• No results found

Amsterdam wordt De Gezondste Stad voor Kinderen!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Amsterdam wordt De Gezondste Stad voor Kinderen!"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam wordt De Gezondste Stad voor Kinderen!

De Vrijblijvendheid Voorbij!

Deel 1

(2)
(3)

INHOUDSOPGAVE

1 Samenvatting/Inleiding 5

2 Kaders en uitgangspunten van AAGG 9

3 De Vrijblijvendheid Voorbij! 15

3.1 De Vrijblijvendheid Voorbij 1: Géén ongezonde opgroei omgeving meer in Amsterdam 15 3.2 De Vrijblijvendheid Voorbij 2: Steviger Acteren op Normeren 19 3.3 De Vrijblijvendheid Voorbij 3: AAGG als (inter)nationale inspiratie en standaard en

(inter)nationale bezoekers als ambassadeurs 20

3.4 De Vrijblijvendheid Voorbij 4: Aanscherpen (van de kwaliteit van de) uitvoering van AAGG zélf 21

4 Inzet 2018-2021 per onderdeel van AAGG 23

4.1 Jongerenaanpak 24

4.2 Aanpak kinderen op het speciaal onderwijs 25

4.3 Buurtaanpak AAGG 26

4.4 Aanpak Armoede - AAGG 28

4.5 Aanpak (Géén On)gezonde Omgeving 29

4.6 Scholenaanpak Jump-in op P.O. en VVE 30

4.7 1000 dagen aanpak 31

4.8 Aanpak Kinderen met Overgewicht en Obesitas (kmo) 32

4.9 Aanpak Excellente professionals 33

4.10 Communicatie- en Gedragsbeïnvloedingsaanpak 34

4.11 Lerende Aanpak 35

5 Financiën 37

Leeswijzer

Het Meerjarenprogramma 2018 -2021 bestaat uit twee delen: Deel 1 is het daadwerkelijke programma voor de komende jaren. In deel 2 wordt bekeken of de doelen zoals die in de eerdere meerjaren - programma ’s vastgelegd zijn behaald worden.

Dit is deel 1. In de samenvatting/inleiding worden de beoogde doelen en resultaten voor 2018 tot en met 2021 benoemd. In hoofdstuk 2 staan de kaders en uitgangspunten van AAGG, deze zijn onveranderd. Hoofdstuk 3 wordt onder het motto van deze derde fase ‘De Vrijblijvendheid Voorbij’

de aanscherping van de aanpak beschreven. In hoofdstuk 4 worden per onderdeel van de aanpak de belangrijkste opgaven, inzet en activiteiten van de komende jaren toegelicht. De onderdelen van de

(4)
(5)

1 SAMENVATTING/

INLEIDING

Het meerjarenprogramma 2018-2021 staat op de schouders van de twee eerdere meerjaren- programma’s van 2013-2014 en 2015-2018. Deze eerdere plannen geven inzicht in de aanleidingen voor het starten met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht en in het waarom, wat, hoe, waar van methodiek en opbouw van de aanpak. Beiden blijven van kracht en zijn uitgangspunt voor het onderhavige programma. Tezamen met deze twee voorgangers is het meerjarenprogramma 2018-2021 het programmatisch kader voor de voortgaande uitvoering van de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. Aanleiding voor dit nieuwe programma- plan is dat begin 2017 geconstateerd is door wet- houder en raadscommissie dat de aanpak eerder

‘uit’ het jasje van het meerjarenprogramma 2015- 2018 is ‘gegroeid’ dan verwacht en toe is aan een volgende fase. De meeste beoogde resultaten en doelen zijn gerealiseerd en de meeste aan- gekondigde activiteiten zijn uitgevoerd. Werkende weg is helder geworden dat aanscherping van ambities en van werkwijze de volgende stappen zouden moeten zijn. Wat die aanscherping inhoudt, wordt beschreven in het onderhavige uitvoerings- programma.

Het lijkt goed te gaan met het op gezonder gewicht brengen van de Amsterdamse kinderen. Er is een dalende trend van overgewicht en obesitas, vooral bij kinderen uit gezinnen met een lage sociaal- economische status. Dit laatste is een opvallend resultaat. Er is een stijgende trend in gezonde leefstijl en gedrag, wat wellicht nog belangrijker is dan het dalende BMI. Immers: structurele ver- andering van gedrag, van ongezond naar gezond, is de meest duurzame manier om overgewicht en obesitas te voorkomen en te keren.

Amsterdam heeft veel gedaan en bereikt de afgelopen jaren: denk aan stop kindermarketing ongezonde producten bij sportevenementen, ruim 500 getrainde zorg-/jeugdprofessionals, talloze actieve bewoners, meer dan 200 (getrainde!) gezondheidsambassadeurs in de buurten meer dan 25.000 kinderen zijn Jump-in kind, ruim 1200 ouders op voorscholen zijn betrokken bij AAGG activiteiten, 8 gezondheidsmarkten, 1734 eetspreekuren, ruim 1500 (ernstig) obese kinderen zijn bekend en twee- derde van hen is in zorg, 11 buurten zijn AAGG buurt, etcetera1.

Máár: is dit genoeg? En, belangrijker: blijft het ook genoeg om de maatschappelijke omwenteling die we in onze stad nastreven te realiseren?:

Gezonde leefstijl is de norm, de normaalsituatie in onze stad Ieder kind in Amsterdam heeft de

optimale condities om gezond op te groeien

Of is er meer nodig? Het antwoord is ‘Ja! We zijn zeker op de goede weg, maar er is zeker ook nog meer nodig”.

Vrijblijvendheid ten aanzien van de gezondheid van onze kinderen, in het bijzonder tot uiting komend in het gewicht, is de afgelopen jaren in Amsterdam

(6)

een heel stuk minder geworden. Zowel voor ouders, opvoeders, scholen, hulpverleners, buurtbewoners in de directe omgeving van het kind, als voor beleids- makers en uitvoerders van de gemeente en andere professionele partijen. De gedeelde en gevoelde verantwoordelijkheid van alle Amsterdammers voor de gezondheid van onze kinderen is groter geworden. Daar waar we vijf jaar geleden met zeer grote regelmaat de vraag voorgelegd kregen “waar we ons als gemeente toch mee bemoeiden, dat het gewicht en leefstijl van kinderen een zaak van de ouders was, en van de ouders alleen”, horen we dat nu vrijwel nooit meer. Het is vanzelfsprekend geworden dat de gemeente zich de (on)gezonde leefstijl van kinderen aantrekt en daar naast anderen, ouders voorop, een grote verantwoordelijkheid in heeft. Voor deze bemoeizucht is overigens ook een wettelijke basis te vinden, namelijk in de Jeugdwet, de Wet Publieke Gezondheid en b.v. het inter- nationale verdrag van de rechten van het kind.

Tegelijkertijd moeten we ook constateren dat het nog te makkelijk is in onze stad om vrijblijvend te zijn ten aanzien van de gezondheid en gezonde leefstijl van kinderen. En dat we als gemeente zelf ook nog te vaak en te makkelijk vrijblijvend kunnen zijn. Anders gezegd: we kunnen als gemeente nog sterker en steviger inzetten op het makkelijk maken om een gezonde leefstijl te krijgen en houden door de randvoorwaarden te beïnvloeden. Door zoveel als we kunnen ongezondheid uit de sociale en fysieke leefomgeving van kinderen weg te halen.

Via de domeinen en invloedssferen waar we als gemeente zelf over gaan en waardoor/mee we als gemeente de levenssfeer van onze inwoners en onze kinderen gezond kunnen beïnvloeden.

Vrijblijvendheid ten aanzien van de gezondheid en de gezonde leefstijl van onze kinderen moet nog meer dan dat het de afgelopen jaren al was een absolute ‘No Go’ worden. Dat is de maat- schappelijke opdracht voor de volgende fase van

de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht en het motto van het Meerjarenprogramma AAGG 2018- 2021 luidt dan ook:

De Vrijblijvendheid Voorbij!

Dit motto wordt vertaald in de volgende speerpunten:

1. Géén ongezonde opgroei omgeving meer in Amsterdam

2. Normerend blijven en daar nog steviger op acteren

3. AAGG als (inter)nationale standaard

4. Aanscherpen van de (uitvoering van de) Aanpak zelf

De concretisering van deze prioriteiten staat in hoofdstuk 3.

De missie en de strategie van AAGG zijn op het motto:

Missie, de ideaalsituatie:

Alle Amsterdamse Kinderen op Gezond Gewicht in 2033

en

Geen kind groeit meer ongezond op in Amsterdam

• Lange adem: het duurt een generatie!

(7)

Visie:

Gezond gewicht is een gezamenlijke verant- woordelijkheid en de gezonde keuze is de normale keuze

• Iedereen is nodig: It takes a village to raise a child

De belangrijkste risicofactoren voor overgewicht en obesitas van kinderen en een ongezonde leefstijl zijn: opgroeien in een gezin waar weinig geld is, niet-westerse afkomst, laagopgeleide ouders en opgroeien in een grote stad2.

Strategie:

Gezonder gedrag in een gezondere omgeving Ongezondheid in de leefomgeving van kinderen weghalen

• Overgewicht en obesitas van kinderen is een

‘wicked’, complex probleem

• En kan daarom alleen bestreden, voorkomen en gekeerd worden met een integrale, context- based multidisciplinaire aanpak waarbij ingezet wordt op alle verschillende factoren die een rol spelen in het leven van een kind

ER-doelen

3

:

2022 – de halve marathon-missie: Amsterdamse jeugd van 0-10 jaar op gezond gewicht

Maatschappelijk effect dat in deze periode extra, bovenop de resultaten van 20184, bereikt moet worden:

1. De zwaarste buurten zijn opnieuw lichter geworden: het gemiddelde gewicht van de kinderen die woonachtig zijn in deze buurten wijkt niet meer dan 5% in negatieve zin af van het stedelijk gemiddelde

2. Het BMI van Amsterdamse kinderen van 0-10 jaar wijkt niet meer dan 5% in negatieve zin af van het nationaal gemiddelde

Beoogde doelen en resultaten 2018 tot en met 2021

Doel: Meer kinderen op gezond gewicht):

1. Alle VVE’s en kinderdagverblijven in Amsterdam voldoen aan de AAGG vuistregels en normen 2. Alle Speciaal Onderwijs scholen voldoen aan de

AAGG vuistregels en normen

3. Alle scholen waar het BMI van kinderen boven het landelijk gemiddelde ligt, hebben aanbod tot ondersteuning van Jump-in gekregen e/o door- lopen

4. In de AAGG buurten wordt ten minste 20% van de doelgroepen en hun ouders bereikt via de buurtaanpak e/o andere AAGG interventies 5. Alle nieuwe (her)ontwikkelgebieden in de stad

worden ontworpen volgens de principes van de bewegende stad (De Beweegvriendelijke Stad, 2017)

2 Zie voor uitgebreide toelichting op de risicofactoren de twee voorgaande meerjarenprogramma’s AAGG; MJP 2013-2014

(8)

6. Tenminste 48 nieuwe ondernemers/bedrijven (in 2017: 12, een verviervoudiging) zijn actief in het Netwerk Ondernemers Voor een Gezond Amsterdam

7. Tenminste 3 interventies zijn ontwikkeld voor een gezondere overgang van 10 naar 14 jaar

8. Tenminste 500 professionals en vrijwilligers geschoold

9. Tenminste 10 gemeentelijke regelgevings- producten e/o beleid zijn AAGG-proof 10. AAGG doet mee in (de totstandkoming van)

en is best practice voor het landelijke preventie- akkoord

11. Amsterdam leert en ontwikkelt met tenminste 4 andere metropolen over integrale, samen- hangende, context-based en multidisciplinaire aanpakken voor het tegengaan van gezond- heidsverschillen en deelt deze bevindingen met andere steden en kennisinstituten (nationaal en internationaal)

12. (Amsterdam heeft afspraken gemaakt met) Tenminste 2 Amsterdamse MBO/HBO (voor) opleidingen om het curriculum AAGG-proof te maken5

13. (Amsterdam heeft afspraken gemaakt met een) Amsterdamse HBO-instelling (voor) met een Minor en/of Master Amsterdamse Aanpak Gezondheidsverschillen

Doel: Minder kinderen met overgewicht en obesitas:

14. Minder arme kinderen met overgewicht en obesitas

15. Minder kinderen met (ernstige) obesitas; alle kinderen met ernstige obesitas zijn in beeld en in zorg en hebben een centrale zorgverlener

16. Meer ouders van kinderen tussen 0 en 2 jaar met een verhoogd risico op ongezond gewicht krijgen tijdig ondersteuning en zorg t.b.v. een gezonde leefstijl

17. De partners in de geboortezorg werken mee in de ketenaanpak overgewicht en obesitas 18. Minder 2- en 3-jarigen met overgewicht en

obesitas

19. Alle Amsterdamse ketenpartners werken conform het basismodel ketenaanpak overgewicht en obesitas en bijbehorende samenwerkings- afspraken

20. Voor de kinderen met overgewicht en obesitas en hun ouders is in Amsterdam voldoende, passend en kwalitatief goed aanbod (onder- steuning, sport & bewegen, jeugdhulp, etc.)

2033 – de marathon-missie: Amsterdamse jeugd op gezond gewicht

Maatschappelijk effect dat in deze periode, boven- op de resultaten van 2018 en 2023, bereikt moet worden:

1. Het gemiddeld BMI van de Amsterdamse jeugd bevindt zich minimaal op nationaal niveau en wijkt niet in negatieve zin af

2. Amsterdam behoort tot de Top 5 van gezondste Europese steden

5 In tegenstelling tot de subdoelen 1 tm 18 zijn we als stad bij 19 en 2o niet de partij die doorslaggevend is, daarom de inzet op het maken van afspraken; het uiteindelijke doel is de tekst buíten de haakjes

(9)
(10)
(11)

2 KADERS EN UITGANGSPUNTEN VAN AAGG

Het meerjarenprogramma 2018-2021 staat zoals gezegd op de schouders van de twee eerdere meerjarenprogramma’s van 2013-2014 en 2015- 2018. Deze eerdere plannen geven inzicht in de aanleidingen voor het starten met AAGG en in het waarom, wat, hoe, waar van methodiek en opbouw van de aanpak. Beiden blijven van kracht en zijn uitgangspunt voor het onderhavige MJP, uit-

gezonderd bijstellingen en veranderingen die eerder bekrachtigd zijn. De uitwerking van ‘De Vrijblijvendheid Voorbij’, het motto van de komende jaren, is de belangrijkste verandering in het nieuwe MJP ten opzichte van de voorgaande programma’s.

AAGG blijft in de basis echter het zelfde en de uit- gangspunten blijven ook in 2018-2021 van kracht.

Doelgroepen AAGG blijven hetzelfde: de kinderen die het meeste risico lopen

(12)

Gebiedsgerichte Aanpak, Focus op de buurten waar kinderen het meeste risico lopen, dit zijn de zgn. ‘lage SES6-buurten’

Stadsdeel Noord

Stadsdeel Oost

Stadsdeel Zuidoost Stadsdeel West

Stadsdeel Nieuw-West

Oud-Noord

Waterlandpleinbuurt Noord-West

Bos en Lommer

Dapperbuurt Transvaalbuurt

Indische Buurt

Bijlmer-Oost

Bijlmer-Centrum Slotervaart

Osdorp

Geuzenveld- Slotermeer

6 SES = sociaaleconomische status

(13)

Focus blijft op de doelen: Meer kinderen op gezond gewicht, minder kinderen met overgewicht en obesitas.

Focus op de gezonde leefstijlgebieden voeding, bewegen en slapen. De vuistregels zijn en blijven:

(14)

Leidende principes blijven hetzelfde, de

Amsterdamse Aanpak Gezond gewicht:

• Bouwt op leiderschap: bestuurlijk, politiek, ambtelijk, persoonlijk, best persons

• Is vooral preventief maar gaat daar waar nodig of verstandig ook over zorg en ondersteuning

• Is een normerende aanpak

• Kiest (risicogroepen, risico buurten, risico scholen)

• Is niet vrijblijvend: geen ‘cherry-picking’

• Is Integraal, Samenhangend, Congruent (zelfde boodschap, altijd en overal), Context-based (niet alles is voor iedereen hetzelfde, oog voor en aanpassen aanpak op specifeke contexten), wat beeldend tot uiting komt in het regenboogmodel

• Is een Lerende Aanpak: al lerende doen en al doende leren

• Streeft naar het inzetten van bewezen (based) interventies (en stimuleert en faciliteert dat), dat kunnen evidence-based, practice-based en context-based interventies zijn

• Omdat er niet genoeg bewezen interventies zijn, wordt ook gebruik gemaakt van ‘eminence’

• Blijft dus niet op de handen zitten

• Maakt altijd wel de afweging: mocht het niet baten, zou het wel schaden?

• Werkt volgens de Amsterdamse standaard Programmatisch Werken, zowel in dagelijkse aansturing (bestuurlijk en ambtelijk opdracht- geverschap, opdrachtnemerschap,

opdrachtformuleringen, etc) als in uitvoering

ksbeleid

G4-Aanpak

Voed ingsin

dustrie Buurt-en

Excellente

Scho

kinderenmet 100 len

0 dag en overgewicht &obesitas

aanpak Sta

d Bewegende Gezonde

werkvloer

voedsel omgeving

community aanpak professionals aanp

ak Leeftd, geslacht en

erfelke factoren

Integraal

jeugdbeleid Aanp ak van kinderenin armoede

Sporten Actie

plan Inactie

ve Jeugd bewegen

(15)

• Verantwoordt transparant, gestructureerd en planmatig aan de hand van de programma- achtbaan en via outputmonitoring, outcome monitoring, evaluaties, jaarverslagen, jaarlijkse uitvoeringsplannen

• Stuurt tussentijds bij indien dat nodig is en na bestuurlijke bekrachtiging

Voordat we overgaan naar het ‘strenge’ Vrijblijvend- heid Voorbij is het goed om te benadrukken dat ook in de programmaperiode 2018-2021 AAGG blijft sturen en inzetten op:

• Extra ondersteuning van een gezonde leefstijl voor de meest kwetsbare kinderen

• Synergie (blijven) benutten en zoeken binnen de gemeentelijke organisatie, optimaliseren samenwerkingen, nieuwe samenwerkingen daar waar dat slim en verstandig blijkt, samen optrekken; met als lichtend voorbeeld best practices van de afgelopen jaren (niet uitputtend!) als: Sport-AAGG in scholenaanpak, sport- en beweegprogramma’s, sportevenementen en kindermarketingbeleid, R&D-AAGG op gebied van bewegen (bewegende stad), Armoede- AAGG (deelprogramma), Stadsscholen

020-AAGG-Armoede (kinderen en ouders ‘van’

armoede zijn vaak dezelfde kinderen en ouders

‘van’ AAGG en Stadsscholen 020) en het pro- gramma Schoolpleinen (Onderwijs i.s.m. AAGG)

• Synergie blijven benutten en zoeken met alle partners, professionals, ouders, kinderen, buurtbewoners, wetenschappers, gemeenten, et cetera, binnen en buiten onze stad

• En daarnaast lopen ook een heleboel

interventies, projecten, trajecten en afspraken door in de nieuwe programma periode. In hoofd- stuk 4 komt dat per onderdeel (cluster) globaal aan de orde

(16)

School

(17)

3 DE VRIJBLIJVENDHEID VOORBIJ!

3.1 De Vrijblijvendheid Voorbij 1:

Géén ongezonde opgroei omgeving meer in Amsterdam

(ER-)Doel van AAGG is het realiseren van een Gezondere Omgeving, zowel sociale omgeving als fysieke omgeving. Tot nu toe hebben we dat vooral gedaan door ‘de zachte hand’ van stimuleren, ver- leiden, overtuigen en deskundigheid beïnvloeden.

Denk aan de beweeglogica en de beweeg- vriendelijke stad die de RvE Ruimte en Duurzaam- heid ontwikkeld hebben en het eigenaarschap van hebben. En ook aan b.v. het sportbeleid ‘Sportvisie 2025: De Sportieve Stad’, hierin zijn relevante be- weegdoelen van AAGG opgenomen. En hebben we een gezondere omgeving dichter bij gebracht door radicaler en activistischer te zijn: Stop kinder- marketing in het sport/evenementen beleid. Blijven we doen, die zachte hand, ook de komende jaren.

Maar: Is dit wel genoeg? Zijn de in gang gezette veranderingen duurzaam en structureel genoeg?

Dat denken we niet en als het al zo is duurt het lang.

Hoe kunnen we als Amsterdam in de komende programmaperiode fink meters maken hierop?

Gezondere Omgeving wordt aangescherpt tot:

Géén Ongezonde Omgeving Meer Dat betekent:

• Actief ongezondheid uit de omgeving van kinderen weg halen

• Niet alleen gezondheidsbevordering (voorlichten, verleiden, stimuleren, overtuigen, etc.)

• Maar juist ook: inzet op Gezondheidsbescherming voor hele populatie Amsterdamse kinderen

De ambitie is dat Amsterdam AAGG-proof wordt, zoveel als maar mogelijk is.

Door gemeentebreed condities die van invloed zijn op het vergemakkelijken van een gezonde leefstijl van kinderen te beïnvloeden. De komende jaren gaat

eigen beleid en regelgeving, waar de gemeente dus zelf over gaat, optimaliseren. Via beleid, uitvoering, randvoorwaarden en social return. De afgelopen jaren is dat ook wel gebeurd, maar nu pakken we door. ‘Praktiseert Wat U Preekt’ in eigen parochie dus.

Niet vrijblijvend, integendeel, want we gaan het regelen en we leggen het vast. Hierdoor wordt de gezonde Amsterdamse omgeving onontkoombaar, de normaalsituatie. Het hebben, (vol)houden van een gezonde leefstijl en intrinsiek en automatisch gezond leven maken we zo voor kinderen en ouders heel erg makkelijk. De gezonde keuze is dan met de recht de meest makkelijke keuze geworden in onze stad.

Dit is vanzelfsprekend een meerjarige opdracht:

het gaat om actief zoeken naar ‘windows of oppor- tunity’; om op het juiste moment betrokken te wor- den, dit actief op te zoeken en betrokkenheid ‘af te dwingen’ bij beleidswijzigingen; het aan de voorkant zitten van (her)nieuw(d)e aanbestedingen en inkoop- processen, subsidieverordening en verlening.

De vraag die aan de voorkant gesteld moet gaan worden is: Kan dit beleid, deze subsidieverordening, dit inkoop- of aanbestedingsproces mogelijk een bijdrage leveren aan het scheppen van gezonde leefstijlcondities voor Amsterdamse kinderen?. Wat inkoop en aanbesteden aangaat is een voorbehoud op zijn plaats t.a.v. haalbaarheid en mogelijke risico’s:

In Nederland zijn op dit moment geen voorbeelden bekend, waarbij inkoop en aanbesteden als instru- ment is ingezet om de gezondheid van kinderen te bevorderen. Van belang bij inkoop en aanbesteden is het proportionaliteitsbeginsel. Dit beginsel brengt met zich mee dat het betreffende inkooppakket c.q.

de opdracht een directe relatie moet hebben met de gezondheid van Amsterdamse kinderen en dat de bijdrage/inzet van de leverancier zich moet ver- houden tot de waarde van de (primaire) opdracht.

(18)

overwogen om bij de betreffende opdracht nog te

ontwikkelen criteria rond gezonde leefstijlcondities voor kinderen in te brengen.

Wat zijn die condities? Waar streven we naar, wat is de ambitie die we willen regelen?

Leidraad voor de inzet ten aanzien van voeding, (on)gezond aanbod en kindermarketing is het stop kindermarketing beleid zoals Amsterdam dat bij sportevenementen en in de metro ingevoerd heeft:

• Als een activiteit, instelling, plek etc. (geen winkels) bestemd c.q. bedoeld is voor kinderen van 0 tot en met 17 jaar of waar 25% van de bezoekers kind is dan is het aanbieden van ongezonde producten niet toegestaan;

• Hetzelfde geldt voor marketing van ongezonde producten (kindermarketing).

• Alle activiteiten, instellingen, plekken, etc. in Amsterdam die (mede) fnanciering van de ge- meente ontvangen en structureel of incidenteel (b.v. een bijeenkomst) voeding aanbieden zorgen dat er uitsluitend gezond aanbod is.

• In de omgeving van scholen is zo min mogelijk ongezond aanbod, stimuleren van gezond aanbod; het gaat met name om scholen waar jeugdigen van 11 tot en met 17 jaar zitten (Op P.O. scholen, VVE’s en andere kinderopvang mogen kinderen niet van schoolpleinen af tijdens

‘school’tijd)

- Het stimuleren van gezond gedrag en het ontmoedigen van ongezond gedrag gaat ook over bewegen: De principes zoals die in opdracht van het College ontwikkeld zijn/

worden door de RvE Ruimte en Duurzaam- heid – de beweeglogica voor gebouwen en inrichting van de stad en de publicaties- zijn richtinggevend voor het ruimtelijke beleid en daarmee voor de inrichting e/o aanpassing van de bestaande en van nieuwe stad.

• Als het gaat om zorg en ondersteuning werken alle door de gemeente Amsterdam (deels) ge- fnancierde partners conform het basis model ketenaanpak en de bijbehorende samenwerkings- afspraken opdat kinderen en hun ouders pas- sende, kwalitatief goede zorg en ondersteuning ondervangen

Ongezonde producten zijn die producten die niet voldoen aan de vuistregels van AAGG en die niet tot de schijf van vijf van het voedingscentrum behoren. Waterdrinken (thee, melk) is de norm , suikerhoudende dranken zijn taboe.

Amsterdam wordt AAGG-proof door de condities voor gezonde leefstijl te gaan regelen door de eigen gemeentelijke regelgeving onder de loep van AAGG te leggen:

• Inkoop (sociaal) en aanbestedingen:

voorwaarden en social return;

• Beleid, uitvoering en handhaving (b.v.: jeugd, onderwijs, gezonde school, herijking sport- stimulering, armoede, inkomen, participatie;

omgevingswet en omgevingsvisie principes gezonde stad en gezondheid detailhandels- beleid, horecabeleid, , …, …, …)

• Uitvoering in stadsdelen:

- Herbekrachtigen afspraken vorige programma- perioden van formatie-inzet binnen de stads- deelformatie ten behoeve van de buurt- managers buurtaanpak AAGG (waarbij de richt- lijn is dat de AAGG-buurtaanpak minimaal 0,6 fte inzet nodig heeft pér AAGG buurt om de opdracht goed te kunnen uitvoeren)

- én opnemen van gezondheidscriteria in gebiedsanalyses en het opnemen van gezonde leefstijl van kinderen op in de gebiedsagenda’s en - plannen

- en in de dagelijkse uitvoeringspraktijk de vuistregels AAGG en gezonde leefstijl mee te nemen

(19)

• (Herijking) Basisvoorzieningen: AAGG-principes daar waar dat kan hierin borgen

• Subsidieverordeningen en Subsidieverlening:

voorwaarden voor gezonde condities in de verordening als b.v. gezond voedingsaanbod, verbod ongezond aanbod bij activiteiten etc.

gericht op kinderen c.q. activiteiten waar veel kinderen zijn; en verplichtende voorwaarden:

sportclubs en zwembaden: b.v. gezonde sport- kantines

• Afspraken (V.O. scholen: geen verkoop

ongezonde producten in de school; ongezonde automaten uit de scholen)

• Convenanten (Hogescholen HvA en InHolland:

met HvA minor of master AAGG ontwikkelen én breed in opleidingen: hoe draag jij straks bij aan gezondheid van kinderen, ook al doe je Engels of informatica)

• Met deelnemingen en gunningspartijen in gesprek (b.v. GVB: voorkomen dat OV gaat concurreren met lopen en fetsen; Waternet: niet alleen watertappunten, bredere betrokkenheid ; contract collectieve verzekering minima)

• Gemeente ambtenaren als AAGG-Ambassadeurs:

Ik werk voor de gemeente dus ik ben, voel, handel als ambassadeur voor gezonde leefstijl van kinderen in onze stad

• …………

• ……

Om dit te realiseren zijn (afspraken met) vele RvE’s en gemeentelijke organisatieonderdelen nodig.

Denk aan (niet uitputtend!) b.v. :

• De Stadsdelen Noord, Oost, West, Nieuw-West en Zuidoost (waar de AAGG buurten liggen)

• OJZ

• Sport

• WPI i.h.b. armoede

• Economie

• Waternet

• R&D

• GVB

• V&V

• P&O (ambassadeurs)

• GGD (niet-AAGG)

• Subsidies en Inkoop Sociaal

• Citymarketing

• Chief Science Offce(r), Chief Technology Offce(r)

• Economic Board

• …..

• ….

(20)

-

- -

- -

-

- ’ -

- Het 1-meter perspectief: gezondheidswinst voor

alle Amsterdammers

Als we dit als Amsterdam goed en consequent gaan doen is de ‘bijvangst’ voor de gezondheidswinst van alle Amsterdammers erg groot: Vrijwel alles wat goed is voor de gezondheid van 5 en 6 jarigen (één meter hoog) is goed voor de gezondheid van ieder- een, van de allerjongsten tot de alleroudsten. Dit is het 1-meter-perspectief7: Een gezonde stad voor kinderen is een gezonde stad voor iedereen.

Dit leidt tot de volgende houding en werkwijze:

• Alle gemeentelijke organisatieonderdelen en partners werken hier actief en positief aan mee en leveren bijdragen aan het realiseren van de doelen van AAGG en ook proactief en tijdig AAGG inschakelen bij ’kansmomenten’ en dit op tijd doen

• AAGG-team bemoeit zich er actief tegenaan en brengt zgn. met-zachte-hand-instrumenten de gezonde leefstijl van kinderen in in ‘gemeente- lijke regelgeving’ daar waar AAGG dat relevant vindt

• Bij verschil van inzicht worden de stand- punten beargumenteerd voorgelegd aan de verantwoordelijke portefeuillehouders en indien wenselijk/nodig aan het College, waarbij de betreffende RvE etc. toelicht waarom in dit voorkomende geval bij uitzondering afgeweken zou moeten worden van de gezonde leefstijl- condities en AAGG evt. een tegenvoorstel doet.

Ambitie gezonder gedrag gemeente ambtenaren en bestuurders: Ambtenaren en bestuurders geven het goede voorbeeld en worden ambassadeurs van de Gezonde Leefstijl, denk b.v. aan:

Bewegen: (trap)lopen, beweegmeubilair, inrichting werkplekken, inrichting (nieuwe) gebouwen conform beweeglogica Gezond(er) eten en drinken: gezonde(re) bedrijfsrestaurants, lunches borrels Rookvrije organisatie: gemeente faciliteert roken nergens en medewerkers krijgen stoppen met rokencursus aangeboden Werkdruk is overal op goed niveau (niet te hoog en niet te laag)

Preventieve programma s gezonde werk nemers

De stedelijke RvE’s Facilitair Bureau, Personeel & Organisatieadvies en GGD hebben hierin voorlopers en trekkende rol8

7 F. Woudenberg, F. van den Berg, Een gezonde openbare ruimte: het één-meter perspectief, 2015

8 De GGD belegt deze taak bij de afdeling Leefomgeving, deze taak behoort expliciet niet tot de opdracht van AAGG

(21)

3.2 De Vrijblijvendheid Voorbij 2:

Steviger Acteren op Normeren

AAGG is een normerende aanpak met een

normerend, moreel verhaal. Dat is al vanaf het begin het uitgangspunt van de aanpak en dat blijft het ook. Het normerende verhaal uit zich onder andere in de houding ‘we gaan er niet over als gemeente Amsterdam, maar we vinden er wel wat van en bemoeien ons ermee’ . ‘Er’ is dan b.v. de voedings- industrie en retail of Rijkszaken als product-

samenstellingen en zaken als suikertax e.d.

Normerend zijn en blijven we ook naar ouders die hun ernstig obese kinderen zorg onthouden:

dat is niet acceptabel.

In deze programmaperiode zetten we een finke tand bij in het iedereen aanspreken op ieders ver- antwoordelijkheid en rol bij het realiseren van een gezonde sociale en fysieke omgeving voor kinderen.

We spreken deze verwachting uit en gaan ervanuit dat er naar gehandeld wordt. Als dat gebeurt, dan zullen we niet nalaten om dat positief te benoemen en daar ruchtbaarheid aan te geven (belonen werkt immers beter dan bestraffen). Als dat niet gebeurt benoemen we dat niet alleen, maar spreken we de verantwoordelijken ook daarop aan. En als het moet geven we óók daar ruchtbaarheid aan.

Normerende aanpak, morele verhaal >

normerend blijven (niet uitputtend)!

• Aanspreken, afspreken en blijven aanspreken:

- Amsterdammers, burgers, ouders, bestuur- ders, directeuren, collega-ambtenaren, scholen, schoolbesturen, JGZ, jongeren- werkers, OKT Amsterdam, aanbieders van jeugd, jongeren, welzijnswerk, jeughulp en -zorg, kennisinstellingen, leerkrachten, jongeren, JOGG9, Rijk, collega Gemeenten G5 en G32, MBO & HBO opleidingen van de professionals van de toekomst, et cetera

• Naming & Praising

- Degenen die het goed doen, de hemel in prijzen

- Jaarlijkse AAGG (‘Zuiderkerk’) prijs voor meest innovatieve, effectieve, bijzondere bijdrage aan gezonde leefstijl voor kinderen

• Massa maken (zwerm creëren):

- Samen met andere partners (JOGG, gemeenten, hartstichting, Foodwatch, …) aanpakken van/

optrekken richting ‘foute’ partijen door de ‘juiste’

partijen slim te mobiliseren/activeren/afspraken maken

- Amsterdam is een Verantwoordelijke Hoofdstad en initieert als andere overheden of partijen dit nalaten of niet (of moeilijk) kunnen

• Naming & Shaming

- Voedingsindustrie, voedingspartijen, o.a. in kader van en met alliantie stop kindermarketing

- Stop kindermarketing ongezonde baby- en peuterproducten (Pyamapapjes met toegevoegde suikers, zoetstoffen, allemaal smaken ze zoet; peuterkoekjes; Knijpfruit) - B.v. V.O. scholen e/o schoolbesturen vanwege

snoep en suikerdrankautomaten

(22)

3.3 De Vrijblijvendheid Voorbij 3:

AAGG als (inter)nationale inspiratie en standaard en (inter)nationale bezoekers als ambassadeurs

De ambitie voor de komende jaren is om de

Amsterdamse aanpak en werkwijze voor het ‘wicked problem’ van overgewicht en obesitas bij kinderen nationaal en internationaal stevig te positioneren.

Vergelijkbaar met de bekendheid die de stad al heeft als het gaat om de bestrijding van aids en HIV.

Amsterdam: de gezondste stad voor kinderen. Deze positionering krijgen wij door zowel de inspanningen als op de manier waarop wij Amsterdam promoten.

In Amsterdam komen veel bezoekers van buiten de stad en buiten het land. Toeristen maar ook ondernemers en zakenlieden, studenten, expats.

Wanneer deze mensen zien dat naast fetsen de stad ook gezondheid stimuleert op andere vlakken, dan is dat gratis promotie en draagt het bij aan de internationale positie die Amsterdam op het gebied van de gezondheid van kinderen wil gaan innemen.

Dat vraagt óók om gezondere promotie van de stad:

Ook IAmsterdam zou dan meer nadruk moeten leggen op dat Amsterdam gezondheid hoog in het vaandel heeft staan. Dit kan breed doorgevoerd worden; van de promotie over Amsterdam in het vliegtuig tot aan meer verkoop van gezonde Amsterdamse producten in de IAmsterdam-shops.

AAGG als (inter)nationale inspiratie en standaard

• Ambitie:

- Amsterdam Gezondste Stad voor Kinderen - Amsterdam en de Amsterdamse GGD zijn

met AAGG wereldwijd voorloper voor de aanpak van de obesitasepidemie bij kinderen - AAGG methodiek is voorbeeld voor integrale

aanpak van wicked problems in sociale domein (i.h.b. van steden)

- AAGG methodiek draagt bij aan de standaard in Amsterdam en NL voor voorkomen en keren van overgewicht en obesitas van kinderen

• Gaat over: complexe, wicked problemen van en in steden

• Kernbegrippen: Integraal, gebiedsgericht, samenhangend, context-based, programmatisch, congruent, lerend

Daarvoor is nodig:

• Amsterdam promoten bij bezoekers en inwoners als ‘De Gezondste Stad voor kinderen’

- Gezonde City marketing: IAmsterdam (uitnodigen en uitdagen om) kampioen gezonde city-marketing (te worden) - Bezoekers als ambassadeurs van

‘De Gezondste Stad voor Kinderen’ door - Gezondheid (bewuster) zichtbaar maken in de

stad: Ook op toeristische plekken laten zien wat Amsterdam belangrijk vindt en wat het er aan doet. Dit kan via promotie als ook letter- lijk door de vermindering van de hoeveelheid ongezond voedselaanbod als gevolg van het onlangs ingegane verbod op vestiging van toeristenwinkels, geen/minder reclames voor ongezonde producten, juist reclames gericht op gezonde leefstijl, de breedte van de stoe- pen met spelende kinderen en wandelende ouderen. Of een aantal gezonde vendors op het Damrak en ongezonde weg te halen (priming) en zo gezondheid letterlijk meer zichtbaar te maken, hier lopen immers duizenden mensen per dag langs. In combi- natie met gezonde promotie heeft

Amsterdam dan een heel sterk verhaal.

• Deelbaar maken + actief bevindingen gaan delen - Onderzoek werkzame elementen van de Vrije

Universiteit en het Nederlands JeugdInstituut (2017)

• Internationale wetenschappelijke publicaties - Niet alleen vanuit de GGD, juist ook van anderen

• Internationaal (wetenschappelijk) congres (te laten) organiseren samen met Sarphati Amsterdam en kennisinstellingen

(23)

• Internationale pers en /of media aandacht

• Innovatief blijven, dus ook durven experimenteren, maar altijd afwegen: Als het niet baat, schaadt het dan ook niet?

• Samenwerken en ‘zwerm’ maken met (vooral) steden, in Nederland en internationaal

• Blijven nadenken

• Kritische blik en tegenspraak organiseren

• Want: Weliswaar stemt de (inter)nationale ver- gelijking positief: stijgende of stabiliserende trend van overgewicht en obesitas bij kinderen is ‘normaalsituatie’ in de wereld, als de trend dalend is dan vooral bij hoge SES-groepen;

in Amsterdam is de trend dalend bij lage SES-groepen

• Máár: Een bewezen causaal verband tussen integrale en samenhangende inspanningen van AAGG met dalende trend bij voornamelijk lage SES-groepen in Amsterdam is er (nog) niet

3.4 De Vrijblijvendheid Voorbij 4:

Aanscherpen (van de kwaliteit van de) uitvoering van AAGG zélf

AAGG is formeel gestart in 2013 met het vaststellen van het eerste meerjarenprogramma door het College van B&W en de Raad. De voor- bereidingen zijn medio 2012 begonnen. We zijn dus al zo’n vijf jaar bezig en we hebben veel gedaan, veel bereikt, met heel veel energie en plezier. Dit is een uitstekend moment om programma-breed kritisch te kijken of we nog de juiste dingen doen en of we de juiste dingen nog goed doen, of omdat het effectiever en effciënter kan, of omdat nieuwe inzichten of een veranderende context daar aanleiding toe geven. In het volgende hoofdstuk wordt aanvullend per onderdeel beschreven wat de impact van het aanscherpen van de aanpak voor dat onderdeel betekent en wat de belangrijkste inzet

Aanscherpen aanpak zélf:

• Kinderen en ouders grotere rol en invloed in aanpak:

- Jongeren doen en denken mee - ouders doen en denken meer mee - kinderen en ouders zelf centraal stellen - sterker en scherper op ouderbetrokkenheid

(vaders!) sturen

• Meer en beter “Bijvangst” (h)erkennen en mensen verder helpen:

- Bijvangst van de buurtaanpak is dat we vaak zien dat – b.v bij . gezondheidsambassadeurs- trajecten en Op de Gezonde Tour –

volwassenen (ouders, buurtbewoners) zich persoonlijk ontwikkelen, emanciperen en empoweren. Nogal eens zijn dit niet werkende vrouwen, uit armere gezinnen die voor het eerst gaan participeren buiten hun eigen kringetje, nuggers dus, niet-uitkerings- gerechtigden. Daarmee vallen ze tussen de wal en het schip van WPI en participatie- programma’s. En dat is heel jammer, voor henzelf en voor de gemeente en stad. Hier ligt m.n. een opgave voor WPI.

• De jaarlijkse Outcome monitor wordt herzien, opdracht is verbreding van zowel indicatoren als duiding

• Multidisciplinaire duiding van onderzoeks- gegevens wordt ‘usance’, evenals multidisciplinair onderzoek naar de mogelijke effecten van de aanpak (zie ook H.4)

• Werkwijze AAGG: Principes van rogrammatische en resultaatgerichte werkwijze weer strikter toepassen, omdat dit bewezen leidt tot meer resultaten

(24)
(25)

4 INZET 2018-2021 PER ONDERDEEL VAN AAGG

Het AAGG regenboogmodel10 is aangepast voor de nieuwe programmaperiode: het onderdeel gezonde omgeving wordt aangevuld met geen ongezonde omgeving (werknaam: (géén on)gezonde omgeving), de jongerenaanpak krijgt een plek in het model en de aanpak Kinderen op het speciaal onderwijs is toegevoegd

JoGG (Nationaal)

Rk

Internationaal

Voedingsind ustrie

Wete nschap Buurt-en

Gezondheid Scholen Kinderen Excellente pro fessio

nals Jon geren

(gee

n) (on)

comm

unity

enarmoede aanpak op het en beroeps-

gee zond

Ki nd er en met Eers

te 10 00 da ge n ov er g ew ich t & obesitas

aa np ak

Leeft d, geslacht en erfel ke factoren aanpak

SO opleidingen

omg gevin Géenongezondeopgroei omgeving meer in A

msterdam (PWUP)

Grig veO

emeente

Onderws

Jeugd

Sport GGD WPI

Ruimte en

Econom ie

Externe partners

(P&O/F

B/etc.)

Duurzaam heid

Gem eente

(bv. G

) VB in het model.

Bron: Dahlgren and Whitehead 1991.

Bewerking: AAGG

In de jaarlijkse uitvoeringsplannen AAGG wordt gedetailleerd uitgewerkt en voorgelegd aan het bestuur wat de inspanningen per onderdeel van de aanpak voor dat jaar behelzen. De uitvoeringsplannen zijn evenals andere producten terug te vinden op www.zoblijvenwijgezond. In dit hoofdstuk gaan we globaal in op de opgave van de verschillende AAGG-onderdelen.

10 Het regenboogmodel van Dahlgren en Whitehead (1991) helpt in het zoeken naar antwoorden op wat is de reikwijdte van handelen en wat is de invloedssfeer van de gemeente Amsterdam? Daarnaast is het model ook belangrijk als het gaat om het opzetten van een effectieve aanpak, dus niet alleen hoe en waar de gemeente invloed op kan hebben, maar ook hoe gezond-

(26)

4.1 Jongerenaanpak

Dit is het ‘nieuwste’ onderdeel van de aanpak:

de inzet op de doelgroep laagopgeleide jongeren van 12-18 jaar uit risicogroepen. Dit onderdeel is de afgelopen tijd voorbereid, vanaf 2018 gaan we vol ook op deze doelgroep inzetten.

• Grote uitdaging want lastig om tij te keren vanwege:

- hoogste percentage overgewicht/obesitas:

ruim 1 op 5 met og/ob, 10.ooo jongeren - de beperkte mate van invloed die je kunt

hebben bij deze leeftijdsgroep,

- en het vaak lage opleidingsniveau/lage SES - en culturele achtergrond

• Aanpak ontwikkeld en in ontwikkeling met jongeren zelf en iedereen rondom de jongeren - Preventie én zorgketen

- Sport(stimulering) is een belangrijke partner:

Toename van aantal VO scholen die deel- nemen aan Topscore (Fit); laagdrempeliger beweegaanbod organiseren in de buurt (bijv.

sportinstuif op buurthuizen, beweegclubjes, etc); gezonde (sport)kantines op verenigingen/

locaties waar veel jongeren komen - Een gezonde schoolomgeving binnen én

buiten de school: Toename van aantal VMBO scholen die als Gezonde School actief zijn op de vignetten bewegen en gezonde voeding;

e/o activiteiten op middelbare scholen waar- door leerlingen bewuster worden en gestimu- leerd om gezonder te leven (bijv. bewegend leren in de klas); alle snack/frisdrank- automaten de school uit; gezonde school- kantines; samen met RvE economie zoeken naar mogelijkheden om snoep/snackkarren voor schoolpleinen niet meer toe te staan; zo min mogelijk verkooppunten van ongezond voedsel rondom scholen; samenwerking met supermarkten in de buurt van school (bijv.

winkelcoaches, gezonder pauze-aanbod, etc)

- Bewegend naar school (met de fets, halte eerder uitstappen, etc)

- Buurtgericht aan de slag met jongerenwerk (en buurtaanpak AAGG): Zorgen dat jongeren goed worden ondersteund in de wijk door professionals en sleutelfguren in de buurt, deze (meestal) volwassenen toerusten voor die ondersteuning

- Professionals (en vrijwilligers) die met jongeren werken trainen t.a.v. gezonde leefstijl en zo excellent worden (leerlijnen ontwikkelen voor jongerenwerkers, topscore trainers, Ouder- en KindAdviseurs, etc) - Voorlichting en bewustwording via bewuste

en onbewuste gedragsbeïnvloeding: jongeren

‘nudgen’ om gezondere keuzes te maken (niet genoeg om alleen op bewustwording in te zetten, het moet ook ‘vanzelf’ gaan)

- aanbodversterking en goedwerkende keten:

Goede overdracht PO naar VO; Minder no-show van jongeren (nu 30%) contact- momenten door JGZ; kwalitatief goed en passend aanbod; Goede nazorg voor jongeren die uitstromen uit een curatieve leefstijlinterventie (bijv. keten richting sport verbeteren, o.a. door warme overdracht interventie-sportclub)

- Digitale voorzieningen beter ontsluiten zodat meer jongeren het kennen en het benutten (bijv. jouwggd, digitaal leef- en actieplan, etc) - Inzet van rolmodellen en ‘infuencers’ (ofwel,

de mensen van wie jongeren makkelijker wat aannemen dan van de overheid of volwassenen)

• EN: onderzocht, vooral ook met jongeren zelf (participatief onderzoek), wat werkt: Campagne!

(voor het eerst in de geschiedenis van AAGG een publiekscampagne).

- Maar dan wel op z’n ‘jongerens’

- Online en offine campagne “Goed Bezig”

voor bewustwording én handvatten t.a.v.

gezondere leefstijl

(27)

4.2 Aanpak kinderen op het speciaal onderwijs

In de zomer van 2017 is een convenant afgesloten met zes van de zeven schoolbesturen11 van de Amsterdamse speciaal onderwijs scholen in Amsterdam om de doelstellingen en vuistregels van AAGG ook hier in te bedden.

Overgewicht en obesitas komen relatief vaker voor bij kinderen in het speciaal onderwijs dan bij hun leeftijdsgenoten in het reguliere onderwijs. Op sommige SO scholen gaat het zelfs om meer dan de helft van de kinderen. Omdat de problematiek van de kinderen zo groot en divers van aard is, is een generieke (scholen)aanpak niet geschikt. Samen met de scholen en zorgpartners kijken we hoe we maatwerk kunnen leveren.

• Uitvoeren afspraken in convenant

• Doel: alle S.O. scholen zijn AAGG-proof

• Dit is géén onderdeel van scholenaanpak AAGG

• Team van implementatiemanager (ketenaanpak), Jump-in adviseur en adviseur Sportstimulering

gaan S.O. scholen ondersteunen bij invoeren AAGG: fase 1 inventarisatie, fase 2 vaststellen wat nodig is wat te doen, fase 3 doen

• Jump-in adviseur ondersteunt scholen waar nodig bij implementeren Jump-in Gezonde School doelen

• Adviseur sportstimulering helpt scholen bij het herijken en versterken van het (naschools)sport- en beweegaanbod

• Implementatie basismodel ketenaanpak:

effectieve signalering en doorverwijzing van kinderen als dat nodig is naar preventieve en curatieve interventies die binnen of buiten de school plaatsvinden.

• Werkwijze met/rol van een centrale zorgverlener uitbreiden samen met het speciaal onderwijs en aansluiten op de bestaande zorgstructuur

• Ondersteuning bieden bij, indien nodig, de ontwikkeling van specifeke materialen en interventies

(28)

4.3 Buurtaanpak AAGG

Overgewicht is ongelijk verdeeld over de stad; met name in buurten waar relatief veel mensen met een lage sociaaleconomische status wonen, komt over- gewicht vaker voor. Vanuit de aanpak Gezond Gewicht richten we ons vooral op de zwaarste buurten van de stad. Vanuit een gebiedsgerichte insteek leggen de lokale buurtmanagers in deze focusbuurten slimme verbindingen tussen het stede- lijke programma en de buurt en lokale communities.

Aansluiten bij de energie in de buurt, vooral die van betrokken bewoners, is het belangrijkste ingrediënt van de buurtaanpak. Naast interne samenwerking, betrekken de buurtmanagers daarom vooral de buurt zelf: buurtinstanties, zelforganisaties, sport- clubs, scholen, professionals, ondernemers en bewoners. Samen zorgen zij voor gezonder gedrag in een gezondere buurt.

In de buurtaanpak worden actieve bewoners, middenstand, buurtorganisaties (waaronder zelf- organisaties en religieuze organisaties) en andere partijen betrokken. Doel van de buurtaanpak is om te zorgen dat de gezonde keuze in de buurt de makkelijke keuze is en de buurt optimaal bijdraagt aan een gezond gewicht van de jeugd. In essentie is de buurtaanpak gericht op het aanspreken en be- nutten van de lokale ‘community’. Dit wordt gedaan door het ontwikkelen van een community aanpak, als onderdeel van de overkoepelende buurtaanpak.

Een geslaagde community-aanpak leunt op een brede en breed gedragen bewustwording in de buurt en weet het probleem samen met professionals, over- heid, ondernemers, kinderen en hun opvoeders aan te pakken. Om dit proces goed te stroomlijnen maakt elke buurt een buurtuitvoeringsprogramma waarin de stedelijke doelen lokaal vertaald en gekoppeld worden aan concrete inspanningen in de buurt. Deze inspanningen zijn met name gericht op community- vorming waarbij het betrekken van mensen in de omgeving van het kind centraal staat.

Belangrijk is dat gezond gewicht een belangrijk thema wordt en blijft op de agenda van etnisch culturele zelforganisaties, sleutelfguren en inter- mediaire groepen en zij zelf gezond gewicht gaan bevorderen binnen hun gemeenschappen.

• Buurtaanpak verstevigen en substantieel versterken door:

- Vertaling en concretisering van hoofdstuk 3

‘Vrijblijvendheid Voorbij’ in buurtprogramma’s AAGG

- Helder benoemen en deelbaar maken wat de werkwijze Buurtaanpak AAGG inhoudt, wat in elke buurten hetzelfde is, wat varieert, waar de ruimte zit

- Stadsdelen: herbekrachtigen vereiste inzet van buurtmanagers vanuit stadsdeel en van buurtaanpak in de 11 buurten + gezondheid structureel plek in gebiedsanalyses, -agenda’s en -plannen

- In de dagelijkse uitvoeringspraktijk worden de vuistregels en uitgangspunten door stads- delen meegenomen en toegepast, ook als het geen AAGG activiteiten betreft

- Roadshows bewegen: elke AAGG-buurt komt aan de beurt; 2 a 3 per jaar

- Aansluiten bij traject vanuit/opgave van sport

‘sport- en beweeg inclusief ontwikkelen’

• Kijkend naar cijfers buurten:

- Zuidoost in alle opzichten onder aan de gezondheidslijstjes plus verschil met de rest is gróót (van zowel kinderen als volwassenen).

De problematiek in Zuidoost is zeer weer- barstig, met name via de community-aanpak worden wel veelbelovende stappen/jes gezet, maar die zien we nog niet terug in de cijfers.

En het zetten van die stappen kost veel tijd en inzet, (nog) meer dan in andere AAGG-stads- delen.

(29)

• Versterken van de inzet op de AAGG buurt- aanpak in het bijzonder en op gezondheid in het algemeen is daarom nodig.

• Nu gaat er veel aandacht naar de groep Ghanese Amsterdammers; In de nieuwe programma periode moet de verbreding naar andere groepen (met name de groep Surinaamse Amsterdammers) gemaakt worden. Meer mensen moeten bereikt worden, meer ‘zwerm’ gemaakt.

• Het blijkt erg moeilijk te zijn om de 20 tot 40- jarigen te betrekken (de ouders dus); in de nieuwe programmaperiode zal hier sterker op ingezet moeten gaan worden.

• Extra aandacht voor alleenstaande moeders - Oost: De meest recente cijfers laten zien dat

het met het verminderen van overgewicht en obesitas en gezonde leefstijl in de Indische Buurt erg goed gaat maar dat Oud-Oost achteruit gaat. In het bijzonder de Ooster- parkbuurt – nu nog geen AAGG-buurt- : De situatie is daar slechter dan in de Transvaal- en Dapperbuurt. Dat is aanleiding om heel Oud-Oost als AAGG buurt aan te wijzen

• ‘Vrijwillige’ AAGG buurten: De vijf stadsdelen en de daarin liggende elf AAGG buurten zijn feitelijk door het College aangewezen als AAGG buurt vanwege de grote opgave. Sinds medio 2017 heeft stadsdeel Zuid de Diamant- en IJsselbuurt aangewezen als buurt waar AAGG ook zeer gewenst is, budget uitgetrokken en een buurt- manager AAGG aangesteld. Dit is een bijzondere en zeker ook een welkome, toe te juichen ont- wikkeling gelet op het percentage kinderen met overgewicht en obesitas in deze buurt.

• Uitgangspunt in de stad is dat voor elke AAGG buurtaanpak geldt dat de AAGG kaders en AAGG boodschap stedelijk bepaald worden met daarbinnen een grote vrijheid voor stadsdelen voor een ‘eigen’ buurtaanpak. Maatwerk, het maken en pakken van kansen en buurt-specifeke inzet zijn daarbij leidende principes. De andere onderdelen van AAGG ondersteunen de buurt- managers en de stadsdelen bij hun buurtaanpak, met advies en vooral via inzet. Voor ‘vrijwillige’

buurten fungeert AAGG naast kader als help- desk. De buurten die door het College als AAGG buurt aangewezen zijn, hebben recht op een jaarlijks vast te stellen extra uitvoeringsbudget en op de jaarlijks af te spreken en daarmee gegarandeerde inzet vanuit andere AAGG onderdelen.

(30)

4.4 Aanpak Armoede - AAGG

De directe relatie tussen armoede en ongezondheid is evident en wetenschappelijk aangetoond. Ieder positief resultaat in de strijd tegen armoede draagt soms direct, vaak indirect, bij aan een gezondere leefstijl. Andersom is ook waar: gezondere mensen maken minder kans om in armoede te komen of te blijven dan ongezondere. Arme kinderen hebben een grotere kans op ongezond gewicht. Er is een sterke relatie tussen gezondheid en overgewicht en armoede. Samen met Armoede voert AAGG een deelprogramma ‘verminderen ongezonde armoede’.

Hierbij zijn een aantal verbindingen gelegd tussen AAGG en Armoede met als doel: meer kinderen uit arme huishouden s hebben en houden een gezond gewicht12 .

• Minder arme kinderen met overgewicht en obesitas: de signifcante daling van het BMI juist bij kinderen uit (zeer) lage SES groepen is in (inter)nationaal opzicht bijzonder; juist deze kinderen blijven prioritaire doelgroep van AAGG

• AAGG + WPI: het deelprogramma AAGG- Armoede van de afgelopen tijd was succesvol en wordt versterkt; Nog meer verbindingen maken tussen Armoede en het AAGG om:

- vanuit de initiatieven van Armoedebestrijding gezond gedrag te stimuleren of te ondersteunen.

- binnen de AAGG interventies en instrumenten van Armoedebestrijding gerichter inzetten en het bereik van armoedevoorzieningen vergroten

• Naast de samenwerking met Armoede, RVE Inkomen, meer verbindingen te leggen met Participatie o.a. met Activering;

• Cursussen Gezond Kopen Gezond Koken:

Afgelopen jaar hebben zo’n 200 mensen deelgenomen aan twintig cursussen Gezond Kopen en Gezond Koken: Hoe kun je met een (heel) kleine portemonnee toch gezond eten en drinken? De cursussen worden ook de komende periode aangeboden, waarbij extra aandacht uitgaat naar nóg beter aansluiten bij de ver- schillende achtergronden van de mensen uit de doelgroep.

• Pilot extra inzet JGZ op armoede is een succes.

Jeugdverpleegkundigen worden ingezet in het signaleren van problematische armoede (meedoen wordt verhinderd door armoede) en verwijzen ‘warm’ door naar armoederegelingen;

de mensen van armoede houden spreekuur op het OKT. In 2018 doorgaan met deze manier van werken, doel van GGD-JGZ is dat deze signaleren onderdeel wordt van het basispakket.

• AAGG informatiekraam tijdens de Uitgifte dagen kledingbonnen: via de kraam in rechtstreeks in gesprek met de doelgroep over hoe gezonde leefstijl, groot bereik, veel gesprekken;

• Interactief opvoedtheater over armoede en gezondheidsthema’s ; Succesvolle en evidence based interventie apart voor ouders én apart voor kinderen op scholen over dagelijkse opvoeddilemma’s , toegespitst op gezond opgroeien, grenzen stellen en omgaan met schaarste (armoede).

• Stadspas: Kinderen tot en met 17 jaar kunnen met een stadspas gratis of met korting sporten of voor andere gezonde activiteiten. De verschillende kanalen van de Stadspas effectiever blijven benutten ten behoeve van de doelen/vuistregels van AAGG (voeding, bewegen, slapen)

12 Niet AAGG, wel Armoede-GGD: stoppen met roken programma’s . In opdracht van Armoede en de GGD, doet het AMC onder- zoek naar stoppen met roken onder de minima. Het tegengaan van roken onder de minima wordt gezien als belangrijke maatregel om de gezondheid van de minima structureel te verbeteren. De resultaten van het onderzoek en advies op het onderzoek worden komende periode opgeleverd. Insteek is om de onderzoeksresultaten te gebruiken om een pilot te starten.

(31)

• Jeugdsportfonds: via het Jeugdsportfonds kan de contributie of benodigde sportattributen worden betaald. Inzet vanuit WPI is om sportactiviteiten te blijven stimuleren en de verbinding te blijven leggen met de AAGG, m.n.

met AAGG roadshow bewegen in de buurten.

• Gezondheidsvaardigheden binnen Taal en Ouderbetrokkenheid: Taal en Ouderbetrokken- heid zijn taallessen voor ouders op de scholen van hun kinderen om de Nederlandse Taal te verbeteren en ouderbetrokkenheid te stimuleren.

Inzet is om aan de hand van lesstof met gezonde leefstijl als voorbeeld de taal te leren en zo ook als vanzelf gezondheidsvaardigheden te bevorderen (samen met Volwasseneneducatie RVE Participatie).

• Noodontbijt : Voor kinderen die zonder ontbijt op school komen verzorgen sommige scholen een noodontbijt. De vergoeding voor Jump in scholen die daar regelmatig mee te maken hebben wordt gecontinueerd.

• Niet AAGG, wel Armoede-GGD: stoppen met roken programma’s . In opdracht van Armoede en de GGD, doet het AMC onderzoek naar stoppen met roken onder de minima. Het tegen- gaan van roken onder de minima wordt gezien als belangrijke maatregel om de gezondheid van de minima structureel te verbeteren.

De resultaten van het onderzoek en advies op het onderzoek worden komende periode opgeleverd. Insteek is om de onderzoeks- resultaten te gebruiken om een pilot te starten.

4.5 Aanpak (Géén On)gezonde Omgeving

De grootstedelijke ruimtelijke omgeving van Amsterdam is een belangrijke factor voor het al dan niet makkelijk kunnen maken van een gezonde keuze door kinderen en hun opvoeders. De fysieke inrichting van de stad draagt nog niet en niet overal optimaal bij aan een actieve leefstijl van kinderen, zoals fetsen en buitenspelen. Ook de voedsel- omgeving (het geheel van voedselaanbod) in de stad draagt vaak niet bij aan een gezond voedings- patroon.

• Uitwerking, aanjagen, uitvoering van De Vrij- blijvendheid Voorbij 1!: Geen ongezonde omgeving meer! De opgave zoals verwoordt in paragraaf 3.1 valt voor een groot deel onder deze deelaanpak.

• Gezondheidsbescherming en Gezondheids- bevordering: Amsterdam haalt ongezondheid uit de leefomgeving van Amsterdamse kinderen;

In Amsterdam draagt de leefomgeving van kinderen optimaal bij aan het makkelijk maken van de gezonde(re) keuze; in Amsterdam worden kinderen gestimuleerd tot gezond (beweeg- en eet)gedrag;

• Gezond ingerichte stad is geborgd met het programma Bewegende Stad van de RvE R&D, AAGG blijft evenals de afdeling Leefomgeving van de GGD betrokken en geeft (/organiseert deskundige) inbreng vanuit de focus AAGG doelen

• Uitbouwen voedselnetwerken: OVEGA , onder- nemers voor een gezond Amsterdam, van 12 leden naar minimaal 48 (12 nieuwe per jaar)

• Voedingsindustrie lobby

• Verbinding met aan voedsel gerelateerd ge- meentelijk beleid waarbij het m.n. gaat om beleid dat een gezonde voedselomgeving en gezond voedselgedrag helpt te realiseren, ofwel gezond

(32)

• Stop op kindermarketing ongezonde producten op plekkenwaar kinderen komen; actief lid blijven van de Alliantie Stop Kindermarketing

4.6 Scholenaanpak Jump-in op P.O.

en VVE

De 8 Amsterdamse doelen voor gezonde basisscholen Jump-in:

1. Gezondheid staat permanent op de agenda 2. Gezamenlijke inzet school en ouders 3. Gezond voedingsbeleid op school 4. Voldoende goede gymles

5. Stimuleren actief buitenspelen

6. Stimuleren sport- en beweegdeelname 7. Signaleren kinderen met motorische

achterstanden

8. Adequate zorgstructuur voor over- of ondergewicht

In deze programmaperiode wordt de extra inzet op Jump-in afgebouwd. Dat betekent zeker niet dat Jump-in stopt, integendeel. De 8 Jump-in doelen moeten normaal geworden zijn in en voor scholen en opgenomen in het reguliere onderwijs- en gezonde schoolbeleid.

• Jump-in gaat nog paar jaar door, de laatste scholen ronden hun Jump-in wasstraat programma af in 2021

• Inzet op bewegen doet sportstimulering, ook na 2021 blijft dit hetzelfde (onderdeel van reguliere inzet sport)

• Alle scholen waar het BMI van de kinderen boven het landelijk gemiddelde hebben, hebben aanbod tot ondersteuning van Jump-in gekregen e/o doorlopen

• Blijven sturen op tijdige uitstroom van scholen met een certifcaat binnen of maximaal na 3 jaar extra ondersteuning door Jump-in

• Na ‘wasstraat’ is Jump-in normaal geworden voor Amsterdamse scholen: de 8 Amsterdamse doelen zijn duurzaam geborgd op individuele scholen; inzet op beheer en advies blijft altijd nodig, maar extra inspanningen niet meer;

• Betere verbinding van J.I. adviseurs met OKA’s:

elkaar kennen, vinden, inzetten

• Inzet van Jump-in adviseurs in onderdeel

‘Aanpak Kinderen op het Speciaal Onderwijs’

• Ambitie: Jump-in methodiek, kwaliteit en de 8 doelen zijn de standaard in de landelijke Gezonde School norm; Jump-in wordt nu al gezien als best practice

• Overgang van Jump-in naar generieke programma Gezonde School voor het P.O.;

Borging van Jump-in doelen en methodiek in Gezonde School

• Komende jaren worden naast de uitvoering op scholen ook benut voor een soepele overgang van Jump-in naar Gezonde School

• Jump-in op VVE in 2016 gestart: Gaat goed, er is breed draagvlak; Pilot Inspectie als toezicht- houder op uitvoeren van Jump-in beleidsdoelen in VVE; Convenant gesloten

• Convenant met kinderopvangverblijven/besturen a la VVE-convenant maken

• Alle VVE’s en kinderdagverblijven in Amsterdam zijn gezond en voldoen aan AAGG vuistregels en normen

• Géén inzet op nieuwe doorontwikkeling Jump- in (onderdelen) voor P.O., S.O. en VVE in deze programmaperiode;

• Strategische inzet in afstemming met afdeling Onderwijs om zgn. ‘defaults’ te maken en daarop te sturen: b.v. Inspectie controleert expliciet (meer) op de voor AAGG relevante leerdoelen in het onderwijs; bestaande convenant met P.O.

schoolbesturen uit 2014 over scholen over de 8 Amsterdamse doelen voor gezonde basisscholen vernieuwen

(33)

4.7 1000 dagen aanpak

De eerste duizend dagen van het leven, tellend vanaf het moment van conceptie, zijn van grote zo niet beslissende invloed op de gewichtsontwikkeling van kinderen en de kans op overgewicht, obesitas en welvaartsziekten op latere leeftijd. Het gewicht, de gezondheid en leefstijl van de moeder vooraf- gaand aan haar zwangerschap zijn op hun beurt van grote invloed op de kwaliteit van de eerste 100o dagen in het leven van het kind. Ook blijkt uit recente onderzoeken dat de invloed van de gezond- heid van de vader hierop groot is, zowel in de zin van epigenetische veranderingen als van leefstijl.

De 1000 dagen aanpak richt zich daarom op moeders én vaders.

De 1000 dagen aanpak heeft als doel om de eerste duizend dagen van een kind zo gezond mogelijk te maken én hen daarmee een goede kans te geven op een gezond leven. Een gezonde start. De duizend dagen aanpak richt zich zowel op die vrouwen en meisjes met (verhoogde) kans op overgewicht en een zwangerschapswens, als op het zeer jonge kind en zijn omgeving. Daartoe bundelen we bestaande aanpakken gericht op de perinatale gezondheid en de gezondheid op zeer jonge leeftijd en maken we deze meer specifek voor overgewicht en obesitas.

• Succesvolle manier van werken is afgelopen tijd gebleken:

- Gebiedsgerichte aanpak, ofwel buurtaanpak 1000 dagen

- Verbinding met, onderdeel van, buurtaanpak AAGG

- Community benadering staat centraal - Eenduidige en positieve vuistregels voor

zwangerschap en 1e jaar - Vooral preventief van aard

• Op deze manier blijven we werken , daarnaast is er een sterke verbinding en samenwerking met

• Meer en betere samenwerking tussen buurt- aanpak AAGG en JGZ/OKT’s, meer de wijk in, het ideaal is dat JGZ/ouder- en kind adviseurs (bijvoorbeeld) de AAGG-gezondheids- ambassadeurs en andere actieve bewoners

‘trainen’ en begeleiden in het bewust maken van hun ‘peers’ en onze doelgroep van het belang van een gezonde start en de leefstijl die daarbij hoort.

• JGZ gaat de komende jaren ondanks het ont- breken van BMI-standaarden voor kinderen onder de 2 jaar, eerder met ouders in gesprek en ondersteuning bieden sl er (verhoogd) risico is op het ontwikkelen van overgewicht en obesitas tijdens de eerste 2 levensjaren. Daarvoor zijn nodig: signalerings- en risicoscreenings- instrumenten, best practices ontwikkelen t.a.v.

wanneer en hoe risicokinderen gezonder te houden/maken.

• Versterkte inzet op de periode rondom de geboorte en de geboorteketen: samenwerking met, aanspreken van en afspreken met verlos- kundigen, kraamzorg, voorzorg, ouders door de perinatale keten onderling beter te verbinden en aan te laten sluiten en te verbinden aan de stedelijke en lokale netwerken.

• Beter en meer bereiken van vrouwen en meisjes met (verhoogde) kans op overgewicht en een zwangerschapswens. Dat is in de voorgaande programmaperiode vrijwel niet gelukt. De jongeren aanpak van AAGG zal hier voor benut gaan worden.

• Ambitie is dat Jump-in ook op de kinderdagver- blijven geïmplementeerd wordt(zie ook 4.6). In tegenstelling tot de VVE’s, zijn er op de kinder- dagverblijven ook de jongste kinderen van 0-2 jaar. Gezonde voeding, bewegen en slaap vragen voor deze groep iets anders van de pedagogisch medewerkers dan voor de 3-4 jarigen. Daarom

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor scholen die het bewegend leren graag willen implementeren, maar (nog) niet weten hoe dit aangepakt moet worden, lijkt het in eerste instantie belangrijk hen te laten ervaren

Onze longen zijn gevoelig voor fijnstof dat in de buitenlucht aanwezig is. Longblaasjes kunnen geïrriteerd raken met als gevolg een overgevoeligheid van

Door het stimuleren van het bewegen leren de kinderen hoe zij hun lichaam kunnen gebruiken en worden zij sterker in hun fysieke vaardigheden die zij straks goed kunnen gebruiken in

• Alle contacten van de besmette deelnemer kunnen gedurende 14 dagen niet deelnemen aan een nieuwe activiteit / bubbel.. • Met jouw inschrijving geef je toestemming dat de

De deelvragen die dienden om de hoofdvraag te beantwoorden waren: (1) Met welke cyberdelicten gepleegd door leerlingen krijgen middelbare scholen te maken?, (2) Wat is de aanpak

In dit onderzoek proberen we te achterhalen hoe leerlingen leren in de studio tijdens reguliere muzieklessen en hoe bandjes zelfstandig repeteren, buiten de reguliere lessen..

OVERZICHT VAN ALLE ACTIVITEITEN VOOR KINDEREN VAN 3 - 13 JAAR Georganiseerd door de jeugddienst, sportdienst, sportverenigingen, buitenschoolse!. kinderopvang,

OVERZICHT VAN ALLE ACTIVITEITEN VOOR KINDEREN VAN 3 - 13 JAAR Georganiseerd door de jeugddienst, sportdienst, sportverenigingen, buitenschoolse!. kinderopvang,