• No results found

(IK:

( o ik zou de schuld willen dragen

( ik zou door het dolle heen de schuld van allen willen dragen

Ah Signore

mon capitaine d'amore kappimetenen de lopis amore Ik me loop de vapore kapitäne!! KAPITÄNE

Morti me bene... O BENE ME BENE ME DICTE C'est d'amour que je disse me dicte me domine!

C'est de mort que je glisse mes doigts de couteau dans mon coeur! Ah Signore!

TONERRE de WETTER de DONNER O BENE ME DICTE ME DONNER Ik wil wel me dood

Ik wil wel me dood me de liefde Ik wil wel de liefde de dood

Ik wil me alleen wel van liefde o dood Ah signore!

Ah monocle de capitaine Generale generale me pardone

Pardonezza! Niente! Niente!

... ach kinderen ik weet wel dat ik nooit de gangen ga op mijn tenen, maar vanavond

zal het niet gehoord worden... gebundene Hände... ik weet wel het mag niet... das ist

ja das Ende... de wijn ik weet wel het mag niet... niemahls das Ende... de wijn maakt

vele gangen licht, lieve Goolgraag... ja je steelt wel... ik weet wel je steelt wel...

iedereen steelt wel eens... en 't is je vergeven wat mij besteelt omdat ik het me zelf

ook altijd besteel... en wat je me heelt is nooit tevergeefs... zoals ook de

witteboldebolleman mij nooit heeft kunnen helen... immers wat is het plezier dat

doorgaat?... en niet de zeven voze vingers... zijn zij niet hier? Wij roeren toch allen

aan ons zelf als we de ander bespreken... hier is veel van de ander besproken, beneden

in de kamer van 't Goolgraagje zelf... van de telefoon en de fles en de schuld, de

schreeuwende schuld, mijn stem zie je, de schreeuwende, die wou zingen... ik had

me de Elisabet Swarzkopf van Donna Elvira kunnen zijn als Don Giomemanni niet

het los me van 't geld was geweest... hij was een losbolletje Witteboll... o ik heb vele

zakken plat zien worden, heren! Iets voor U! Om nooit te vergeten... je weet van het

zwoele, je weet van het zwalke, je weet van de balke het hooi en de

hane en het vlakke me land van het water... het stromende water... het eeuwige water

dat van stromen naar zee nooit genoeg en dóór maar gaat en de dood niet weet en

het absolvěre niet me nodig heeft en ook wij allen de stroom van de nacht is van het

beeld dat de dag de godsgruwelijk verlaten dagen ver zwemt in het gemene dat we

niet deden om de rein te zijn maar nooit van het reinzijn geweten om het vuil dat de

darm de nacht ons de arm omgooit en de zevenvingers uit onze monden trekt en de

tongen plant lang de milt van het stroom me de stroom maar... geen gulde in de meter

de mieter de sodo bestaat van de nacht niet dames... geen gloei guldens van de

platzakken we zakken me de goot van de riool we de hart zijn me zelf door en de

goor van het lik me de veren de ho maar... geen stroom deden de daden toe die we

de gang lieten gaan om den weg te vinden van nice de colli me hoere de hoerra me

menton de vence de vengeande c'est ci ce mest za ki da moore... de moer van nachten

de stroom lang van rohône tegen in van het val mi de ponte zonder genade en de pijn

zwijn mij der bij... 't eerste kind is ook niet het geluk van de zoden geweest... o non...

nee no zij verscheen hem 't gezicht over de lakens van help ons de weiden genade

om de gave voor god wat ook weer... MEERR, MEERRR! BRRRINO ME MORE

D'AMARE de salzboer van spoor per bus over de meerkussens van neusjatel de

jura... jaja de jure maar niet van het factum... omdat de bomen geplant willen zijn...

ze zijn ook van plahwaase fee gemaakt om de maan te vluchten... o the cow... de kou

qui me jumper de mump van de moon o me mie de moed de deemoed o deus me

mee moet van where o were you monte amare en collante de collin me assen gebroken

de geit langs de weg van het melk om de dagen... ze waren van melk, liefste... en

geen sok te bekennen en monte de carlo o KAREL je kerel... je getrouwd zijn de

kerel de roet van het schoor me de steen mij mild o mild... en stop, stop mij en het

water the black waters of night... they are cold... and alone and o mia madre... I am

the fool, de roeta ma foel mie o mee mie my God gratia plena... het mag niet... als

kind niet, als grote niet... groot kind niet... we hebben van het wachten genoeg... en

ons zal de

genade zijn want wij hadden de liefde, de plurale liefde hadden wij zo... en we hadden

het geld, het godverdemijverdomde geld... ik mag het niet zeggen... we hadden de

kinderen... je kunt het niet zeggen want je hebt kinderen... wat moeten de kinderen

met het weten van de dood wie weet de dood en de moeder die weggaat is weg en

die uit zich zelf weggaat is dubbel weg... ik mag het niet zeggen, maar je wou altijd

verliezen, je speelde om te verliezen, want het verliezen stond in je ogen op deze

wereld... ik was me voor jou zo bang en later voor jou zo bang en de kinderen zo

bang... ik was als een kind zo bang... O GOD IK BEN ALS EEN KIND ZO BANG

WANT IK WEET NIET... ik kan het niet weten... we konden het nooit weten...

waarvandaan kunnen wij mensen weten als niemand iets zegt, als niemand aanwezig

is... o die dachten dat het weten van god was... o die dat dachten... en god was er niet

en god was er wel en wij zouden er geweest zijn als god er niet was geweest... mijn

hersenen o my Lord... mijn hersenen... de kachel is uit... ja Karel ik maak hem al

aan... en vis is zo lekker... ja Karel ik koop het wel... geef me 't geld... GELD, geel

geld wil ik hebben... waren wij maar de kinderen gebleven van Collioure en voor de

gracht en het gebit, het eeuwige gebit dat ons zou kouwen... die de goden liefhebben

verstoffen ze tot zij wederkeren... ik zal wederkeren... kinderen vergeef mij, mijn

man mij vergeef mij IK ZAL WEDERKEREN... voor hem, voor jullie voor allemaal...

maar de IK-ander... de meduse van nu gaat sterven, gaat voorgoed weg van de natuur

en ik zal het nooit meer horen en nooit meer zien... we hadden destijds toen menton

gelijk in het nizza van toen, maar de hollandse kolonie die wel zei zij zullen elkaar

houden... we zouden elkaar altijd houden... als jij verdomme me hier en daar niet dat

spel had gespeeld... was ik niet spannend genoeg?.... ik heb hem nooit genoeg kunnen

zijn... ik had hem toch mij helemaal en meer van mij willen zijn en het geven en

vreten te over mijzelf gegeven om hem... ach... ik...

- Hier jongen rook nog een cigaret, een lekker... ik...

- Gooi een raam open maa... eindelijk wat frisse lucht.

- Goed kind..., een raam open, frisse lucht ja... stikken doen we...

... de deuren dicht, de ramen dicht, de gordijnen dicht, papier tussen deuren en

drempels, de sleutelgaten dicht, de keuken... ja de keuken... alles potdicht en de kraan

open en een slang en dan in de mond en nog vijf minuten... nog vijf minuten... vijf

minuten langzaam wegdrijven en dan slapen en lethe me daar van het slapen de dood

zijn en hij niet de schuld... hij de brief... ik heb de brief... ook voor de kinderen... hij

had wel meer van mij mogen houden... pardonezza! Me PARDONE O MADRE O

PADRE O GOD MY LORD HAS THINE MERCY UPON ME...

- Als je moeder nou liever niet wil