op. ‘Dan gaat het dus nergens meer over’

antwoordt een ander. ;Kunnen we onszelf oefenen het gesprek tóch te voeren zonder elkaar te oordelen?

Gesprekken over verandering en vernieuwing vragen moed. Moed om iets aan de orde te stellen, moed om kritiek onder ogen te zien, om te luisteren naar de ideeën, om stappen te zetten, om te proberen én om te falen.

Falen mag

Ruimte voor fouten: mag iets mislukken? Een mislukt experiment is ook geslaagd: je hebt dan geleerd wat er niet werkt. Leggen we dan het moede hoofd in de schoot of staan we op en proberen het opnieuw, maar dan anders? Kunnen we ook terug komen op een besluit of mening? ‘Sorry, dat zag ik niet goed, dat heb ik niet goed gedaan, verkeerd gecommuniceerd?’ Als we in de kerk zeggen te leven van genade en vergeving, geldt dat ook in de manier waarop we elkaar zien, ontmoeten en telkens opnieuw zoeken.

‘Een kerk in Engeland heeft in zijn mission statement de zin opgenomen: ‘if we fail, we try again’1. We zijn ons bewust van ons tekort. We zijn zoekende mensen, die soms de verkeerde afslag nemen, maar we kunnen altijd weer opnieuw beginnen.

1Zie www.sjp.org.uk

Ontspannen

Leven van genade ontspant. We hoeven het niet allemaal uit onszelf te halen, we redden de kerk niet en de wereld al helemaal niet. Dat heeft Iemand anders al gedaan.

We worden door diezelfde genade wel gedreven om in het spoor van Gods nieuwe wereld, Zijn Koninkrijk te zoeken naar groei en nieuwe wegen. De kerk leeft in een tijd van grote veranderingen. Wat stabiel was, is het niet meer. Er zijn verschuivingen gaande. Er is krimp, er zijn vernieuwende initiatieven, de rol van de kerk verandert, de manier waarop de kerk zich organiseert ook. Dat biedt veel uitdagingen, maar kan ook beangstigen. Fried-man spreekt in zijn boeken over ‘ontspannen aanwezig zijn’, juist ook als voorgangers en als kerkenraad2. Het loopt niet zomaar uit de hand. God is er ook nog.

Rol van gebed

Ontspannen aanwezig zijn kan alleen als we ons geestelijk laten voeden. Al snel schieten kerkmensen in de actie-stand. Werk aan de winkel, handen uit de mouwen. ‘Wij zijn doeners’ hoor ik vaak. Dat is mooi. Het leidt tot veel (diaconale) inzet. Het kan ook leiden tot uitputting. Te-veel activiteit, te weinig vrijwilligers. Mensen raken moe en soms bitter. Dan is er weinig kans op nieuw elan. Een pas op de plaats en maatregelen tegen ver-véling (een uitdrukking van Sake Stoppels over de neiging steeds méér te doen) zijn dan nodig3. Handen uit de mouwen én je handen vouwen of juist openen: wat schenkt God ons, wat komt op ons toe? Wat doen we van daaruit, wat ook niet? En waarom ook al weer? Wat is onze Bron, waarom

zijn we samen kerk, wat zouden we missen als de kerk er niet was? Vergaderen is prima, maar knielen we ook?

Veel kerkenraden maken meer werk van de opening of ze sluiten af in een kring rond de Avondmaalstafel. Ze oefenen zich in een kringgebed. Ze lezen samen de bijbel en wisselen uit wat hen raakt in de teksten. Vanuit die concentratie ga je anders vergaderen. Er groeit een basis van waaruit je samen zoekt en werkt en richting geeft.

De kerkenraad is er om de gemeente te bepalen bij het heil, zegt de kerkorde van de Protestantse Kerk. Dat dus. Wat is heil voor ons en hoe helpen we onze ge-meenteleden om daar mee bezig te zijn en in te groeien, zodat zij ook anderen kunnen helpen op hun zoektocht naar (de zin van) het leven? Dat is de diepste concen-tratie van waaruit allerlei agendapunten worden bekeken en van waaruit vernieuwen en veranderen geen angst hoeft aan te jagen. Je ziet het soms bij oudere mensen:

ze staan open voor allerlei nieuwe ideeën, luisteren naar jongere generaties, zijn benieuwd, juist omdat ze weten wie ze zijn en omdat hun anker vast ligt4.

Ds. Nynke Dijkstra-Algra is als theologisch beleidssecretaris werkzaam in de Protestantse Kerk, daarnaast houdt zij zich bezig met missionair werk en coördineert zij de opleiding missionaire specialisatie voor predikanten en kerkelijk werkers.

2Edwin H. Friedman, Van geslacht tot geslacht, Ekklesia 1999

3Sake Stoppels, Voor de verandering, Boekencentrum 2009

4 De uitdrukking komt uit Hebreeën 6:19,20: hoop als anker voor de ziel. Youth for Christ vertaalde dat in het motto: anchored to the Rock, geared to the times. Als je anker vastligt in Christus, kun je soepel meebewegen met de tijd.

Situatieschets

Op de toekomst voorbereid, besloot de nieuwe protes-tantse gemeente tien jaar geleden te gaan kerken in de kleinste kerk van de twee kerken. Twee kerkgebouwen met ieder een eigen sfeer en eigen mogelijkheden. De grotere kerk bleef eigendom van de gemeente en werd na een ingrijpende verbouwing heringericht en gebruikt als multifunctioneel centrum waar concerten, uitvaarten en familiefeesten plaatsvinden. Een stichtingsbestuur verhuurt, organiseert en voert met vrijwilligers activiteiten uit. De kerk wordt ook gebruikt voor kerkdiensten waarin meer mensen verwacht worden zoals de laatste zondag van het kerkelijk jaar, kerkelijke feestdagen, doopdiensten, startzondag, jeugddiensten en oecumenische vieringen. Het verlangen is om vanuit deze plek nieuwe verbindingen te leggen met dorpsgenoten en het gebouw als laagdrempelige diaconaal – missionaire plek in te richten. Op het dorp verdwijnen steeds meer ontmoetingsplekken. De situatie komt de laatste tijd opnieuw onder druk te staan als er keuzes gemaakt moeten worden over de toekomst van de gemeente.

Krimp en kramp

Kerkenraadsgesprekken gaan steeds meer over krimpende middelen (gebouwen, financiën en mens-kracht) en worden belast met zorgen.

De gebouwenkwestie gaat opnieuw spelen als blijkt dat er de komende jaren grote investeringen nodig zijn in onderhoud van de grotere kerk. Hoe leiding te geven aan het leven en werken van de gemeente? Wat laten we achter voor de toekomst? Hoe ziet de kerk er over 10 jaar uit en voor wie? Investeren in mensen of in stenen?

De vragen ballen zich samen rond de gebouwen. Moet er een gebouw afgestoten worden, ja of nee? Tegengestelde

In document Bulletin WKO IN BEWEGING. In beweging (pagina 24-28)