• No results found

4 INZET 2018-2021 PER ONDERDEEL VAN AAGG

) VBin het model

4 INZET 2018-2021 PER ONDERDEEL VAN AAGG

Het AAGG regenboogmodel10 is aangepast voor de nieuwe programmaperiode: het onderdeel gezonde omgeving wordt aangevuld met geen ongezonde omgeving (werknaam: (géén on)gezonde omgeving), de jongerenaanpak krijgt een plek in het model en de aanpak Kinderen op het speciaal onderwijs is toegevoegd

JoGG (Nationaal)

Bron: Dahlgren and Whitehead 1991.

Bewerking: AAGG

In de jaarlijkse uitvoeringsplannen AAGG wordt gedetailleerd uitgewerkt en voorgelegd aan het bestuur wat de inspanningen per onderdeel van de aanpak voor dat jaar behelzen. De uitvoeringsplannen zijn evenals andere producten terug te vinden op www.zoblijvenwijgezond. In dit hoofdstuk gaan we globaal in op de opgave van de verschillende AAGG-onderdelen.

10 Het regenboogmodel van Dahlgren en Whitehead (1991) helpt in het zoeken naar antwoorden op wat is de reikwijdte van handelen en wat is de invloedssfeer van de gemeente Amsterdam? Daarnaast is het model ook belangrijk als het gaat om het opzetten van een effectieve aanpak, dus niet alleen hoe en waar de gemeente invloed op kan hebben, maar ook hoe

gezond-4.1 Jongerenaanpak

Dit is het ‘nieuwste’ onderdeel van de aanpak:

de inzet op de doelgroep laagopgeleide jongeren van 12-18 jaar uit risicogroepen. Dit onderdeel is de afgelopen tijd voorbereid, vanaf 2018 gaan we vol ook op deze doelgroep inzetten.

• Grote uitdaging want lastig om tij te keren vanwege:

- hoogste percentage overgewicht/obesitas:

ruim 1 op 5 met og/ob, 10.ooo jongeren - de beperkte mate van invloed die je kunt

hebben bij deze leeftijdsgroep,

- en het vaak lage opleidingsniveau/lage SES - en culturele achtergrond

• Aanpak ontwikkeld en in ontwikkeling met jongeren zelf en iedereen rondom de jongeren - Preventie én zorgketen

- Sport(stimulering) is een belangrijke partner:

Toename van aantal VO scholen die deel-nemen aan Topscore (Fit); laagdrempeliger beweegaanbod organiseren in de buurt (bijv.

sportinstuif op buurthuizen, beweegclubjes, etc); gezonde (sport)kantines op verenigingen/

locaties waar veel jongeren komen - Een gezonde schoolomgeving binnen én

buiten de school: Toename van aantal VMBO scholen die als Gezonde School actief zijn op de vignetten bewegen en gezonde voeding;

e/o activiteiten op middelbare scholen waar-door leerlingen bewuster worden en gestimu-leerd om gezonder te leven (bijv. bewegend leren in de klas); alle snack/frisdrank- automaten de school uit; gezonde school-kantines; samen met RvE economie zoeken naar mogelijkheden om snoep/snackkarren voor schoolpleinen niet meer toe te staan; zo min mogelijk verkooppunten van ongezond voedsel rondom scholen; samenwerking met supermarkten in de buurt van school (bijv.

winkelcoaches, gezonder pauze-aanbod, etc)

- Bewegend naar school (met de fets, halte eerder uitstappen, etc)

- Buurtgericht aan de slag met jongerenwerk (en buurtaanpak AAGG): Zorgen dat jongeren goed worden ondersteund in de wijk door professionals en sleutelfguren in de buurt, deze (meestal) volwassenen toerusten voor die ondersteuning

- Professionals (en vrijwilligers) die met jongeren werken trainen t.a.v. gezonde leefstijl en zo excellent worden (leerlijnen ontwikkelen voor jongerenwerkers, topscore trainers, Ouder- en KindAdviseurs, etc) - Voorlichting en bewustwording via bewuste

en onbewuste gedragsbeïnvloeding: jongeren

‘nudgen’ om gezondere keuzes te maken (niet genoeg om alleen op bewustwording in te zetten, het moet ook ‘vanzelf’ gaan)

- aanbodversterking en goedwerkende keten:

Goede overdracht PO naar VO; Minder no-show van jongeren (nu 30%) contact- momenten door JGZ; kwalitatief goed en passend aanbod; Goede nazorg voor jongeren die uitstromen uit een curatieve leefstijlinterventie (bijv. keten richting sport verbeteren, o.a. door warme overdracht interventie-sportclub)

- Digitale voorzieningen beter ontsluiten zodat meer jongeren het kennen en het benutten (bijv. jouwggd, digitaal leef- en actieplan, etc) - Inzet van rolmodellen en ‘infuencers’ (ofwel,

de mensen van wie jongeren makkelijker wat aannemen dan van de overheid of volwassenen)

• EN: onderzocht, vooral ook met jongeren zelf (participatief onderzoek), wat werkt: Campagne!

(voor het eerst in de geschiedenis van AAGG een publiekscampagne).

- Maar dan wel op z’n ‘jongerens’

- Online en offine campagne “Goed Bezig”

voor bewustwording én handvatten t.a.v.

gezondere leefstijl

4.2 Aanpak kinderen op het speciaal onderwijs

In de zomer van 2017 is een convenant afgesloten met zes van de zeven schoolbesturen11 van de Amsterdamse speciaal onderwijs scholen in Amsterdam om de doelstellingen en vuistregels van AAGG ook hier in te bedden.

Overgewicht en obesitas komen relatief vaker voor bij kinderen in het speciaal onderwijs dan bij hun leeftijdsgenoten in het reguliere onderwijs. Op sommige SO scholen gaat het zelfs om meer dan de helft van de kinderen. Omdat de problematiek van de kinderen zo groot en divers van aard is, is een generieke (scholen)aanpak niet geschikt. Samen met de scholen en zorgpartners kijken we hoe we maatwerk kunnen leveren.

• Uitvoeren afspraken in convenant

• Doel: alle S.O. scholen zijn AAGG-proof

• Dit is géén onderdeel van scholenaanpak AAGG

• Team van implementatiemanager (ketenaanpak), Jump-in adviseur en adviseur Sportstimulering

gaan S.O. scholen ondersteunen bij invoeren AAGG: fase 1 inventarisatie, fase 2 vaststellen wat nodig is wat te doen, fase 3 doen

• Jump-in adviseur ondersteunt scholen waar nodig bij implementeren Jump-in Gezonde School doelen

• Adviseur sportstimulering helpt scholen bij het herijken en versterken van het (naschools)sport- en beweegaanbod

• Implementatie basismodel ketenaanpak:

effectieve signalering en doorverwijzing van kinderen als dat nodig is naar preventieve en curatieve interventies die binnen of buiten de school plaatsvinden.

• Werkwijze met/rol van een centrale zorgverlener uitbreiden samen met het speciaal onderwijs en aansluiten op de bestaande zorgstructuur

• Ondersteuning bieden bij, indien nodig, de ontwikkeling van specifeke materialen en interventies

4.3 Buurtaanpak AAGG

Overgewicht is ongelijk verdeeld over de stad; met name in buurten waar relatief veel mensen met een lage sociaaleconomische status wonen, komt over-gewicht vaker voor. Vanuit de aanpak Gezond Gewicht richten we ons vooral op de zwaarste buurten van de stad. Vanuit een gebiedsgerichte insteek leggen de lokale buurtmanagers in deze focusbuurten slimme verbindingen tussen het stede-lijke programma en de buurt en lokale communities.

Aansluiten bij de energie in de buurt, vooral die van betrokken bewoners, is het belangrijkste ingrediënt van de buurtaanpak. Naast interne samenwerking, betrekken de buurtmanagers daarom vooral de buurt zelf: buurtinstanties, zelforganisaties, sport-clubs, scholen, professionals, ondernemers en bewoners. Samen zorgen zij voor gezonder gedrag in een gezondere buurt.

In de buurtaanpak worden actieve bewoners, middenstand, buurtorganisaties (waaronder zelf-organisaties en religieuze zelf-organisaties) en andere partijen betrokken. Doel van de buurtaanpak is om te zorgen dat de gezonde keuze in de buurt de makkelijke keuze is en de buurt optimaal bijdraagt aan een gezond gewicht van de jeugd. In essentie is de buurtaanpak gericht op het aanspreken en be-nutten van de lokale ‘community’. Dit wordt gedaan door het ontwikkelen van een community aanpak, als onderdeel van de overkoepelende buurtaanpak.

Een geslaagde community-aanpak leunt op een brede en breed gedragen bewustwording in de buurt en weet het probleem samen met professionals, over-heid, ondernemers, kinderen en hun opvoeders aan te pakken. Om dit proces goed te stroomlijnen maakt elke buurt een buurtuitvoeringsprogramma waarin de stedelijke doelen lokaal vertaald en gekoppeld worden aan concrete inspanningen in de buurt. Deze inspanningen zijn met name gericht op community-vorming waarbij het betrekken van mensen in de omgeving van het kind centraal staat.

Belangrijk is dat gezond gewicht een belangrijk thema wordt en blijft op de agenda van etnisch culturele zelforganisaties, sleutelfguren en inter-mediaire groepen en zij zelf gezond gewicht gaan bevorderen binnen hun gemeenschappen.

• Buurtaanpak verstevigen en substantieel versterken door:

- Vertaling en concretisering van hoofdstuk 3

‘Vrijblijvendheid Voorbij’ in buurtprogramma’s AAGG

- Helder benoemen en deelbaar maken wat de werkwijze Buurtaanpak AAGG inhoudt, wat in elke buurten hetzelfde is, wat varieert, waar de ruimte zit

- Stadsdelen: herbekrachtigen vereiste inzet van buurtmanagers vanuit stadsdeel en van buurtaanpak in de 11 buurten + gezondheid structureel plek in gebiedsanalyses, -agenda’s en -plannen

- In de dagelijkse uitvoeringspraktijk worden de vuistregels en uitgangspunten door stads-delen meegenomen en toegepast, ook als het geen AAGG activiteiten betreft

- Roadshows bewegen: elke AAGG-buurt komt aan de beurt; 2 a 3 per jaar

- Aansluiten bij traject vanuit/opgave van sport

‘sport- en beweeg inclusief ontwikkelen’

• Kijkend naar cijfers buurten:

- Zuidoost in alle opzichten onder aan de gezondheidslijstjes plus verschil met de rest is gróót (van zowel kinderen als volwassenen).

De problematiek in Zuidoost is zeer weer-barstig, met name via de community-aanpak worden wel veelbelovende stappen/jes gezet, maar die zien we nog niet terug in de cijfers.

En het zetten van die stappen kost veel tijd en inzet, (nog) meer dan in andere AAGG-stads-delen.

• Versterken van de inzet op de AAGG buurt-aanpak in het bijzonder en op gezondheid in het algemeen is daarom nodig.

• Nu gaat er veel aandacht naar de groep Ghanese Amsterdammers; In de nieuwe programma periode moet de verbreding naar andere groepen (met name de groep Surinaamse Amsterdammers) gemaakt worden. Meer mensen moeten bereikt worden, meer ‘zwerm’ gemaakt.

• Het blijkt erg moeilijk te zijn om de 20 tot 40-jarigen te betrekken (de ouders dus); in de nieuwe programmaperiode zal hier sterker op ingezet moeten gaan worden.

• Extra aandacht voor alleenstaande moeders - Oost: De meest recente cijfers laten zien dat

het met het verminderen van overgewicht en obesitas en gezonde leefstijl in de Indische Buurt erg goed gaat maar dat Oud-Oost achteruit gaat. In het bijzonder de Ooster-parkbuurt – nu nog geen AAGG-buurt- : De situatie is daar slechter dan in de Transvaal- en Dapperbuurt. Dat is aanleiding om heel Oud-Oost als AAGG buurt aan te wijzen

• ‘Vrijwillige’ AAGG buurten: De vijf stadsdelen en de daarin liggende elf AAGG buurten zijn feitelijk door het College aangewezen als AAGG buurt vanwege de grote opgave. Sinds medio 2017 heeft stadsdeel Zuid de Diamant- en IJsselbuurt aangewezen als buurt waar AAGG ook zeer gewenst is, budget uitgetrokken en een buurt-manager AAGG aangesteld. Dit is een bijzondere en zeker ook een welkome, toe te juichen ont-wikkeling gelet op het percentage kinderen met overgewicht en obesitas in deze buurt.

• Uitgangspunt in de stad is dat voor elke AAGG buurtaanpak geldt dat de AAGG kaders en AAGG boodschap stedelijk bepaald worden met daarbinnen een grote vrijheid voor stadsdelen voor een ‘eigen’ buurtaanpak. Maatwerk, het maken en pakken van kansen en buurt-specifeke inzet zijn daarbij leidende principes. De andere onderdelen van AAGG ondersteunen de buurt-managers en de stadsdelen bij hun buurtaanpak, met advies en vooral via inzet. Voor ‘vrijwillige’

buurten fungeert AAGG naast kader als help-desk. De buurten die door het College als AAGG buurt aangewezen zijn, hebben recht op een jaarlijks vast te stellen extra uitvoeringsbudget en op de jaarlijks af te spreken en daarmee gegarandeerde inzet vanuit andere AAGG onderdelen.

4.4 Aanpak Armoede - AAGG

De directe relatie tussen armoede en ongezondheid is evident en wetenschappelijk aangetoond. Ieder positief resultaat in de strijd tegen armoede draagt soms direct, vaak indirect, bij aan een gezondere leefstijl. Andersom is ook waar: gezondere mensen maken minder kans om in armoede te komen of te blijven dan ongezondere. Arme kinderen hebben een grotere kans op ongezond gewicht. Er is een sterke relatie tussen gezondheid en overgewicht en armoede. Samen met Armoede voert AAGG een deelprogramma ‘verminderen ongezonde armoede’.

Hierbij zijn een aantal verbindingen gelegd tussen AAGG en Armoede met als doel: meer kinderen uit arme huishouden s hebben en houden een gezond gewicht12 .

• Minder arme kinderen met overgewicht en obesitas: de signifcante daling van het BMI juist bij kinderen uit (zeer) lage SES groepen is in (inter)nationaal opzicht bijzonder; juist deze kinderen blijven prioritaire doelgroep van AAGG

• AAGG + WPI: het deelprogramma AAGG- Armoede van de afgelopen tijd was succesvol en wordt versterkt; Nog meer verbindingen maken tussen Armoede en het AAGG om:

- vanuit de initiatieven van Armoedebestrijding gezond gedrag te stimuleren of te ondersteunen.

- binnen de AAGG interventies en instrumenten van Armoedebestrijding gerichter inzetten en het bereik van armoedevoorzieningen vergroten

• Naast de samenwerking met Armoede, RVE Inkomen, meer verbindingen te leggen met Participatie o.a. met Activering;

• Cursussen Gezond Kopen Gezond Koken:

Afgelopen jaar hebben zo’n 200 mensen deelgenomen aan twintig cursussen Gezond Kopen en Gezond Koken: Hoe kun je met een (heel) kleine portemonnee toch gezond eten en drinken? De cursussen worden ook de komende periode aangeboden, waarbij extra aandacht uitgaat naar nóg beter aansluiten bij de ver-schillende achtergronden van de mensen uit de doelgroep.

• Pilot extra inzet JGZ op armoede is een succes.

Jeugdverpleegkundigen worden ingezet in het signaleren van problematische armoede (meedoen wordt verhinderd door armoede) en verwijzen ‘warm’ door naar armoederegelingen;

de mensen van armoede houden spreekuur op het OKT. In 2018 doorgaan met deze manier van werken, doel van GGD-JGZ is dat deze signaleren onderdeel wordt van het basispakket.

• AAGG informatiekraam tijdens de Uitgifte dagen kledingbonnen: via de kraam in rechtstreeks in gesprek met de doelgroep over hoe gezonde leefstijl, groot bereik, veel gesprekken;

• Interactief opvoedtheater over armoede en gezondheidsthema’s ; Succesvolle en evidence based interventie apart voor ouders én apart voor kinderen op scholen over dagelijkse opvoeddilemma’s , toegespitst op gezond opgroeien, grenzen stellen en omgaan met schaarste (armoede).

• Stadspas: Kinderen tot en met 17 jaar kunnen met een stadspas gratis of met korting sporten of voor andere gezonde activiteiten. De verschillende kanalen van de Stadspas effectiever blijven benutten ten behoeve van de doelen/vuistregels van AAGG (voeding, bewegen, slapen)

12 Niet AAGG, wel Armoede-GGD: stoppen met roken programma’s . In opdracht van Armoede en de GGD, doet het AMC onder-zoek naar stoppen met roken onder de minima. Het tegengaan van roken onder de minima wordt gezien als belangrijke maatregel om de gezondheid van de minima structureel te verbeteren. De resultaten van het onderzoek en advies op het onderzoek worden komende periode opgeleverd. Insteek is om de onderzoeksresultaten te gebruiken om een pilot te starten.

• Jeugdsportfonds: via het Jeugdsportfonds kan de contributie of benodigde sportattributen worden betaald. Inzet vanuit WPI is om sportactiviteiten te blijven stimuleren en de verbinding te blijven leggen met de AAGG, m.n.

met AAGG roadshow bewegen in de buurten.

• Gezondheidsvaardigheden binnen Taal en Ouderbetrokkenheid: Taal en Ouderbetrokken-heid zijn taallessen voor ouders op de scholen van hun kinderen om de Nederlandse Taal te verbeteren en ouderbetrokkenheid te stimuleren.

Inzet is om aan de hand van lesstof met gezonde leefstijl als voorbeeld de taal te leren en zo ook als vanzelf gezondheidsvaardigheden te bevorderen (samen met Volwasseneneducatie RVE Participatie).

• Noodontbijt : Voor kinderen die zonder ontbijt op school komen verzorgen sommige scholen een noodontbijt. De vergoeding voor Jump in scholen die daar regelmatig mee te maken hebben wordt gecontinueerd.

• Niet AAGG, wel Armoede-GGD: stoppen met roken programma’s . In opdracht van Armoede en de GGD, doet het AMC onderzoek naar stoppen met roken onder de minima. Het tegen-gaan van roken onder de minima wordt gezien als belangrijke maatregel om de gezondheid van de minima structureel te verbeteren.

De resultaten van het onderzoek en advies op het onderzoek worden komende periode opgeleverd. Insteek is om de onderzoeks-resultaten te gebruiken om een pilot te starten.

4.5 Aanpak (Géén On)gezonde Omgeving

De grootstedelijke ruimtelijke omgeving van Amsterdam is een belangrijke factor voor het al dan niet makkelijk kunnen maken van een gezonde keuze door kinderen en hun opvoeders. De fysieke inrichting van de stad draagt nog niet en niet overal optimaal bij aan een actieve leefstijl van kinderen, zoals fetsen en buitenspelen. Ook de voedsel-omgeving (het geheel van voedselaanbod) in de stad draagt vaak niet bij aan een gezond voedings-patroon.

• Uitwerking, aanjagen, uitvoering van De Vrij-blijvendheid Voorbij 1!: Geen ongezonde omgeving meer! De opgave zoals verwoordt in paragraaf 3.1 valt voor een groot deel onder deze deelaanpak.

• Gezondheidsbescherming en Gezondheids-bevordering: Amsterdam haalt ongezondheid uit de leefomgeving van Amsterdamse kinderen;

In Amsterdam draagt de leefomgeving van kinderen optimaal bij aan het makkelijk maken van de gezonde(re) keuze; in Amsterdam worden kinderen gestimuleerd tot gezond (beweeg- en eet)gedrag;

• Gezond ingerichte stad is geborgd met het programma Bewegende Stad van de RvE R&D, AAGG blijft evenals de afdeling Leefomgeving van de GGD betrokken en geeft (/organiseert deskundige) inbreng vanuit de focus AAGG doelen

• Uitbouwen voedselnetwerken: OVEGA , onder-nemers voor een gezond Amsterdam, van 12 leden naar minimaal 48 (12 nieuwe per jaar)

• Voedingsindustrie lobby

• Verbinding met aan voedsel gerelateerd ge-meentelijk beleid waarbij het m.n. gaat om beleid dat een gezonde voedselomgeving en gezond voedselgedrag helpt te realiseren, ofwel gezond

• Stop op kindermarketing ongezonde producten op plekkenwaar kinderen komen; actief lid blijven van de Alliantie Stop Kindermarketing

4.6 Scholenaanpak Jump-in op P.O.

en VVE

De 8 Amsterdamse doelen voor gezonde